Bijlage 2 - Fusie Ambulancediensten | ||
SOCIAAL PLAN regelende de overgang van het personeel verbonden aan de ambulancedienst van de Dienst Maatschappelijke Zorg van de gemeente Delft naar de productgroep ambulancehulpverlening van de Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn van de gemeente Den Haag. . Ondergetekenden:
overwegende: dat de oude en de nieuwe werkgever in een op 22 december 1998 afgesloten convenant in beginsel zijn overeengekomen de onder hun bestuur en beheer staande ambulancediensten uit een oogpunt van efficiëntieverbetering en kostenbeheersing met elkaar te fuseren; dat de bij die fusie in acht te nemen zorgvuldigheid ten aanzien van de personele belangen het noodzakelijk maakt de voorwaarden waaronder het personeel van de oude werkgever in dienst treedt bij de nieuwe werkgever, in een Sociaal Plan vast te leggen; dat de ondernemingsraden van de oude en de nieuwe werkgever aan de inhoud van dit Sociaal Plan hun instemming hebben verleend;
komen het volgende overeen:
Artikel 1 Begripsbepalingen belanghebbende: degene die op 1 januari 1999 als ambulancechauffeur of ambulanceverpleegkundige een dienstverband heeft met de oude werkgever en wiens werkzaamheden zijn of zullen worden overgedragen aan de ambulancedienst van de nieuwe werkgever (zie bijlage); fusiedatum: de datum waarop de nieuwe werkgever de zorg voor de uitvoering van de ambulancehulpverlening van de oude werkgever overneemt; Artikel 2 Overgang 1. Met ingang van de fusiedatum wordt het dienstverband van de belanghebbenden, overeenkomstig artikel 8:4 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) van de gemeente Delft, met de oude werkgever beëindigd. 2. In verband daarmee ontvangen belanghebbenden tijdig en met inachtneming van hetgeen hierna is bepaald, een ontslagbesluit met de fusiedatum als ingangsdatum. Het besluit tot ontslag wordt niet eerder aan de belanghebbenden uitgereikt dan wanneer: a. dit Sociaal Plan door alle partijen is ondertekend; b. gelijktijdig met de uitreiking van het ontslagbesluit, dan wel op een tijdstip daarvoor, door de nieuwe werkgever aan de belanghebbende een benoemingsbesluit is verstrekt dat voldoet aan de bepalingen van dit Sociaal Plan. Belanghebbenden worden bij de nieuwe werkgever aangesteld in dezelfde functie en met dezelfde arbeidstijd als bij de oude werkgever; Op de datum van de fusie zal in beginsel de plaats van tewerkstelling van de belanghebbende(n) in Delft zijn. De nieuwe werkgever behoudt zich het recht voor om op grond van de rechtspositie dit (in overleg met de belanghebbende) te zijner tijd te wijzigen. 6. De aanstelling geschiedt zonder proeftijd, en zonder selectieprocedure en medische keuring door de nieuwe werkgever. 7. Schriftelijke toezeggingen van de oude werkgever ten aanzien van een benoeming in vaste dienst worden door de nieuwe werkgever nagekomen. 8. Alle overige op schrift gestelde verworven rechten zullen voorafgaand aan de fusie met de individuele belanghebbenden worden gecontroleerd en in de aanstellingsbrief van de nieuwe werkgever worden opgenomen. Artikel 3 Rechtspositie 1. Voor zover daarvan in dit Sociaal Plan niet is afgeweken zijn op belanghebbenden, vanaf de datum van aanstelling bij de nieuwe werkgever, het Ambtenarenreglement 1954, regelende de rechtspositie van ambtenaren in dienst van de gemeente Den Haag, en alle op grond daarvan gegeven uitvoeringsvoorschriften, van toepassing. 2. Indien belanghebbende een studie volgt waarvoor door de oude werkgever studiefaciliteiten zijn toegekend, dan worden deze faciliteiten, indien schriftelijk vastgesteld, ongewijzigd door de nieuwe werkgever gecontinueerd. 3. Niet opgenomen vakantiedagen opgebouwd in jaren voorafgaand aan 1999 worden uitbetaald door de oude werkgever dan wel worden op verzoek van de belanghebbende in onderling overleg met de nieuwe werkgever tot een maximum van 120 uur bij een fulltime dienstverband overgeboekt naar de nieuwe werkgever met dien verstande dat bestaande vakantieafspraken worden gerespecteerd. 4. Belanghebbenden die vòòr 1 januari 2006 25 jaar in overheidsdienst zijn, behouden hun aanspraken krachtens de gratificatieregeling van de gemeente Delft. Op grond daarvan ontvangen zij bij 25 jaar overheidsdienst een gratificatie van 70% van het laatst verdiende maandsalaris. Artikel 4 Functiewaardering
