Discussiestuk jeugd en onderwijs
Uitgangspunten van het beleid
Op het gebied van
jongeren willen we nog meer alle terreinen die jongeren raken, bij elkaar
brengen. We versterken met name de banden van het jongerenwerk met onderwijs,
cultuur, sport en wonen. Specifieke aandacht is er voor meiden.
Het jongerenwerk moet
als basisvoorziening goed kunnen functioneren en moet, zowel in kwaliteit als
kwantiteit, op peil worden gebracht.
Jongeren moeten
vooral zelf verantwoordelijkheid krijgen en nemen. In de beleidsvoorbereiding
en -uitvoering en wordt daarom een zwaar accent gelegd op goede communicatie
met jongeren.
In de
jeugdgezondheidszorg willen we toe naar een stevige ruggengraat in de eerste
lijn. Taken daarbij zijn het ondersteunen van scholen, gezinnen en
kinderopvang, preventie, kortdurende hulpverlening en doorverwijzing naar de
zorg. De ruggengraat wordt in de wijken gevormd door de Jeugdgezondheidszorg
(JGZ)-teams. Daarin werken GGD, consultatiebureaus, schoolmaatschappelijk werk
en opvoedadviseurs samen. In de scholen voor voortgezet onderwijs wordt de
ruggengraat gevormd door de ZorgAdviesTeams en voor de groep 16-23 door het
werk van het RMC-team (Regionaal Meld- en
Coördinatiepunt Voortijdig Schoolverlaters).
In het
Onderwijsbeleidsplan 2002-2005 zijn de volgende kernthema’s benoemd. Tussen
haakjes staan de doelen:
De
Brede School streeft naar de vorming van clusters van scholen en kinderopvang
op wijk- of buurtniveau. Deze werken nauw met elkaar samen en zijn goed
gehuisvest. Zij bieden kinderen én ouders een bij die wijk of buurt passend
programma van activiteiten aan. De Brede School ondersteunt daarom scholen en
kinderopvang bij samenwerkings- en huisvestingsprojecten. In 2006 wil de Brede
School in alle wijken het activiteitenprogramma aanbieden.
Eind 2001 hebben de
gemeenteraden van Delft en Rijswijk een intentiebesluit genomen voor een fusie
tussen het openbaar onderwijs in Delft en Rijswijk. Ook wil het Delfts openbaar
onderwijs verzelfstandigen. Het doel van de verzelfstandiging en besturenfusie
is de versterking van de bestuurlijke en organisatorische positie. Lokale verschillen
blijven mogelijk.
Actuele ontwikkelingen
De relatie tussen
jongerenwerk en wijkaanpak is in het actieprogramma 2003 versterkt. Het
formuleren van de vraag (vraagsturing) wordt gedaan via de wijkprogramma’s. Het
accent ligt nu op de versterking van het tiener- en jongerenwerk in de
buurthuizen en de jongerencentra.
Programmatisch wordt
aansluiting gezocht bij de brede schoolontwikkeling, de ontwikkeling van de
Jeugdgezondheidscentra en Sport- en Cultuuractiviteiten in de wijken.
Stadsbreed wordt
gewerkt aan een breder cultuuraanbod voor jongeren. Daarnaast vindt een
inventarisatie plaats van de noodzakelijke maatregelen op het gebied van wonen,
werk, inkomen en integratie.
Bij nieuwe
jongerenvoorzieningen willen jongeren meer inspraak over de openstelling en
beheer. Bij de skatebaan worden beheersmaatregelen getroffen. Er komen legale
graffitiplaatsen.
Jongeren in de wijken
worden betrokken bij het formuleren van de vraag en bij het verwezenlijken van
de uitkomst.
Op stedelijk niveau
is op dit moment de Jongerenraad de belangrijkste partner op
participatieniveau.
In het
preventieproject wordt onder meer gewerkt aan de opzet van een taskforce, die
groepen jongeren gaat volgen en begeleiden. Deze kerngroep bestaat uit politie,
Brede Welzijnsorganisatie Delft en Parnassia.
In
2003 starten twee Jeugdgezondheidszorg (JGZ)-centra in de Wippolder en de
Buitenhof. Met bureau Jeugdzorg worden afspraken gemaakt over de inzet van
Jeugdzorg direct achter JGZ-team, VO-zorgadviesteams en RMC. Maatzorg en GGD
zetten hun project ‘Integrale JGZ’ krachtig voort. Onderdeel daarvan is de
signalering van peuters met dreigende achterstanden. Er komt een directe
verwijzing van het JGZ-team naar de voorschool.
Voor het
schoolmaatschappelijk werk is een aanbestedingsprocedure gestart voor de
komende twee schooljaren. In deze periode zal het schoolmaatschappelijk werk op
de GOA-scholen (gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid) worden voortgezet.
