april 2000
Inhoudsopgave
1 Inleiding
1.1 Doel Wijkontwikkelingsplan en inhoud / 2
1.2 Hoe is het plan tot stand gekomen? / 2
2 Sociale
Visie
2.1 Samen leven met verschillen / 5
2.2 Werk in de buurt / 7
2.3 Bewoners betrokken bij de wijk / 10
2.4
Jong in Voorhof / 11
2.5
Vitaal in Voorhof / 14
3 Woonvisie
3.1 Vernieuwen van de woningvoorraad /16
3.2 Veilige wijk / 18
3.3 Comfortabel wonen in flats / 20
3.4 Afvalinzameling / 21
4 Ruimtelijke
visie
4.1 Groen, openbare ruimte en spelen / 23
4.2 Verkeer / 25
4.3 Duurzame wijkontwikkeling / 27
5. De
Wijkeconomie / 30
Kaarten/tekeningen
Buurtkaarten
met overzicht van ruimtelijke maatregelen en plannen
Overzicht van voorzieningen bestaand en nieuw
6. Bijlage:
programma van maatregelen
6.1 Uit te voeren maatregelen / 2
6.2 Nog te onderzoeken maatregelen / 9
6.3 Ideeën/wensen / 11
De
gemeente Delft heeft in samenwerking met andere organisaties zoals
woningcorporaties, politie en Stichting Welzijn Delft dit Wijkontwikkelingsplan
voor Voorhof gemaakt. Op basis van dit plan gaat de gemeente de wijk-aanpak in
Voorhof in praktijk brengen. Een selectie van bewoners kon tijdens twee
wijkbijeenkomsten en in de zogenaamde wijkpanels onderwerpen aan de orde
stellen. De informatie die daaruit kwam en het beleid van gemeente en andere
instanties, vormen de basis voor dit Wijkontwikkelings-plan. Dit plan is als
ontwikkelingsplan ontworpen, daardoor gaat het in op lange termijn visies. Dat
heeft tot gevolg dat de concrete vertaling in ver-houding met het voor Tanthof
gemaakte Wijkbeheerplan minder tot zijn recht komt. Dat blijkt ook uit de
waardering die op de wijkmarkt is gegeven. Nog dit jaar wordt gewerkt aan een
wijkprogramma voor 2001 waarin de concretisering beter tot zijn recht zal
komen. Naast deze meerjarige plannen voor Tanthof en Voorhof zijn voor de
overige wijken Wijkactieplannen
gemaakt.
1.1 Doel
Wijkontwikkelingsplan en inhoud
Het
Wijkontwikkelingsplan Voorhof heeft het doel een visie op de gewenste sociale
en ruimtelijke ontwikkeling van Voorhof voor de middellange termijn ¾ drie tot zes jaar ¾ weer te geven. De ambitie daarbij is om de leefbaarheid te vergroten en veilig te
stellen. Voorhof moet een aantrekkelijke wijk zijn om te wonen, te werken en te
bezoeken. De maatregelen staan erin vermeld die de gemeente en andere
partijen in Voorhof gaan uitvoeren. Het betreft hier drie visies: een sociale
visie, een woonvisie en een ruimtelijke visie. Aan elke visie is een hoofdstuk
gewijd en daarin wordt ingegaan op een thema. Allereerst wordt per thema de
huidige situatie beschreven, vervolgens de situatie in 2007 en tot slot wordt
de gekozen aanpak beschreven die ertoe moet leiden dat de gewenste toekomstige
situatie wordt bereikt. In een apart hoofdstuk wordt tot slot nog apart
aandacht geschonken aan de wijkeconomie.
1.2 Hoe is het plan tot stand
gekomen?
Wijkbeschrijvingen
De eerste stap was het maken van
de Wijkbeschrijving Voorhof. Dat
rapport is een globale beschrijving van de huidige situatie op basis van
statistische gegevens en meningen van bewoners. De (concept) Wijkbeschrijving
Voorhof kwam in september 1999 gereed. Informatie in de Wijkbeschrijving is
onder meer gekregen door wijkpanels en -bijeenkomsten.
Wijkpanels en wijkbijeenkomsten
Bij het
maken van het Wijkontwikkelingsplan is ook geluisterd naar meningen van mensen
die in de wijk wonen en werken. Dit is gedaan door wijkpanels te houden.
Hiervoor is Voorhof in vier buurten verdeeld. Voor iedere buurt is een
wijkpanel samengesteld van ongeveer vijftien bewoners en ondernemers.
Onderzoeksbureau Intomart heeft deze bewoners en ondernemers geselecteerd op
basis van diverse kenmerken. Na de selectie uit het Bevolkingsregister zijn
deze personen telefonisch benaderd met de vraag of ze wilden deelnemen aan een
wijkpanel. De wijkpanels konden zo worden samengesteld dat ze een afspiegeling
van de bevolking vormden. Daarnaast zijn wijkbijeenkomsten georganiseerd voor
wijkbewoners, organisaties, en belangengroepen. Zowel de wijkpanels als de
wijkbijeenkomsten zijn twee maal gehouden, in juni en oktober 1999. De
resultaten van de bijeenkomsten en wijkpanels zijn in dit plan verwerkt.
Projectgroep Voorhof
Vervolgens
is een projectgroep Voorhof opgezet. De projectgroep bestaat uit onder andere
gemeentelijke diensten, de woningcorporaties, Stichting Welzijn en de politie.
Deze projectgroep is aan de slag gegaan met de wijkbeschrijving en de meningen
van bewoners. De projectgroep is opgesplitst in drie werkgroepen. Deze hebben
gewerkt aan respectievelijk het ontwikkelen van een visie op de sociale
ontwikkeling, op het toekomstige wonen en op de ruimtelijke ontwikkeling. De
laatste stap was het verzamelen van concrete maatregelen die de gemeente de
komende jaren wil gaan uitvoeren. Deze staan vermeld in een programma van
maatregelen, zie de bijlage, hoofdstuk 6. In dat programma zijn ook nieuwe
projecten en ideeën opgenomen die door de projectgroep of door bewoners zijn
aangedragen.
Inspraakreacties en wijkmarkt
Van 14 februari tot en met 31
maart konden bewoners van Delft/van de wijk Voorhof reageren op dit plan. In
deze inspraakperiode vond er een Wijkmarkt plaats op 28 maart. De reacties die
zijn binnengekomen op het Wijkontwikkelingsplan staan vermeld in bijlage 1. Ook
is aangegeven wat er met de reacties gedaan wordt/is. Een aantal reacties is
opgenomen in dit plan. Een hoofdstuk over wijkeconomie is toegevoegd nadat de
raadscommissie Leefbaarheid die wens had uitgesproken. Uit de enquête die op de
wijkmarkt is gehouden bleek dat prioriteit van bewoners ligt bij onderhoud
openbare ruimte en groen, veiliger maken van de flats en omgeving, aanpakken
verkeersonveilige plekken Voorhofdreef en extra verlichting op onveilige
plekken.
Bewoners betrokken
Het collegeprogramma en de nieuwe
gemeentelijke organisatie gaan er van uit dat de bewoners optimaal betrokken
worden bij het maken en uitvoeren van beleidsplannen. In het proces van het
maken van wijkplannen is in de eerste fase geprobeerd de inbreng en de mening
van de bewoners mee te laten wegen. Ook voor het vervolg, in dit geval overleg
over de uitvoering van de plannen en het actualiseren van de wijkprogrammas is
de bewonersinbreng van belang. Voor de komende tijd wordt gedacht aan een
klankbordgroep (belangenplatform) en bewoners- en overleggroepen per onderwerp /
uit te voeren maatregelen. Daarnaast wordt gedacht aan een éénmaal per jaar te
houden brede peiling in de wijken. De vorm daarvan is nog niet geheel
duidelijk.
2 SOCIALE VISIE
Huidige situatie
In
vergelijking met andere wijken van Delft wonen in Voorhof veel mensen van
buitenlandse afkomst. Voor de hele wijk is het percentage allochtonen ruim 33%, in sommige hoogbouwcomplexen is
hun aandeel groter. Met name Poptahof is een buurt die veel buitenlandse
woningzoekenden aantrekt. De meeste mensen zijn afkomstig uit Turkije, Marokko,
Irak en Suriname. Verder kent Poptahof een tamelijk grote Somalische
gemeenschap.
Veel
deelnemers aan de wijkpanels vinden de gemêleerde bevolking een positieve kant
van het wonen in Voorhof (en dan met name Poptahof). In het algemeen lijken de
verschillende groepen redelijk goed met elkaar te kunnen samenleven. Dit
betekent niet dat er geen problemen zijn. In de wijkpanels werd beweerd dat er
soms weinig begrip is voor elkaars
gewoonten. Dit geldt voor zowel Nederlanders als buitenlanders.
Het kost
sommige groepen veel moeite om te
integreren in de Nederlandse samenleving. Met name statushouders
waaronder veel gezinsherenigers en
gezinsvormers hebben het moeilijk.
Het overgrote deel van deze mensen zal in Nederland blijven. Het gaat hier om
definitieve inburgering met de bijbehorende specifieke problemen van kinderen,
jongeren, vrouwen, mannen en ouderen.
Er zijn weinig contacten tussen de verschillende
bevolkingsgroepen. Vaak wordt de communicatie bemoeilijkt doordat men
onvoldoende Nederlands spreekt. Mensen kennen elkaar niet. Ook instanties zijn
vaak onbekend met de behoeften van bewoners van buitenlandse afkomst.
Samen leven met verschillen in
2007
In 2007 hebben bewoners van Voorhof meer begrip van en voor elkaars
culturen. De verschillen in woongedrag worden geaccepteerd zolang deze niet
leiden tot overlast voor andere bewoners. Instanties kunnen allochtone bewoners
beter bereiken. Nieuwkomers, zoals vluchtelingen worden, met respect voor de
eigen identiteit, wegwijs gemaakt in de Nederlandse samenleving.
