30 March 2000

Nota Jeugdhulpverlening - Stadsgewest Haaglanden
 


lijst ingekomen stukken


BETREFT: ONTWERP- BELEIDSPLAN 2001-2003/JAARPLAN 2000

JEUGDHULPVERLENING - STADSGEWEST HAAGLANDEN.

"INSPRAAKREACTIE GEMEENTE DELFT".

 

INLEIDING.

Het jeugdhulpverleningsbeleid in bovengenoemde notitie is voor een groot deel bepaald door de vastgestelde regiovisie jeugdzorg voor het stadsgewest Haaglanden. Kernpunten van deze regiovisie zijn de toegang tot de jeugdzorg, de zorgprogrammering, de vraaganalyse en de afstemming van lokaal jeugdbeleid met de regionale jeugdzorg.

De Gemeente Delft heeft in het najaar 1998 een startnotitie Integraal Jongerenbeleid/Jongerenparticipatie aangenomen. Deze notitie is van toepassing op alle leefgebieden waar jongeren mee te maken hebben; wonen en woonomgeving, werk en inkomen, gezondheid/zorg en veiligheid en vrije tijd. De afstemming van lokaal jeugdbeleid met de regionale zorg is een belangrijk onderdeel van het totale Integraal Jongerenbeleid.

In de afgelopen maanden heeft er uitgebreid onderzoek plaatsgevonden op alle leefgebieden waar jongeren mee te maken hebben. Voor wat betreft de jeugdzorg heeft onderzoek plaatsgevonden door middel van :

  • inventarisatie binnen het gemeentelijk apparaat
  • inventarisatie door middel van voorronden/gesprekken met jongeren (7 voorronden)
  • vragenlijst instellingen diverse leefgebieden (175 exemplaren)
  • inventariserende gesprekken met diverse instellingen jeugdzorg

In de maand oktober wordt een tussenbalans gepresenteerd van alle bevindingen op de diverse leefgebieden.

Deze bevindingen hebben de basis gevormd voor de inspraakreactie van de Gemeente Delft op het ontwerp- beleidsplan 2001-2003/jaarplan 2000 jeugdhulpverlening.

 

ALGEMEEN.

In 1998 is een begin gemaakt met beleid gericht op de aansluiting tussen lokaal preventief jeugdbeleid en de regionale jeugdzorg. Naar aanleiding van een onderzoeksrapport dat gemaakt is in opdracht van het stadsgewest, is gestart met een drietal pilotprojecten in samenwerking met bestaande initiatieven rond lokale netwerken. Deze projecten zijn:

  • Samenwerking tussen het Consultatieteam Onderwijs-Jeugdhulpverlening, Algemeen Maatschappelijk Werk en het voortgezet onderwijs Westland
  • Samenwerking tussen lokale en regionale jeugdzorg in het project JOS’98 van de Gemeente Delft
  • Het buro Jeugdzorg aansluiten op het al functionerende netwerk in Zoetermeer.

In de Gemeente Delft gaat de pilot om samenwerking tussen lokale en regionale jeugdzorg in het project JOS’98. Hierbij zijn de volgende beleidsdoelen van belang:

STROOMLIJNEN MELDINGEN BIJ DE JEUGDZORG

de wijze waarop jongeren bij de jeugdzorg terecht komen

  • meldingen
  • verwijzingen
  • bemiddelingen

VERHOGEN VAN DE TOEGANG TOT DE JEUGDZORG

  • het terugdringen van het aantal jongeren dat een beroep doet op of aangewezen is op de gespecialiseerde jeugdhulpverlening door;
  • betere screening op lokaal niveau
  • meer begeleiding en hulp door lokale instellingen

De basis voor realiseren van dit beleid ligt in preventie (vroegtijdige signalering en hulp in een vroeg stadium zodat probleemescalatie voorkomen wordt) en afstemming van functies uitgevoerd door diverse lokale en regionale organisaties (zowel tijdens de behandeling, als tijdens de nazorg).