Op het gebied van
gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOA) moeten schoolbesturen een eigen positie hebben. De gemeente moet
de rollen van regisseur en subsidiegever goed kunnen vervullen. Hierover wordt
verder gesproken. GOA is ook betrokken bij een nieuw peuterspeelzalenbeleid
door de relatie met de voor- en vroegschoolse educatie.
Onderwijs in
Allochtone Levende Talen onder schooltijd scoort niet goed. Onduidelijk is nog
hoe een nieuw kabinet hierover denkt.
In mei 2003 volgt een discussie in de commissie Werk, Zorg en Onderwijs
(WZO).
De beide
Samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School (WSNS) hebben nieuwe
samenwerkingsafspraken gemaakt. Binnenkort kunnen deze worden vastgesteld.
Techniek wordt een
onderdeel van de Cito-toetsing in het basisonderwijs. Met
onderwijsinstellingen, techniekmuseum en werkgevers wordt gewerkt aan een
nieuwe basisstructuur voor techniek in het onderwijs. Gedacht wordt aan een
opzet zoals de Papavar, het gemeentelijk natuur- en milieucentrum. Dit betekent
gevarieerd, praktisch techniekonderwijs op diverse locaties in samenwerking met
verschillende partijen. Daarnaast wordt de start van een module ‘mechatronica’
in het Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs en een MBO-opleiding
Mechatronica niveau 1-2 voorbereid.
Het Rijk heeft extra
geld ter beschikking gesteld voor de modernisering van schoolgebouwen. Met de
schoolbesturen wordt nu overlegd over prioriteiten en randvoorwaarden.
Voor de Brede School
is een nieuw plan van aanpak in voorbereiding. Het programma draait in 2003 in
vier wijken. De deelname per bevolkingsgroep verschilt. De Brede School
ondersteunt een aantal samenwerkingsprojecten tussen onderwijs en kinderopvang.
De stap naar het voortgezet onderwijs wordt in samenhang met het
preventiebeleid voorbereid. Een stimuleringsregeling voor kinderopvang in
schoolgebouwen is in de maak.
Recent is naar voren
gekomen dat de omvang van het openbaar onderwijs in Delft en Rijswijk voor de
langere termijn onvoldoende is. Het Regionaal Bestuur Openbaar Onderwijs
Westland (RBOOW) lijkt een goede fusiepartner voor Delft en Rijswijk. Onderzocht
wordt nu of een fusie mogelijk is.
Doelen voor het jaar 2004
· Het jongerenwerk wordt kwantitatief op sterkte gebracht,
zodat jongeren en tieners zeker zijn van de openstelling van voorzieningen.
· Het activiteitenaanbod voor jongeren in alle wijken moet
kwalitatief en kwantitatief beter worden. Een samenhangende programmering wordt
gestimuleerd door aan te sluiten bij de vraag van jongeren via de cyclus van
wijkprogramma’s.
· Jongerencultuur en culturele diversiteit onder jongeren
krijgen onverminderd aandacht in het jongerenbeleid.
·
Een speciaal team
richt zich op risicogroepen onder jongeren in de stad. Hierin zitten:
Parnassia, Brede Welzijnsorganisatie Delft (BWD) en politie.
·
In 2004 wordt verder
gewerkt aan de vermindering van het woonruimtetekort voor jongeren.
·
De sluitende aanpak
voor 16-23-jarigen krijgt vorm. Het klantmanagement van deze groep klanten van
de sector Werk Inkomen en Zorg wordt ondergebracht in RMC-verband (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Voortijdig
Schoolverlaters).
·
In 2004 moeten twee
nieuwe JGZ-teams geformeerd worden. Uitbreiding van het schoolmaatschappelijk
werk en het realiseren van geschikte locaties zijn daarvoor nodig.
·
De wachttijden in de
jeugdhulpverlening zijn binnen de gestelde termijnen gebracht.
·
De Brede School breidt
het programma uit naar twee nieuwe wijken en naar het voortgezet onderwijs
(onder andere huiswerkbegeleiding en zomerschool).
·
Verzelfstandiging en
fusie van het openbaar onderwijs wordt gerealiseerd. Voor de ondersteuning van
het verzelfstandigde openbaar onderwijs komt gedurende vijf jaar geld
beschikbaar. Dit gebeurt in het kader van de zogenaamde ‘bruidsschatregeling’.
Deze uitgaven zullen worden gedekt door de inverdieneffecten van de
verzelfstandiging (geen gemeentelijke kosten meer voor openbaar onderwijs).
·
In 2004 wordt de
onderwijsmonitor ingevoerd.
·
In 2004 wordt het
centrale loket van het samenwerkingsverband Delft-plus geopend.
·
Het beleid rond het
moderne schoolgebouw is in uitvoering.