30 March 2000

Nota, Fusie Ambulancediensten
 


naar agenda


Geacht College,

Inleiding.

In de nota "financiële gevolgen van overdracht ambulancedienst aan Den Haag" (D992390) van 1 juni j.l. bent u geïnformeerd over de afspraken die tussen de gemeenten Delft en Den Haag zijn gemaakt over de financiële afwikkeling van de samenvoeging van de ambulancediensten. Inmiddels is ook het personele traject afgerond, uitmondend in een Sociaal Plan. Dit wordt u nu ter besluitvorming voorgelegd. In het personele traject hebben zich bovendien enkele complicaties voorgedaan, die in het verloop van deze notitie worden beschreven. Deze complicaties hebben het noodzakelijk gemaakt om de reeds gemaakte financiële afspraken op enkele punten aan te vullen. Ook deze afspraken worden ter besluitvorming aan u voorgelegd. De notitie rond af met een samenvatting van de beslispunten.

 

Het personele traject.

Zoals in de reeds genoemde nota:" financiele gevolgen van overdracht ambulancedienst aan Den Haag" reeds is aangegeven, bleek de in het convenant genoemde overdrachtsdatum van 1 mei 1999 niet haalbaar. De voornaamste reden is dat de opstelling van een sociaal plan en de bespreking daarvan met de verschillende partijen meer tijd in beslag heeft genomen dan was voorzien.

Het probleem zat niet in de rechtspositievergelijking, welke vooraf heeft plaatsgevonden, maar in de hoge onregelmatigheid binnen het oude Delftse rooster. De Delftse ambulancemedewerkers werkten al geruime tijd in een 15-uurs rooster en hadden hierdoor een hoge onregelmatigheid en dus hoge onregelmatigheidsvergoedingen. Delft heeft een flexibele onregel-matigheidsvergoeding (ORT), wat wil zeggen een vergoeding naar werkelijk gewerkte uren. Den Haag heeft een vaste vergoeding onregelmatige dienst (TOD).

De sowieso al lagere onregelmatigheid in het nieuwe Haagse

(gezamenlijke) rooster samen met het verschil tussen een flexibele ORT en een vaste TOD, zou voor alle medewerkers een forse inkomensachteruitgang tot gevolg hebben. De onderhandeling met het personeel , de ondernemingsraad van de dienst en de ABVAKABO over een voor alle partijen acceptabele afbouwregeling van de ORT, de piketvergoeding en het overwerk , heeft veel tijd in beslag genomen.

Door deze onregelmatigheidsproblematiek heen liep ook nog de roosterproblematiek. Het heeft zowel aan Delftse als aan Haagse zijde nogal wat voeten in de aarde gehad om tot overeenstemming te komen over een gezamenlijk rooster. Met name de uitgangspunten voor zo’n rooster, de roostersystematiek en de gevolgen daarvan voor de medewerkers waren lang en heftig onderwerp van discussie.

Het uitstel van de oorspronkelijke fusiedatum en van de invoering van een nieuw rooster heeft het Delftse ambulancepersoneel er bovendien toe gebracht enkele aanvullende eisen te stellen:

  • De medewerkers van de ambulancedienst stelden de eis hun functies nog in de Delftse periode te laten beschrijven en waarderen. Aan deze eis is gehoor gegeven. De functiewaardering vindt overigens gelijktijdig in Den Haag plaats voor de ambulancedienst aldaar. Hoewel de functiewaardering in beide gemeenten afzonderlijk zal plaatsvinden, zijn de functiebeschrijvingen – behoudens enkele vormverschillen – uiteraard hetzelfde. Over de mogelijke financiële consequenties van het fuwa-traject zijn tussen Den Haag en Delft afspraken gemaakt. Deze zijn in de volgende paragraaf beschreven;
  • De vertraging in de invoering van het nieuwe gezamenlijke rooster had tot gevolg dat het oude 15-uurs rooster in Delft langer moest worden uitgevoerd. Het Delftse ambulancepersoneel wenste daarom compensatie, met terugwerkende kracht tot 1 januari 1999, voor de extra wachtdiensten die het 15-uurs rooster met zich meebrengt. De totale kosten van volledige compensatie bedragen ca. ƒ 80.000. Het management van de dienst heeft coulancehalve voorgesteld de helft van deze kosten te vergoeden in de vorm van een gratificatie per persoon. De kosten hiervan bedragen ca. ƒ 40.000.

Inmiddels zijn alle onderhandelingen over het Sociaal Plan en over de financiële consequenties van de fusie afgerond. Bijgaand treft u aan de tekst van het Sociaal Plan met het verzoek hiermee in te stemmen. Ook het advies van de ondernemingsraad van de dienst is bijgevoegd.

Aanvullende financiële afspraken.