Aanpak
De
corporaties willen nieuwkomers beter opvangen. Hippolytus en Vestia hebben het
idee om in twee flats in Zuidoost een pilotproject 'Integratie nieuwkomers' te
starten, waarbij nieuwe bewoners intensief begeleid gaan worden. De
woonconsulent van de corporatie introduceert een bewoner in de nieuwe
woonomgeving en legt uit wat wel of niet kan. Ook brengt de woonconsulent oude
en nieuwe bewoners met elkaar in contact. Hippolytus en Vestia willen dit idee
verder onderzoeken.
In het
voorjaar van 1999 is gestart met het project
'Bezoekvrouwen'. Doelgroep zijn allochtone vrouwen. Onder begeleiding van
Stichting Welzijn Delft brengen drie vrouwen (van buitenlandse afkomst)
huisbezoeken aan andere buitenlandse vrouwen. Tijdens deze huisbezoeken leggen
ze contact, luisteren ze naar problemen en verwijzen eventueel door naar
instanties. De bezoekvrouwen kunnen een brug slaan tussen de verschillende
gemeenschappen en (zorg)instellingen. Het project zal voor een groot deel in
Voorhof worden uitgevoerd, omdat hier veel buitenlandse vrouwen wonen.
Uit de
wijkpanels kwam het idee om zo jong mogelijk met de integratie te beginnen. De
centrale opvang voor het basisonderwijs staat op dit moment net buiten Voorhof,
maar de bedoeling is deze op te nemen als onderdeel van de nieuwe buurtaccomodatie in Voorhof. De centrale opvangschool biedt
een volledig weekprogramma. Kinderen verblijven er ongeveer een jaar. Ook de kinderopvang kan een steentje bijdragen aan de integratie van
kinderen. Alle vestigingen van Octopus richten zich extra op buitenlandse
kinderen, ouders en personeel. Ze streven ernaar dat 18% van de kinderen in de
kinderopvang van allochtone afkomst is.
De eerste
generatie gastarbeiders bestaat inmiddels uit vijftigers en zestigers. Deze
nieuwe groep senioren heeft specifieke behoeften en problemen. Stedelijk is het
project Ondersteuning allochtone
ouderen gestart. Het afleggen van huisbezoeken of het ondersteunen van
familieleden die ouderen verzorgen (mantelzorgers), vallen onder dit project.
Verder ligt er het plan om personeel van verzorgingstehuizen bijscholing te
bieden. Zij moeten vertrouwd raken met de gewoonten en wensen van allochtone
ouderen. De activiteiten van dit stedelijke project worden in de wijken
uitgevoerd.
Er bestaat
in Voorhof een grote behoefte aan een activiteitencentrum
voor vrouwen. In de wijk zijn meerdere vrouwengroepen van uiteenlopende
nationaliteiten actief. Vrouwen komen in deze groepen bij elkaar voor allerlei
sociale en culturele activiteiten. De gemeente zoekt op korte termijn een
ruimte voor hen. Onderzocht wordt of het activiteitencentrum over enkele jaren
onderdak kan krijgen in het nieuwe wijkgebouw van Poptahof.
In
Poptahof zijn tamelijk veel huishoudens met schulden. Deze huishoudens kunnen
voor schuldsanering terecht bij ondermeer de Budgetwinkel. Begin 2000 start de
Budgetwinkel in samenwerking met ondermeer het Buurtwerk een pilotproject 'Voorlichting en hulp bij schulden'.
Door begeleiders aan te stellen kunnen ook wijkbewoners met schulden
ondersteund worden bij het oplossen van hun problemen.
Huidige situatie
Voorhof is
in de eerste plaats een woonwijk. Hiervoor is bij de bouw van Voorhof ook
bewust gekozen. Het achterliggende stedenbouwkundige concept ging uit van een strikte scheiding van wonen en werken.
De bedrijventerreinen die in Voorhof werden gepland, kwamen aan de randen van
de wijk te liggen, in een strook ten Westen van de spoorlijn. Ondanks deze fysieke
scheiding klagen bewoners toch over stank en bedrijfslawaai.
In Voorhof
is er vooral werkgelegenheid in de
dienstverlenende sectoren zoals detailhandel, gezondheidszorg en onderwijs.
In de wijk staan bijvoorbeeld enkele grote zorgcentra. Verder ligt het
winkelcentrum In de Hoven binnen de grenzen van Voorhof. Na de binnenstad is
dit de belangrijkste winkelconcentratie van Delft. In de winkels werken veel
mensen. Minder zichtbaar, maar zeker zo belangrijk, zijn de bedrijfjes aan
huis.
Ondanks
deze bedrijvigheid neemt het aantal arbeidsplaatsen in Voorhof af. In 1995
werkten er nog 3.996 personen in de wijk, drie jaar later was de
werkgelegenheid gedaald tot 3.264 personen (ongeveer 8% van de Delftse
werkgelegenheid). In dezelfde periode is de werkgelegenheid in de hele stad
licht gestegen. Ongeveer 20% van de
Delftse werkzoekenden woont in Voorhof (ruim 800 personen). Bijna een kwart
van de werkzoekenden in Voorhof is langer dan drie jaar werkloos. Zij komen
moeilijk aan werk. Hiervoor zijn verschillende redenen te geven: ze zijn laag
opgeleid, te lang uit het arbeidsproces of spreken onvoldoende Nederlands. Voor
deze groep heeft de gemeente de laatste jaren nieuwe trajecten ontwikkeld.
Daardoor kunnen mensen gemakkelijker gebruik maken van scholing, kinderopvang,
zorg en stages om uiteindelijk naar vrijwilligerswerk of werk bemiddeld te
kunnen worden.
Werk in 2007
Voorhof is in 2007 een wijk waar ook wordt gewerkt. Het aantal
arbeidsplaatsen is ten opzichte van 1999 niet afgenomen. In Voorhof is laag- en
ongeschoold werk in voldoende mate aanwezig. Voor werkzoekenden die moeilijk
aan regulier werk komen, bestaan er gesubsidieerde werkgelegenheidsprojecten in
de wijk. Er zijn mogelijkheden voor beginnende bedrijven (ook aan huis) en de
overlast (stank, lawaai, verkeer) van de bedrijventerreinen voor bewoners is minimaal.
Aanpak
De
bestaande werklocaties in Voorhof moeten voldoen aan de fysieke eisen die
bedrijven en klanten daaraan stellen. Naast fysieke maatregelen zet de gemeente
in op het creëren van zogenaamde gesubsidieerde werkgelegenheidsprojecten, met
als doel dat mensen een reguliere baan krijgen.
De fysieke maatregelen
Na ruim
dertig jaar beginnen de gebouwen en de openbare ruimte rond de
winkelvoorzieningen sporen van slijtage te vertonen. Een grote opgave is de modernisering van Winkelcentrum In de Hoven.
Plannen hiervoor worden gemaakt in combinatie met de herstructurering van
Poptahof. Verder liggen er verspreid over de wijk kleine winkelstrips die
momenteel minder goed functioneren. In de wijkpanels werd gesproken over het
vertrek van winkels. Voor hun dagelijkse boodschappen moeten bewoners steeds
verder lopen. Volgens deelnemers aan de wijkpanels wordt de vrijkomende
winkelruimte vaak verhuurd aan dienstverlenende bedrijfjes. De gemeente wil een
onderzoek naar de levensvatbaarheid van de winkelstrips uitvoeren. Op basis van de
uitkomsten zal ze haar strategie voor de kleine winkelconcentraties bepalen.
De vestiging van de Albert Heijn aan de Martinus Nijhofflaan zal
op afzienbare termijn uitbreiden. Voor deze vergroting van de winkel is al een
bouwplanprocedure doorlopen. Het wachten is op de eerste paal. Met de nieuwbouw
zal ook de parkeervoorziening in de omgeving worden opgeknapt en verbeterd. Op
het gebouw worden extra parkeerplaatsen gemaakt zodat in totaal meer plaatsen
worden aangelegd.
Ook de
bedrijventerreinen in Voorhof vertonen sporen van ouderdom. De gemeente kiest
voor het handhaven van de werkfunctie, maar vindt op sommige plaatsen
vernieuwing noodzakelijk. De grootste veranderingen zullen plaatsvinden in
Noordoost. Hier krijgt de werklocatie
rond de Röntgenstraat een andere positie omdat dit deel uitmaakt van het
Spoorprojectgebied. (Hier kan in ieder geval al vermeld worden dat de school
met volwasseneducatie de mogelijkheden onderzoekt de activiteiten te bundelen
met de school aan de Slauerhofflaan). Op de lange termijn kunnen op de
werklocatie Röntgenstraat nieuwe
kantoren en bedrijfsgebouwen worden gebouwd. Vast staat in ieder geval dat de
BMW-garage gaat verhuizen en dat het kantoorpand van Delft Instruments een
nieuwe gebruiker krijgt. Voor de andere locaties zet de gemeente in op een goed beheer van bedrijventerreinen. Dit
wil ze in de nauwe samenwerking met de ondernemers doen.
Tot slot
wil de gemeente de regels in het
bestemmingsplan versoepelen om een bedrijfje aan huis te beginnen.
Voorwaarde is dat zon bedrijf geen hinderlijke overlast voor de buurt
veroorzaakt. Dit beleid vraagt om een
aanpassing van het bestemmingsplan en gaat in de hele stad gelden. Het
aanpassen van bestaande bestemmingsplannen is een enorme klus, waarmee veel
tijd is gemoeid. Sinds 1997 zijn de bestemmingsplannen Hooikade/Zuideinde, Die
Delfgaauwse Weye en Wippolder geactualiseerd. In de planning voor de komende
jaren zal ook Voorhof aan de beurt komen.
