Nota - Jongerenbeleid | ||
Aanleiding In de vergadering van de commissie Leefbaarheid van oktober 1999 hebben de leden kennis genomen van het voorlopige overzicht van aandachtspunten voortkomende uit een vraag- en aanbodanalyse betreffende integraal jongerenbeleid. (zie bijlage 1: samenvatting knelpunten uit de notitie oktober 1999 ) De nu hier voorliggende notitie betreft:
Per leefgebied is aangegeven:
I. Kort overzicht van de ontwikkeling: Ontwikkelingen voor oktober 1999. De afgelopen zeven maanden hebben in het teken gestaan van het verkrijgen van informatie op basis waarvan integraal jongerenbeleid ontwikkeld kan worden. Daartoe zijn diverse instrumenten gebruikt: gesprekken met jongeren, een enquête onder organisaties en een jongerenmanifestatie. De resultaten uit deze periode zijn vertaald in een voorlopige vraag- en aanbodanalyse. De samenvatting hiervan betreft de aandachtspunten waarin een aantal lacunes in het bestaande voorzieningen niveau wordt gesignaleerd. Begin oktober is hiermee de eerste fase, het inwinnen van informatie, van de beleidsontwikkeling afgerond. Werkzaamheden oktober-december 1999 De tweede fase van de beleidsontwikkeling bestaat uit het formuleren van integrale beleidsdoelen per aandachtspunt. Daartoe hebben de leden van het programmateam in november en december1999 als eerste stap de reikwijdte van de verschillende beleidssectoren in relatie tot de aandachtspunten verkend. Dit heeft geleid tot de in deze notitie verwoorde uitwerkingen per leefgebied. Om tegelijkertijd een breed ambtelijk draagvlak te creëren zijn deze in december 1999 tevens op de agenda geplaatst in diverse geledingen van het ambtelijk apparaat. Bespreking van deze uitwerkingen teneinde integrale aanpak in de vorm van actieplannen te verkrijgen zijn in het programmateam Integraal Jongerenbeleid in december 1999 van start gegaan. Specifiek onderdeel bij het ontwikkelen van de actieplannen is het segmenteren van de doelgroepen.
Vrije tijd en veiligheid:
Onderwijs:
Jeugdgezondheidszorg:
Jeugdzorg:
Woonomgeving:
Wonen/ jongerenhuisvesting:
Werkgelegenheid en jongeren:
Jongeren besteden hun vrije tijd veelal in publiek toegankelijke ruimten, zoals buurthuizen, winkels, horecagelegenheden, hangplekken in de wijk. Ondanks hun toenemende mobiliteit is uit de voorronden en de jongerenmanifestatie gebleken dat jongeren hun vrije tijd graag dicht bij huis besteden. Binnen die context geven jongeren aan dat er met name voor tieners, maar ook voor andere leeftijdscategorieën, een adequaat aanbod ontbreekt op het gebied van ontmoetingsmogelijkheden. Dit aanbod moet voor zowel individuen en groepen aantrekkelijk zijn. Waar dit vervolgens in de openbare ruimte gebeurt, veroorzaakt dit niet zelden overlast voor overige buurtbewoners; ook door jongeren zelf wordt dit als onaangenaam ervaren. Ook jongeren voelen zich regelmatig onveilig te voelen op straat. Deze gevoelens van onveiligheid komen onder andere voort uit discriminerend gedrag (afkomst / sekse), maar ook werd agressiviteit genoemd als oorzaak. Tenslotte bleek dat niet alle jongeren even goed op de hoogte zijn van (de schadelijke gevolgen van) drugs & alcohol, SOA, manieren van hulpverlening, etc. Jongeren noemen tevens onderwerpen die specifiek te maken hebben met het gedrag van hun leeftijdgenoten. Genoemd zijn bijvoorbeeld: pesten op school, onverschilligheid ten aanzien van schoonhouden van de leefomgeving, gebrek aan sociale vaardigheden. (Zie bijlage 1: signalen 1,2,3,4, 5, 9, 11, 14, 16, ) Voor de meeste signalen geldt, dat ze niet voor het eerst gehoord werden. Zij versterken het beeld van jongeren dat ten grondslag ligt aan de ontwikkelingen op volgende twee beleidsterreinen. Dit heeft er toe geleid dat binnen het beleid voor het welzijnswerk, verwoord in de nota Knopen in de wijken, een omslag gemaakt wordt naar meer vraaggericht werk. Bovendien biedt de wens van het college om in de toekomst meer resultaatgericht te gaan subsidiëren kansen om op bevredigende wijze in te spelen op behoeften van jongeren. Dit beleid creëert mogelijkheden om de openbare ruimte meer te benutten als werkterrein voor niet accommodatie gebonden jongerenwerk. In het kader van het veiligheidsbeleid wordt een integrale en gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblemen voorgestaan. Dit betekent dat alle maatschappelijke partners die een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van veiligheidsproblemen betrokken worden. Jongeren, die door de commissie Leefbaarheid als aandachtsgroep zijn benoemd, zullen dan ook worden betrokken bij de verdere ontwikkeling en uitvoering van het integrale veiligheidsbeleid. Om een antwoord te bieden op de meeste van de genoemde onderwerpen is het van belang om de dialoog met de jongeren levendig te houden. Dit is niet alleen een vereiste om de probleemstellingen helder te kunnen formuleren, maar ook om de plannen gezamenlijk tot uitvoer te brengen. Van de genoemde signalen zouden de volgende aandachtspunten prioriteit moeten krijgen:
Onderwijs. Jongeren willen betrokken worden bij de inrichting van hun school en de omgeving van de school. Zij willen meepraten over de regels binnen de school, waaronder het verzuimbeleid. Het hanteren van waarden en normen binnen de school vinden zij erg belangrijk. Zij vragen van de school dat deze grenzen stelt en zich daar ook aan houdt. Jongeren zeggen te spijbelen omdat het hen te gemakkelijk gemaakt wordt. De aandachtspunten zoals omschreven door jongeren en maatschappelijke instellingen worden door de gemeente opgevat als een signaal dat het beleid t.a.v. spijbelen, voortijdig schoolverlaten en de zorgstructuur van het voortgezet onderwijs, nog niet geheel het juiste effect heeft en dient te worden geoptimaliseerd. ( zie bijlage 1: signalen 10 en 11 ) De gemeente herkent en erkent de omschreven aandachtspunten op het terrein van onderwijs. De gemeente Delft streeft in dit kader naar een sluitende aanpak. In dat kader dient de leerlingbegeleiding onderdeel te zijn van een brede zorgstructuur voor alle scholen voor voortgezet onderwijs. De scholen, de jeugdhulpverlening, de jeugdgezondheidszorg, de politie, en de leerplichtambtenaar maken deel uit van deze zorgstructuur. Deze zorgstructuur dient geoptimaliseerd te worden. De gemeente vervult in deze de rol van regisseur. De zorgstructuur wordt in Delft langs vier lijnen vormgegeven.
Met betrekking tot de opvang van voortijdig schoolverlaters kan het volgende worden opgemerkt. De verwachting is dat door extra aandacht die nu gegeven wordt aan de leerlingbegeleiding op de scholen, de Wissel in de toekomst nog meer dan nu, gebruikt zal worden door jongeren van wie expliciet is vastgesteld dat het reguliere onderwijs voor hen geen aanbod heeft. Tevens is er in het kader van de RMC-functie* aandacht voor de opvang van voortijdig schoolverlaters (jongeren) in de leeftijdscategorie 16/17-jaar. Deze aandacht vertaalt zich in trajectbegeleiding voor genoemde jongeren. Vanaf 01-01-2000 zal deze aandacht uitgebreid worden tot jongeren van 23 jaar. Het behalen van de startkwalificatie kan worden aangemerkt als de doelstelling in dit kader. (*) Het doel van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC) is te komen tot:
Opstellen van een effectrapportage. Gezondheidszorg en jeugdzorg
Algemeen Jongeren in Delft komen op diverse manieren in aanraking met gezondheidszorg en jeugdzorg. Jongeren kunnen zich bijvoorbeeld gezond voelen als zij regelmatig sporten, maar kunnen zich ook ongezond voelen als zij veel uitgaan, alcohol drinken of roken. Tevens kunnen jongeren waarbij gedragsproblemen zijn ontstaan of die problemen in de thuissituatie ervaren, zorg krijgen van instellingen voor jeugdzorg en jeugdhulpverlening. Jongeren verdienen t.a.v. hun gezondheid extra zorg en aandacht omdat zij in meerdere opzichten kwetsbaar zijn. Zij zijn in grote mate afhankelijk van volwassenen en hebben veelal nog niet de capaciteiten om met eventuele gezondheidsproblemen adequaat om te gaan. De effecten van het niet tijdig signaleren en inspringen op gezondheidsproblemen bij jongeren werken door in het functioneren van hen als volwassenen. Gezondheid is een situatie van lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden, dus niet slechts de afwezigheid van een ziekte of gebrek. Het beleid ten aanzien van jongeren en gezondheid kan verdeeld worden in een algemeen voorwaardenscheppend beleid en een specifiek beleid. Het algemene gezondheidsbeleid t.a.v. jongeren is gericht op preventie en tracht gezondheidsproblemen bij jongeren te voorkomen, jongeren te beschermen tegen ziekten en het bevorderen van de gezondheid van jongeren. Het specifieke jeugdzorgbeleid ten aanzien van jongeren is gericht op jongeren die zich in een bepaalde probleemsituatie voor wat betreft hun gezondheid bevinden en is curatief van aard. De jeugdzorg voor jongeren in de gemeente Delft is onderdeel van de jeugdzorg in de regio Haaglanden. Uit landelijke cijfers blijkt dat van het totale aantal jongeren circa 3-5% intensieve hulpverlening ontvangt. Uit de informatieperiode die gehouden is in het kader van het integrale jeugd- en jongerenbeleid zijn aandachtspunten geformuleerd op het gebied van gezondheidszorg en jeugdzorg. In de onderstaande paragrafen worden deze aandachtspunten behandeld en wordt besproken wat de bestaande beleidsactiviteiten zijn en wordt eventueel aangegeven welke beleidsactiviteiten ontbreken.