Artikel 5 Inschaling en bezoldiging 1. Met ingang van de datum van indiensttreding bij de nieuwe werkgever wordt aan belanghebbende een bruto salaris toegekend conform de normen en maatstaven van de gemeentelijke bezoldigingsverordening 1986. 2. Belanghebbenden treden bij de nieuwe werkgever in dienst met behoud van hun huidige bezoldiging, salarisanciënniteit en het recht op doorgroei naar het maximum van hun huidige functionele schaal. Indien het salaris berekend volgens het vorige lid, lager is dan het bruto salaris dat belanghebbende bij de oude werkgever ontving, dan wordt door de nieuwe werkgever maandelijks een bruto toelage op het salaris verstrekt dat gelijk is aan het verschil tussen beide salarisbedragen. Bij de berekening van dat verschil worden bestaande structurele of incidentele toeslagen op het salaris buiten beschouwing gelaten. Artikel 6 Salaristoelagen 1. De aan de functie bij de oude werkgever verbonden toelagen, niet zijnde persoonlijke en/of (oude) garantietoelagen, worden vanaf indiensttreding door de nieuwe werkgever betaald en afgebouwd met toepassing van de "Afbouwregeling van de gemeente Den Haag". Toelagecomponenten verbonden aan de nieuwe functie zullen in mindering worden gebracht op de oude toelagen. 2. Onder "toelagen" als genoemd in het vorige lid wordt in ieder geval verstaan de overwerkvergoeding, piketvergoeding en onregelmatigheidstoeslag (ORT) die de belanghebbenden als een structurele component van hun inkomen bij de oude werkgever hebben ontvangen. 3. De piketvergoeding zal vanaf de fusiedatum bij de nieuwe werkgever geheel worden afgebouwd volgens de in lid 1 genoemde afbouwregeling. 4. De ORT-vergoeding zal worden afgebouwd tot het bedrag van de vaste TOD-vergoeding waarop de belanghebbenden bij de nieuwe werkgever aanspraak krijgen. Indien de belanghebbenden op basis van het Delftse rooster meer onregelmatige uren moeten werken dan de collega's in Den Haag zal de vaste TOD-vergoeding in afwachting van een gezamenlijk rooster tijdelijk naar rato worden verhoogd. 5. De overwerkvergoeding, die belanghebbenden over de laatste 24 maanden voorafgaand aan de fusiedatum bij de oude werkgever hebben ontvangen, zal vanaf de fusiedatum in eerste instantie tot de helft worden afgebouwd volgens de in lid 1 gestelde financiële afbouwregeling. Uitgangspunt hierbij is het maandelijks bedrag aan financiële afbouwregeling dat de belanghebbende zou hebben gekregen wanneer in de nieuwe organisatie geen sprake meer zou zijn van overwerk. 50% van dit bedrag zal maandelijks aan hen worden uitbetaald in de vorm van een voorschot op de financiële afbouwregeling. 1 jaar na de fusiedatum zal er vervolgens een nacalculatie plaatsvinden. Wanneer dan blijkt dat het totaalbedrag aan bovengenoemd voorschot en overwerkvergoeding welke gedurende dat jaar bij de nieuwe werkgever is ontvangen, lager is dan het bedrag van de financiële afbouwregeling, waarop betrokkene recht zou hebben gehad waneer het overwerk direct in zijn geheel was afgebouwd, zal het verschil aan de belanghebbende worden nabetaald. Artikel 7 Arbeidsongeschikten 1. Belanghebbenden die op de fusiedatum langdurig arbeidsongeschikt zijn voor hun functie en over wie door het USZO nog geen besluit is genomen omtrent het te verwachte herstel, treden op grond van artikel 2 van deze overeenkomst eveneens in dienst van de nieuwe werkgever. 