
naar agenda
|
|
Besluitenlijst van de openbare
vergadering van de commissie
Leefbaarheid d.d. 9 september 1999
Voorzitter: |
de heer Van Oorschot |
Secretaris |
mevrouw Bandell |
|
|
Aanwezig |
de dames Bolten, De Jongh Swemer,
Jonquière-Kamps en Zweekhorst-de Rooij
de heren Aközbek, Baljé, Boelens,
Van den Doel, De Graaf, De Jong, Meuleman, Mooiweer, De Prez, Taneja,
Tas, Van Tongeren |
|
|
Afwezig |
de heren, Bonthuis, Kleine, Kroon,
Van Leeuwen, Weertman, De Wit |
1. |
Opening
De voorzitter opent de
vergadering.
|
|
|
2. |
Mededelingen
De heer Houben, de nieuwe bureauchef
bij Bureau Oost Centrum, wordt door de voorzitter aan de
commissie voorgesteld.
De voorzitter meldt, dat de
heer Van Leeuwen met kennisgeving afwezig is.
Voorts deelt de voorzitter
mee, dat de rampenoefening voor de datum 9-9-1999 goed is verlopen.
Wethouder Torenstra deelt mee,
dat ten aanzien van de kinderopvang de voorlopige tweede tranche
buitenschoolse opvang aan Delft toegekend is. Kinderdagverblijf
Knotz is nu al gestart en zal in november officieel zijn deuren
openen. Voor wat betreft kinderdagverblijf Reki is nog niet alles
geheel rond maar wordt er hard aan gewerkt om het op korte termijn
in orde te maken. In totaal zijn hiermee 110 aanvragen concreet
ingevuld.
Ten aanzien van de situatie over de
kinderopvang in het Westerkwartier meldt de wethouder dat de
bouw nauwelijks vertraging zal oplopen. Het voorbereidingsbesluit
zal in de commissie Duurzaamheid worden behandeld. In de plannen
rondom de bouw van kinderopvang zal rekening worden gehouden, dat in
een later stadium buitenschoolse opvang gerealiseerd kan worden. De
heer Meuleman vraagt wat het afvallen van Octopus in het
Westerkwartier betekent voor de verhuisbewegingen. De wethouder
antwoordt hierop dat men bezig is met de verhuisbewegingen in zijn
totaliteit. Plukkebol wil ook in het Westerkwartier buitenschoolse
opvang realiseren. Zij willen starten met hele dagopvang. Bij de
bouw en het ontwerp van het buurthuis wordt echter wel rekening
gehouden met een latere toevoeging van buitenschoolse opvang.
Mevrouw Bolten wil weten
wanneer de integrale nota over Kinderopvang in de commissie zal
worden besproken. Wethouder Torenstra antwoordt hierop dat de
planning november/december dit jaar is.
De heer Meuleman vraagt
opheldering over de situatie omtrent de Pijperring, met name hoe de
keuze over hangplek tot stand is gekomen en in hoeverre
handhavingsbeleid daar een rol in gaat spelen. De voorzitter
antwoordt dat de situatie in de Pijperring nu geen punt voor de
agenda is. De keuze voor de hangplek is in overleg met een aantal
jongeren gedaan, maar niet met allemaal. Sommigen voelen zich daarom
niet aan de afspraak gehouden, maar hebben zelf geen alternatief
aangegeven. De voorzitter zegt toe, dat in een volgende
commissievergadering een Plan van Aanpak van dit vraagstuk, met de
commissie te bespreken.
|
|
|
3. |
Inventarisatie wensen publieke
tribune om bij een van de agendapunten het woord te voeren
De heer Ligtenberg wenst
namens PRAT (Preventie Drugs Advies Team) het woord te voeren bij
agendapunt 6.
|
|
|
4. |
Vaststelling wijze van afdoening
ingekomen stukken
De commissie gaat
akkoord met de voorgestelde wijze van afdoening.
|
|
|
5. |
Vaststelling besluitenlijst commissie
Leefbaarheid d.d. 11 maart 1999
De heer De Prez vraagt, naar
aanleiding van de besluitenlijst wat de stand van zaken betreffende
mogelijke problemen bij de vreemdenlingendienst is. De voorzitter
geeft aan dat hij geen signalen heeft doorgekregen dat er sprake zou
zijn van problemen bij de vreemdelingendienst.
De commissie gaat akkoord met
de besluitenlijst van 11 maart 1999.
|
|
|
6.
|
Normalisering van de toelevering van
softdrugs aan "coffeeshops"
De heer Ligtenberg betoogt dat
drugs een onderdeel van onze samenleving vormen. Het getuigt van
realiteitszin wanneer naar oplossingen wordt gezocht voor het
vraagstuk regulering softdrugsbeleid. Duidelijkheid is gewenst omdat
het huidige softdrugsbeleid niet meer te volgen is. De voordeur is
legaal, de achterdeur niet. Het gebruik en verkoop is toegestaan,
import en produktie niet. Het is wel van belang dat de overheid
regulerend optreedt. Reguleren maakt het gebruik van softdrugs
zichtbaar, controleerbaar, meetbaar en ook bespreekbaar. PRAT hoopt
op een open debat en zorgvuldige besluitvorming. Het PRAT-team uit
Delft is bereid om de fracties te informeren over de situatie en
ontwikkelingen in Delft, inzake het gebruik van zowel soft- als
hard-drugs.