Om dit beleid vorm te kunnen geven is de volgende inzet vanuit de instellingen noodzakelijk:

DE INZET VANUIT DE JEUGDZORG IS GERICHT OP:

  • samenwerking en afstemming met lokale organisaties in de (individuele) plannen van aanpak
  • deskundigheidsbevordering van lokale netwerkorganisaties

DE INZET VAN LOKALE ORGANISATIES IS GERICHT OP:

  • verbetering van het aanbod voor (individuele) begeleiding en hulp door samenwerking en afstemming (waar nodig prioriteitstelling)
  • verbetering van de toeleiding naar de jeugdzorg
  • deskundigheidsbevordering waar nodig

De voorgestelde samenwerking tussen lokaal en regionaal kan alleen gerealiseerd worden wanneer er commitment bestaat tussen alle betrokken partijen. Dit zijn met namen de gemeente, het stadsgewest Haaglanden, de betrokken jeugdzorginstellingen in het Bureau Jeugdzorg en de lokale instellingen. De uitvoerende organisaties zullen hun inzet hierin moeten kunnen garanderen. Voor wat betreft de jeugdhulpverlening zal het beleid van het stadsgewest hierop gericht zijn. Voor lokale organisaties is van belang dat de gemeente dit beleid onderschrijft en de lokale organisaties in deze zin ‘aanstuurt’. Een en ander dient te worden vastgelegd in convenanten.

Bij de vormgeving van het project wordt uitgegaan van een functionele benadering. Om te voorkomen dat jongeren tussen wal en schip vallen moeten de onderstaande functies (van lokale netwerken en jeugdzorg tezamen) naadloos op elkaar aansluiten:

  • signalering
  • bespreekbaar maken, activeren
  • advisering consultatie
  • ondersteuning
  • multidisciplinaire (pre)diagnostiek
  • opstellen plannen van aanpak voor jongeren
  • afstemmen taken in uitvoering van plannen
  • licht vormen van begeleiding en hulp
  • casemanagement
  • gespecialiseerde (geïndiceerde) jeugdzorg
  • nazorg, follow up

Bij het lokale netwerk zijn dus die organisaties en instellingen betrokken, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van een of meerdere van deze functies. Naast lokale organisaties zijn dit ook bovenlokaal werkende organisaties. Afstemming met beleid van gemeenten kan daartoe nodig zijn. Te denken valt hierbij aan de GGD en het Algemeen Maatschappelijke Werk.

Voorzien wordt dat aan het eind van de projectperiode (eind 2000) de volgende projectdoelen zijn behaald:

  • een of meerdere modellen waarmee de aansluiting van jeugdzorg op lokale netwerken tot stand gebracht kan worden
  • convenanten waarin de organisatorische samenwerking en afstemming tussen jeugdzorg en lokale netwerkorganisaties zijn vastgelegd
  • protocollen waarin de samenwerking en afstemming met betrekking tot de werkwijze(n) tussen jeugdzorg en lokale organisaties zijn vastgelegd
  • beschrijvingen van de processen van de ontwikkeling en uitvoering van de pilot projecten
  • projectevaluatie en aanbevelingen
  • werkzaamheden en beleid zijn of worden structureel ingebed

Het geheel moet worden ingebed in de beleidsbepalende en voorwaardenscheppende structuur van de gemeente. Dit is nodig om sturing te kunnen geven aan het project en voor de continuïteit van het werk. Omgekeerd is het nodig dat signalen uit de uitvoeringspraktijk gebruikt kunnen worden om het beleid aan te passen aan veranderde omstandigheden. De gemeente spreekt de organisaties in het multidisciplinair team aan op hun inzet en schept de voorwaarden om de uitvoering mogelijk te maken.

Voor de uitvoering van het pilotproject in Delft is gekozen voor buurtsignaleringsnetwerken. Deze netwerken hebben ten opzichte van de beoogde doelgroep (jongeren met problemen of in de gevarenzone) onder andere de volgende functies:

  • signaleren
  • verwijzing
  • bemiddeling/activering

Problemen van jongeren die de mogelijkheden van de directe leefomgeving overstijgen kunnen worden ingebracht in een multidisciplinair netwerk, dat in staat is tot;

  • prediagnose
  • opstellen plan van aanpak
  • afstemming in de uitvoering van plan van aanpak
  • begeleiding en licht vorm van hulp
  • casemanagement
  • toeleiding naar gespecialiseerde jeugdzorg

Voor samenwerking tussen Jeugdzorg, multidisciplinair team en de buurtsignaleringsnetwerken worden gaande het project modellen ontwikkeld. De aansluiting op de Jeugdzorg krijgt gestalte via een nieuw op te zetten zorgteam dat in deze opzet en met deze functie nog niet bestaat in Delft.

