Kosten en
dekkingen deelprogramma bodemsanering en bodemonderzoek
Veronderstellingen: |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
1 |
Financiering gedeeltelijk uit het WBB budget,
rest zie aanname 6 |
|
|
|
||||||
2 |
Voorlopige raming is exclusief risico opslag |
|
|
|
|
|
|
|||
3 |
Ambitie 2e tijdvak ligt op 90% van het 1e
tijdvak |
|
|
|
|
|
||||
4 |
Kosten alg. achtergrondkwal. bodem,
onderzoeksprogramma en raamsaneringsplan verwerkt in 'algemeen' |
|||||||||
5 |
Kosten sanering puntlocaties woonwijken
bestaat uit onderzoek (NO, SP etc.) en de sanering zelf |
|||||||||
6 |
Dekking restant: 40% gemeente, 58% derden, 2%
corporaties |
|
|
|
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Geraamde kosten |
|
|
|
|
|
Totaal |
2005 |
Totaal |
||
|
|
|
2000 |
2001 |
2002 |
2003 |
2004 |
1e tijdvak |
2009 |
|
1 |
Woonwijken |
395 |
329 |
1.479 |
1.479 |
1.479 |
5.159 |
4.644 |
9.803 |
|
|
|
Algemeen (onderzoek + (raam)sanering) |
115 |
115 |
145 |
145 |
145 |
665 |
|
|
|
|
Sanering uitweg |
65 |
|
|
|
|
65 |
|
|
|
|
Sanering Delfgauwse weg 64-80 |
|
|
333 |
333 |
333 |
1.001 |
|
|
|
|
Onderzoek en sanering Scheepmakerij |
83 |
83 |
500 |
500 |
500 |
1.666 |
|
|
|
|
Onderzoek en sanering Oostsingel 151-152 |
131 |
131 |
500 |
500 |
500 |
1.762 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Spoorzone |
6 |
6 |
45 |
5.545 |
5.545 |
11.148 |
10.033 |
21.181 |
|
|
|
Algemeen (onderzoek + sanering) |
6 |
6 |
45 |
5.545 |
5.545 |
11.148 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Binnenstad / Zupo |
4.266 |
4.266 |
4.259 |
425 |
425 |
13.640 |
12.276 |
25.917 |
|
|
|
Algemeen (onderzoek + (raam)sanering) |
95 |
95 |
125 |
125 |
125 |
565 |
|
|
|
|
Sanering Zuidpoort |
3.833 |
3.833 |
3.833 |
|
|
11.500 |
|
|
|
|
Onderzoek en sanering Doelengebied |
338 |
338 |
300 |
300 |
300 |
1.575 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
TU terrein |
121 |
1.288 |
1.312 |
1.312 |
145 |
4.178 |
3.760 |
7.938 |
|
|
|
Algemeen (onderzoek + sanering) |
106 |
106 |
145 |
145 |
145 |
648 |
|
|
|
|
Onderzoek en sanering Thijsseweg |
15 |
1.182 |
1.167 |
1.167 |
|
3.530 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
Schie-oevers |
306 |
306 |
45 |
45 |
45 |
748 |
673 |
1.421 |
|
|
|
Algemeen (onderzoek + sanering) |
306 |
306 |
45 |
45 |
45 |
748 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal |
5.093 |
6.194 |
7.140 |
8.807 |
7.640 |
34.874 |
31.387 |
66.261 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Geraamde opbrengsten /
dekking |
|
|
|
|
Totaal |
2005 |
Totaal |
|||
|
|
|
2000 |
2001 |
2002 |
2003 |
2004 |
1e tijdvak |
2009 |
|
1 |
Gemeente |
1.933 |
2.373 |
2.458 |
3.124 |
2.658 |
12.545 |
11.290 |
23.835 |
|
|
|
div. planexploitaties |
1.933 |
2.373 |
2.458 |
3.124 |
2.658 |
12.545 |
11.290 |
|
2 |
Provincie / Haaglanden |
262 |
262 |
996 |
996 |
996 |
3.512 |
3.160 |
6.672 |
|
|
|
Provincie (Wbb) |
262 |
262 |
996 |
996 |
996 |
3.512 |
3.160 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Rijksoverheid |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
|
4 |
Derden |
2.802 |
3.441 |
3.563 |
4.530 |
3.853 |
18.190 |