Gezondheidszorg Aandachtspunt 1: Jongeren en intermediairs geven aan dat de voorlichting rondom lichamelijke mishandeling, drugs, alcoholgebruik en SOA onvoldoende is. Het is voor jongeren onduidelijk welke hulp men waar kan krijgen en wat de gevolgen en risicos zijn. Uit de jeugd- en jongerenenquête en de voorrondes met jongeren in buurthuizen die gehouden zijn in het kader van het integrale jeugd- en jongerenbeleid van de gemeente Delft is gebleken dat een aantal jongeren in de leeftijd van 16 - 24 jaar zich onvoldoende bewust is van de risico's van drankgebruik, roken en uitgaan op hun gezondheid. De GGD van de regio Delft, Westland, Oostland heeft primair de taak om epidemiologisch onderzoek onder de jeugd en jongeren te doen en om de jeugd en jongeren voor te lichten over hun gezondheid en de risico's op de gezondheid van genotmiddelen zoals alcohol, roken en drugs. Deze taak is opgenomen in het productenboek van de GGD waaraan de gemeente Delft jaarlijks een financiële bijdrage levert. In 1997 heeft de GGD op de scholen in Delft onderzoek gedaan naar de gezondheid van de jeugd en jongeren in Delft in de leeftijd van 11 jaar en 15 jaar: de bovenbouw van het basisonderwijs en klas 3 van het voortgezet onderwijs. De resultaten van dit onderzoek werden besproken met de scholen en op basis daarvan worden eventueel acties ondernomen om de gezondheidssituatie van de jeugd of jongeren te verbeteren. Scholen werkten op vrijwillige basis mee aan dit gezondheidsonderzoek. Hieruit is gebleken dat het percentage rokende en drinkende jongeren van de geselecteerde jongeren uit het voortgezet onderwijs in een jaar tijd aanzienlijk is gestegen. Daarnaast is gebleken dat het gebruik van hash of marihuana vanaf 12 jaar en ouder in vier jaar tijd ook aanzienlijk is gestegen. In 2000 zal de GGD opnieuw een gezondheidsonderzoek onder jeugd en jongeren houden. De GGD ontplooit in samenwerking met een instelling voor verslavingszorg, Parnassia, de onderstaande activiteiten op het gebied van voorlichting over genotmiddelen aan jeugd en jongeren in Delft:
Uit de onderzoeksperiode van het integraal jongerenbeleid blijkt echter dat er desondanks toch signalen zijn dat bepaalde vormen van gezondheidsvoorlichting onvoldoende zijn of onvoldoende bekend zijn bij alle jongeren in Delft. De activiteiten van de GGD richten zich vooral op de schoolgaande jeugd en jongeren, in mindere mate op studenten (alleen tijdens introductieweek) en niet op jongeren die werken of die een leer-werktraject volgen. Daarnaast geeft de GGD geen voorlichting over lichamelijke mishandeling, seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) en over de wijze waarop de hulpverlening en/of jeugdzorg in Delft is georganiseerd. Aandachtspunt 2: Er bestaat een grotere behoefte aan opvoedingsondersteuning van ouders met tienerjongeren. Opvoedingsondersteuning is een verzamelterm voor interventies die gericht zijn op het verbeteren van de opvoedingssituatie van kinderen waarbij ouders en verzorgers het aangrijpingspunt vormen. De onderstaande activiteiten zijn opvoedingsondersteunend:
In de gemeente Delft wordt opvoedingsondersteuning in Delft, Pijnacker en het Westland geboden voor kinderen van 0 Ë 18 jaar door de stichting spel- en opvoedingsvoorlichting Zuid-Holland: het opvoedbureau. Dit opvoedbureau wordt gefinancierd door de stichting Maatzorg, de stichting Jeugdzorg Delft, de stichting Jeugdhulpverlening Delft/Den Haag e.o. en door de stichting spel- en opvoedingsvoorlichting. Uit de jaarcijfers van 1998 van het opvoedbureau in Delft blijkt dat vooral ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar van de opvoedingsondersteuning gebruik maken. Tevens blijkt uit de huidige cijfers van het opvoedbureau dat ouders met jeugd en jongeren in de leeftijd van 15 Ë 18 jaar relatief minder gebruik maken van het opvoedbureau. Dit beeld komt overeen met de signalen die zijn afgegeven via de enquête die gehouden is in het kader van het integraal jeugd- en jongerenbeleid waaruit gebleken is dat er een behoefte bestaat van ouders met tienerjongeren aan meer opvoedingsondersteuning