In de
wijkpanels waren er klachten over het vrachtverkeer over ondermeer de
Vulcanusweg. Er bestaat het plan om op termijn bij Station Zuid een nieuwe
doorsteek aan te leggen. Het
vrachtverkeer hoeft dan niet meer over de Frederik van Eedenlaan. Naast deze
verkeersmaatregelen wil de gemeente ook afspraken met bedrijven maken om de
geluidsoverlast te beperken.
Werkgelegenheidsprojecten
De
gemeente wil een sluitende aanpak aan werkzoekenden bieden. Dit wil zeggen dat
iedere werkzoekende wordt begeleid richting scholing, betaald of onbetaald
werk. Het gemeentelijk beleid is vastgelegd in de nota Samen aan de slag.
Doel van het werkgelegenheidsbeleid is mensen op regulier werk te krijgen,
gesubsidieerd werk is daartoe een hulpmiddel. Een deel van de voornemens uit de
eerder genoemde nota moet op wijkniveau worden uitgevoerd. Zo kan gedacht
worden aan een combinatie van het
buurtbeheerbedrijf, het wijktoezicht en inzet Dienstenwinkel, ofwel
dienstverlening op beheer en wijkniveau. Een buurtbeheerbedrijf kan
bijvoorbeeld beheertaken overnemen van gemeente en corporaties. Een ander idee
is om wijkbewoners in te schakelen als buurtconciërge. Ook kan in dit verband
gedacht worden aan een experiment van stichting kinderopvang Octopus en de Dienstenwinkel.
De Dienstenwinkel wil haar diensten ¾ zoals
huishoudelijk werk, klussen in huis en tuin, boodschappenservice ¾ ook aanbieden aan ouders die hun kinderen naar Octopus
brengen.
Ook denkt
de gemeente ondermeer aan het begeleiden van startende ondernemers en aan een project kleinschalige (winkel)bedrijven. In het land zijn veel
voorbeelden bekend van dit soort projecten. De gemeente wil samen met andere
betrokken organisaties de mogelijkheden voor werkgelegenheidsprojecten onderzoeken.
Tot slot
wordt nader onderzocht of in de wijk Voorhof een speciale informatiepunt voor
werkzoekenden wenselijk is.
Huidige situatie
Veel
bewoners beschouwen Voorhof als een anonieme wijk. Dit heeft allereerst te
maken met de stedenbouwkundige opzet. Als compensatie voor de hoogbouw is er
relatief veel groen, maar daarop is weinig toezicht vanuit de woningen. De hoge
flats, de brede lanen en de massaliteit van het winkelcentrum zorgen voor een anonieme sfeer. Bewoners voelen zich
daardoor minder verantwoordelijk voor de woonomgeving. De openbare ruimte is
van iedereen en daardoor eigenlijk van niemand.
Ook de
opbouw van de bevolking verklaart de geringe betrokkenheid van bewoners. Tussen
de bevolkingsgroepen zijn weinig contacten. Op zichzelf is dit niet
problematisch: conflicten tussen bewoners komen relatief weinig voor. Het is
bovendien kenmerkend voor een stadswijk dat mensen hun sociale contacten niet
per definitie in hun woonomgeving zoeken. Problematisch wordt het pas wanneer niemand zich meer verantwoordelijk voelt
voor een schone en veilige woonomgeving. En die tendens lijkt in sommige delen
van Voorhof zichtbaar te worden.
De geringe
betrokkenheid geldt natuurlijk niet voor alle bewoners. Voorhof telt
bijvoorbeeld veel huurderscommissies
die belangrijke gesprekspartners zijn voor de gemeente en de corporaties.
Hoewel deze commissies voor alle huurders openstaan, zijn er weinig allochtone
bewoners lid van. Hun netwerken zijn vaak stedelijk georganiseerd.
Bewoners betrokken in 2007
Gemeente, corporaties en andere instanties betrekken bewoners
nadrukkelijker bij de inrichting en het beheer van de woonomgeving. Ze
luisteren naar de wensen van bewoners als ze beheer- en inrichtingsplannen
maken. Afhankelijk van het onderwerp wordt daarbij contact gezocht met alle
betrokken doelgroepen (gezinnen, ouderen, jongeren, allochtonen). Naast
meepraten werken bewoners ook zelf mee aan de leefbaarheid van hun wijk. Door
deze activiteiten leren bewoners elkaar kennen en voelen ze zich meer
betrokken.
Aanpak
De
wijkaanpak van de gemeente is de
belangrijkste manier om bewoners meer te betrekken bij de buurt. Kenmerkend
voor deze aanpak is het vraaggerichte
werken. Meer dan vroeger wil de gemeente haar beleid laten afhangen van de
wensen en problemen van bewoners. Afhankelijk van het onderwerp zal de gemeente
haar gesprekspartners zoeken. Een goed voorbeeld is het speelplekkenbeleid. Er is budget voor het opknappen van bestaande
speelplekken. Voor de participatie rond speelplekken worden ouders, kinderen en
jongeren benaderd.
Voor het
reguliere wijkbeheer zoekt de gemeente vaste gesprekspartners. Er is gestart
met een wijkoverleg. Aan deze
overleggroep nemen zowel bewoners als professionals deel. Een wens uit de
wijkpanels was de komst van een kwalitatief goede
wijkkrant.
Om
bewoners betrokken te maken is het ook van belang dat zij enige zeggenschap
hebben over hun woonomgeving. In het land zijn er veel voorbeelden van beheerprojecten door bewoners. De
gemeente Delft wil in Voorhof dergelijke projecten stimuleren.
In
Buitenhof wil Woningcorporatie Hippolytus voor twee complexen een Vereniging van Wijkeigenaren (VvW)
oprichten. Het idee van de VvW is niet helemaal nieuw. Het is gebaseerd op de
Vereniging van Eigenaren. Een verschil is dat zowel huurders als
eigenaar-bewoners deelnemen. Verder richt een VvW zich vooral op het beheer van
de woonomgeving en minder op de woningen. Als het project in Buitenhof slaagt
dan overweegt Hippolytus om over enkele jaren ook in Voorhof een Vereniging van
Wijkeigenaren op te richten. Met de herstructurering van het Minervaplein komt
dit gebied in aanmerking voor de opzet van een systeem van wijkaandelen.
Huidige situatie
Kinderen
en jongeren vragen, vanwege hun specifieke wensen en behoeften, om eigen
voorzieningen in de wijk. In Voorhof
wonen minder kinderen tot 15 jaar dan het stedelijk gemiddelde. Het aandeel
jongeren van 15 tot 25 jaar is iets hoger dan stedelijk. Dit wordt verklaard
door de grote populatie studenten in Voorhof. Een deel van deze groep maakt ook
gebruik van voorzieningen buiten de wijk. Dit in tegenstelling tot de groep van
15 tot 20 jaar, die veel meer op de wijk zelf is gericht.
Een deel
van de kinderen en jongeren heeft moeite
om mee te komen op school. Ze spreken de taal slecht of zijn weinig
vertrouwd met het Nederlandse onderwijssysteem. Dat geldt ook voor hun ouders,
die weinig contact hebben met de leerkrachten. Voor de begeleiding van deze
kinderen heeft de basisschool in Poptahof extra middelen gekregen. Sommige
kinderen redden het niet meer als ze op de middelbare school zitten. Ze raken
steeds verder achter op het onderwijsprogramma en kunnen zich moeilijk
handhaven. In het slechtste geval verlaten ze zonder diploma hun school.
Volgens de
wijkpanels is Voorhof geen vriendelijke wijk voor jongeren en kinderen. Dat
heeft vooral te maken met de stedenbouwkundige opbouw. Veel jongeren en
kinderen wonen in flats. In deze grootschalige woonomgeving zoeken ze ruimte om
te spelen en elkaar te ontmoeten. Dit stuit soms op weerstand bij andere
bewoners. Ook in Voorhof wordt geklaagd
over jongerenoverlast.
Jong in Voorhof in 2007
Voorhof is een wijk waar kinderen en jongeren graag wonen en waar ze
zich kunnen ontwikkelen. Er zijn goede speelvoorzieningen voor kinderen en
voldoende ontmoetingplekken (zoals trapvelden, skatebanen) voor jongeren. Ook
in diverse accommodaties zijn er activiteiten voor kinderen en jongeren.
Instellingen zoals scholen en kinderopvang hebben oog voor hun specifieke
wensen en problemen. Voor jongeren boven de 18 jaar is er goede huisvesting.
Aanpak
Voorhof
(en met name Poptahof) trekt veel buitenlandse woningzoekenden met kinderen
aan. Kinderen die nog maar net in Nederland wonen, spreken de taal slecht en
moeten wennen aan een vreemd land. Voor deze kinderen is er de Centrale opvang. Dit is een
onderwijsvoorziening waar leerlingen die korter dan een jaar in Nederland zijn,
een hele dag worden opgevangen. De Centrale opvang is een stedelijke
voorziening, maar (tijdelijk) gevestigd in
Buitenhof.
De gemeente zou graag zien dat
instellingen die zich bezighouden met de opvang, begeleiding en opvoeding van
kinderen veel meer gaan samenwerken met de basisscholen in Voorhof. Dit kan
uitmonden in de oprichting van een zogenaamde Vensterschool. In hetzelfde gebouw zijn dan diverse instellingen
gevestigd zoals kinderopvang, buitenschoolse opvang en basisschool. De volgende
zaken kunnen in een Vensterschool plaatsvinden:
· activiteiten
op sportief en cultureel gebied en bijvoorbeeld natuureducatie;
· voorschoolse
taal- en speelactiviteiten, oudercursussen en huiswerkbegeleiding;
· opvoedadvieswerk,
maatschappelijk en medisch preventief werk.
