Verslag workshop 'huiselijk geweld' | ||
|
Op 2 november 2000 vergaderde de commissie Extern. Er waren vier workshops: 'eerstelijns gezondheidszorg', 'maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingszorg', 'wonen en zorg' en 'huiselijk geweld'. Dit is het verslag van de workshop 'huiselijk geweld'.
Definitiekwestie * De definitie van huiselijk geweld roept vragen op. Beschrijvingen van huiselijk geweld gaan snel richting kindermishandeling, terwijl het ook gaat over vrouwenmishandeling, ouderenmishandeling en mishandeling door tieners van hun ouders. (Overigens zijn er ook mannen die door hun echtgenote worden mishandeld. Hier rust nog een zeer groot taboe op.) * Er zijn problemen met de concrete handelingen die benoemd worden als huiselijk geweld. Het Ministerie van Justitie noemt in een rapport veel zaken huiselijk geweld, bijvoorbeeld: dreigen de relatie te verbreken. Volgens de deelnemers aan de workshop is dit te ruim. De juridische termen zijn beter hanteerbaar. Huiselijk geweld heeft dan vooral betrekking op bedreiging en mishandeling. * De term huiselijk geweld heeft wel een wat 'knusse' klank. Wellicht is het beter om te spreken van 'geweld binnen het gezin'.
Preventie * De GGD richt zich vooral op preventie bij risicogroepen, het in kaart brengen van het probleem (signaleringsfunctie) en het geven van inzicht. * Preventie van huiselijk geweld is een probleem. Je kunt preventie niet goed richten op groepen die nog niet met huiselijk geweld te maken hebben. Preventie zou zich daarom vooral moeten richten op het voorkomen van herhaling. In die zin heeft het stoppen van geweld zelf al een preventieve werking, omdat kinderen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld (of hiervan getuige zijn geweest), later grotere kans lopen om zelf dader te worden. Preventie zou zich dus moeten richten op concrete zaken van huiselijk geweld. Zorg * Binnen de workshop rees de vraag wie er een rol zou kunnen vervullen in het signaleren van huiselijk geweld. Alleen vertrouwenspersonen kunnen hierin een rol hebben. Wanneer anderen, bijvoorbeeld alfahulpen, huiselijk geweld vermoeden, kunnen zij wel zelf met de gezinsleden praten en hen wijzen op de mogelijkheden van hulp bij politie en andere instanties. Wellicht moet onderzocht worden hoe vaak huisartsen geconfronteerd worden met slachtoffers van huiselijk geweld. Wanneer dit vaak voorkomt, moet het circuit misschien sterk gericht worden op deze huisartsen. Rol gemeente * De gemeente moet activiteiten in het veld subsidiëren. Bij haar eigen initiatieven moet de gemeente aansluiting zoeken bij deze activiteiten. * De gemeente moet het veld inventariseren en, als ze tekortkomingen constateert, dit veld ook organiseren. Ze moet het netwerk in kaart brengen en met de spelers afspraken maken. Wanneer dit is gebeurd, kan de gemeente de regiefunctie weer terugleggen bij het veld. * Wellicht kan de aanpak van huiselijk geweld onderdeel zijn van het integraal veiligheidsbeleid. |
|
![]() |
![]() |