Jeugdzorg andachtspunt 3: Veel voorzieningen hebben geen allochtonen in dienst en zijn daardoor vaak ontoegankelijk voor allochtone jongeren. Door jongerenwerkers en door jongeren zelf is gesignaleerd dat hulpverleners van zorginstellingen waar jongeren om hulp vragen geen allochtone hulpverleners in dienst hebben en dat hulpverleners geen specifieke kennis hebben van de problematiek van allochtone jongeren. Hierdoor worden allochtone jongeren niet optimaal geholpen in probleemsituaties. Het is echter wel wenselijk dat voorzieningen op het gebied van jeugdhulpverlening en gezondheidszorg ook toegankelijk zijn voor allochtone jongeren. Aandachtspunt 4: Vaak worden problemen bij jongeren niet vroegtijdig opgelost omdat hulpverleningsinstellingen vaak wachtlijsten hebben en omdat de vindplaatsen voor jeugdhulpverlening vaak te laat doorverwijzen naar hulpverleningsinstellingen.. In verband met dit aandachtspunt zijn twee voorgenomen pilots relevant die aandacht besteden aan het signaal dat is afgegeven. Ten eerste zal de gemeente Delft een multidisciplinair team instellen waarin uitvoerende organisaties op het gebied van jeugdzorg samenwerken dat is ingebed in een beleidsbepalende en voorwaardenscheppende structuur van de gemeente. Doel hiervan is dat er geen jongeren tussen wal en schip vallen en dat afstemming gerealiseerd wordt van functies die uitgevoerd worden door diverse lokale en regionale organisaties. Ten tweede zal de gemeente Delft een buurtsignaleringsnetwerken opzetten. Hierbij wordt een netwerk opgezet van instellingen die met jongeren in aanraking komen opdat deze instellingen in staat zijn jongeren met problemen beter te verwijzen en te bemiddelen naar hulpverlening.
Woonomgeving Jongeren zijn erg betrokken bij hun directe leef- en woonomgeving. Tijdens de voorronden en de jongerenmanifestatie hebben zij een aantal belangrijke signalen en aandachtspunten voor dit leefgebied naar voren gebracht. Zo wordt aandacht gevraagd voor een betere spreiding van activiteiten voor jongeren over de stad. Ook vinden zij dat er een ruimere openstelling en breder activiteitenaanbod voor jongeren moet zijn. Jongeren hebben voorts de wens de openbare ruimte meer in te richten conform hun recreatieve behoeften. Gebleken is dat zij hiervoor constructieve ideeën hebben. Voor op staat daarbij volgens hen dat de woonomgeving schoon veilig en heel moet zijn. (zie bijlage 1: signalen 8 en 9) Deze opvatting sluit aan bij de ontwikkelingen van wijkgericht werken. Evenals in het ontwikkelen van integraal jongerenbeleid is ook in het wijkgericht werken gekozen voor een vorm van interactieve beleidsvoorbereiding. Interactieve beleidsvoorbereiding veronderstelt dat plannen in samenspraak en in onderhandeling met maatschappelijke partners (burgers en organisaties) tot stand komen. Het doel hiervan is het handelen van de lokale overheid aan te laten sluiten bij de wensen en behoefte van haar burgers en zodoende draagvlak voor haar handelen in de samenleving te verwerven. Wijkgericht werken heeft dit als volgt vorm gegeven. Elke wijk krijgt voor 2002 een wijkplan. De wijken Voorhof en Tanthof zijn pilotwijken waarvoor een wijkontwikkelingsplan en een wijkbeheerplan gemaakt wordt. De wijkplannen geven een meerjarige visie op de ontwikkeling en beheer van de wijk. Onderwerpen op de diverse leefgebieden stonden op de agenda van wijkbijeenkomsten en de wijkpanels die in beide buurten gehouden zijn. Voor de overige wijken wordt in de tussentijd volstaan met een wijkactieplan. Door de diverse overlegvormen van het wijkgericht werken en de instrumenten die in het kader van het ontwikkelen van integraal jongerenbeleid zijn ingezet bestaat er een adequaat beeld van de behoeften van jongeren die uit de betreffende woonomgeving. Het hieruit ontstane beeld is deels gebaseerd op informatie uit de tweede hand; het is aan te bevelen om jongeren extra te stimuleren tot deelname aan deze overleggen. Hierin kunnen scholen, buurtcentra etc. een rol vervullen. De wijze waarop en de mate waarin zal in de eerste helft van 2000 nader ontwikkeld en uitgevoerd worden in samenhang met de overige betrokken beleidsvelden. Er dient daarbij
nadrukkelijk ruimte gereserveerd te worden voor nieuwe actieplannen die
door jongeren naar voren worden gebracht als gevolg van hun deelname aan
de uitwerking van de (concept) actieplannen en/of de wijkoverleggen. Wonen / Jongerenhuisvesting. Uit de aandachtspuntenlijst van de vraag- en aanbod analyse uit het intergraal jongerenbeleid is naar voren gekomen dat er onvoldoende zelfstandige en betaalbare woonruimte in Delft is voor jongeren. Dit is geen verrassing. Als vervolg op evaluaties in het kader van de woonruimteverdeling en signalen uit de samenleving is reeds aandacht gevraagd voor dit tekort. Uit de workshop jongerenhuisvesting-studenten, die op 9 oktober gehouden is kwam het volgende naar voren:
Het college heeft aangegeven dat jongerenhuisvesting een aandachtspunt voor hen is. Het college heeft toegezegd de criteria in het systeem van woonruimte verdeling opnieuw te bekijken. Alvorens dit te doen is besloten eerst een onderzoek te houden te houden naar de woonsituatie en de behoefte van jongeren met betrekking tot huisvesting. Uit dit onderzoek, dat nu is afgerond, is o.a. gebleken dat de gemiddelde leeftijd van jongeren, die op kamers gaan wonen 21 jaar is. Jongeren die direct verhuizen naar zelfstandige woonruimte zijn gemiddeld 23 jaar. En van de conclusies is verder dat jongeren negatief oordelen over het systeem van woonruimte verdeling. Uit het onderzoek concluderen we het volgende: De vraag naar woningen is nog steeds groter dan het aanbod. Door het criterium van leeftijd te hanteren in het verdelen van de woonruimte, komen de jongeren nauwelijks aan bod voor woonruimte via het aanbodmodel. De resultaten van de aandachtspuntenanalyse van het intergraal jongerenbeleid, de uitkomsten uit de workshop jongerenhuisvesting-studenten en het onderzoek jongerenhuisvesting worden verwerkt in een discussienota, die op 3 februari 2000 wordt voorgelegd aan de commissie extern. De uitkomsten van de discussie moeten uiteindelijk leiden tot de beleidsnota jongerenhuisvesting. Afstemming met de actieplannen van de andere leefgebieden dient in dit traject nog plaats te vinden. Naast het project specifiek gericht om beleid te maken rond jongerenhuisvesting loopt momenteel nog het project Experiment slaagkansen in Delft en Zoetermeer Tussen de vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden en Stadsgewest Haaglanden is afgesproken dat de corporaties zullen zorgen voor het handhaven van een voldoende omvangrijke kernvoorraad(woning tot een bepaalde huurprijs) om huishoudens met een minimum inkomen te huisvesten. Bij de corporaties is de wens ontstaan om het begrip kernvoorraad af te schaffen en daarvoor in de plaats te gaan werken met het begrip slaagkans. De corporaties willen waarborgen dat huishoudens met een beperkt inkomen in voldoende mate in aanmerking komen voor betaalbare woonruimte. Hun doelstelling daarbij is dat de slaagkansen van de minima gelijk moeten zijn aan de slaagkansen van de BBSH-doelgroep (doelgroep van beleid) en dat de kansen op woning van de BBSH-doelgroep weer gelijk moeten zijn aan de kansen van de woningzoekenden uit de overige inkomensgroepen. Om met het begrip slaagkansen te werken is besloten een experiment te houden. In dit experiment komen uiteraard ook de slaagkansen van jongeren aan bod. Met betrekking tot dit experiment is op 14 december a.s. een discussiebijeenkomst gepland met de commissie Leefbaarheid en het veld.
Werkgelegenheid en jongeren Gezien de gunstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt is er de laatste jaren een stijging van het aantal vacatures te zien. Deze uitbreiding van werkgelegenheid komt voor een groot deel ten goede aan jongeren. Gezien de schaarste op de arbeidsmarkt zijn werkgevers sneller bereid hun eisen ten aanzien van gewenste werknemers met betrekking tot kennis en ervaring aan te passen op het aanbod dat jongeren kunnen leveren, namelijk flexibiliteit en nog niet duur. Uit onderzoek is gebleken dat de totale werkloosheid op 1 januari 1999 in Delft bedroeg 4.854. Van dit aantal waren 329 werklozen jonger dan 24 jaar (185 mannen en 144 vrouwen) of te wel slechts 6,8 procent van het totaal aantal werklozen. In 1998 bedroeg dit aantal nog 587. Meer dan 60% van deze jongeren heeft een opleiding tot VBO/MAVO niveau. Dit wijkt niet af van de overige groep langdurig werklozen. Over het algemeen zijn 4 van de 5 ingeschreven werkzoekenden in regio Haaglanden laaggeschoold. Het beleid dient er derhalve op gericht te zijn om met name de harde kern van laag opgeleide jongeren toe te leiden naar de arbeidsmarkt, waarbij extra aandacht besteed dient te worden aan matchingsproblematiek van vraag en aanbod voor deze categorie jongeren. In samenwerking met het onderwijs is het daarnaast noodzakelijk dat zoveel mogelijk jongeren voldoen aan de startkwalificatie ten einde een passende baan te vinden.