16.371 |
34.561 |
|
|
|
bijdragen proj. ontw. |
2.802 |
3.441 |
3.563 |
4.530 |
3.853 |
18.190 |
16.371 |
|
5 |
Corporaties |
97 |
119 |
123 |
156 |
133 |
627 |
565 |
1.192 |
|
|
|
bijdragen corporaties |
97 |
119 |
123 |
156 |
133 |
627 |
565 |
|
|
Totaal |
5.093 |
6.194 |
7.140 |
8.807 |
7.640 |
34.874 |
31.387 |
66.261 |
· Toelichting deelprogramma geluidhinder:
In
het jaar 2000 is f. 487.900,- beschikbaar voor geluidwerende
gevelvoorzieningen, in het jaar 2001 een bedrag van f. 365.500,- en in het jaar
2002 een bedrag van f. 438.600,-. Op basis van afspraken tussen Delft en
Pijnacker wordt het budget voor 2000 en 2001 voor Delft ingezet en het bedrag
voor 2002 voor Pijnacker.
Indien
per woning gemiddeld f. 18.000,- wordt besteed aan de bouwkundige maatregelen,
kunnen dan in 2000 ca. 27 woningen worden gesaneerd en in 2001 ca. 20 woningen.
Totaal dus 47 te saneren woningen in Delft in twee jaar tijd.
De straten waarlangs De wegen
ten gevolge
de te saneren
woningen waarvan
een hoge
zich bevinden: geluidsbelasting
wordt ondervonden:
Brasserskade Vrijenbanselaan
Curacaostraat Vrijenbanselaan
Vrijenbanselaan Vrijenbanselaan
Wateringsevest Wateringsevest
Westvest Westvest
Sint Jorisweg Sint
Jorisweg
Groenlandselaan Stalpaert
van de wieleweg
Hugo van Rijkenlaan Stalpaert
van de Wieleweg
Oostsingel Oostsingel
Poortlandplein Mijnbouwstraat
Delfgauwseweg Rijksweg
A13
2000: aantal
woningen Geluidsbelasting
in 1986 resp. in 2010
Brasserskade 3
66 66
Curacaostraat 1 67 66
Vrijenbanselaan 7 67-68 65-66
Oostsingel 15 67 63
Groenlandselaan 1 66 61
Hugo van Rijkenlaan 2 66 61
2001:
Wateringsevest 1 66 63
Westvest 22 65-66 65
2003:
Poortlandplein 1 66 65
Sint Jorisweg 7 64-65
64-65
Delfgauwseweg 13 65-73 65-69
Vrijenbanselaan 18 66-68 66
tabel: De Prioriteitstelling voor de
geluidssaneringswoningen voor het jaar 2000 en later.
_________________________________________________________________________________
In het
kader van het integraal veiligheidsbeleid worden de volgende pilot-projecten
verder uitgewerkt:
· koppeling zorgteams scholen en Openbaar Ministerie
· Politie keurmerk Veilig Wonen
· Veilig Uit en Thuis in Delft
· Veiligheidsparagrafen in de wijkplannen
· Verkeersveiligheid
· uitwerking van een communicatiestrategie
(bedragen x f. 1.000,-)
Het financieel overzicht
laat een verschil zien tussen de geraamde investeringen en de verwachte
dekkingen (verdeeld over de diverse bij de stedelijke venieuwing in Delft
betrokken partijen). Over het eerste tijdvak (2000 t/m 2004) is dit ‘berekend
tekort’, voor alle programma’s bij elkaar, ongeveer 107 mln. gulden. Wij achten
dit tekort gerelateerd aan de totale opgave alleszins aanvaardbaar. Het tekort
moet worden gedekt door extra bijdragen of subsidies. De te verwachten
ISV-bijdrage is naar verwachting niet voldoende om dit tekort in zijn geheel te
dekken. Wij zullen daarvoor ook (het ISV-gedeelte van) de zgn. EZH-gelden en
van de Bouwfonds-gelden inzetten. Er zal desondanks een klein tekort aanwezig
blijven. Een tekort waarvoor wij zoals aangegeven in hoofdstuk 1 actief zullen
zoeken naar aanvullende (externe) financieringsmogelijkheden.