 

Tijdens de voorbereidingen rondom het pilotproject Jeugdzorg en de inventarisatie van de aanbodzijde in het kader van het Integraal Jongerenbeleid zijn een aantal knelpunten gesignaleerd, welke zijn verwerkt in de diverse onderdelen van deze inspraaknotitie. Deze knelpunten behoeven extra aandacht, en dienen te worden opgelost alvorens verdere uitvoering kan worden gegeven aan het voornoemde pilotproject.

De knelpunten die zijn gesignaleerd betreffen in eerste instantie basis randvoorwaarden in de uitvoering van de Jeugdzorg.

Extra aandacht en signalering op buurtniveau resulteert over het algemeen in meer aanmeldingen van jongeren met problematiek. Deze toename van activiteiten kan echter gezien de huidige stand van zaken in de uitvoering van de werkzaamheden van de jeugdzorg voor meer druk en vergroting van de reeds bestaande wachtlijsten zorgen.

Onderstaand zal middels een beschrijving van een aantal werksoorten worden aangegeven welke problematiek er speelt. Dit overzicht zal per werksoort als volgt worden beschreven; gestart wordt met een korte algemene beschrijving, een analyse en de knelpunten vervolgens zullen een aantal actiepunten worden geformuleerd.

 

REGIONAAL CENTRUM VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN "DE WISSEL".

ALGEMEEN.

De Wissel is een regionaal centrum dat ten behoeve van Delft/Westland /Pijnacker/Nootdorp een belangrijke rol speelt in het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. Er is sprake van een unieke samenwerking tussen voortgezet onderwijs, jeugdhulpverlening, onderwijsvoorrangsgebied en gemeenten. In het centrum wordt naast een onderwijsprogramma, diagnostiek, hulpverlening en trajectbegeleiding geboden. Voorheen werd er uitsluitend een onderwijsprogramma geboden. Door ondersteuning van de Provincie Zuid-Holland is een vorm van daghulp niet schoolgaand jeugd toegevoegd aan het bestaande programma. Het project biedt een waardevolle ondersteuning in het totale aanbod van de jeugdzorg.

ANALYSE/KNELPUNTEN

De Wissel wordt gefinancierd door middel van bijdragen van diverse gemeenten, de gemeente Delft neemt het grootste deel voor haar rekening. Daarnaast wordt er jaarlijks een bedrag van het Ministerie van OC&W ontvangen, welk bedrag afhankelijk is van het aantal ingeschreven leerlingen , peildatum 1 oktober. De middelen van de Provincie Zuid-Holland zijn bij de overgang van de jeugdhulpverlening naar het stadsgewest Haaglanden beëindigd. Het betrof hier een jaarlijkse bijdrage van autonome middelen van 200.000,--. Onderhandelingen met het stadsgewest hebben toentertijd geen financiële bijdrage opgeleverd. De gemeente Delft heeft haar subsidie verhoogd en middels incidentele bijdragen vanuit de regio gemeenten is het zorgaspect behouden gebleven. Deze financiële constructie staat nu wederom onder druk i.v.m. het wegvallen van de specifieke subsidie t.b.v. spijbelopvangprojecten van het Ministerie van OC&W. De Wissel kamp nu met een structureel tekort van 150.000,-- op jaarbasis. Dit probleem is op te lossen door het gehele programmadeel rondom de zorg te beëindigen. Een oplossing die echter absoluut niet wenselijk is gezien de doelgroep die De Wissel bezoekt en de enorme druk binnen de jeugdzorg. In het verleden werd aangegeven dat bekeken zou worden op welke wijze financiële ondersteuning van De Wissel vanuit de jeugdzorg tot stand zou kunnen komen, echter tot op heden zonder resultaat. Gezien de onderbezetting bij een aantal jeugdzorg elementen binnen de regio dient bezien te worden in hoeverre geldstromen omgebouwd kunnen worden teneinde structureel goede voorzieningen te redden.

ACTIEPUNTEN.

Het stadsgewest Haaglanden wordt met klem verzocht binnen het totale budget van de regionale jeugdzorg middelen te generen voor een structurele ondersteuning van het Regionaal Centrum Voortijdig Schoolverlaten "De Wissel" teneinde de zorgfunctie te blijven aanbieden. Een " zorgfunctie" ten behoeve van jongeren in het kader van voortijdig schoolverlaten uit de regio Delft/Westland/Pijnacker/Nootdorp, die zijn nut heeft bewezen.