Inkomen van jongeren. Ondanks de enorme stijging van het besteedbaar inkomen van jongeren blijken er toch enkele van hen in financiële problemen te komen. In toenemende mate komen hierover signalen van organisaties uit het veld en van jongeren zelf. Soms is er sprake van ontoelaatbare hoge schuldenlasten bij jongeren. Een van de oorzaken die hiervoor aan te wijzen is betreft de mobile telefonie. Het wordt jongeren erg makkelijk gemaakt om op allerlei manieren (ongemerkt) geld uit te geven. In dit kader is het aan te bevelen om het beleid in het kader van kennis- en informatieoverdracht ten behoeve van verschillende groepen jongeren aan te scherpen; daarbij valt te denken aan informatie over: budgetteren, belastingen, verzekeringen en ziektekosten.
Planning januari 2000 en verder: Het gewenste resultaat waar naar gestreefd wordt is een overzicht van actieplannen, integraal van opzet en interactief van aard. Uitvoering van deze actieplannen dient een bijdrage te leveren aan het oplossen van gesignaleerde aandachtspunten.
Integraal: Het ontwikkelen van beleidsdoelen en actieplannen die van een integrale aanpak getuigen, veronderstellen een continu proces van overleg, afstemming en terugkoppeling tussen de betrokken partijen. In de komende periode zullen beleidsdoelen en voorgenomen acties Aan elkaar geknoopt moeten worden. De kernactiviteit bij deze vorm van beleidsontwikkeling is het voortdurende proces van het verzamelen van informatie en de resultaten hiervan integreren in bestaand beleid of het ontwikkelen van nieuw beleid. Uitgangspunt daarbij is de vraag waar de afzonderlijke partijen elkaar kunnen versterken door middel van integrale beleidsontwikkeling en integrale aanpak.
Interactief: Om het draagvlak voor deze oplossingen zo groot mogelijk te krijgen zullen deze concept-actieplannen en de achterliggende beleidsdoelen en in de komende periode met alle betrokkenen: jongeren, organisaties/ instellingen en ambtenaren verder ontwikkeld en uitgevoerd worden. Daarbij is de betrokkenheid van jongeren en externe organisaties onontbeerlijk. Deze cyclische beweging veronderstelt, zeker waar het jongerenbeleid aangaat, een constante zorg voor een open communicatie met groepen jongeren. In de afgelopen maanden is hiertoe op diverse manieren met wisselend succes vorm aan gegeven.
Consequenties: Om de ingezette beleidsontwikkeling een gedegen basis mee te geven voor de toekomst ( zowel in- als extern) is meer tijd nodig dan voorzien werd in de oorspronkelijke opzet van dit traject. Met name afstemming en communicatie tussen de verschillende betrokken partijen vergt de nodige aandacht en energie. Dit heeft ertoe geleid dat er meer tijd ingeruimd moet worden voor deze elementen waardoor de planning voor het traject is bijgesteld. De bijgestelde planning volgt hierna.
Stappenplan en communicatie van het programmateam integraal jongerenbeleid in het voorjaar 2000. Formuleren van integrale beleidsdoelen per december/ aandachtspunt; samenhang aanbrengen tussen januari 2000 l. de aandachtspunten.
II. Opstellen concept actieplannen integraal jongerenbeleid januari/maart 2000
III. Opstellen definitief actieplannen Integraal Jongerenbeleid voorjaar 2000 Commissie leefbaarheid De notitie uitwerking aandachtspunten van het Integraal jongerenbeleid van de gemeente Delft wordt naast de leden van de commissie Leefbaarheid tevens toegezonden aan de leden van de commissie Werk/ Zorg en Onderwijs en aan de leden van de klankbordgroep Integraal Jongerenbeleid. Op basis van de resultaten uit de informatieperiode van het traject Integraal Jongerenbeleid (vragenlijst van organisaties, voorronden met jongeren, jongerenmanifestatie, commissie leefbaarheid) zullen de integrale beleidsdoelen die dienen als uitgangspunt voor de concept actieplannen besproken worden met externe organisaties, politiek en ambtenaren. De wijze waarop dit zal plaatsvinden wordt nog nader door het programmateam uitgewerkt. De concept actieplannen zullen besproken worden met groepen jongeren. Naast een algemene oproep zullen de jongeren die zich gedurende het traject integraal jongerenbeleid actief toonden voor deze bijeenkomsten een uitnodiging ontvangen. In de uitwerking hiervan zal onder andere aansluiting gezocht worden met de wijkaanpak. Deze activiteiten leiden tot het actieplan Integraal Jongerenbeleid dat in het voorjaar 2000 gepresenteerd wordt.