Legenda overzicht lokaties themaprogramma wonen
________________________________________________________________________
Opening
De heer Torenstra
(wethouder gemeente Delft) heet de aanwezigen welkom. Na een korte
uiteenzetting over de nieuwe wetgeving over het Investeringsbudget Stedelijke
Vernieuwing (ISV) gaat hij in op de situatie in Delft. Delft heeft weliswaar
een goede startpositie doch toont ambitie om de toekomstwaarde van de stad te
vergroten en eventuele bedreigingen het hoofd te bieden. Het Delfts
OntwikkelingsProgramma (DOP) kent met name vanwege de spoorzone en de aanpak
van de TU-wijk een verhoudingsgewijs grote opgave, die qua breedte en zwaarte
vergelijkbaar is met de door VROM tot nu toe aangewezen ‘rechtstreekse’
gemeenten. Voor deze programma’s wordt reeds rechtstreeks met het Rijk
samengewerkt. Dit is dan ook de reden dat Delft doorgaat met haar lobby om op 6
oktober as. door de Tweede Kamer als ‘rechtstreeks’ te worden aangewezen.
Wethouder Torenstra geeft hierbij aan dat de gemeente Delft niet zit te wachten
op ‘afroming’ van de ISV-gelden door de provincie ZH.
De gemeente Delft heeft een open bestuursstijl, waarin open
discussies met ‘de stad’ plaatsvinden. De heer Torenstra wijst in dit verband
op de stimulering van relatienetwerken in het kader van Delft Kennisstad, het
Beleidsplan Wonen, de binnenstads- en wijkaanpak, de ombouw van het
gemeentelijk apparaat tot een extern gerichte organisatie (NEON), alsmede op
het onderwerp van vanavond: het werkdocument voor een Delfts
OntwikkelingsProgramma. De heer Torenstra gaat ervan uit dat door de open wijze
van overleggen een goede basis zal ontstaan voor een gezamenlijk draagvlak en
(vooral) een gezamenlijke aanpak.
Inleiding
De heer Kolthek
(directeur Gerrichhauzen en Partners) stelt zichzelf voor als gesprekleider van
vanavond. Hij geeft aan dat het goed gaat met Delft en dat de uitdaging is het
Rijk te verleiden tot bijdragen op grond van een goed programma en een goede
lokale samenwerking met innovatieve en spannende elementen. Vervolgens zet hij
uiteen dat acties nu, het wensbeeld van de stad in 2025 niet moeten blokkeren.
Het DOP moet daarom een logische verbinding leggen tussen huidige acties
(projecten) en het toekomstig wensbeeld (stadsvisie). Hierbij gaat het niet
zozeer om het ‘hoe’ maar meer om het ‘wat’. Ook is het belangrijk om meer
‘vraaggericht’ en minder ‘aanbodgericht’ te opereren. In dit verband vindt hij
bijvoorbeeld het fenomeen ‘commissie extern’ een interessante Delftse vinding.
Tenslotte wijst de heer Kolthek erop, dat er een in zijn
ogen zeer waardevol programma op tafel ligt, dat echter niet mag ‘verstillen’.
Het DOP moet leiden tot een vervolgproces, waardoor alle betrokkenen
uiteindelijk trots zijn op het eindresultaat.
