Nota Bezuinigingen Sportaccommodaties | ||
Geacht College, Inleiding In 1994 is voor de sportsector een bezuinigingstaakstelling op de overdekte sportaccommodaties van 450.000,= vastgesteld. Onderzoek heeft uitgewezen dat deze bezuiniging niet te realiseren is. In een eerdere nota Bezuinigingen Sportaccommodaties (03-12-97) is dit verwoord en tevens een alternatief aangegeven: het actief doorzetten van de privatiseringslijn onderhoud sportvelden. Bij de sportparken Biesland en Kruithuisweg heeft dit tot het gewenste bezuinigingsresultaat geleid. Verenigingen op de overige gemeentelijke sportparken zijn bereid om op korte termijn de mogelijkheden tot overdracht van het onderhoud aan de clubs te bezien. Dit biedt perspectief om de bezuinigingstaakstelling in het jaar 2000 volledig in te vullen. Daarvoor moet de privatiseringslijn actief doorgezet worden. Het privatiseringsmodel In 1993 is een privatiseringsmodel voor onderhoud van sportvelden politiek vastgesteld (nota d.d. 17 mei 1993). In hoofdlijnen komt dit model er op neer dat het eigendom van de sportvelden bij de gemeente blijft, de gemeente toezicht houdt op de uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden, de gemeente de renovaties voor haar rekening neemt, de vereniging(en) een overeen te komen onderhoudssubsidie ontvangen en een eveneens overeen te komen vergoeding voor het gebruik van de velden betalen. Volgens dit model is het onderhoud van de atletiekbaan Brasserskade (AV40) en de sportcomplexen Kruithuisweg (Fortuna) en Biesland (Excelsior, DES, DKC, RC Delft) met succes aan verenigingen overgedragen. Het model wijkt af van eerdere privatiseringsvormen (tennis- en hockeycomplexen, voetbalpark Tanthof Zuid) waarbij ook eigendom en renovatiewerkzaamheden werden overgedragen en geen sprake is van onderhoudstoezicht, onderhoudssubsidie en gebruiksvergoeding. Deze overdrachtsvorm bergt het mogelijk gevaar in zich van kwaliteitsverlies en financiële problemen. Dat komt momenteel aan het licht bij sportpark Tanthof Zuid. Het is daarom zinvol de in 1993 ingezette gewijzigde privatiseringslijn voort te zetten. Onderdelen privatiseringslijn 1. In het nu gehanteerde model staat het behoud van kwaliteit van de sportvelden centraal (onderhoudskontrakt en -subsidie, renovatie bij gemeente). Door de overdracht van onderhoud aan verenigingen te combineren met een eenmalige investering van de gemeente in de kwaliteit van de sportaccommodatie, is bij veldsportverenigingen draagvlak ontstaan om deze privatiseringslijn door te trekken. Deze aspecten waarborgen dat de kwaliteit van de sportvelden ook na overdracht van onderhoudstaken behouden blijft. Het voor de investeringen benodigde budget wordt deels gevormd uit besparingen op het huidig onderhoudsbudget sportvelden en deels door de budgetten Sportaccommodaties voor 1999 en 2000 uit de Meerjarenbegroting 1999 - 2003 (Zomernota). 2. Een extra waarborg voor de kwaliteit is het vormen van een budget, waaruitde kosten van toezicht op, controle van en structureel overleg over onderhoudswerkzaamheden worden bekostigd. Dit toezicht, in opdracht van de huidige dienst WOC afdeling Welzijn, Cultuur, Recreatie, Sport (na 1 januari 2000 de cluster Wijk/Stadszaken), wordt onder gebracht bij de sectie AOG (Aanleg en Onderhoud Groen) van de dienst Stadsontwikkeling (na 1 januari de cluster Bedrijven) en omvat ook de al eerder geprivatiseerde atletiekbaan Brasserskade en sportparken Kruithuisweg en Biesland. Dit is tevens een waarborg dat er geen voortijdig beroep op het Renovatiefonds Sportvelden wordt gedaan In dat opzicht is het ook goed dat er continuïteit bij de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden is, reden om met de betrokken verenigingen afspraken voor een termijn van tien jaar te maken. 3. Het privatiseringsmodel voorziet in een overeen te komen jaarlijks subsidiebedrag voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden door/in opdracht van de vereniging(en). Bij de vaststelling van dit bedrag wordt rekening gehouden met zelfwerkzaamheid van de vereniging(en). Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan de invulling van de bezuiniging. 4. Om de kwaliteit van de sportparken zoveel mogelijk te waarborgen (en daarmee een eerder dan gepland beroep op het Renovatiefonds Sportvelden te voorkomen), wordt met de verenigingen een onderhoudskontrakt afgesloten, waarin precies is aangegeven welke werkzaamheden met welke frequenties moeten worden uitgevoerd. Dit wordt door de gemeente nauwgezet gecontroleerd, daarvoor is het onder punt 2 genoemde budget voor toezicht op en controle van onderhoudswerkzaamheden gereserveerd. In de overeenkomst zijn ook sancties opgenomen indien verenigingen in gebreke blijven. Kwaliteitsbewaking is een voortdurend punt van aandacht, mede gelet op de druk op het vrijwilligerswerk. 5. Het privatiseringsmodel voorziet ook in een overeen te komen jaarlijkse gebruiksvergoeding door de vereniging(en) aan de gemeente. Bij de vaststelling van dit bedrag wordt rekening gehouden met de verbeterde kwaliteit (eenmalige investing!) van de accommodatie en de vergrote gebruiksmogelijkheden van de club(s). Deze meerinkomsten leveren eveneens een bijdrage aan de invulling van de bezuiniging. 6. Ook de sectie AOG (Aanleg en Onderhoud Groen), na 1 januri de Cluster Bedrijven, brengt offerte uit voor het verrichten van onderhoudswerkzaamheden in opdracht van verenigingen. Door rekening te houden met zelfwerkzaamheid van de verenigingen en te bezuinigen op uitgaven voor beplanting, hekwerken en bestrating etc. kan dat op concurrerend niveau. Er worden geen concessies gedaan aan het onderhoudsniveau van de speelvelden. De ervaring leert inmiddels dat in een groot aantal gevallen de opdracht naar AOG (cluster Bedrijven) gaat. Dit is een extra waarborg voor het kwaliteitsbehoud van de velden (ervaring en kennis van zaken). Het doorzetten van de privatiseringslijn heeft, mede gezien het natuurlijk verloop bij SO/AOG, vooralsnog geen personele gevolgen. Financiën Door de privatiseringslijn op alle gemeentelijke sportparken toe te passen, wordt enerzijds bespaard op onderhoudsuitgaven en worden anderzijds meerinkomsten verkregen door hogere gebruiksvergoedingen. Naar verwachting wordt hiermee de nog ontbrekende bijdrage aan de bezuinigingstaakstelling gerealiseerd. Bovendien wordt een tweetal budgetten vrijgemaakt: voor controle van en toezicht op het geprivatiseerde onderhoud en voor eenmalige investeringen in de kwaliteit van sportparken. Tijdpad Op de sportparken Biesland en Kruithuisweg (Fortunadeel) is de overdracht van onderhoudswerkzaamheden reeds gerealiseerd. De opbrengst aan besparingen en meerinkomsten is met ingang van het jaar 1999 verwerkt in de bezuinigingstaakstelling. Met alle andere verenigingen zijn oriënterende besprekingen opgestart. In enkele gevallen is spoedig resultaat te realiseren. Naar verwachting is het mogelijk het beheer van alle sportvelden in het jaar 2000 aan de gebruikers te hebben overgedragen. Communicatie In verband met het nog ontbreken van vaste afspraken met de verenigingen is afgezien van het presenteren van gedetailleerde financiële gegevens. In eerder overleg met de verschillende veldsportverenigingen en met de Sportraad Delft is wel duidelijk gemaakt dat de bezuinigingstaakstelling niet door de overdekte accommodaties maar met name door de veldsportaccommodaties wordt opgebracht. Tussen de gemeentelijke afdeling Cultuur, Welzijn, Recreatie, Sport (dienst WOC) en de sectie Aanleg en Onderhoud Groen (dienst SO) bestaat overeenstemming over de aanpak en inzet van de privatiseringslijn, er is ook overeenstemming over het te vormen budget voor toezicht op en controle van door (of in opdracht van) verenigingen uit te voeren onderhoudswerkzaamheden. Voorstel Op basis van de overwegingen in deze nota wordt voorgesteld: De privatiseringslijn voor de sportvelden actief door te zetten. |
||
![]() |
![]() |