Vrije discussie over bouwhoogte door de commissie Duurzaamheid op 26 oktober 2004

 

Wat willen we bereiken met de discussie bouwhoogte? Dat is wat STIP betreft  de centrale vraag van vanavond.

 

Verschillende partijen zitten hier op verschillende manieren in. Sommige willen misschien een matrix waaruit keuzes zijn af te leiden, en andere partijen willen het zo vrij mogelijk houden.

STIP stelt voor een procedure te ontwerpen die elke keer dat de discussie bouwhoogte gevoerd wordt, moet worden doorlopen voor een specifieke locatie. Deze procedure garandeert dat alle voor de commissie belangrijke aandachtspunten worden bediscussieerd en beargumenteerd. Zodoende kan elke keer een weloverwogen beslissing genomen worden over de te stellen bouwhoogtes.

 

De aandachtspunten die meegenomen dienen te worden in de discussie over de bouwhoogtes kunnen komen uit de aandachtspunten zoals het CDA en de PvdA ze reeds schriftelijk gegeven hebben. Deze kunnen worden uitgebreid met criteria reeds gegeven in de Nota, aanvullingen die vanavond gegeven worden en de adviezen van de commissie Extern.

 

STIP zou graag een verduidelijkende schets willen geven over hoe zo’n procedure er volgens ons uit kan gaan zien:

 

De eerste stap die we zouden moeten maken is de vraag of hoogbouw wenselijk is?

Hierin zouden we als commissie vragen moeten beantwoorden over bijvoorbeeld de economische aspecten en aspecten omtrent ruimtelijke ordening. Specifiek zou de commissie bijvoorbeeld vragen moeten beantwoorden als: Is hoogbouw nodig om een reële grondexploitatie mogelijk te maken? Is hoogbouw de enige oplossing om een specifiek behoefte probleem op te lossen?

 

Een tweede stap zou kunnen zijn:

Is hoogbouw realiseerbaar?

Hierin zouden aspecten omtrent technische haalbaarheid en aantasting van de leefbaarheid moeten terug komen. Specifiek zou de commissie bijvoorbeeld vragen moeten beantwoorden als citerend uit de schriftelijke inbreng van de PvdA en het CDA: hoe wordt het extra verkeer opgevangen?

Kan de sociale veiligheid gegarandeerd worden van de privé en semi-openbare ruimte?

Wij dragen nog een laatste derde stap aan. Echter wij verwachten hierop nog toevoegingen of wijzigingen indien een concreet concept voor de procedure tot stand zou mogen komen. Een derde punt zou kunnen zijn:

Hoe maximaliseren wij de voordelen en minimaliseren wij de nadelen wat betreft overlast, leefbaarheid en veiligheidsaspecten?

Specifiek zou de commissie hierover vragen moeten beantwoorden zoals bijvoorbeeld, en dan geef ik er drie willekeurig.

Wordt voldoende rekening gehouden met natuurelementen zoals bezonning, blikveld en de invloed van wind?

Kan de esthetische kwaliteit van de hoogbouw voldoende gerealiseerd worden en sluit deze aan bij de omgeving?

Kan de leefbaarheid en de veiligheid in de wijk gegarandeerd worden?

 

Samenvattend: STIP stelt voor een procedure te ontwikkelen, die elke keer dat de discussie omtrent hoogbouw wordt gevoerd, doorlopen moet worden. Een uiteindelijke invulling zou indien dit plan steun geniet nog nader moeten worden ingevuld. Handvat hierin zijn de nota, de schriftelijke inbreng, de commissie vanavond en de commissie extern. Wij vragen de commissie wat zij vinden van dit voorstel?

 

De commissie is het in meerderheid niet eens met het procedurevoorstel van STIP.

 

De fractie van de VVD vindt dat hoogbouw mogelijk moeten zijn, vanuit economisch oogpunt lijkt het noodzakelijk. De CDA fractie wil eerst met de inhoudelijke vragen beginnen.