Hoofdlijnen werkdocument
De heer de Jong
(Projectbureau Stadsontwikkeling, gemeente Delft) licht aan de hand van sheets
toe wat de aanleidingen waren om het werkdocument op te stellen: de
vaststelling van de Ontwikkelingsvisie 2025 in 1998; de nieuwe wetgeving en de
wens om alle plannen op een rij te zetten. Daarna gaat hij kort in op de twaalf
‘prestatie-velden’ van het ISV-beleidskader, waar het werkdocument op gebaseerd
is. Vervolgens gaat hij in op de hoofdlijnen van het werkdocument: de
sterkte-zwakte analyse, de stadsvisie, de vijf themaprogramma’s (en de
bijbehorende deelprogramma’s) en de vijf gebiedsgerichte programma’s (met
deelprogramma’s). In het werkdocument is ervoor gekozen om de te bereiken
(maatschappelijke) effecten thema-gewijs te formuleren. Deze effecten zijn nu
nog ‘inventariserend’ weergegeven. Hierin zal -mede naar aanleiding van de
workshops- nog een prioritering worden aangebracht. Ook geeft hij aan dat de
workshops een beeld moeten gaan opleveren van welke thema-programma’s het
belangrijkst worden gevonden. Voor het onderling verband tussen thema- en
gebiedsgerichte programma’s wijst hij op de matrix, zoals getoond en opgenomen
is in het werkdocument (pag. 37). In de vijf gebiedsgerichte programma’s slaan
beleid en investeringen neer in concrete resultaten. Tot slot licht dhr. de
Jong de hoofdlijnen toe van de financiële paragraaf die momenteel nog verder
wordt uitgewerkt en zal worden toegevoegd aan het DOP.
Dop in een notedop
De heer Arts
(Gerrichhauzen en Partners) geeft vervolgens aan dat het DOP op een A4 is samen
te vatten. Hij geeft (met een sheet) aan dat het programma voor 2000-2005 is:
·
Kantoorontwikkeling: 50.000 m2, Delft Centraal en Zuid
·
Bedrijfsterreinen: 18 ha, TU-zuid, Schie-oevers
·
Infrastructuur: spoor, parkeergarages rand
binnenstad, brug over de Schie
·
Herstructurering: 500 woningen sloop, 1100 nieuw,
700 verkoop en 4000 opplussen
·
Differentiatie: 430 stadswoningen
Zuidpoort/Doelen, 1500 in de Spoorzone
·
Leefbaarheid: buurtaccommodaties, brede school
Hij geeft aan de workshops in overweging om bij de
investeringsstrategie in de prioriteitstelling het volgende te overwegen:
·
het
sociaal-economisch rendement
·
het
multiplier-effect van investeringen
Vervolgens licht de heer Arts -naast de workshop-indeling-
de vragen toe die aan de workshops worden voorgelegd:
1. wat mist u in de
sterkte-zwakte-analyse en de stadsvisie?
2. wat zijn volgens u de belangrijkste
programma’s en wat zijn de belangrijkste te bereiken effecten?
3. wie moet wat gaan doen?
Workshops
Groep 1 (voorz. De
heer Arts, secr. mevr. Spaas)
In de sterkte-zwakte-analyse en de stadsvisie werden de volgende zaken gemist:
·
Doortrekken
van de A-4 (bouwen provinciale weg)
·
Bedrijfsterrein
: meer werkgelegenheid voor laaggeschoolden creëren
·
Telewerken
in de wijken (internetaansluiting voor iedereen)
·
Spreidingsbeleid
migranten
·
Kinderen
als doelgroep
·
Behoefte
aan sociale woningbouw
·
Regionale
afstemming
·
Ambitieniveau
en richting
·
Keuze
GroteStedenBeleid of ISV
De volgende programma’s en effecten werden belangrijk
gevonden:
·
Aanpakken
“ eenzijdige “ wijken (zowel Poptahof als VINEX locaties)
·
Beleidsvisie
Voorhof (sloop)
·
Thema
Leefbaarheid totaal inpassen in het DOP
·
Mobiliteit
: extra investeringen openbaar vervoer
·
Vensterschoolprogramma/wijkgericht
werken
Samenvattend is in groep 1 sterk naar voren gekomen dat er
in het Ontwikkelingsprogramma meer aandacht besteed moet worden aan het thema
leefbaarheid. Dit onderwerp speelt sterk bij belangengroepen en wijkbewoners.