2 Indien een belanghebbende als bedoeld in het vorige lid, na indiensttreding volledig medisch arbeidsongeschikt wordt verklaard voor zijn functie en niet herplaatsbaar is, dan wordt hem door de nieuwe werkgever, met toepassing van de daarop betrekking hebbende voorschriften, ontslag verleend. 3. Indien de belanghebbende als bedoeld in het eerste lid na afkeuring geheel of gedeeltelijk herplaatsbaar wordt geacht voor een andere dan de door hem vervulde functie, dan zullen zowel de oude als de nieuwe werkgever zich naar vermogen inspannen belanghebbende met voorrang binnen hun organisatie te herplaatsen. artikel 8 Werkgelegenheidsgarantie 1. De nieuwe werkgever garandeert dat als gevolg van de fusie niemand gedwongen ontslagen zal worden. 2. Voorts geldt dat vanaf de fusiedatum tot 1 juni 2005 niemand gedwongen ontslagen zal worden als gevolg van wijzigingen die de nieuwe werkgever in de organisatie van het ambulancevervoer aanbrengt. Artikel 9 Ziektekosten Belanghebbenden dienen zich met ingang van de datum van indiensttreding bij de nieuwe werkgever zelf te verzekeren tegen ziektekosten. Belanghebbenden kunnen zonder medische keuring toetreden tot de particuliere verzekering van het IZA indien zij zich aansluitend aanmelden bij deze verzekering. Indien belanghebbenden toetreden tot de particuliere ziektekosten verzekering van het IZA, hebben zij de garantie dat zij hier geen financieel nadeel van ondervinden. Artikel 10 Aanstellingsbesluit 1. Belanghebbenden ontvangen van de nieuwe werkgever tenminste twee weken voor de fusiedatum een aanstellingsbesluit met een begeleidende brief waarin de aanvullende overgangsrechten en/of rechtspositionele aanspraken ter zake van de fusie zijn vastgelegd. 2. In het aanstellingsbesluit worden ten minste vermeld:
3. Gelijktijdig met het aanstellingsbesluit ontvangt de belanghebbende een exemplaar van dit sociaal plan, het Ambtenarenreglement 1954 en de brochure 'Kort en Bondig'. Artikel 11 Vacatures Personen die onmiddellijk voorafgaand aan de fusiedatum op uitzend- of detacheringbasis feitelijk werkzaam zijn geweest voor de ambulancedienst van Den Haag en/of Delft en die geen belanghebbende zijn in de zin van dit sociaal plan, worden bij voorrang in de gelegenheid gesteld te solliciteren naar vacatures die bij de ambulancedienst van de nieuwe werkgever resteren nadat alle belanghebbenden zijn benoemd.
Artikel 12 Geschillen 1. Alle geschillen die naar aanleiding van dit sociaal plan ontstaan, waaronder begrepen die welke slechts door een der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen ter arbitrage worden voorgelegd aan een daartoe in te stellen geschillencommissie. 2. De geschillencommissie bestaat uit drie leden waarvan één lid wordt aangewezen door de oude werkgever, één lid door de nieuwe werkgever en één lid door de overige partijen. De drie leden wijzen uit hun midden de voorzitter aan. 3. De geschillencommissie beslist bij meerderheid van stemmen. 4. Partijen zijn verplicht alle door de geschillencommissie gevraagde medewerking te verlenen. 5. Het oordeel van de geschillencommissie is voor partijen bindend. 6. De arbitrage als bedoeld in dit artikel geldt onverminderd het recht van een belanghebbende om tegen een besluit op grond van dit sociaal plan, bezwaar en/of beroep in te stellen krachtens de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 13 Inwerkingtreding Dit sociaal plan treedt in werking met ingang van de datum waarop deze door alle partijen is ondertekend. Aldus overeengekomen en in vijfvoud opgemaakt en ondertekend te Den Haag op Gemeente Delft, Gemeente Den Haag, M.C.M. van Oorschot J. Klijnsma. A.C.O.P. C.C.O.O.P. C.M.H.F. |
||
|
||
![]() |
![]() |