Concept Meerjaren-subsidie-overeenkomst Sportfondsenbad Delft
De ondergetekenden,
1. De gemeente Delft, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door J.P. Torenstra, wethouder o.a. sport en recreatie, daartoe gemachtigd door de burgemeester, H.M.C.M. van Oorschot, hierna te noemen "de gemeente";
2. De naamloze vennootschap N.V. Sportfondsenbad Delft, gevestigd te Delft, te dezen krachtens haar statuten rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heren F.M.M. Waser en Th.J. Sloots, respectievelijk voorzitter en lid van de Raad van Beheer, hierna te noemen "de vennootschap";
3. De naamloze vennootschap Sportfondsen Nederland N.V., gevestigd te Amsterdam, te dezen krachtens haar statuten rechtsgeldig vertegenwoordigd door J.W.M. van der Lee, algemeen directeur, hierna te noemen "SFN";
in aanmerking nemend:
- dat op 15 oktober 1934 werd opgericht de vennootschap, waarvan SFN enig aandeelhouder is;
- dat volgens artikel 2 van haar statuten het doel van de vennootschap is het stichten, doen stichten en/of exploiteren van zwembaden en andere sport- en recreatie accommodaties, alles in de ruimste zin;
- dat de vennootschap de accommodaties 'Sportfondsenbad', gelegen aan de Weteringlaan 1 te Delft en “Zwem- en squashcentrum Delft” gelegen aan de Clara van Sparwoudestraat 2 te Delft in eigendom heeft en exploiteert overeenkomstig het doel waarvoor de accommodatie is bestemd en ingericht;
- dat de gemeente het een maatschappelijk belang acht dat voor de Delftse bevolking een kwantitatief en kwalitatief goed aanbod van zwemwatervoorzieningen aanwezig is;
- dat in de gemeente Delft de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten van kracht is, op grond waarvan de gemeente maatschappelijke activiteiten subsidieert; dat de gemeente aan de vennootschap jaarlijks subsidie verleent op basis van de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten voor het instandhouden van de zwemwatervoorziening in beide accommodaties;
- dat de gemeente aan de vennootschap zekerheid wil verschaffen met betrekking tot het subsidiebeleid ten aanzien van de vennootschap over een periode van vier jaar;
- dat tussen de gemeente en de vennootschap financiële en andere regelingen bestaan, die in onderstaande overeenkomst zijn vastgelegd, voor zover de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten daarin niet voorziet;
- dat het wenselijk is om de hiervoor bedoelde afspraken in deze overeenkomst te regelen;
komen overeen als volgt:
Artikel 1.
Contractperiode
1. Deze overeenkomst is aangegaan voor een periode van vier jaar, ingaande op 1 januari 2000 en eindigend op 31 december 2003.
2. Vóór 31 december 2002 treden partijen met elkaar in overleg over een eventuele voortzetting van deze overeenkomst na 31 december 2003.
Artikel 2.
Opdracht van de vennootschap
De vennootschap is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de exploitatie, van de genoemde zwemwater voorzieningen, waarvoor de gemeente subsidie verleent.
Artikel 3.
Vrijwaring, verzekering
De vennootschap vrijwaart de gemeente tegen alle aanspraken -in welke vorm of onder welke benaming ook gedaan -die de vennootschap zelf of derden tegen de gemeente zouden kunnen doen gelden als gevolg van het hebben, het gebruiken of het doen gebruiken van de accommodatie, in verband waarmee de vennootschap verzekeringen zal sluiten tegen de schade, die voor de vennootschap zou kunnen ontstaan op grond van haar wettelijke aansprakelijkheid jegens de gemeente of jegens derden.
Artikel 4.
Overleg
Ten minste één maal per jaar zal overleg plaatsvinden tussen de gemeente en de
vennootschap, over de uitvoering van deze overeenkomst.
Artikel 5.
Gemeentelijke subsidie
1. De gemeente verleent gedurende de looptijd van deze overeenkomst jaarlijks een budgetsubsidie aan de vennootschap met inachtneming van het bepaalde in de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten alsmede met inachtneming van het bepaalde in deze overeenkomst.
2. De vennootschap dient overeenkomstig het bepaalde in de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten voor het eerst uiterlijk op 1 mei 2000 formeel een aanvraag om subsidie in over het daaropvolgende exploitatiejaar.
3. De vennootschap hanteert voor de beide accommodaties een gescheiden financiële administratie wat tot uiting komt in een jaarrekening, exploitatiebegroting en subsidieaanvraag.
4. Door het indienen van de begroting en een afrekening, voorzien van een accountantsverklaring, wordt aan het bepaalde in artikel 3.2, tweede lid, van de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten voldaan.
5. De gemeente verleent over het jaar 2000 maximaal f 404.789 voor “Sportfondsenbad” en ƒ. 177.306,= voor “Zwem- en squashcentrum Delft” subsidie aan de vennootschap.