Groep 2 (voorz. De
heer van der Bie, secr. de heer Freie)
De samenstelling van de groep was enigszins aselect, dwz veel
vertegenwoordigers van de kant van woonconsumenten en corporaties. Dit bepaalde
sterk de aandachtspunten.
Wat wordt gemist:
·
de
visie is te veel intern gericht
·
eenzijdigheid
is geen reden dat de kwaliteit van een woonwijk beneden de maat is
·
afstemming
van de Delftse programma’s afstemmen op de regio? Versus : een beetje
competitie is gezond
·
hoe om
te gaan met startende bedrijven
·
de
welzijnsparagraaf is nog te abstract/niet telbaar
Wie moet wat doen:
·
veel
corporatiebezit betekent een grote taak voor de corporaties
·
waarom
de wijkplannen niet genoemd als investering?
·
meer
samenwerken met de aanwezige kennis op de universiteit (Bwk)
·
meer
invloed uitoefenen als gemeente op de kwaliteit van de woningbouw, ook die van
particulier ontwikkelaars.
·
meer
zelfbouw mogelijk maken = invloed van de woonconsument (wie initieert zoiets:
GZ of de corporaties?)
·
meer
flexibiliteit toestaan bij de woningtoewijzing (meningen waren verdeeld
hierover)
Thema’s:
Interesse voor de thema’s van de paragrafen Wonen en
Leefbaarheid
in de tweede ronde is vooral gestickerd op het onderwerp
Grotere differentiatie in prijs en kwaliteit in huur- en koopsector.
Groep 3 (voorz. De
heer de Jong, secr. mevr. Bandell)
Ten aanzien van de sterkte-zwakte-analyse en de stadsvisie
werden de volgende aandachtspunten aangegeven:
·
Beheer
en inrichting van het openbaar gebied laat soms te wensen over.
·
Kans:
kooptoerisme. Delft kent een groot historisch gebied (is kwaliteit)
·
Kans:
winwin situatie met de leefomgeving àparticipatie / wijkaanpak
·
Koppeling
harde en zachte sector
·
Bedreiging
is een mindere bereikbaarheid met het openbaar vervoer.
Wie moet wat gaan doen:
·
leefbaarheid
wijken/ wijkaanpak; taak voor gemeente, instellingen, bedrijven en burgers
·
variatie
in wonen (rol voor corporaties en gemeente): betere verhouding koop/huur,
prijzen: goedkoop/duur (betreft zowel fysieke als sociale omgeving)
·
thema’s verbinden / integreren in de gebiedsgerichte
aanpak
·
gedifferentieerd
bedrijfsklimaat met kennis als speerpunt/ gemeente heeft randvoorwaarden
scheppende rol hierin: faciliterend
·
kantoorgebouwen
bouwen/ gemeente en bedrijven moeten hier samen voor zorgen
·
parkeergarages
bouwen aan de rand van de Binnenstad: taak voor gemeente en bedrijven
·
voorzieningenniveau
op peil houden en versterken: taak voor gemeente en bedrijven. Bijvoorbeeld:
mensen uit regio naar binnenstad trekken/ gemeente moet hier voorwaarden voor
geven maar ook ondernemers hebben hierin een rol
·
veiligheid
op straat vergroten/ gevoelens van onveiligheid versus feitelijke veiligheid.
Zowel gemeente als politie (maar ook wijkbewoners) hebben hierin een
belangrijke rol te vervullen.