De
Vensterschool is voor de gemeente Delft allereerst een manier van werken. Het
is niet per se noodzakelijk dat alle instellingen in hetzelfde gebouw gaan
werken. Over de invulling van de Delftse
variant van de vensterschool wordt een onderzoek gestart. Het buurthuis van
Poptahof moet vernieuwd worden, waarbij voorlopig gedacht wordt aan de huidige
locatie van het Poptahonk, hoek van Aart van der Leeuwlaan en Martinus
Nijhofflaan. In het buurthuis moet ook ruimte komen voor peuteropvang en
buitenschoolse opvang. Met de basisscholen in deze omgeving van de wijk
ontstaat hiermee een Vensterschool. Financiële middelen zijn gereserveerd voor
de nieuwbouw.
Deze
Vensterschool krijgt een belangrijke functie in de wijk. Daarom is het zinvol
deze school op te nemen in het wijknetwerk
en intensief te laten samenwerken met het welzijnswerk en bijvoorbeeld de
jeugdhulpverlening. Verder wordt er naar gestreefd zoveel mogelijk
voorzieningen op een plaats te combineren. Dat is niet alleen effectief vanuit
het oogpunt van beheer, maar zo ontstaan ook nieuwe ontmoetingsplekken voor de
wijk.
Verspreid
over de wijk liggen verschillende peuterspeelzalen en centra voor kinderopvang. De gemeente wil het aanbod beter
afstemmen op de samenstelling van de bevolking. Er is nu een tekort aan
buitenschoolse opvang voor 8 tot 12 jarigen. Er vindt uitbreiding plaats van de hele dagopvang aan de Lodewijk
van Deijsselhof. De komende jaren zullen er ook verhuizingen plaatsvinden. De
Jac. P. Thijsseschool verhuist waarschijnlijk naar de Frederik van Eedenlaan.
Verder zal een groep buitenschoolse opvang van De Albatros verhuizen naar een
nieuwe locatie bij het (nieuwe) buurthuis van Poptahof. Het doel is een
gezamenlijke huisvesting met peuterspeelzaal Berend Botje.
Tot slot
wat basisonderwijs aangaat, drie scholen in Voorhof krijgen extra middelen om
de onderwijskansen van groepen kinderen te vergroten.
Naast
leren willen kinderen natuurlijk ook spelen. Bij kinderen van 6 tot 12 jaar is
het project 'Speelbal' erg populair. Kinderen kunnen hier op bepaalde tijden
terecht voor spelactiviteiten onder toezicht. Er zijn spelbegeleiders die
spelmateriaal aan de kinderen uitlenen. Volgens deelnemers aan de wijkpanels
moet deze speelvoorziening zeker blijven. In Poptahof wonen veel jongere
kinderen die nergens anders veilig op straat kunnen spelen. Bovendien komen
zowel Nederlandse als buitenlandse kinderen naar Speelbal. Hierdoor raken
kinderen spelenderwijs met elkaar vertrouwd.
Verspreid
over de wijk liggen nu uiteenlopende speelvoorzieningen en ontmoetingsplekken
voor jongeren. In verband met nieuwe veiligheidseisen moeten alle speelvoorzieningen worden aangepakt.
Onveilige of weinig gebruikte speelplekken wil de gemeente opheffen en in
buurten met een tekort kunnen op termijn nieuwe speelvoorzieningen komen.
Verder wil ze kijken of een betere verdeling over de wijk mogelijk is. Vanaf
2000 gaat de gemeente aan de slag. Ze wil samen met scholen, ouders, kinderen
en jongeren een speelplekkenplan maken.
Sport is
bij uitstek een manier om jongeren te betrekken bij de samenleving. Het is een
zinvolle vrijetijdsbesteding waarbij jongeren vaardigheden kunnen leren zoals
samenwerken in een team en omgaan met regels. Bovendien is sport voor veel
jongeren een uitlaadklep en geeft het zelfvertrouwen. De gemeente wil samen met
het jongerenwerk, sportverenigingen en andere partijen de informele sportbeoefening stimuleren. Informeel, omdat met name
allochtone jongeren weinig georganiseerd sporten. Het project heeft de naam Sport on the streets gekregen.
Het
laatste project dat hier wordt genoemd is het plan Knopen in de wijk. Dit stedelijke plan behelst dat de komende
vier jaar in iedere wijk van Delft een basisvoorziening
voor het welzijnswerk wordt gerealiseerd. Voorhof krijgt twee wijkcentra
met een nieuwe accommodatie in Poptahof (op de plek waar nu Poptahonk staat),
het oude buurthuis wordt dan afgebroken. In Poptahof komt ook een voorziening
voor jongeren met 32 uur voor jongerenwerk. Voor activiteiten voor tieners in
het wijkcentrum is 8 uur beschikbaar.
Huidige situatie
Voorhof
heeft relatief veel 65-plussers door de aanwezigheid van vier zorgcentra:
Abtswoude, Huize Stefanna, Delfshove en Marcushof. Vooral de groep 75-plussers
is toegenomen. Het aandeel ouderen ligt boven het stedelijk gemiddelde
(Voorhof: 20% en Delft: 13%).
De trend
is dat ouderen steeds langer zelfstandig
blijven wonen. Ze wensen een woning zonder trappen, goed toegankelijk en
comfortabel. In principe staan er in Voorhof voldoende woningen die geschikt te
maken zijn voor ouderen, maar op dit moment nog niet zijn. Het is onduidelijk
of het aanbod van producten en voorzieningen voldoende aansluit bij de
behoeften van ouderen.
Vitaal in 2007
Voorhof is een wijk waar ouderen tot op hoge leeftijd zelfstandig kunnen
wonen. Wonen, zorg en verpleging sluiten goed op elkaar aan. Daarbij leveren
ook de zorgcentra diensten aan ouderen in de wijk. Verder zijn er in Voorhof
ontmoetingsruimten waar ouderen kunnen deelnemen aan activiteiten gericht op
ontwikkeling en ontspanning.
Aanpak
Het is
onduidelijk of producten en voorzieningen voldoende aansluiten bij de wensen
van ouderen. Daarom is Stichting Ouderenwerk Delft (SOD) begonnen met het thuis bezoeken van alle Delftse ouderen
vanaf 70 jaar. Dit gebeurt in samenwerking met de gemeente Delft. Doel van
het huisbezoek is enerzijds informatie te verstrekken over allerlei zaken die
het de oudere makkelijker zouden kunnen maken om lang zelfstandig te
functioneren; anderzijds vergaren ouderenwerk en gemeente informatie over
wensen en behoeften van ouderen.
De indruk
bestaat dat in Voorhof veel ouderen in een sociaal isolement zijn
terechtgekomen. Om deze ouderen te kunnen helpen willen instellingen een signaleringsnetwerk opzetten. Een
signaal kan dan door iedereen worden gegeven aan een afgesproken centraal punt
in de wijk. Achter dat punt zit een netwerk van een aantal samenwerkende
instellingen. Deze bieden de betreffende oudere een zorgarrangement aan. Dit
voorstel is nader omschreven in de nota Activerend Armoedeprogramma.
Het aantal
allochtone ouderen neemt toe. Deze blijken moeilijker de weg te vinden naar
zorg- en verpleeginstellingen dan Nederlandse ouderen. Bovendien hebben ze door
een andere culturele achtergrond vaak specifieke wensen. Op initiatief van
Stichting Ouderenwerk Delft is voor deze groep het stedelijke project Ondersteuning allochtone ouderen
gestart.
Voor
ontspanning en ontmoeting zijn er onvoldoende voorzieningen in Voorhof. De
gemeente wil zich inzetten voor de uitbreiding van het aantal ontmoetingsruimten. Dat kan op
verschillende manieren. Zo zouden de corporaties in flats met veel oudere
bewoners aparte ontmoetingsruimtes op de begane grond kunnen bouwen.
Corporaties hebben hiervoor echter nog geen concrete plannen. Ontmoeting kan
ook in de vorm van een buurtacademie. Dit
is een voorziening waar wijkbewoners (jong en oud!) terecht kunnen voor
allerlei cursussen. Door te werken met certificaten en het stellen van eisen
moet een cursus aan de buurtacademie enige status krijgen. De buurtacademie kan
bijvoorbeeld een cursusaanbod speciaal voor ouderen opzetten. Daarbij kunnen
leden van Het Gilde een actieve rol
spelen. Leden van het Gilde zijn ouderen die hun kennis en kunde kosteloos
beschikbaar stellen aan mensen die daarin geïnteresseerd zijn. Het eerder genoemde Gilde kan
activiteiten of cursussen voor jongeren verzorgen. In het verlengde hiervan
kunnen Opa en oma projecten jong en
oud bij elkaar brengen. Natuurlijk mogen ook jongeren ouderen helpen,
bijvoorbeeld als vrijwilliger in een zorgcentrum. De gemeente wil dit soort
initiatieven stimuleren.
Huidige situatie
Voorhof
is een wijk met veel gestapelde woningen (88%) met een dichtheid van 53
woningen per hectare heeft Voorhof de
hoogste woningdichtheid van de Delftse wijken en een hoog aandeel
huurwoningen (66%). In het verleden behoorde zelfs 80% van de woningen tot de
huursector. Dit aandeel is afgenomen doordat de laatste jaren veel duurdere
huurwoningen zijn verkocht.
De
wijk is gebouwd in de jaren zestig, toen de woningnood groot was. Inmiddels
zijn veel woningen verouderd. Dit geldt vooral voor de woningen van de
corporaties. Een deel van de sociale huurwoningen zijn aangepast aan de eisen
van deze tijd, maar de corporaties werken er nog aan. De grootste opgave is om
de woningen in Voorhof aantrekkelijk te
maken voor verschillende doelgroepen en leefstijlen.
