Behandeld door G.J. Kuipers
Geachte heer/mevrouw,
Vanaf begin 1998 tot heden is door de
woningcorporaties volgens het daartoe overeengekomen convenant over de
verwijdering van asbest aangepakt. In het convenant is vastgelegd dat de
uitvoering jaarlijks wordt geëvalueerd. Als daaruit blijkt dat aanpassing
noodzakelijk is, is na overleg een herziening mogelijk is.
De evaluatie heeft plaatsgevonden en is met
de convenantpartners in het driehoeksoverleg van 20 april 1999 besproken.
De ervaringen in Delft met het convenant zijn thans aanleiding de
werkwijze verder te vereenvoudigen. Allen (vertegenwoordigers van de
corporaties) waren positief over het wijzigen van aanpak. Hierdoor zal het
convenant van 14 januari 1998 met de goedkeuring van de ondertekenaars
komen te vervallen.
In plaats van het convenant
asbestverwijdering kan nu een algemene sloopvergunning voor het
verwijderen van asbest met de looptijd van één jaar worden aangevraagd.
De leges hiervoor bedragen in 1999 385,05 (tarief sloopvergunning).
Alle asbestwerkzaamheden die de corporatie wenst uit te voeren zijn binnen
de looptijd van de vergunning gedekt. De gecertificeerde partij die het
asbest gaat verwijderen, meldt minimaal 48 uur van te voren (schriftelijk
of per fax) de aanvang van het werk. Kopieën van stortbewijzen van het
verwijderde materiaal dienen dan op grond van het betreffende
vergunningvoorschrift in de sloopvergunning naar de sectie Bouw- en
Woningtoezicht te worden gestuurd.
De verwijderende partij krijgt een kopie
van de algemene sloopvergunning van de opdrachtgever (woningcorporatie).
In de praktijk betekent dit minder correspondentie tussen corporaties en
de gemeente. Bouw- en Woningtoezicht (BWT) beschikt hierdoor over een
overzicht van waar, wanneer en hoe asbest wordt verwijderd. Een
aanvraagformulier is als bijlage ingesloten.
Ervan uitgaande u hiermee voldoende
geïnformeerd te hebben. Voor eventuele vragen kunt u de heer G.J. Kuipers
telefonisch bereiken op nummer 015-2602506. |