Groep 4 (voorz. De
heer Huizing, secr. mevr. Otten)
Wat vonden de aanwezigen van het werkdocument:
·
Toegankelijk
·
‘Horizon
te ver’/weinig prikkelend
·
Hoe
gaat de uitvoering eruit zien?
·
De
interactieve beleidsvorming zal meer nadruk moeten krijgen. Het staat er wel,
maar onvoldoende naar voren gebracht.
·
Het
werkdocument bevat weinig nieuws; eigenlijk wisten we het al.
Wat misten de aanwezigen in het werkdocument DOP:
1. Uitwerking van Delft Kennisstad kan
steviger. Meer gebruikmaken van de
eigen know-how.
2. Verhouding fysieke deel en sociaal
economisch deel kan beter. De relatie/verbanden tussen deze twee moeten
nadrukkelijker gelegd worden.
3. Wat is de Delftse identiteit. Dat
spreekt te weinig uit het werkdocument.
4. Wat zijn de prioriteiten? Wat pakken
we eerst aan. Welke criteria moeten we daarvoor gebruiken? Bijvoorbeeld wat is
aangenaam? Wat is nuttig?
5. Is het DOP niet te rooskleurig? Is
de toekomst eigenlijk wel zo positief?
6. Herstructurering van de woonwijken
moet eigenlijk meer accent krijgen.
Wat moet er gedaan worden:
·
Er
moet een actieplan komen/ concretisering van het een en ander.
·
Duidelijker
fasering aangeven van de diverse onderdelen.
·
De
maatschappelijke effecten moeten als rode draad in het verhaal terugkomen. Aan
dit rendement kan een investeringsstrategie gekoppeld worden (zowel economisch
als sociaal).
·
Vooral
de ontwikkelaars benadrukken differentiatie van de woonwijken.
·
Ook
aandacht voor mensen met een handicap.
·
Jongerenhuisvesting
in het algemeen moet aandacht hebben/TU meer studenten huisvesting
Themaprogramma:
Wonen werd het meest genoemd als belangwekkend
themaprogramma; gevolgd door economie. Daarbinnen kregen de Delftse
herstructureringsopgave en huisvesting spec. doelgroepen de meeste
‘voorkeurstemmen’.
Resultaten
stickerronde (alle groepen)
Samengevat leverde de ‘stickerronde’ het volgende beeld op.
De onderwerpen staan hieronder op volgorde van belangrijkheid gerangschikt.
Tussen haakjes staat het aantal op het onderwerp uitgebrachte stikkers. Bij de themaprogramma’s ging het om het:
·
Thema-programma
Wonen (33 stikkers).
Binnen dit thema werden
de volgende deelprogramma’s belangrijk gevonden:
·
herstructurering
woonwijken (14)
·
huisvesting
speciale doelgroepen (11)
·
differentiatie
woonmilieus (7)
·
monumenten (1)
·
Thema-programma
Leefbaarheid (25 stikkers).
Hier ging het om de
volgende deelprogramma’s:
·
sociale
activering en arbeidsmarkttoeleiding (8,5)
·
buurtaccommodatie
en vensterschool (6,5)
·
veiligheid
(6)
·
minderheden,
ouderen, jeugd en opvoeding (4)
·
Thema-programma
Economie (19 stikkers).
Binnen dit thema ging
het om:
·
bedrijfsterreinen
en kantoren (10)
·
midden-
en kleinbedrijf en innovatie (4)
·
herstructurering
bestaande bedrijventerreinen (2)
·
toerisme (2)
·
wijkeconomie (1)
·
Thema-programma
Mobiliteit (8 stikkers).
Relevant werden gevonden
de volgende deelprogramma’s:
·
openbaar
vervoer (3)
·
autoverkeer (3)
·
langzaam
verkeer (2)
·
Thema-programma
Duurzaamheid (4 stikkers).