Flatwoningen
nemen een kwetsbare positie in op de Delftse woningmarkt. Woningzoekenden
krijgen een andere behoefte en op de woningmarkt wordt het aanbod verruimd. In
de regio worden de komende jaren grote nieuwbouwwijken (Vinex-locaties)
gebouwd. Hier komen woningen te staan
die ook voor Delftse huishoudens aantrekkelijk zijn. Door verhuizingen naar de Vinex-locaties zal het aanbod van
goedkopere flatwoningen en HAT-woningen groter worden. Op de lange termijn kan
hier leegstand ontstaan. Gezien de krapte op de Delftse woningmarkt ligt dit
(nog) niet voor de hand. Meer waarschijnlijk is dat bepaalde groepen hun kansen
op een flatwoning zien toenemen.
Deze
ontwikkeling is voor Voorhof een uitgelezen kans om zich beter te profileren op
de Delftse woningmarkt. Niet voor
iedere doelgroep is de wijk interessant. Gezinnen met een hoger inkomen trekken
naar een Vinex-wijk. Met name één-
en tweepersoonshuishoudens (starters en ouderen) en allochtone gezinnen
vestigen zich in Voorhof. De opgave
is om voor deze groepen een aantrekkelijk
woonmilieu te bieden. Om dit te bereiken is in sommige buurten een
intensieve opknapbeurt van de woningvoorraad nodig.
Woningvoorraad in 2007
Voorhof biedt in 2007 een aantrekkelijk woonmilieu voor
ouderen, startende één- en tweepersoonshuishoudens en allochtone gezinnen. Voor
de sociale huursector geldt dat de meeste complexen op een duurzame wijze zijn
gemoderniseerd en geschikt gemaakt voor een bepaalde doelgroep en de daarbij
behorende leefstijl. Hiermee is bij de woningtoewijzing rekening gehouden en
past een vorm van intensief beheer.
Voor Poptahof en Minervaplein is een ingrijpende aanpak gekozen. Duurzame herstructurering heeft hier geleid
tot nieuwe woonmilieus.
Aanpak
Voor
Poptahof wordt gewerkt aan een integraal herstructureringsplan,
hiervoor is een apart traject uitgezet. De wijk Poptahof is opgenomen in de
Delftse Ontwikkelingsvisie (1998). In het woongebied zal herstucturering vooral
gericht moeten zijn op sociale samenstelling van de bewoners en een
differentiatie van het woningaanbod. Over de planontwikkeling kan nu nog niet
veel worden gezegd. Hierover moet nog overleg plaatsvinden tussen de
woningcorporatie en de bewoners. De eigenaar van het aangrenzende winkelcentrum
en de kantoorflat Torenhove" heeft aangegeven dat hij mee wil werken aan
de herstructurering van dit gebied.
In
Voorhof Noordoost ligt het
herstructureringsgebied Minervaplein. Hier wil woningcorporatie Hippolytus
enkele zaken aanpakken, zoals de herinrichting van het parkeerplein en het
ombouwen van de Artemisflat voor 55-plussers. Bij de herstructurering wordt ook
de vervanging van het bestaande buurthuis meegenomen. Het postkantoor verliest
ook een deel van de bestaande activiteiten en is verkocht, zodat ook die locatie
een bijdrage kan geven aan de verbetering.
Verder
wordt gekeken of extra woningbouw en de aanleg van een park mogelijk is. Voor
de overige complexen in Noordoost is de strategie gericht op het in stand
houden en beheren.
Veel
flatwoningen in Voorhof Zuidoost zijn
de afgelopen jaren gerenoveerd. Daarom zijn hier de maatregelen vooral gericht
op in stand houden en beheer van de
woonomgeving. Jongeren en gezinnen krijgen daarbij de prioriteit. Complexen in
de omgeving van het Delflandplein worden eventueel geschikt gemaakt voor
senioren. In de reeds bestaande studentenflats blijft er sprake van intensief
beheer. Hier worden ook buitenlandse studenten gehuisvest die een korte studie
volgen aan TU-Delft.
Verder
bestaat deze buurt uit eengezinswoningen. Deze vormen een aantrekkelijk
woonmilieu voor gezinnen. De inzet is om dat zo te houden. Veel
eengezinswoningen worden bewoond door senioren. Vaak wonen ze hier al sinds de
bouw van Voorhof. Gemeente en corporaties spannen zich in om voor deze mensen
een aantrekkelijk alternatief elders in de wijk te realiseren. Op die manier
kunnen woningen vrijkomen voor gezinnen. In Zuidoost bestaan goede
mogelijkheden om te komen tot energiebesparing:
veel woningen zijn slecht geïsoleerd (onder ander een laag percentage dubbelglas).
Bij verbouw en/of nieuwbouw is het uitgangspunt dat duurzaamheids- en energiebesparingsmaatregelen zoveel mogelijk
integraal worden meegenomen.
In
Zuidwest is het woningbezit van
corporaties beperkt. Ook hier kiezen
de corporaties voor het instandhouden van hun bezit. Alleen op de locatie van zorgcentrum Marcushof is plaats voor
nieuwbouw. Dit is alleen mogelijk als Marcushof verplaatst kan worden naar
de binnenstad (Zuidpoort). Deze verplaatsing is nog onzeker. Indien deze
locatie vrijkomt, ontstaat onder meer ruimte voor bouw van luxe appartementen
en woningen voor ouderen. Verdere ontwikkelingen vinden plaats in de
particuliere huursector. Een particuliere verhuurder heeft circa 800 luxe
appartementen te koop aangeboden. De woningen die niet door de zittende
huurders worden gekocht, worden na hun verhuizing te koop aangeboden. Van de
800 woningen zijn er ongeveer 500 verkocht.
Op
de hoek van Aart van der Leeuwlaan en Martinus Nijhofflaan ligt al meerdere
jaren een bouwlocatie braak. Voor het gebied geldt een bestemmingsplan met een
uitvoeringsbevoegdheid voor B&W om een (kantoor)gebouw met een hoogte van 5
à 6 woonlagen te laten maken en een vloeroppervlakte van zon 2.500 tot 4.500
m2. Er zijn kandidaten voor het terrein.
Tenslotte ligt tussen het water
langs de zuidkant en de Kruithuisweg nog een strook waarvoor woningbouw in 1985
was voorzien. Herontwikkeling van dit gebied zal in de toekomst opnieuw
bediscussieerd worden, nu meer westelijk een tweetal vergelijkbare bouwlocaties
zijn voltooid. Een nieuw bestemmingsplan is dan noodzakelijk.
Huidige situatie
In
vergelijking met andere Delftse wijken scoort Voorhof redelijk op de veiligheidsgegevens. Twee onderdelen
scoren minder: het aantal agressieve delicten en de geluidsoverlast. Het aantal
agressieve delicten is vergeleken met de andere wijken vrij hoog. De
geluidsoverlast van buren is de afgelopen vijf jaren behoorlijk toegenomen,
terwijl dit in de andere wijken duidelijk is afgenomen.
De
wijkpanels die in Voorhof zijn gehouden geven een redelijk gunstig beeld van de
veiligheidsbeleving onder de bewoners. Daar staat een roep om meer toezichthouders bijvoorbeeld politie
of huismeesters tegenover. Vooral de anonieme sfeer in en rondom flats
ervaren deelnemers aan de wijkpanels als minder veilig. Sommige plekken in de
wijken worden s avonds eng gevonden, zoals het fietstunneltje naar Buitenhof en
winkelcentrum In de Hoven. Verder zijn er klachten over jongerenoverlast.
Veilige wijk in 2007
Voorhof is in 2007
een veilige wijk. Dit betekent ondermeer minder woninginbraken, agressieve
delicten en vandalisme en een afname van het aantal verkeersongevallen.
Bewoners van Voorhof hebben ook het gevoel dat ze in een veilige wijk wonen.
Het thema veiligheid vraagt om een integrale benadering.
Aanpak
In de stedelijke nota Veilig samenleven in Stad
en Wijk zijn vijf problemen genoemd die prioriteit krijgen: agressieve
delicten, alcohol en drugs, woninginbraken, jongeren en verkeersveiligheid.
Een veelbelovende aanpak voor nieuwbouw is het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Dit keurmerk geeft aan dat een
woning of woonomgeving voldoet aan bepaalde eisen voor sociale veiligheid,
inbraak- en brandpreventie. Ook voor de bestaande voorraad adviseert de politie
over de veiligheid van woningen. Het politiekorps Haaglanden wil samen met
bewoners en corporaties enkele flats toetsen aan de prestatie-eisen van het
keurmerk. Waarschijnlijk blijkt daaruit dat maatregelen nodig zijn om de
woning, het gebouw en de woonomgeving veiliger te maken. Om voor een
certificatie in aanmerking te komen moet er een goed beheerplan liggen voor het
complex en de omgeving.
Uit de wijkpanels bleek dat er behoefte bestaat
aan meer toezichthouders. Ook de politie erkent deze behoefte. Daarom wil ze
meer met wijkteams gaan werken. Ook
in Voorhof zal de politie een wijkteam formeren. Dit betekent niet dat het
aantal agenten wordt uitgebreid maar dat de betrokkenheid van de surveillant
bij de wijk wordt vergroot waardoor effectiever en efficiënter wordt gewerkt.
Een belangrijke functie is om voeling te houden met de wijk en signalen door te
geven aan collega's. Het houden van een spreekuur
voor wijkbewoners kan daarbij een
middel zijn. Meer toezicht kan ook door het inschakelen van huismeesters en
woonconsulenten in de flats.