6. Het subsidiebedrag als bedoeld in het vijfde lid wordt gedurende de looptijd van deze overeenkomst jaarlijks aangepast aan het prijsaanpassingspercentage voor subsidies, zoals dit door de gemeenteraad bij de begrotingsbehandeling voor het nieuwe jaar wordt vastgesteld, voor het eerst op 1 januari 2001.
7. Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 4.2 lid 5 van de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten, vinden op initiatief van de vennootschap (markt)onderzoeken plaats naar de wensen van de bezoekers. De frequentie en de omvang van deze onderzoeken worden bepaald door de vennootschap.
Artikel 6.
Toegankelijkheid, openstellingstijden en tarieven.
1. De vennootschap draagt er zorg voor dat de openstellingstijden en de gehanteerde tarieven zodanig zijn dat de accommodatie voor een breed publiek toegankelijk is.
2. Verhoging van entreetarieven voor school- en verenigingsgebruik met meer dan het door de gemeenteraad vastgestelde stijgingspercentage, als bedoeld in artikel 5, lid 6 van deze overeenkomst, behoeft de goedkeuring van de gemeente.
Artikel 7.
Garantie voor financiers
Zolang de vennootschap voor de accommodaties verplichtingen heeft uit overeenkomsten van geldleningen, welke door de gemeente zijn gegarandeerd of waarvan de goedkeuring door de gemeente blijkt uit medeondertekening door de gemeente, kunnen de partijen de verplichtingen voortvloeiende uit de onderhavige overeenkomst niet tussentijds beëindigen, tenzij de gemeente deze verplichtingen jegens de financieringsinstellingen geheel van de vennootschap overneemt en de gemeente verklaart, deze schuld niet op de vennootschap te zullen verhalen.
Artikel 8.
Vormen van reserveringen
1. Burgemeester en wethouders verlenen aan de vennootschap toestemming als bedoeld in artikel 6.2, tweede lid onder f, van de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten voor het vormen van een exploitatie reserve en een onderhoudsreserve.
2. De exploitatie reserve van de vennootschap mag een maximale omvang hebben van 10% van de exploitatiekosten van de betreffende begroting of jaarrekening.
3. Een eventueel batig of negatief exploitatiesaldo van de vennootschap zal verrekend worden met de exploitatie reserve als bedoeld in het eerste lid. Voorwaarde is dat een negatieve saldo in beginsel in het daarop volgende jaar wordt ingelopen.
4. Een resterende exploitatie reserve en onderhoudsreserve op 31 december 2003, blijft ter beschikking van de vennootschap.
Artikel 9.
Beëindiging exploitatie
1. Bij beëindiging van de exploitatie zal op basis van het gecumuleerde exploitatieresultaat een eindafrekening plaatsvinden tussen de vennootschap en de gemeente.
2. In de exploitatietekorten respectievelijk exploitatie-overschotten zullen dan mede zijn begrepen de baten en lasten van de vennootschap welke in verband met de afbouw of beëindiging van de exploitatie optreden. Ook de kosten van de door SFN te verrichten werkzaamheden in verband met de beëindiging van de exploitatieactiviteiten van de vennootschap worden als exploitatiekosten ten laste van de vennootschap gebracht.
3. Een eventuele resterende exploitatiereserve en onderhoudsreserve bij het einde van de exploitatie, zoals bedoeld in artikel 8 eerste lid, wordt onder aftrek van 5% van de reserves, volgens de laatst geldende exploitatieresultaat ten gunste van de gemeente gebracht.
Artikel
10. Considerans
Het gestelde in de considerans wordt geacht deel uit te maken van de overeenkomst.
Artikel 11. Geschillen
1. Elk geschil betreffende de totstandkoming, de uitleg of de uitvoering van deze overeenkomst, alsmede elk ander geschil terzake van of in verband met deze overeenkomst, hetzij juridisch, hetzij feitelijk, zal ter beslechting aan de bevoegde rechter te Amsterdam worden voorgelegd, voor zover de wet niet anders bepaalt.
2. Partijen kunnen overeenkomen dat een geschil, als in voorgaand lid bedoeld, wordt onderworpen aan een arbitrage volgens een op te maken akte van compromis en dat daarover een bindend advies wordt gevraagd.
3. In het geval het geschil de gemeente en de vennootschap betreft wijzen beide partijen in bedoelde gevallen een persoon aan als lid van de arbitrage-commissie. De beide gekozen leden kiezen gezamenlijk een voorzitter van de commissie.
4. Een geschil is aanwezig indien een der partijen zulks in een aangetekende brief aan de wederpartij kenbaar maakt.
Aldus overeengekomen en in drievoud getekend, Delft ................ 2000.
Gemeente Delft,
.............................................. J.P. Torenstra, wethouder o.a. sport en recreatie.
N.V. Sportfondsenbad-Delft
................................................... F.M.M. Waser, voorzitter Raad van beheer
................................................... Th. J. Sloots, lid Raad van beheer
Sportfondsen Nederland N .V.
.................................................... J.W.M. van der Lee, algemeen directeur.