Hier ging het om:
·
ruimte,
bouwen energie en afval (3)
·
water
en ecologie (1)
Voor het thema-programma Wonen werden de volgende te
bereiken effecten relevant gevonden
(alleen groep 2 en 3 kwamen hier aan toe):
·
grotere
differentiatie in prijs en kwaliteit in huur- en koopsector (18)
·
minimaal
aantal extra aanpasbare woningen met zorgverlening op maat (7)
·
minimaal
aantal extra opgepluste woningen (7)
·
stijging
van het aandeel ‘stedelijk wonen’ (5)
·
stijging
van het aandeel grondgebonden woningen voor gezinnen met kinderen (3)
·
verbetering
van een minimaal aantal monumenten (3)
·
stijging
van het aantal studentenwoningen (2)
·
stijging
van het aandeel koopwoningen (1)
Plenaire reacties
De heer Kolthek
vraagt de aanwezigen naar hun reactie op de workshops.
De heer Tienstra (PvdA) geeft aan dat het belangrijk is dat
we teruggaan naar de essentie.
De heer Van der Goot
(SPG/RPF/GPV) geeft aan dat het belangrijk is om prioriteiten stellen. Het
positieve aan de avond is dat het een aanzet is om meer te doen dan men al van
plan was.
Een vertegenwoordiger
van de S.W.H. vindt het werkdocument positief. Hij is ervan overtuigd dat
over tien jaar sprake zal zijn van een leefklimaat in Delft, dat een
voorbeeldfunctie in de regio zal vervullen.
De heer de Vries
(Ballast Nedam) geeft aan dat Delft een stad met kansen is. Ballast Nedam doet
mee aan de ontwikkeling van de spoortunnel, alsmede in het denken en doen in
het daaromheen te ontwikkelen gebied. Het is belangrijk dat we in de komende
vijf jaar een concreet bouwvolume kunnen realiseren, passend in wat de stad
wil.
Wethouder Torenstra
geeft aan dat het resultaat telt. Problemen spelen soms op een te laag
schaalniveau en er kan daarom niet veel gebeuren. Schaal is van belang. De
komst van de spoortunnel is op stedelijk niveau van essentieel belang voor de
gemeente Delft en zijn toekomst.
Mevrouw de Jongh
Swemer (CDA) geeft aan dat ze niks gemist heeft in het werkdocument. Ze
vindt de aanpak voldoende extern gericht.
De heer Gremmen
(provincie Zuid Holland) geeft aan dat gemeenten en provincie “elkaar niet
willens en wetens onder het tapijt moeten schoffelen”. Gemeenten moeten hun programma onderling
afstemmen. Het is de taak van de provincie dit te bevorderen en de bovenlokale
afstemming zeker te stellen. In dit
verband noemt hij het streekplan, waaraan de plannen worden getoetst. Bedrijven
zijn vooral concreet bezig, moeten concurreren en lopen daarmee risico’s.
Gemeenten beschikken over maatschappelijk geld en dat betekent dat gemeenten
verantwoord moeten opereren. Dit betekent echter niet dat we terug moeten gaan
naar een geleide plan economie.
De heer Eijkelenburg (gemeente
Delft) is van mening dat in het werkdocument voor het DOP de positie en de rol
van Delft in de regio Haaglanden reeds
voldoende is afgestemd. Er is geen tegenstelling zoals de heer Gremmen
suggereert.
Volgens mevr. de Jong
- Swemer (CDA) zou de provincie blij moeten zijn dat er kantoren in de
buurt van het spoort komen.
De heer de Vries
(Ballast Nedam) geeft aan dat iedere gemeente een unieke ontwikkelingspotentie
heeft. De gemeente Delft profileert zich als Kennisstad en zet zich daarmee op
de (wereld)kaart. Delft heeft daarnaast de potentie als kantoorvestiging. Dit
gegeven moeten we uitbuiten. Door de aanwezigheid van het spoorviaduct kan een
stuk van het oude Delft gekoesterd worden. Dit is een uniek gegeven in
Nederland. Het is belangrijk dat je focust op de krachten van de stad.