Een veilige woonomgeving is goed verlicht. De
gemeente heeft een budget om de verlichting van enge plekken aan te pakken. Het
is echter te kostbaar om in de hele wijk de verlichting te verbeteren. Voor
donkere achterpaden is in veel gevallen de betreffende corporatie het
aanspreekpunt. Hierbij kan worden gedacht aan het toepassen van zogenaamde intelligente verlichting die in
werking treedt als iemand passeert en is tevens energie-efficiënt. De gemeente
roept corporaties op om dit probleem samen met hun huurders aan te pakken.
Huidige situatie
De
kwaliteit van de hoogbouwcomplexen is uiteenlopend, maar over het algemeen
redelijk. Met uitzondering van het complex van AWS Volkshuisvesting aan de
Willem Bilderdijkhof en het complex aan de Aart van der Leeuwlaan en de
Artemisflat, beide van Hippolytus, behoren de meeste appartementen van de
corporaties tot de goedkope woningvoorraad. Ze zijn vooral populair bij
allochtonen en starters.
In
het algemeen lijken bewoners van flats tevreden over de grootte van hun woning.
De uitrusting van de woningen is aan de sobere kant, maar dat wordt door de
meeste bewoners geaccepteerd. Kritiek is er wel op de gehorigheid. In Voorhof is burengerucht de afgelopen vijf jaar
toegenomen: 30% van huishoudens ervaart geluidsoverlast. Verder zijn er
klachten over het anonieme karakter van veel flats. Mensen kennen elkaar niet,
waardoor ze zich soms onveilig voelen. Daarnaast vormen de entrees een
probleem. Deze zijn vaak verouderd, kunnen niet worden afgesloten en stinken.
De
conclusie is dat Voorhof een wijk blijft met
veel hoogbouw. De opgave is om het woonklimaat in deze flats aantrekkelijk
te houden of te verbeteren, zodat deze voldoende aantrekkingskracht blijven
uitoefenen.
Comfortabel wonen in
2007
In 2007 zijn de meeste flats van de corporaties
gemoderniseerd en geschikt gemaakt voor bepaalde doelgroepen. Ze kunnen
daardoor goed de concurrentie aan. Het toezicht in de flats is verbeterd en als
bewoners elkaar willen ontmoeten dan zijn daarvoor de voorwaarden aanwezig.
Bewoners ervaren het wonen in een flat als een veilige en comfortabele
woonvorm.
Aanpak
Delen
van de complexen worden door de corporaties geschikt gemaakt voor bepaalde
doelgroepen en hun leefstijlen. In de Delftse woonkrant zullen deze woningen
een label krijgen, zodat alleen woningzoekenden uit de doelgroep reageren op de
advertenties.
De
corporaties zullen de komende jaren onderhouds-
en verbeterplannen voor een deel van de hoogbouwcomplexen uitvoeren. De
maatregelen hangen af van de onderhoudstoestand en de potenties van het
complex. Sommige flats (bijvoorbeeld de Artemisflat) worden geschikt gemaakt
voor ouderen. Dit betekent onder meer dat de flat een goede lift bezit en
gemakkelijk toegankelijk is voor mindervaliden. Bij de renovatie van een flat
kan ook de gehorigheid worden aangepakt. Ook moet rekening worden gehouden met
de veiligheidseisen volgens het Politiekeurmerk Veilig Wonen.
In
andere flats is de strategie gericht op intensief beheer. Dat beheer kan vorm
krijgen door bijvoorbeeld huismeesters of andersoortige woonconsulenten aan te stellen. Deze personen moeten voor bewoners
gemakkelijk aanspreekbaar zijn. Een huismeester bijvoorbeeld heeft zowel
sociale als fysieke taken. Hij (of zij) kan bemiddelen bij burenruzies en
nieuwe bewoners de huisregels uitleggen. Verder zorgt hij ervoor dat technische
klachten snel worden aangepakt. Hij onderhoudt contacten met andere werkers in
de wijk, zoals wijkagenten, medewerkers van de reiniging en het buurtwerk. Op
die manier ontstaat er een netwerk van bewoners en professionals die zich
inzetten voor een prettig woonklimaat in de hoogbouw.
Huidige situatie
Ogenschijnlijk
is de afvalinzameling een klein
onderdeel van het wonen in Voorhof. Het leeft echter sterk onder bewoners.
Tijdens de wijkpanels werd hierover
veel gesproken en verdient daarom speciale aandacht. Vooral in de flats gaat er
veel mis. Het scheiden van groente en tuinafval (GFT) werkt daar nog niet naar
behoren. Bewoners gooien gewoon afval in de groencontainers waardoor de inhoud
niet meer bruikbaar is om compost van te maken. Sommige allochtone bewoners
zouden niet goed raad weten met het scheiden van afval.
Ook
de inzameling van andere vormen van afval zoals oud papier en grof vuil,
verloopt niet naar wens. Sommige bewoners dumpen te vroeg of te laat hun afval
op straat of zetten het naast de vuilcontainers. Het duurt dan te lang voordat
de rommel wordt opgeruimd, met als gevolg dat de openbare ruimte vervuild
raakt. Op sommige plaatsen in Voorhof heeft de gemeente bij wijze van proef
ondergrondse afvalcontainers geplaatst. In de wijkpanels was hiervoor veel
waardering.
Afvalinzameling in
2007
In 2007 zijn er minder problemen bij de inzameling van afval
in Voorhof. Bewoners plaatsen op het juiste tijdsstip op de juiste plaats
buiten. Verder wordt opgetreden tegen bewoners die het niet nauw nemen met
regels. Door het plaatsen van ondergrondse containers zien de straten er
verzorgder uit dan vroeger.
Aanpak
Naar
aanleiding van de gehouden proef met ondergrondse afvalcontainers in Poptahof
heeft de gemeente na de evaluatie besloten om hiermee verder te gaan. De
komende jaren worden op meer locaties in Delft deze containers geplaatst.
Hiervoor is een budget beschikbaar. In overleg met corporaties en bewoners
worden de komende jaren bij verschillende flats in Voorhof ondergrondse containers geplaatst.
Verder
wordt onderzocht hoe het toezicht op
vervuilers kan worden verbeterd. Nu gebeurt dat uitsluitend door de
reinigingsinspecteurs van de gemeente. Door een nauwere samenwerking tussen beheerders van de woningcorporaties en
deze inspecteurs kunnen vervuilers sneller worden aangepakt. Een probleem
daarbij is dat in veel flats geen huismeesters zijn. De gemeente vindt daarom
dat de corporaties meer van dit soort mensen in dienst zouden moeten nemen.
Binnen
de nieuwe gemeentelijke organisatie zal een centrale
klachtenregistratie en behandeling komen voor alle klachten en meldingen
over de openbare ruimte. Hierdoor kan de gemeentereiniging beter en sneller
reageren op klachten over bijvoorbeeld zwerfvuil en illegaal afval.
Een
laatste voornemen is om de voorlichting
richting bewoners te verbeteren. Dit idee is afkomstig van de wijkpanels.
Volgens deelnemers van de panels zijn bewoners onvoldoende op de hoogte van het
systeem van afvalinzameling. De informatie in de Stadskrant wordt niet door
iedereen gelezen en begrepen. Gerichte informatie in verschillende talen of
afval-les op scholen zijn misschien effectievere middelen. De afval-les kan
bijvoorbeeld ook in de vorm van een gezamenlijke veegactie door kinderen en
medewerkers van de reiniging. Ook het plaatsen van een zogenaamde Retourette+ is een manier om het
scheiden van afval te bevorderen.
4. RUIMTELIJKE VISIE
4.1. Groen, openbare ruimte en spelen
Huidige situatie
Voorhof is
een van de eerste grote wijken van na de oorlog. Het stedenbouwkundige ontwerp
dateert van midden jaren vijftig. Als eerste is Poptahof ontwikkeld en gebouwd.
De rest van de wijk volgde eind van de jaren zestig en begin jaren zeventig.
Voorhof is als één geheel opgezet met als voornaamste kenmerken de
hoofdstructuur van de wegen en de vele hoge flats, die in een terugkerend
verkavelingpatroon (zogenaamde stempels) over de wijk verspreid liggen. Als
compensatie voor de flats heeft Voorhof veel openbaar groen gekregen.
In de
wijkpanels was veel waardering voor het groene karakter. Er was geen kritiek op
de hoeveelheid, maar wel op de inrichting en het gebruik. In Voorhof is vooral
veel kijkgroen te vinden. De inrichting nodigt niet uit om te spelen, te
wandelen of te sporten. Met andere
woorden: het groene karakter van Voorhof wordt onvoldoende benut. Het groen
zou voor woningzoekenden een reden moeten zijn om voor Voorhof te kiezen en
niet voor een andere wijk. Dat is nu nog niet het geval.
Niet alle
plantsoenen zijn ingericht als kijkgroen. Verspreid over de wijk liggen
speelplekken en trapvelden. Vanuit het perspectief van de gehele wijk lijken er
voldoende speelvoorzieningen te zijn. De knelpunten die in de wijkpanels zijn
genoemd gaan vooral over de spreiding en
de inrichting. In sommige buurten liggen speelvoorzieningen die nauwelijks
worden gebruikt, omdat daar nog weinig kinderen wonen. Rond de flats van
bijvoorbeeld Poptahof (waar veel kinderen wonen) is juist een tekort aan
speelplekken. Soortgelijke problemen gelden ook voor de ontmoetingsplekken en
trapvelden die voor jongeren zijn bestemd.
De
gemeente kiest voor een sober onderhoud van het groen. Daarbij is met name
aandacht voor het snoeien van struiken en
bomen. Er worden weinig bloemen geplant. In de wijkpanels werd
geconstateerd dat het groenonderhoud minder intensief gebeurt dan enige jaren
geleden. Verder wordt het schoonhouden van het groen en de overige openbare
ruimte als probleem gezien. Zwerfvuil waait in de struiken en naar
waterpartijen en wordt niet opgeruimd.