 

STICHTING JEUGDZORG DEN HAAG/ZUID-HOLLAND NOORD - UNIT DELFT

ALGEMEEN

Unit Delft van de Stichting Jeugdzorg verzorgd vanuit haar locatie in Delft de vrijwillig ambulante hulpverlening voor de regio Delft/Westland. Daarnaast is zij een belangrijke participant in het Buro Jeugdzorg.

De beschikbare formatie van de UNIT Delft bestaat op dit moment uit 4.27. Deze formatie wordt als volgt ingezet:

  • project preventie criminaliteit in voortgezet onderwijs. Dit project heeft als doel jongeren die dusdanige gedragsproblemen vertonen, dat onderwijs bieden bijna onmogelijk wordt, op een snelle en adequate manier ambulante jeugdhulpverlening aan te bieden. Op die manier wordt voorkomen dat problemen escaleren en jongeren wegglijden in spijbelgedrag en criminaliteit. Voor dit project is een volledige formatieplaats gereserveerd. De bekostiging van dit project geschiedt door de gemeente Delft (100%)
  • ten behoeve van Buro Jeugdzorg wordt een volledige formatieplaats ingezet ten behoeve van aanmelding en screening
  • de overige 2.27 aan formatie word ingezet te behoeve van o.a.ondersteuning opvoedbureau, kortdurende ambulante hulp en plaatsing en casemanagement. Deze activiteiten worden verricht voor de regio Delft/ Westland.

 

ANALYSE/KNELPUNTEN.

Vanuit de Stichting Jeugdzorg wordt aangegeven dat de werkdruk voor het personeel enorm hoog is. De wachtlijst voor kortdurende ambulante hulp beweegt zich constant rondom de 15 cliënten. Het geen betekent met de huidige doorloopsnelheid en overbelasting van het personeel dat cliënten minimaal 3 maanden moeten wachten alvorens aanspraak te kunnen maken op de zo noodzakelijke hulp. Gevolgen hiervan zijn merkbaar op lokaal niveau, binnen de gezinnen, op straat en op school. Daarnaast is de financiële situatie van de UNIT-DELFT zeer zorgwekkend. Van de 4.27 formatieplaats wordt een volledige formatieplaats bekostigd vanuit de Gemeente Delft t.b.v. het criminaliteitsproject, voor de overige 3.27 formatieplekken bestaat er een financieel tekort . Kortom te weinig formatie die zelfs financieel niet is gedekt.

ACTIEPUNTEN.

Het stadsgewest Haaglanden wordt dringend verzocht middelen te generen binnen het bestaande regiobudget ten behoeve van de jeugdzorg teneinde voldoende formatie te creëren voor ambulante kortdurende hulpverlening in de regio Delft/Westland.


BURO JEUGDZORG.

ALGEMEEN.

In Buro Jeugdzorg wordt samengewerkt door Stichting Jeugdzorg, Stichting Jeugdhulpverlening Delft, de RIAGG, Raad voor de Kinderbescherming, De Jutter. Zij verzorgen door middel van o.a. een centrale aanmelding en screening de toegang tot de Jeugdzorg.

ANALYSE/KNELPUNTEN.

In het afgelopen jaar zijn cliënten regelmatig geconfronteerd met lange wachttijden voor Bureau Jeugdzorg.

De wachttijden tussen aanmelding en de eerste screening bedraagt soms zelfs twee maanden of langer. Het effect daarvan is dat cliënten al die tijd niet weten waar zij aan toe zijn.Gevolgen hiervan zijn extra spanningen in gezinnen,scholen, jongerencentra en op straat.

De oorzaken van deze wachttijden zijn o.a. de groei van het aantal meldingen, ruim 10% in een jaar en het feit dat - conform de landelijk geformuleerde kwaliteitseisen - alle aanmeldingen aan het diagnostiek-protocol worden onderworpen, hetgeen per aangemelde cliënt extra tijd en mankracht vergt.

Na de screening ontstaat er, wanneer er een indicatie is gesteld voor verdere hulp/begeleiding wederom een wachttijd van enkele maanden. Veelal dient er dan na een paar maanden weer door de hulpverlener een aanvullende screening te worden gedaan om up to date te zijn. Hierbij lopen de irritaties van cliënten en verwijzers soms hoog op. De inzet van de Stichting Jeugdzorg in het Buro Jeugdzorg levert een structureel tekort op van 139.000 ,-- op jaarbasis. Dit bedrag is niet opgenomen in voorstaande problematiek beschreven bij het onderdeel over de Stichting Jeugdzorg.

ACTIEPUNTEN.