De fractie van Groen Links wil eerst vrije een discussie over bouwhoogte, uitgangspunt daarbij is compact bouwen. De reden voor de discussie is dat bij elk ontwikkelingsplan opnieuw een debat moet plaatsvinden over de bouwhoogte. Daarnaast vindt de fractie van Groen Links dat de stad ook in de breedte en diepte moet gaan. De fractie van de PvdA kiest ook voor de compacte stad.

 

 

 Leefbaar Delft vindt dat in de binnenstad geen hoogbouw moet plaatsvinden, maar hoogbouw is niet besmet. De fractie van de VVD is het hiermee wel eens en stelt aan de heer Gabeler, in zijn hoedanigheid als architect, de vraag vanaf wanneer hoogbouw in de binnenstad niet meer mogelijk is. De heer Gabeler antwoordt dat dit een historisch gegroeide situatie is. 

 De PvdA fractie wil dieper ingaan wat hoogbouw betekent voor de bewoners en voor de samenhang van de wijk. De CDA fractie is ook voor de compacte stad zowel hoog als laag. De fractie van Leefbaar Delft maakt een differentiatie in bouwhoogten; laagbouw, middenbouw (18 meter) en hoogbouw. Hoogbouw mag waar het geen overlast veroorzaakt.

De fractie van Stadsbelangen gaat uit van een compacte stad. Een discussie over hoogbouw is een kwestie van gevoel. Wanneer je Zuidpoort bekijkt vanuit de  Ezelsveldlaan is het positief, maar vanuit de binnenstad bezien geeft het een negatief gevoel. De kaderstelling moet niet te strak gebeuren, maar naar plaats en omstandigheden. In de historische binnenstad geen hoogbouw. Per project bekijken of  hoogbouw kan en daarbij naar aspecten van veiligheid en leefbaarheid kijken. Volgens de STIP fractie is hoogbouw wenselijk en technisch haalbaar. De PvdA fractie vindt ook dat de kaderstelling niet te strak moet gebeuren. De fractie van ChristenUnie/SGP vindt dat hoogbouw noodzakelijk is voor burgers en bedrijven, uitgangspunt is de compacte stad. De discussie over bouwhoogten meenemen in de ontwikkelingsvisie 2035. De VVD vindt dat je hoogbouw moet plaatsen langs verkeersassen. Wanneer uit een reken exercitie blijkt dat laagbouw evenveel woningen oplevert als hoogbouw dan licht laagbouw voor de hand. Groen Links vindt dat je woontorens van binnen flexibel moet maken, bijvoorbeeld een speelplek voor kinderen creëren.

De PvdA fractie vindt ook dat je naar de functionaliteit van een gebouw moet kijken.

Volgens de fractie van ChristenUnie/SGP kies je bij hoogbouw voor diversiteit.

Groen Links vindt dat men creatief met hoogbouw moet omgaan, en dat wellicht sloop overwogen kan worden.

 

Aan de hand van voorgaande discussie vat de voorzitter een aantal algemene uitgangspunten samen:

 

1.            Hoogbouw is een kwestie van smaak.

2.            Hoogbouw wordt niet uitgesloten. In bepaalde wijken rondom het centrum moet hoogbouw mogelijk zijn.

3.   In de binnenstad geen hoogbouw. Het huidige hoogteniveau handhaven.

4.  Als hoogste punt van Delft moet de Nieuwe kerk (108 m) gelden; met als norm boven de 108 meter geen hoogbouw.

5.            Hoogbouw langs hoofd verkeersassen kan.

6.            Hoogbouw toetsen middels criteria.

 

 

Wethouder Grashoff heeft wat afsluitende opmerkingen:

 

            Discussie uit de sfeer van lelijk en mooi halen.

            Objectiviteit over bouwhoogte is niet mogelijk maar intersubjectiviteit wel

3.   De inbreng vanuit de PvdA dat je vooral naar de functionaliteit van een gebouw moet kijken dat doe je altijd al, dat is geen criterium voor hoogbouw. Bijvoorbeeld de Vermeertoren heeft meerdere functies

4.   Het procedure voorstel van STIP is geen kaderstelling.

5.   Er is geen blauwdruk voor bouwhoogte, maar verval ook niet in nihilisme.