Groen, onderhoud en spelen in 2007
Het openbaar groen in Voorhof krijgt een grotere variatie in inrichting
en gebruik. Bij de inrichting vormen de behoeften van de bevolking het
uitgangspunt. Op de juiste plek liggen speelvoorzieningen voor kinderen, trap-
en sportveldjes voor jongeren en staan er bankjes voor ouderen. Het onderhoud
van het groen is over het algemeen sober. Brede groenstroken langs onder andere
de hoofdwegen worden weinig bezocht. Door ecologisch beheer is in deze stroken
een grote verscheidenheid aan planten en bloemen te vinden.
Aanpak
Omdat het
groen zon belangrijke kwaliteit is van Voorhof, wil de gemeente hier zuinig
mee omspringen. Dit is een belangrijk voornemen, want de druk om de groene
ruimte te gebruiken voor woningen en voorzieningen is groot. Op beperkte schaal is bebouwen wel mogelijk,
maar dan moet er wel sprake zijn van een verbetering van de ruimtelijke
structuur.
De
bruikbaarheid van het groen wordt groter als er speelplekken en
ontmoetingsplekken voor jongeren worden aangelegd en wandelroutes en bankjes
voor andere groepen (zoals ouderen). De gemeente wil voor Voorhof een speelplekkenplan ontwikkelen. Hierin
komt te staan welke plekken worden opgeheven, welke een andere invullingen
krijgen en waar nieuwe speel- of ontmoetingsplekken komen.
Er moeten veilige en aantrekkelijke
looproutes komen. Ook tussen de
zorgcentra en de winkelvoorzieningen kunnen
veilige routes worden aangelegd. Deze moeten begaanbaar zijn voor ouderen
die slecht ter been zijn of in een rolstoel zitten. Als pilot wil de gemeente met de bewoners van een zorgcentrum de
knelpunten in de openbare ruimte inventariseren en waar mogelijk aanpakken.
Denk daarbij aan de aanleg van oversteekplaatsen, goed onderhouden trottoirs en
voldoende banken.
Mensen
willen zich veilig voelen in het groen en de overige openbare ruimte van
Voorhof. De inrichting moet daarom sociaal veilig zijn. Dit kan op
verschillende manieren. Bij de aanleg van speel- en ontmoetingsplekken wordt
gekeken of er voldoende toezicht
vanuit woningen is. Verder moet de beplanting rond deze plekken niet te dicht
begroeid en te hoog zijn. Ook bij wandelroutes en fietspaden is sociale veiligheid een belangrijk
criterium. Naast voldoende verlichting zal de gemeente tijdig de struiken langs
de routes snoeien.
De wens om
het groen meer kleur en variatie te
geven wil de gemeente serieus nemen. Binnen de beperkte inrichtingsbudgetten is
het mogelijk om bepaalde plekken op te sieren met bloemen en bloembollen.
Gedacht kan worden aan de middenbermen van de hoofdontsluitingswegen en
locaties die veel mensen aantrekken zoals het winkelcentrum of de scholen.
Wellicht kunnen ook andere partijen zoals corporaties of winkeliers een
financiële bijdrage leveren aan het opfleuren van de openbare ruimte. Er moeten
tevens afspraken over het beheer worden gemaakt.
Groenstroken
met weinig gebruikswaarde kunnen wel waardevol zijn voor de natuur. Langs
verschillende doorgaande wegen en langs vaarten wil de gemeente ecologische zones en natuurvriendelijke
oevers ontwikkelen. De ervaring leert dat bewoners vaak wantrouwig staan
tegenover ecologisch beheer. Mensen zien het vaak als een bezuinigingspoging.
Goede voorlichting over de ecologische zones is daarom erg belangrijk.
Huidige situatie
Drie
belangrijke verkeersaders van Delft lopen langs Voorhof: Westlandse weg,
Provinciale weg en Kruithuisweg. Woningen langs deze wegen ondervinden
geluidshinder van het drukke verkeer. Dwars door Voorhof lopen de Voorhofdreef
en de Papsouwselaan. Deze vormen samen een grote
barrière voor het langzame verkeer. Andere kenmerken van de
verkeersstructuur zijn de brede wegen, de heldere opzet en goede voorzieningen
voor openbaar vervoer.
Als
gekeken wordt naar de verkeersveiligheid dan scoort de wijk minder goed ten
opzichte van de andere Delftse wijken. Ook deelnemers aan de wijkpanels vonden
de verkeersveiligheid een groot probleem. Er zijn bijvoorbeeld veel klachten
over te hard rijdende autos op de Voorhofdreef. Voor voetgangers zouden er te weinig veilige oversteekplaatsen
zijn. De hinder blijft niet beperkt tot de hoofdontsluitingswegen.
Ook in de
woonbuurten wordt op sommige plaatsen te hard gereden. Verkeersveiligheid is
vooral in het geding op de Papsouwselaan en de Martinus Nijhofflaan, waarbij de
voetgangersoversteek tussen Konmar en
postkantoor als zeer gevaarlijk wordt gezien. Op korte termijn is hiervoor geen
budget beschikbaar. Verder is een extra auto-ontsluiting voor Poptahof gewenst,
vanwege de geïsoleerde ligging van deze buurt. Wellicht kan er een nieuwe (gelijkvloerse)
aansluiting op de Provinciale Weg komen.
Een punt
van aandacht is het voor fietsers gevaarlijke punt bij de kruising Vulcanusweg
en Frederik van Eedenlaan. Ook punt van aandacht is het pad langs het spoor dat
nu gebruikt wordt om te fietsen.
Verder is
er op sommige locaties sprake van parkeeroverlast.
De grootste problemen spelen zich af rondom winkelcentrum In den Hoven. Veel
bezoekers verkiezen een gratis parkeerplaats in een woonstraat boven betaald
parkeren op het parkeerdek van het winkelcentrum.
Verkeer in 2007
Voorhof is goed bereikbaar per auto, fiets en openbaar vervoer. De
verkeersveiligheid is in 2007 verbeterd ten opzichte van 1999. Dit betekent dat
het aantal verkeersongevallen is afgenomen. Om dit te bereiken zijn de
woongebieden van Voorhof ingericht als 30 km-gebied en zijn meer veilige
oversteekplaatsen gekomen. Verder is de hinder van verkeerslawaai afgenomen.
Aanpak
De
gemeente geeft de komende jaren het verbeteren van de verkeersveiligheid hoge
prioriteit. De woon- en verblijfsgebieden van Voorhof worden ingericht als 30 km-gebieden. Andere maatregelen zijn
de aanleg of het verbeteren van oversteekplaatsen en het aanpakken van
onveilige kruispunten.
Verder
worden de voorzieningen voor fietsers verbeterd.
In de jaren zeventig is Delft begonnen met de aanleg van een fietspadennetwerk. Een deel van dat
netwerk ligt in Voorhof. In het Fietsactieplan zijn verschillende veel
gebruikte routes aangewezen, die de gemeente de komende jaren wil verbeteren.
Enkele van deze fietsroutes gaan door Voorhof. Een andere manier om het
fietsgebruik te stimuleren is het plaatsen van stallingen bij voorzieningen die
veel fietsers trekken. In Voorhof zijn dat vooral het station en het
winkelcentrum In den Hoven. De gemeente heeft geld gereserveerd om de
stallingsmogelijkheden bij het station te verbeteren.
De parkeerproblematiek op sommige plaatsen in Voorhof vraagt om veel aandacht. Dergelijke
problemen kunnen op verschillende manieren worden aangepakt. De aanpak zal
afhangen van de specifieke situatie. Mogelijke maatregelen zijn het plaatsen
van verbodsborden, het invoeren van
betaald parkeren of parkeervergunningen voor bewoners. Er moet voldoende toezicht zijn op de naleving,
anders is het effect gering. Tot slot kan de gemeente afspraken maken met
bedrijven en instellingen die veel (vracht)autos trekken. Afgesproken kan
worden dat het bedrijf zijn personeel stimuleert om voor andere vormen van
vervoer te kiezen.
Een ander
probleem is de hinder van verkeerslawaai. In de wijkpanels werd voorgesteld om
de betreffende woningen te isoleren.
De gemeente kan de geluidsisolatie van woningen alleen subsidiëren als de
wettelijke normen worden overschreden. Dat lijkt in Voorhof alleen het geval te
zijn voor een honderdtal woningen langs de spoorlijn. Verder zijn de
mogelijkheden van de gemeente beperkt. De corporaties kunnen wel maatregelen
nemen. Zo kan de geluidsisolatie een onderdeel zijn van de verbeterplannen die
de corporaties voor haar complexen uitvoeren.
Er wordt
onderzoek verricht naar de verkeersintensiteit van de Voorhofdreef en de
Papsouwselaan om te komen tot maatregelen zodanig dat deze straten de functie
van wijkontsluitingsweg krijgen. Dit heeft echter een relatie met maatregelen
op verkeersgebied op stedelijk niveau. Als gevolg van het Station-Zuid project
kan hier gemeld worden dat de Vulcanusweg met de Tanthofdreef verbonden wordt,
zodat zwaar verkeer niet meer door de woonbuurt hoeft. Autos zullen vooral te
maken krijgen met een mogelijke andere
verkeerscirculatie via de Voorhofdreef en een 30 km-regime in de woonbuurt.
Vrachtautos zullen via de Tanthofdreef geleid worden, zodat de Frederik van
Eedenlaan ontlast wordt en het vrachtverkeer op de Minervaweg kan afnemen. Bij
Station Zuid moet P+Rruimte in de studie meegenomen worden.