Vanuit het Ministerie van VWS is voor de komende 4 jaar 12,5 miljoen beschikbaar gesteld ter ondersteuning van de Buro’s Jeugdzorg. Voor het stadsgewest Haaglanden zou een bedrag van ongeveer 600.000,-- in 1999 en verdere jaren beschikbaar komen. Gelet op de problematiek binnen het Buro Jeugdzorg Delft/Westland verneemt de gemeente Delft graag op zeer korte termijn hoe de genoemde middelen worden ingezet en op welke wijze knelpunten kunnen worden opgelost. Daarbij dient in ogenschouw te worden genomen, dat er sprake is van een ernstige problematiek binnen de regio die opgelost dient te worden rekening houdend met middelen die in het kader van het grotestedenbeleid beschikbaar komen gekoppeld aan de extra VWS middelen.

 

JOS ’98 (JONGERENPREVENTIEWERK OP STRAAT).

ALGEMEEN.

JOS’98 is samenwerkingsverband op lokaal niveau op het snijvlak van integraal jeugdbeleid en de geïndiceerde jeugdhulpverlening, waarbij op de achtergrond het sociaal lokaal beleid als leidraad van denken nadrukkelijk meespeelt. Het gaat daarbij o.a. om versterking van saamhorigheid, verbetering van leefbaarheid en veiligheid, vergroten van de competenties en maatschappelijke participatie van groepen van hen die zijn uitgesloten.

Uitgangspunten zijn:

  • jongeren de kans geven optimaal in de samenleving te functioneren
  • uitgaan van samenhang tussen de leefgebieden van jongeren en dwarsverbanden leggen tussen betrokken instanties, om te komen tot een gemeenschappelijke aanpak van individuele en groepen jongeren
  • bijdragen aan veiligheid, participatie en leefbaarheid in de buurt door middel van initieren, signaleren en activeren van een samenhangend pakket aan activiteiten op buurtniveau
  • het gaat om jongeren die door welke oorzaak dan ook in en meervoudige probleemsituatie verkeren of dreigen te geraken. Door middel van een op maat georganiseerd trajectplan van hulpverlening, vrijetijdsbesteding, scholing en werkervaring, wordt via o.a. straatcontacten en vervolgactiviteiten getracht om voor hen een uitdagend toekomstperspectief te realiseren.

Op grond van deze uitgangspunten en de beschikbare middelen zijn de volgende operationele doelen geformuleerd:

  • er worden 25 activiteiten per week op straat of in de buurt georganiseerd
  • 80 tot 90 jongeren krijgen een traject aangeboden teneinde weer zelfstandig te kunnen functioneren in het gewone dagelijkse leven in de eigen leefomgeving.

De werkorganisatie van JOS’98 bestaat uit vier onderdelen

  • Preventiewerkers op straat
  • Coaches op straat
  • Trajectbegeleiding
  • Instroom allochtone werkers (interne/externe opleiding)

JOS’98 fungeert als het lokale netwerk ten behoeve van de Pilot Buro Jeugdzorg van het stadsgewest Haaglanden. Aan de Stichting Jeugdhulpverlening Delft is verzocht tijdelijk als werkgever te fungeren voor het personeel van JOS’98. Deze periode loopt tot 1 september 2000. In de komende periode zal de gemeente Delft zich beraden op de definitieve positie van JOS’98 binnen het delfts integrale jeugdbeleid. Hierbij zal gekeken worden naar de totale organisatie en positie van het jongerenwerk.

ANALYSE/KNELPUNTEN.

Voor de jaren 1998 en 1999 heeft JOS’98 voor het jeugdzorg aspect financiële ondersteuning gehad van de Provincie Zuid-Holland. Deze financiële steun wordt stopgezet. Het volgende is meegedeeld:

  • Ingaande 1999 wordt de incidentele provinciale ondersteuning anders ingevuld. De voor 31 december 1998 toegewezen projecten worden afgehandeld. De regiovisie jeugdzorg van de Provincie Zuid-Holland wordt vanaf 1999 het kader waarbinnen provinciale ondersteuning verder inhoud kan krijgen.
  • Gemeenten in de stadsregio Rotterdam en stadsgewest Haaglanden zijn aangewezen op de regiovisie jeugdzorgontwikkeling in het eigen gebied. Behouden blijft de mogelijkheid gebruik te maken van diensten van de provinciale steunfuncties jeugdbeleid.