De heer Mooiweer
(STIP) vraagt aandacht voor de studentenvoorzieningen. Je hebt daarmee een
bepaalde potentie in huis. Gedifferentieerde woningbouw, waardoor een
wooncarriëre in de stad zoveel mogelijk gestimuleerd wordt, is daarom van
belang.
De meerwaarde van de bijeenkomst als geheel is dat de
politiek en inwoners, bedrijven en instellingen van Delft betrokken worden bij
de beleidsontwikkeling. De indruk is dat hiervoor veel waardering was.
Afsluiting
De heer Grashoff
(wethouder gemeente Delft) sluit de avond af met een korte samenvatting. Hij
constateert dat de aanwezigen, incl. de raadsleden, de inhoud van het
werkdocument herkennen. Daar is het gemeentebestuur op zich blij mee, want het
gaat immers om maatschappelijk geld, dat verantwoord moet worden ingezet. Ook is het goed dat nu eens alle plannen op
een rij staan en onderling met elkaar in verband kunnen worden gebracht. Wel moet nog eens nader gekeken worden naar
de met de programma’s te bereiken maatschappelijke effecten (welke doelgroep,
welke ‘noden’ etc.). De workshops hebben hier een aanzet voor gegeven. Ook naar
de concretisering (stroomlijning) van het thema-programma Leefbaarheid kan nog
eens gekeken worden.
Hij sluit af met de opmerking dat niet alleen de produkten
van belang zijn; het gaat bij het Ontwikkelingsprogramma ook om een
maatschappelijk proces. Tenslotte belooft hij dat de uiteindelijke versie van
het DOP (beter) kaartmateriaal zal bevatten. De heer Grashoff nodigt de
aanwezigen vervolgens uit ter afsluiting nog een drankje te nuttigen.
COLOFON
UITGAVE
Gemeente
Delft
Cluster
Wijk- en Stadszaken
Sector
Wijkzaken en Projecten
DRUK
....................
oplage 500
stuks
copyright
Maart 2000
Gemeente
Delft
ALGEMENE
INFORMATIE
Wijkzaken
en Projecten
Peter de
Jong
tel. (015)
2602508
bezoekadres:
Barbarasteeg 2
emailadres:
pdjong@delft.nl
postadres:
Postbus 53, 2600 AB Delft
MET DANK
AAN
Het DOP
kwam mede tot stand met medewerking van:
voor de
gemeente Delft (oude benamingen):
Wim Eijkelenburg (B&M/EZ, themaprogramma economie)
John van der Bie (SO/BOWON, themaprogramma wonen)
Jeroen Hutten (SO/INFRA, themaprogramma mobiliteit)
Johan van Reenen (B&M/MIL, themaprogramma duurzaamheid)
Jaap van de Berg (WOC/CWRS, themaprogramma leefbaarheid)
Cees van Laren (B&M, Delft Kennisstad)
Pauline
Dirks (SO/SB, Delft in 2010)
Matthijs Beke, Ronald Ruigrok (SO/SB, kaartmateriaal)
Henk
Schomaker (SO/PSO, Spoorzone)
Ronald de Groot (SO/PSO, Binnenstad/ Zuidpoort,
Schie-oevers))
Edith Bijleveld (SO, Spoorzone, TU-gebied)
Geert Huizing (SO/PSO, woonwijken)
Patrick Verhoef (SO/FZ, opzet financieel overzicht)
voor de
corporaties:
Greta Jansen (stichting Vestia)
Frans Storm (AWS Volkshuisvesting)
Aad den Hoedt (Vidomes)
Johan Over de Vest (Woningstichting Hippolytus)
Jan Benschop (Stichting DuWo)
Ans Theissen (Woningstichting Onze Woning)
voor de
overige organisaties:
Ingrid de Bont, Marco Koppenaal (De Woonkoepel)
Ruud van Wijngaarde, Rob Koeders (KvK)
Astrid Sanson (TU Delft)
Sikko de Vries (Ballast Nedam)
Chris van Holthe (MAB)