Bijlage 1. Samenvatting aandachtspunten uit de vraag- en aanbodanalyse Vanuit de beschikbare informatie, de vragenlijst en de uitkomsten van de voorronden, kunnen de onderstaande voorlopige aandachtspunten worden geformuleerd rondom de vijf leefgebieden.
VRIJE TIJD EN VEILIGHEID 1* er zijn onvoldoende ontmoeting- en uitgaangsmogelijkheden, activiteiten m.n. voor jongeren 18 jaar en jonger, zowel op lokaal als wijkniveau. Specifiek aangegeven het ontbreken van een disco , verzoek tot verruiming van de openingstijden van buurthuizen en hangplekken. Dit leidt tot samenscholing van jongeren op plaatsen die hiervoor niet zijn ingericht. *SIGNAAL afgegeven door jongerenwerk, OOV/politie, jongeren 2* wanneer voorzieningen/activiteiten voor jongeren worden opgezet om overlast tegen te gaan, worden personen die aangeven van deze jongeren last te hebben er onvoldoende bij betrokken. Spontane activiteiten georganiseerd door jongeren zelf resulteren vaak in discussies met buurtbewoners. Hierdoor is er voor de gekozen oplossing onvoldoende draagvlak bij de omwonenden, waardoor de ervaring van overlast niet vermindert *SIGNAAL afgegeven door jongeren 3*Jongeren voelen zich regelmatig onveilig op straat en zeggen dat er moet meer politie op straat, die niet zeurt over kleine dingen, maar wel veel aandacht heeft voor ernstige zaken. Specifiek verzoek, meer zelfverdedigingscursussen voor meiden *SIGNAAL afgegeven door jongeren 4*Jongeren worden regelmatig geconfronteerd met openlijke discriminatie. Er wordt een toename van agressie en intolerantie geconstateerd. *SIGNAAL afgegeven door jongeren, onderwijs en jongerenwerk
WERK EN INKOMEN 5*Er is onvoldoende intensieve begeleiding en er zijn te weinig leertrajecten om optimaal naar arbeid te worden toegeleid. Specifiek wordt aangegeven dat er onvoldoende bekendheid is over sociale voorzieningen, er is sprake van taalachterstand en er is sprake van onvoldoende sociale vaardigheden. Als gevolg hiervan constateert men dat er onvoldoende participatie en integratie in samenleving van deze groep jongeren. *SIGNAAL afgegeven door jeugdhulpverlening, onderwijs, jongerenwerk, sector werk 6*Steeds vaker wordt geconstateerd dat jongeren financiële problemen hebben. Specifiek genoemd schulden i.v.m. bezit GSM, huisuitzetting en geen deelname aan b.v. sportactiviteiten Dit leidt tot huisvestingsproblematiek, schuldenproblematiek, slechte sociale participatie *SIGNAAL afgegeven door jongeren, jongerenwerk en jeugdhulpverlening
WONEN EN WOONOMGEVING 7*Er is onvoldoende zelfstandige en betaalbare woonruimte voor jongeren Hierdoor moeten jongeren noodgedwongen langer thuis blijven wonen, ook als dat veel conflicten met andere gezinsleden oplevert, probleemsituaties kunnen niet doorbroken worden; dit resulteert af en toe in zwerfjongeren/daklozen *SIGNAAL afgeven door jongerenwerk, jongeren en jeugdhulpverlening 8*Jongeren ervaren de binnenstad als onaantrekkelijk Ideeën van hen om de binnenstad aantrekkelijker te maken zijn: het autoluw maken, meer kledingzaken, beter openbaar vervoer in de avonduren. Jongeren wijken daardoor uit naar andere steden en/of vervelen zich. *SIGNAAL afgegeven door jongeren 9*Woonomgeving en flats zijn niet schoon en slecht onderhouden. Jongeren geven aan dat zij daardoor ook minder netjes worden op de woonomgeving, wat tot gevolg heeft dat de omgeving minder aantrekkelijk wordt. *SIGNAAL afgeven door jongeren
ONDERWIJS 10*Voor jongeren die door problemen niet naar school kunnen, zelfs niet naar De Wissel, en niet kunnen gaan werken, is in Delft geen intensieve begeleiding aanwezig. De jongeren die wel in De Wissel een traject volgen stromen moeilijk uit naar opleidingen Hierdoor worden problemen niet opgelost woordoor o.a. integratie /toeleiding arbeidsmarkt stagneert *SIGNAAL afgegeven door jongeren, onderwijs, jeugdhulpverlening, De Wissel 11*Voortijdig Schoolverlaten en spijbelen vragen om extra aandacht. De problematiek van de doelgroep wordt complexer. Specifiek wordt aangegeven dat veel allochtonen voortijdig de school verlaten, er sprake is van instroomproblematiek bij deze groep en zij oververtegenwoordigd zijn in het speciaal onderwijs. De wachtlijstenproblematiek speelt ook binnen onze gemeente. Voor wat betreft het schoolklimaat wordt aangegeven dat pesten en gedragsproblemen hot-items zijn. Dit kan leiden tot een slechte positie in de samenleving. *SIGNAAL afgegeven door jongeren, onderwijs, jongerenwerk, politie en jeugdhulpverlening
