Commissie extern d.d. 25-1-05
Onderwerp :
Langer zelfstandig wonen in combinatie met informatie en ondersteuning.
Voorzitter :
Leja van der Hoek
Secretaris :
Nanneke Lautenbach
Mevr. van der Hoek hield in beide workshops een
korte toelichting over het onderwerp en legde de werkwijze uit om de vragen te
kunnen beantwoorden. Iedere deelnemer vulde per vraag een of meerdere gele
briefjes in met aandachtspunten. Deze werden geplakt op de flap waar de
betreffende vraag op stond. Door de voorzitter werden de aandachtspunten
gerubriceerd en werd het onderwerp dat het meeste werd genoemd als hoofdthema
gekozen. De beschrijving van de themakeuze kwam in overleg met de aanwezigen
tot stand.
Hier volgt een samenvatting van hetgeen op de gele
briefjes is geschreven. Daarna is de inhoud van de briefjes volledig
weergegeven.
In ronde 2 waren een groot aantal vragen gericht op
vrijwilligers en mantelzorgers. Men is bang dat de belasting voor hen te groot
wordt, dat er te weinig waardering is, dat ze te weinig ondersteuning krijgen
en dat de werving moeizaam verloopt.
Een ander belangrijk aspect is de informatie- en
adviesvoorziening. Er moet onderzocht worden aan welke informatie behoefte is,
er moet een inventarisatie komen van het aantal adviespunten en er moet een
bundeling plaatsvinden. Zorgloketten moeten centraal worden gepositioneerd.
De vrees bestaat dat de WMO een aantal gevolgen
heeft zoals vereenzaming, vooral door het langer zelfstandig wonen. Men is bang
dat ouderen onvoldoende ondersteuning zullen ontvangen, b.v. op het gebied van
budgetbeheer en welzijnswerk. Ouderen moeten worden geholpen bij het maken van
keuzes.
Verder is de betaalbaarheid van de zorg en
ondersteuning een punt van grote zorg. Het gaat hier ook om zaken als het
budget voor de woningaanpassingen en de dagbesteding.
Het aanbod van woningen waar een zorggarantie is
zal moeten worden uitgebreid om aan de stijgende vraag te voldoen, alleen dan
kan de extramuralisering gestalte krijgen.
Bij dit alles moet er op worden gelet dat e.e.a.
niet te bureaucratisch wordt.
Verder zijn diverse onderwerpen genoemd die
onderzocht moeten worden. Kort samengevat kunnen we stellen dat zoveel mogelijk
vraaggericht moet worden gewerkt.
Welke criteria hanteren organisaties voor thuiszorg
en verpleegkundige zorg.
Als mensen langer thuis blijven is woningaanpassing
noodzakelijk. Tot hoever gaan we en wie bepaalt dat.
Inventarisatie van de aangepaste woningen.
Inventarisatie van de benodigde woningen met zorg.
Mogelijkheden onderzoeken voor doorstroming van
grote naar kleine woningen.
Wat zijn de wensen van allochtone ouderen.
Of er voldoende budget is om woningen aan te
passen.
Behoefte aan semi-intramurale zorg voor GGZ
patiënten.
Wat zijn de uitvallers op de woningmarkt
Of mensen in de eigen woning willen blijven wonen
of willen verhuizen naar een woonzorggebied.
De inhoud en omvang en betekenis van de informele
zorg.
De behoeftes van de mantelzorgers.
Hoe de informele zorg beter bekend kan worden gemaakt
bij het publiek.
De primaire levensbehoefte van hulpbehoevenden en
de kritische succesfactoren.
De behoeften van ouderen, maar hen niet alleen.
Welke voorzieningen zijn er nodig voor de
verschillende doelgroepen.
De specifieke vraag van de klant in relatie tot het
voorzieningenniveau van de woningen.
Of er voldoende voorzieningen zijn om zelfstandig
te kunnenblijven.
De behoefte aan ondersteuning.
Wat heeft iemand nodig om zelfstandig te
functioneren. En hoe komt iemand hier dan aan.
Vraagtekens of mensen hun eigen
verantwoordelijkheid aan kunnen.
Vereenzaming en verpaupering.
Dementie en alzheimer, en hoe moet je daarmee
verder als echtpaar.
Dat mensen noodgedwongen thuis blijven wonen omdat
er geen plaats is in een verzorgingshuis.
Ondersneeuwen van kwetsbare en minder
georganiseerde doelgroepen.
Het bereiken van contactarme personen.
Dat de WMO structuur te bureaucratisch wordt en men
niet klantgericht denkt.
Overschatting van de voordelen van zelfstandig
wonen.
Voldoende geschoold personeel voor zorgaanbieders.
Ondersteuning van ouderen bij het maken van keuzes.
Te weinig cohesie in de hulpverlening bij dreigende
uitval woningmarkt.
Onvoldoende ondersteuning bij zelfstandig wonen, op
het gebied van veiligheid, zorg, en gemak.
Begeleiding bij budgetbeheer, eenzaamheid .
Welzijnsvoorzieningen en psychosociale begeleiding.
Vereenzaming als de zorg vermindert.
Duidelijk maken wat wel en niet de
verantwoordelijkheid van de gemeente is.
Te vage omschrijving van het resultaat waardoor het
doel niet bereikt wordt.
Bureaucratie, een hoop gedoe en wie zegt dat het
beter wordt.
Mensen die zelfstandig moeten blijven wonen maar
onvoldoende ondersteuning krijgen.
Eenzaamheid.
Gedwongen de zelfstandigheid op moeten geven.
Onvoldoende regels en voorzieningen.
Door bureaucratie kunnen we het tempo van de
vergrijzing in relatie tot de woonbehoefte niet bijhouden.
Informatie en ondersteuning niet op de mensen
afgestemd. Instellingen en overheid weten wat goed en betaalbaar voor hen is.
Bij verdwijnen van de PGB voor huishoudelijke hulp
geen zelfstandig wonen voor ouderen.
Ruimtegebrek voor het creëren van woonservicezones.
Vanwege de overlap met vraag 1 is gekozen om bij
deze vraag vooral in te gaan op de infrastructuur.
Om de gemeentelijke regierol te kunnen vervullen
moet er een heldere infra structuur komen voor overleg gemeente, zorgvragers en
zorgaanbieders komen.
Integratie van de verschillende doelgroepen van
ouderen
Voldoende passende woningen, vervoer, geld en
activiteiten.
Welzijnsvoorzieningen.
Mogelijkheden voor daginvulling, deelname aan
activiteiten.
Wijkaanpak, zorgloketten en PGB.
Iedereen moet binnen de gemeente een aanspreekpunt
krijgen.
Een goede infrastructuur van deskundigen om de
gemeente te adviseren.
Goede loketfunctie voor informatie en advies.
Zijn er voldoende aangepaste woningen.
Welke informatieloketten zijn er en hoe kan er
worden samengewerkt?
Na uitval woningmarkt creëren van kansen op een
nieuwe wooncarrière.
Wat moet de infrastructuur zijn per wijk om informatie en ondersteuning laagdrempelig
te organiseren.
Creëren nieuwe woningen met parkeren op eigen
terrein.
Keuze tussen huur- en koopwoningen. Denk aan
indicaties en voorrang.
Geldt de infrastructuur alleen voor een woon-zorg
gebied?
Mogelijkheden/ kansen domotica.
Betaalbaarheid van het wonen in relatie tot de
extramuralisering.
Gebruik maken van de expertise die er al is bij de
zorginstellingen.