De fracties CDA en SPG/RPF/GPV
stemmen niet in met de adhesiebetuiging. De fracties PvdA, VVD,
Groen Links, D66, Stadsbelangen, STIP
en SP stemmen wel in met de adhesiebetuiging. De voorzitter
voegt eraan toe, dat hij het al dan niet instemmen met deze
adhesiebetuiging niet beschouwt als het innemen van een standpunt
over de legalisering van softdrugs. De commissie is, ten
aanzien van de toelating van een experiment in Delft, verdeeld en
neemt in deze geen standpunt in. Dit laatste onderwerp is thans ook
niet aan de orde.
|
|
|
7. |
Voortgangsnota Integraal
Veiligheidsbeleid
De voorzitter zegt toe, naar
aanleiding van een opmerking van de heer Meuleman, de vrije
pers als middel in het communicatieplan te betrekken.
De commissie gaat akkoord met
het voorstel. De voorzitter tekent daarbij dat indien
fracties behoefte hebben aan een nieuwe discussie over de gekozen
prioriteitstelling een signaal kunnen afgeven bij de voorzitter.
|
|
|
8. |
Bijstelling Werkplan 1999 van de
Politie Haaglanden, Bureau Delft West en Bijstelling Werkplan 1999
van de Politie Haaglanden, Bureau Delft Oost / Centrum
De voorzitter zegt toe zich te
blijven inzetten voor een voldoende bezetting op de politiebureaus
in Delft. De voorzitter zegt toe, naar aanleiding van een
opmerking van de heer Aközbek, zich maximaal in te zetten
voor de invulling van opengevallen preventie-uren.
De commissie gaat akkoord met
het voorstel.
|
|
|
9. |
Een betere organisatorische positie
voor het Haltburo
De voorzitter geeft aan de
bestuursinvulling en de mogelijkheden om bij toerbeurt vanuit Delft
hierin te participeren nader te bekijken. De voorzitter zegt
toe dat financiële overwegingen om het spreekuur van het Haltburo
op het politiebureau te vestigen geen overwegende rol mogen spelen
en zal daarom met een nadere motivatie voor de huisvesting komen.
Hiertoe zal overleg worden gevoerd met de medewerkers van het
Haltburo.
De commissie gaat akkoord met
het voorstel.
|
|
|
10. |
Rondvraag
Mevrouw De Jongh Swemer vraagt
of de voorzitter bekend is met een toename van drugsoverlast in de
Molstraat sinds de opknapbeurt van de Kromstraat. De voorzitter
geeft aan dat het bekend is dat op bepaalde punten in de binnenstad
sprake is van een uitwaaiering van problemen. Het beleid is om dit
soort processen goed te volgen. Het probleem van de Molstraat is bij
de politie bekend en er wordt extra aandacht aan geschonken.
Mevrouw Jonquière vraagt
aandacht voor een toename overlast zwervers bij bedrijven om de
Koornbeurs heen. De voorzitter geeft aan dat dit bij hem
bekend is. Naar aanleiding van een artikel in VNG magazine doet
mevrouw Jonquiere de suggestie om parkeerwachters te voorzien
van handterminals om kleine boetes te registreren en deze
rechtstreeks door te kunnen sturen naar justitie. Zij zegt toe het
artikel van de VNG aan de voorzitter te overhandigen.
De heer Meuleman vraagt
aandacht voor problemen omtrent het alarmnummer 112. Hij wil weten
of de gemeenteraad invloed op het functioneren van 112 kan
uitoefenen. De voorzitter antwoordt hierop dat indien de
alarmcentrale 112 niet goed zou functioneren dit in het Regionaal
College van de politie Haaglanden aan de orde zou komen. Hij is
bereid om dit bilateraal aan de orde te stellen en verzoekt de heer
Meuleman om meer informatie na afloop van de vergadering.
Ten aanzien van de (zwarte)
autohandel op de Papsouwselaan wil de heer Meuleman weten of
dit al dan niet verboden is en wat eraan gedaan kan worden. De voorzitter
antwoordt hierop dat indien een dergelijke situatie overlast begint
te geven op grond van de APV bepaalde plekken aangewezen worden waar
dit soort zaken niet zijn toegestaan. In dit specifieke geval wordt
momenteel gekeken of het doen van een beroep op de APV op zijn
plaats is.
De heer Taneja vraagt, naar
aanleiding van een incident, wat de aanrijtijd van de ambulance is.
De voorzitter antwoordt hierop dat bij een cumulatie van
ongelukken het langer kan duren voordat een ambulance ter plekke is.
Dit zijn meestal incidenten. De voorzitter zegt toe na te
laten gaan hoe vaak ambulances niet binnen de vastgestelde
normtijden ter plaatse zijn.
Ten aanzien van rampen wil de heer Taneja
weten hoe de gemeente hiermee omgaat en vraagt de voorzitter om op
een geschikt moment op hoofdlijnen aan de commissie voor te leggen
hoe de gemeente berekend is op haar taak bij rampen. De voorzitter
antwoordt hierop dat in zijn algemeenheid, bij eerder voorgevallen
incidenten, achteraf gezien er voldoende adequaat wordt gereageerd.
Uit de evaluatie kunnen altijd dingen naar voren komen die verbeterd
kunnen worden.
Mevrouw Zweekhorst vraagt of
er regels opgesteld zijn en of er controle plaatsvindt op de
hygiëne bij het plaatsen van piercings en tatoeages. De heer Aközbek
geeft aan dat deze kwestie in de afgelopen vergadering van de
commissie WZO aan de orde is geweest.
|
|
|
11. |
Sluiting
De voorzitter sluit om 23.00
uur de vergadering. |
|