Stellingen
bouwhoogten
commissie extern,
22 februari 2005
-
Hoger en
ook dieper (ondergronds) bouwen moet in Delft worden gestimuleerd als
belangrijk middel tot hoogwaardig, intensief en zorgvuldig grondgebruik
(compacte stad).
-
Het
bestaande profiel van de stad dient behouden te blijven. Hoogbouw verandert dit
profiel sterk en moet dus nergens in Delft worden toegestaan.
-
Hoogbouw,
hoger dan 50 meter, kan in een beperkt aantal gebieden in de stad worden
toegestaan en zal in Delft niet meer zijn dan een beperkt aantal
bouwinitiatieven. Kansrijke gebieden voor nieuwe hoogbouw in Delft zijn:
o
Gebieden
met al bestaande hoogbouwconcentraties (Poptahof, Voorhof, TU-wijk, etc.)
o
Gebieden
met een (op)nieuw te ontwikkelen structuur (Technopolis, Harnaschpolder
o
Gebieden
langs doorgaande hoofdverkeersroutes, zoals de Kruithuisweg, Provincialeweg,
A13
-
Solitaire
hogere gebouwen, tot maximaal 30 meter, kunnen ook op een beperkt aantal
markante plekken langs de binnenring van de stad worden gebouwd.
-
In
bestaande laagbouwwijken waarin herstucturering –met gedeeltelijke sloop en
nieuwbouw- plaats vindt, is het op de meeste plekken acceptabel en wenselijk om
de gemiddelde bouwhoogte met 1 á 2 bouwlagen te verhogen, om het aantal
woningen zoveel als mogelijk te behouden.
-
Er dient
een duidelijke relatie te bestaan tussen de hoogte boven maaiveld en de diepte
beneden maaiveld van (nieuwe) gebouwen:
o
bij
gestapelde bouw vanaf 5 lagen behoort het parkeren zoveel mogelijk inpandig en
verdiept te worden opgelost,
o
bij een
bouwhoogte van 7 lagen of meer is tenminste 1 geheel ondergrondse laag voor
parkeren, bergingen e.d. vereist.
o
Bij
bouwhoogten vanaf 15 lagen zijn tenminste 2 bouwlagen onder de grond verplicht.
.
-
Bij
hoogbouw zal het moeten gaan om torenvormige gebouwen met een architectonisch
hoge kwaliteit, en met gegarandeerde leefbaarheid en levendigheid op begane
grond niveau en een duidelijke stedenbouwkundige meerwaarde. (Plaatvormige hoge gebouwen met blinde gevels op
maaiveld dienen te allen tijde te worden voorkómen.)
-
Hoogbouw
initiatieven moeten allereerst worden beoordeeld op hun maatschappelijke en functionele meerwaarde
voor de omgeving (de wijk). Stedenbouwkundige overwegingen zijn daar aan
ondergeschikt.