Vanuit de RMC-functie (Regionale Meld-en Coordinatiefunctie Haaglanden) heeft JOS’98 een eenmalige bijdrage ontvangen van 200.000,-- ten behoeve van trajectbegeleiding van 16 en 17 jarigen. Deze trajectbegeleiding loopt tot 1 juni 2000 en is bestemd voor de regio Delft/Westland/Pijnacker/Nootdorp.

Vervolg van deze activiteiten is onduidelijk en is afhankelijk van de regionale verdeling van de RMC-middelen binnen de Haaglanden. De jeugdzorgactiviteiten van JOS’98 staan voor de komende jaren onder druk en kunnen alleen gestalte blijven krijgen indien extra middelen worden gegenereerd.

ACTIEPUNTEN.

De gemeente Delft verzoekt het stadsgewest Haaglanden te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn binnen het bestaande regiobudget jeugdzorg om middelen te genereren t.b.v. de jeugdzorg activiteiten van JOS’98.

De gemeente Delft verzoekt het stadsgewest Haaglanden om in nauwe samenwerking met de gemeente zorg te dragen voor het verkrijgen van middelen voor de jeugdzorgactiviteiten van JOS’98 door middel van gemeenschappelijk zoeken en/of bemiddelen naar subsidies vanuit het RMC-budget Haaglanden en/of landelijke subsidiemogelijkheden.

 

OPVOEDBUREAU’S DELFT/PIJNACKER

ALGEMEEN.

De Stichting Jeugdzorg, Stichting Jeugdhulpverlening Delft, Stichting Maatzorg en de Stichting Spel en Opvoedingsvoorlichting organiseren gezamenlijk drie wekelijkse spreekuren in het kader van opvoedingsondersteuning. Er is een spreekuur in het Tanthof, in de Wippolder en in de gemeente Pijnacker.

Deze spreekuren worden gedraaid door voornoemde instellingen uit de bestaande formatie.

ANALYSE KNELPUNTEN.

Diverse instellingen vanuit het samenwerkingsverband van het opvoedbureau hebben aangegeven niet langer de tot nu toe geleverde bijdrage te kunnen continueren. Reden hiervoor is dat de werkdruk bij de diverse instellingen extreem hoog is. Zie hiervoor eerder geschetste knelpunten.

Het onderzoek dat de gemeente Delft heeft gedaan in het kader van het integraal jongerenbeleid heeft geleid tot een verzoek om meer opvoedondersteuning op lokaal niveau.

ACTIEPUNTEN.

De gemeente Delft verzoekt het stadsgewest Haaglanden te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de spreekuren te handhaven in de huidige frequentie/vorm.

 

JONGERENINFORMATIEPUNT

ALGEMEEN.

Het JongerenInformatiePunt is sinds een aantal jaren actief in Delft. Het JIP is ondergebracht bij het jongerenwerk van de Stichting Welzijn Delft en wordt bekostigd door de gemeente Delft. De gemeente Delft heeft in haar beleid wijkgericht werken als speerpunt. Het JIP dient zich om te vormen en meer wijkgerichte activiteiten te gaan ontwikkelen. Kortom een JIP als stedelijke voorziening met een duidelijk aanbod naar de wijken toe. Gedacht hierbij wordt aan:

  • het stedelijk aanbieden van een spreekuur
  • het stedelijk aanbieden van voorlichting met daarnaast het aanbieden van voorlichtingen gerelateerd aan de specifieke behoefte vanuit een wijk
  • het uitzetten van folderrekken in alle wijken en het verzorgen van deze rekken
  • het uitbreiden van het internetpakket door een on-line spreekuur
  • spreekuren in alle wijken

ANALYSE/KNELPUNTEN.

Het JIP Delft is in zijn huidige vorm kwetsbaar ( een persoon). Er dient een andere vorm uitvoering van de werkzaamheden te worden opgezet teneinde meer wijkgericht aanbod te kunnen gaan leveren.

ACTIEPUNTEN.

Binnen het stadsgewest Haaglanden zijn middelen aanwezig voor de zgn. JIP-functie. De gemeente Delft verzoekt het stadsgewest Haaglanden zorg te dragen voor ondersteuning op financieel vlak teneinde de JIP-functie meer wijkgericht te kunnen laten werken, en minder kwetsbaar te maken. Vanuit de organisatorische inbedding binnen de Stichting Welzijn Delft dienen er samenwerkingsverbanden te ontstaan met de regio’JIP’s en overige netwerken op lokaal niveau. De gemeente Delft zal hierin een sturende rol hebben.

 

terug naar boven