Geluidsoverlast
van de Kruithuisweg zal de komende jaren bij het groeien van het autoverkeer op
deze weg in de gaten gehouden moeten worden. De Provinciale Weg is wat rustiger
geworden met de aanleg van de A4, maar zal met verandering van verkeerscirculatie
op de Voorhofdreef wellicht wat drukker worden. Snelheidsveminderende maatregelen en stil asfalt zijn mogelijke
ingrepen. Wat de Kruithuisweg betreft behoort dat tot de bevoegdheid van de
provincie en voor de Provinciale Weg geldt dat de gemeente daarvoor
verantwoordelijk voor is.
Huidige situatie
Voorhof is
eigenlijk een waterrijke stedelijke polder. Er spelen twee problemen.
Allereerst laat de kwaliteit van het oppervlaktewater te wensen over. Via de
gemalen komt het verontreinigde water uit de Schie en de Buitenwatersloot in
Voorhof terecht. Dit vuile water zorgt voor sterke algengroei, vuile
waterbodems en stank. Een ander probleem is de waterbeheersing. Bij hevige
regenval is er onvoldoende buffer voor de opvang van het water.
Naast
water is energie een thema voor duurzame wijkontwikkeling. In opdracht van de
gemeente heeft INBO het energiegebruik in Voorhof onderzocht. Uit dat onderzoek
blijkt dat het isolatieniveau van 21% van alle woningen slecht is. Van de
koopwoningen is zelfs de helft slecht geïsoleerd; het beeld voor de
huurwoningen is gunstiger. Ook de manier van verwarmen is door INBO onderzocht.
Poptahof en de meeste flats van Zuidoost zijn aangesloten op de wijkverwarming,
de flats in Zuidoost maken gebruik van blokverwarming. De meeste
eengezinswoningen beschikken over een CV-installatie. Bij de herstructurering
van Poptahof geldt een hoog ambitieniveau voor
duurzaamheid in de wijk. Dit betekent ondermeer extra aandacht voor duurzaam
bouwen en energiebesparing en het zo mogelijk realiseren van een zogenaamde
0-energieflat. Dit is een flat die voor wat het energiegebruik betreft geheel
zelfvoorzienend is.
Duurzame wijkontwikkeling in 2007
De kwaliteit van het oppervlaktewater in Voorhof is in 2007 aanzienlijk
verbeterd. Verder is binnen de wijk een grotere bergingscapaciteit gekomen,
zodat het regenwater beter kan worden opgevangen. Door energiebesparende
maatregelen verbruiken de bewoners van Voorhof minder energie. Een deel van de
energiebehoefte wordt gedekt door duurzame energiebronnen.
Aanpak
Duurzame
wijkontwikkeling behelst meer dan energie en water, maar met name deze themas
kunnen op wijkniveau worden aangepakt. Het gangbare milieubeleid (verwoord in
het Duurzaamheidsplan 3D) geldt ook voor Voorhof en hoeft daarom niet extra in
het Wijkontwikkelingsplan aan de orde te komen
De
gemeente streeft naar een gezond en
veerkrachtig watersysteem in Voorhof. Dit kan op verschillende manieren
worden bereikt. Zo kan de inlaat van het vervuilde water uit de Schie en
Buitenwatersloot worden gestopt en vervuilde waterbodems worden gebaggerd. De
waterkwaliteit verbetert ook door de aanleg van een bepaald soort rietvelden,
die het water op een natuurlijke manier zuiveren. Een veerkrachtig watersysteem
vraagt verder om voldoende bergingscapaciteit. Deze wordt vergroot door de
aanleg van een bergingsplas of de inrichting van natuurvriendelijke oevers.
De
corporaties willen verschillende complexen in Voorhof renoveren en
moderniseren. Veel woningen zijn slecht geïsoleerd. Bij de renovatie kunnen
allerlei energiebesparende maatregelen worden toegepast zoals dubbel glas, dakisolatie en gevelisolatie. In een rapport dat INBO voor de
gemeente Delft heeft geschreven, zijn de mogelijkheden voor energiebesparing
uitgebreid beschreven. Met name in de koopsector valt er nog veel milieuwinst
te halen. De gemeente gaat woningeigenaren stimuleren om deze ideeën in de
praktijk te brengen.
Momenteel
loopt er een energiebesparingproject waarbij medewerkers worden ingezet die in
het kader van dit werkgelegenheidsproject, worden omgeschoold tot energieconsulent. Zij kunnen dan kleine
bedrijven en vanaf 1 januari 2000 ook huishoudens adviseren over
energiebesparing. Voor energieadvisering wordt binnen afzienbare tijd door het
Rijk een aantrekkelijke subsidie verleend. Het idee is om ook hiervoor
werkzoekenden uit Voorhof te benaderen.
Naast
energiebesparing richt de gemeente zich op een toename van duurzame
energiebronnen. Over twintig jaar moet 15% van de stedelijke energiebehoefte
worden gedekt uit duurzame energiebronnen zoals zonne-energie, wind en biogas. Uit het INBO-onderzoek blijkt dat
er in Voorhof met name kansen liggen voor zonneboilers en warmtepompen. Met de
laatste techniek wordt het verwarmde water tijdelijk opgeslagen onder de grond.
Bij een grotere vraag wordt het water weer opgepompt. Die techniek is met name
interessant voor flatgebouwen met een collectieve verwarmingsinstallatie.
Zonneboilers kunnen het beste in eengezinswoningen worden geplaatst.
Langs de
Kruithuisweg en Provinciale weg liggen ecologische zones die tot de
hoofdstructuur van de stad behoren. Het beheer danwel de herinrichting van deze
zones, waarin doorgaande fietsroutes liggen, zal met betrokken partijen vorm
moeten krijgen. Zelfregulering is hierbij een invalshoek.
5. DE
WIJKECONOMIE
Dit
hoofdstuk heeft relatie met hoofdstuk 2.2 Werk in de buurt .
Bedrijvigheid en werkgelegenheid
Het
gemeentelijk kantoren- en bedrijfsterreinenbeleid tot 2010 heeft de volgende
doelstellingen voor de bevordering van
de werkgelegenheid in de stad:
· Netto
toename van minimaal 4.500 arbeidsplaatsen, daarvan ruim 70% bestemd voor hoger
opgeleiden.
· Oriëntatie
op bedrijvigheid die hoogwaardig en kennis intensief is, en voldoet aan het Delfts profiel.
· Tot 2010
voldoende nieuwe bedrijfsterreinen (3,6 ha per jaar ) en kantoorlocaties (
10.000 m2 per jaar) om aan de gemiddelde vraag te voldoen.
In de nota
Ontwikkelingsvisie Delft 2025 wordt aangegeven dat kleinschalige kantoren
en bedrijven ¾ 100 à 150 m2 en incidenteel tot 500 m2 ) op de ruggengraat van de wijk mogelijk moet
worden gemaakt. In de wijk Voorhof
wordt de ruggengraat gevormd door de Westlandseweg, Papsouwselaan en de
Voorhofdreef en tramlijn 1.
In de nota wordt het volgende over winkelvoorzieningen in de wijk geschreven:
· Vrijheid
van vestiging van kleine winkels ¾ tot 150
m2 ¾ in passende panden verspreid in
de buurten. Koppeling aan een woonhuis is mogelijk.
· Wanneer
leegstand van winkels dreigt, dan is vestiging van niet-detailhandelsfuncties
in de dienstverlenende of verzorgende sfeer mogelijk.
· Stimuleren
van collectieve verbeteringsplannen voor kansrijke buurtwinkelcentra.
· Versterken
van buurtwinkelcentra op de ruggengraat.
· Geen
intensivering van het overdekte winkelaanbod in In de Hoven. Dit zou de
binnenstad te veel beconcurreren.
Aan de
ruggengraat kunnen tevens sociaal-maatschappelijke functies en cultuurcentra
worden gekoppeld.
Concreet
voor de wijkeconomie van Voorhof betekent bovenstaand beleid het volgende: Torenhoven handhaven als
kantoorlocatie en langs de voornoemde ruggengraat bedrijfsachtige ontwikkelingen
toestaan, daar waar dat mogelijk is.
Detailhandel
In de nota
Structuurvisie voor detailhandel 1997-20007 Delft Kennis van Zaken staat het
beleid over wijk- en buurtwinkel
voorzieningen beschreven.
Het beleid
richt zich op het handhaven van de voorzieningen in de buurtwinkelcentra. Wat
het toekomstperspectief van winkelcentrum In de Hoven ¾ 16.500 m2 verkoop
vloeroppervlak ¾ betreft, is deze als goed
te typeren.
De
branchering en verdeling van dagelijkse (o.a. etenswaren) en niet dagelijkse
goederen (o.a. kleding) is redelijk tot goed. Er zijn goede
parkeervoorzieningen en het winkelcentrum is goed bereikbaar.
Wel is het
winkelcentrum aan vernieuwing toe, de interne routing is niet goed en de
uitstraling is verouderd. Bovendien is het winkelcentrum teveel naar
binnengericht. Het overdekte winkelcentrum kan samen met de winkels aan de
Papsouwselaan en andere (zakelijke en dienstverlenende) functies, in de
toekomst veel meer het karakter van een wijkcentrum vervullen. Dit wijkcentrum
kan dan het hart van de wijk vormen, zowel functioneel als fysiek Een substantiële uitbreiding van de
winkelvoorzieningen is hierbij niet wenselijk.
De
winkelvoorzieningen in het Noordoostelijk deel van Voorhof, Westlandseweg,
hoeven niet versterkt te worden.
De
kleinschalige winkelvoorzieningen aan de Multatuliweg ¾ 600 m2 verkoop vloeroppervlak ¾ zijn zeer kwetsbaar en hebben gezien omvang en
samenstelling een ongunstig toekomstperspectief. Handhaving van deze
voorzieningen is, vanwege het ontbreken van voldoende draagvlak en de grote
concurrentie in de wijk, op termijn niet goed mogelijk.