Bewonerswerkgroep BinnenStad
Noord
t.a.v. de heer J.T.
Gravesteijn
Rietveld 81
2611 LH Delft
(datum)
Geachte heer Gravesteijn,
In antwoord op uw brief van
27 oktober jl. over ons ‘werkdocument voor het Delfts Ontwikkelingsprogramma
(DOP)’ geven wij u hierbij onze zienswijze.
U geeft aan dat er een nader
onderzoek loopt naar grondwateroverlast in de Binnenstad en dat dit binnenkort
zal resulteren in een pakket maatregelen.
Reactie:
De binnenstad van Delft waarvoor u aandacht vraagt, heeft een zeer belangrijke
plaats in het Delfts Ontwikkelingsprogramma. De resultaten van het door u
beschreven onderzoek worden dan ook met belangstelling afgewacht. Mocht dit
onderzoek leiden tot aanbevelingen om bepaalde extra maatregelen te treffen om
eventuele nadelige gevolgen van grondwaterfluctuaties te beperken of op te
heffen, dan zal op dat moment besluitvorming plaatsvinden.
U stelt verder voor om bij
de verbetering van de openbare ruimte in de binnenstad meer ruimte te creëren
voor de jeugd van 8 t/m 16 jaar.
Reactie:
Uw aandacht voor deze groep jongeren, is terecht. Het jongerenbeleid is een
belangrijk onderdeel van het themaprogramma ‘leefbaarheid’ in het DOP. De
huidige situatie is dat de gemeente samen met de verschillende partijen in de
stad de met de jongeren geconstateerde knelpunten in actieplannen gaat
omzetten. Indien dit mocht leiden tot de uitvoering van bepaalde maatregelen in
het noordelijk gedeelte van de binnenstad, dan zal uiteraard contact met uw
werkgroep worden gezocht, alsook met omwonenden.
Ook vraagt u de gemeente bij
stedelijke vernieuwingsprojecten meer rekening te houden met ‘de bestaande
structuur van de omgeving’. U wijst hierbij op de ‘renovatie van de bestaande
gedifferentieerde woningvoorraad’ waarin wonen en werken kan worden
gecombineerd en u wijst hierbij als voorbeeld op het Doelengebied in de
binnenstad.
Reactie:
Handhaving van de bestaande gedifferentieerde woningvoorraad in de binnenstad
is een van de belangrijkste uitgangspunten van het in het DOP opgenomen
gebiedsgerichte programma ‘binnenstad’. Het gesubsidieerd complexgewijs
aanpakken van panden in het kader van integrale particuliere woningverbetering
is in het huidige tijdsgewricht en gezien de situatie in Delft echter niet
(meer) aan de orde. De gemeente heeft daarom gekozen voor het toespitsen van de
subsidie particuliere woningverbetering op de meer gebiedsgerichte projectmatige aanpak van de binnenstad en enkele
herstructureringsgebieden. Deze aanpak is inmiddels uitgewerkt in het kader van
het Binnenstadsmanagement. Uw werkgroep is (en wordt) hierbij betrokken.
U vraagt zich tenslotte af
hoe de gemeente kan bereiken dat de (groei van de) automobiliteit wordt beperkt
terwijl zij tegelijkertijd het aantal winkelende toeristen wil stimuleren.
Reactie:
Er kan inderdaad een zekere spanning tussen beperking van de automobiliteit
enerzijds en een stijging van het aantal winkelende toeristen anderzijds
optreden. De gemeente Delft wil zich daarom richten op een beïnvloeding van het keuzegedrag van toeristen met
betrekking tot de wijze van vervoer waarmee zij naar Delft komen. De gemeente
tracht de fietsvoorzieningen te optimaliseren (fietsactieplan) en het openbaar
vervoer te verbeteren en tegelijkertijd het gebruik van de auto te beperken. De genoemde beleidsuitgangspunten maken
daarom in onderlinge samenhang deel uit van het in het DOP opgenomen
themaprogramma’s ‘mobiliteit’ en ‘economie’. Deze samenhang zal in het DOP meer
worden benadrukt.
Samenvattend
Wij zien uw reactie als een
ondersteuning van het stedelijk vernieuwingsbeleid, zoals weergegeven in ons
werkdocument voor het DOP. Het was voor ons aanleiding om de tekst ervan
enigszins aan te scherpen op de volgende punten:
· samenhang tussen de themaprogramma’s ‘economie’ en
‘mobiliteit’
· de gebiedsgerichte projectmatige verbetering van
panden
· meer ruimte voor de jeugd van 10-19 jaar
Wij danken u hartelijk voor uw reactie.
Hoogachtend,
Burgemeester en Wethouders
van Delft,
secretaris,
burgemeester,