Aan het college van Burgemeester en Wethouders

van de Gemeente Schipluiden

Postbus 1

2636 ZG Schipluiden

                                                                                                            (datum)

 

Geacht college,

 

Op 2 november jl. ontvingen wij uw reactie op ons werkdocument voor het Delfts Ontwikkelingsprogramma (DOP). Wij stellen uw reactie op dit stuk bijzonder op prijs.

 

U geeft in uw reactie aan dat u kiest voor een goede samenwerking tussen uw en onze gemeente als het gaat over de ontwikkeling van de locatie Harnaschpolder. U verwijst hierbij naar het convenant uit 1991 dat mogelijk binnenkort verlengd zal worden. Tenslotte geeft u aan dat het overleg over deze samenwerking reeds gestart is.

 

In het bovengenoemde werkdocument hebben wij aangegeven dat de gemeente Delft tot ongeveer 2007 kan voorzien in haar behoefte aan bedrijventerreinen. Ook is aangegeven dat de locatie Harnaschpolder tegen die tijd in ontwikkeling genomen zou moeten kunnen worden. ‘Gezien de ligging kan hier sprake zijn van hoogwaardige, kennis- en arbeidsintensieve bedrijven’, staat er verder. Voorts wordt in het werkdocument verondersteld dat Delft minstens tot 2005 vooruit kan met de woningbouwprogramma’s op haar huidig grondgebied.

 

De hierboven aangegeven passages zijn in het werkdocument opgenomen omdat de binnenkort in werking tredende wet Stedelijke Vernieuwing van ons eist dat er in het Ontwikkelingsprogramma een ‘doorkijk’ wordt gegeven naar de periode na 2005. Zoals u weet, speelt de problematiek van de ruimtenood van de gemeente Delft binnen haar huidige grenzen op deze termijn een belangrijke rol.

 

Wij zijn dan ook verheugd met uw reactie over de Harnaschpolder en zullen de betreffende passages aanpassen in die zin dat wordt gerefereerd aan het reeds opgestart constructief overleg tussen uw en onze gemeente over de Harnaschpolder, het VDD-terrein en de Voordijkshoornse polder. Wij delen uw conclusie dat in onderlinge samenwerking reeds nu een basis moet worden gelegd voor een toekomstige herontwikkeling van dit gebied, waarbij rekening wordt gehouden met stedelijke belangen. Wij gaan er daarbij van uit dat de resultaten van onze samenwerking bij de opstelling van het Ontwikkelingsprogramma voor het volgende ISV-tijdvak (2005-2010) kunnen worden opgenomen. Zij zouden wat ons betreft zelfs kunnen uitmonden in onderlinge grondruil en/of een grenscorrectie.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en Wethouders van Delft

 

secretaris,                                   

 

burgemeester,