GEZONDHEID/ZORG 12*Veel voorzieningen hebben geen allochtonen in dienst. Hierdoor zijn voorzieningen onvoldoende toegankelijk voor allochtone jongeren *SIGNAAL afgegeven door jeugdhulpverlening, jongeren en jongerenwerk 13*Hulpverleningsinstellingen hebben vaak wachtlijsten: het duurt te lang tot hulp wordt geboden en problemen blijven voortduren/verergeren. *SIGNAAL afgegeven door onderwijs, politie, jongerenwerk, jeugdhulpverlening en sector werk 14*Er bestaat een grotere behoefte aan opvoedingsondersteuning van ouders met tienerjongeren Men constateert dat gedragsproblemen worden niet tijdig opgelost kunnen worden, waardoor deze zich buiten het gezin gaan manifesteren *SIGNAAL afgegeven door politie, onderwijs en jeugdhulpverlening 15*Aandachtspunten die door instellingen worden gesignaleerd zijn door gebrek aan financiële middelen niet altijd oplosbaar. Hierdoor blijven deze aandachtspunten blijven bestaan *SIGNAAL afgegeven door jeugdhulpverlening 16*Jongeren en intermediairs geven aan dat de voorlichting rondom lichamelijke mishandeling, drugs, alcoholgebruik en SOA onvoldoende is. Het is voor jongeren onduidelijk welke hulp men waar kan krijgen en wat de gevolgen en risicos zijn. Hierdoor ontstaan geestelijke- en gezondheidsproblemen. *SIGNAAL afgegeven door jongeren, onderwijs, jongerenwerk en jeugdhulpverlening 17*Vindplaatsen voor jeugdhulpverlening signaleren en verwijzen vaak te laat naar geëigende instellingen. Er is nog onvoldoende deskundigheid op dit gebied aanwezig. Wanneer problemen uiteindelijk toch gesignaleerd worden zijn zij niet meer snel en eenvoudig op te lossen en is langduriger en zwaardere hulpverlening nodig *SIGNAAL afgegeven door leerplicht, politie en jeugdhulpverlening
Citaten Citaat van een jongere tijdens de manifestatie 9 oktober jl. Je gaat vandalisme plegen als er niets te doen is; eigenlijk zouden de jongerencentra meer open moeten zijn. Bijvoorbeeld na schooltijd en in het weekend want zondag is er niks te doen. Citaat jongere tijdens een voorronde: Als je echt ziek bent mag je niet naar huis dat is belachelijk. Als je je dan niet zo lekker voelt ga je toch gewoon niet naar school want als het erger wordt mag je niet weg. Eigenlijk is dat spijbelen maar daar is de controle toch niet zo streng op. Citaat van een jongere over gezondheidszorg: Ik denk dat je voor je gezondheid het beste veel water kunt drinken en veel groente moet eten. Teveel alcohol drinken is zeker niet goed voor je lichaam. Citaat over jeugdzorg van een tiener: Jongeren die problemen hebben zijn lotgenoten van elkaar en kunnen elkaar steunen. Daarvoor zouden meer mogelijkheden moeten Zijn. Citaat van groep meisjes op de manifestatie jl. 9 oktober We vinden het belangrijk dat de gemeente ons betrekt bij dingen die ons aangaan; het is dan wel belangrijk dat de gemeente naar de jongeren toegaat, het is dan wel verstandig om dat te combineren met een feest. Wij willen dan best helpen met de voorbereiding en werving daarvoor. Citaat van Een bijna afgestudeerde: Een één kamer hat-éénheid krijgen via de woonkrant is geen probleem. Problemen doen zich voor als je afgestudeerd bent en wil gaan samenwonen. Dan wil je minstens een 3 kamer woning. Als je ca. 25 jaar bent kom je daar voorlopig nog niet voor in aanmerking. Dat is voor mij een reden om uit Delft weg te gaan. Citaten van een jongere tijdens de voorronden: Ik heb een bijbaan, die is soms wel zwaar en lang maar je verdient je eigen geld. Ik zou wel een duidelijk boekje willen hebben met regels en premies en hoeveel je mag verdienen en zo. Nu weet ik daar eigenlijk weinig van. |
||
![]() |
![]() |