In de nota "financiële gevolgen overdracht ambulancedienst" zijn de reeds gemaakte afspraken tussen Delft en Den Haag over de financiële afwikkeling van de fusie verwoord. Deze nota is hierbij gevoegd. Voornaamste conclusie van het stuk was dat er als gevolg van de fusie een structureel nadeel van ƒ 24.000 voor de Delfse begroting zou ontstaan met ingang van 2001. Dit nadeel is bij de Zomernota ten laste van de algemene middelen gebracht.

De boven geschetste ontwikkelingen in het personele traject geven aanleiding tot de volgende aanvullende afspraken tussen Delft en Den Haag. Hierbij moet worden bedacht dat Den Haag en Delft voor 1999 nog gescheiden budgetafspraken hebben gemaakt met zorgverzekeraars en COTG. Wel is in het convenant van begin januari afgesproken dat een overschrijding van het totaalbudget zal worden gedragen volgens de verhouding 2/3 voor Den Haag en 1/3 voor Delft.

  • De afbouwregeling met betrekking tot de ORT zal worden betaald uit de lopende exploitatiebudgetten, zoals overeengekomen met COTG en zorgverzekeraars. De totale kosten van deze afbouwregeling bedragen ca. ƒ 70.000. De afbouwregeling start op de datum waarop het nieuwe gezamenlijke rooster ingaat, zijnde 1 oktober a.s. Van de totale kosten zal dus ca. ƒ 20.000 in 1999 worden uitgegeven. Deze kosten moeten dus nog door Delft worden afgerekend, waarbij wel de afspraken uit het convenant gelden. De resterende kosten ontstaan in 2000 en 2001 en zijn voor rekening van de fusiedienst die onder Haagse vlag opereert;
  • Ook eventuele kosten die voortvloeien uit het Fuwa-traject zullen eveneens worden betaald uit lopende exploitatiebudgetten. Er zijn twee gevallen waarbij er voor de gemeente Delft nog kosten uit dit traject kunnen voortvloeien:

Indien één of beide betrokken functies – verpleegkundige en chauffeur – hoger worden gewaardeerd en de ingangsdatum van de nieuwe waardering nog in 1999 valt. Aangezien het hier hooguit om enkele maanden gaat bij een geringe formatie, zijn deze kosten uiteraard gering;

Indien het betrokken Delftse personeel kan aantonen dat de reden van de hogere waardering eerder is ontstaan. Er zal dan met terugwerkende kracht salaris moeten worden nabetaald. Deze kosten komen dan voor rekening van de Gemeente Delft.

De eventuele kosten na 1 oktober zijn voor rekening van de fusiedienst.


4. Verdere gang van zaken.

Wij stellen u voor de fusiedatum thans vast te stellen op 1 oktober 1999, onder voorbehoud van goedkeuring door de commissies Leefbaarheid en Welzijn/Zorg/Onderwijs.

Formeel juridisch wordt de overdracht geregeld in een contract dat eveneens bij deze nota is gevoegd.

Voorts zullen met de medewerkers van de ambulancedienst vóór 1 oktober 1999, ook nog individuele rechtspositie gesprekken plaatsvinden. De uitkomsten van deze gesprekken zullen aan de Ondernemingsraad worden voorgelegd. Omdat er volledige overeenstemming met de medewerkers over het sociaal plan is, is de verwachting dat er zich geen individuele problemen zullen voordoen. Met één medewerker is een ontslagregeling getroffen, één medewerker zal herplaatst worden binnen de gemeente Delft of de gemeente Den Haag, alle overige medewerkers gaan over in een haags dienstverband.

 

beslispunten.

Wij verzoeken u in te stemmen met de navolgende voorstellen:

  • de afspraken over de overgang van het Delftse ambulancepersoneel naar de gemeente Den Haag, zoals uitgewerkt in het bijgaande sociaal plan;
  • de uitbetaling van een persoonlijke gratificatie aan het Delftse ambulancepersoneel ter compensatie van extra wachtdiensten in de nacht. De kosten daarvan bedragen ƒ 40.000 en zullen eerst ten laste worden gebracht van met het COTG en zorgverzekeraars overeenkomen budgetten. Bij overschrijding van deze budgetten gelden echter niet de afspraken in het convenant maar komen deze kosten geheel voor rekening van de gemeente Delft;
  • De kosten van de afbouwregeling en (eventueel) het fuwa-traject worden ten laste gebracht van de met zorgverzekeraars en COTG overeengekomen budgetten. Bij een overschrijding van deze budgetten in 1999 gelden de afspraken zoals vastgelegd in het convenant. De kosten zijn met ingang van 2000 voor rekening van de fusiedienst die deel uitmaakt van de gemeente Den Haag;
  • Indien uit het fuwa-traject met terugwerkende kracht kosten ontstaan, komen die ten laste van de Gemeente Delft;
  • De fusiedatum wordt vastgesteld op 1 oktober a.s onder voorbehoud van goedkeuring door de commissie Leefbaarheid en na ter kennisname te zijn gezonden aan de commissie Welzijn/Zorg/Onderwijs.

 

Reinoud Talsma,

Controller

paraaf hoofd d.d.

terug naar boven