12 januari 2001

naar agenda

Geacht college,

Het doel van deze nota is een voorstel te formuleren met betrekking tot de continuering van het Centraal Meldpunt c.q Informatiepunt Ouderen in 2000 en de financiering ervan.

Achtereenvolgens zullen aan de orde komen:

2. Voorgeschiedenis.

3. Productomschrijving

4. Huidige knelpunten

5. Conclusies

6. Voorstel

Bij besluit van het College van B & W van 22-09-98 werd akkoord gegaan met:

Opheffing van het Centraal Meldpunt als aparte organisatie met ingang van 01-01-99.

Onderbrenging van de informatie- en adviestaak van het Centraal Meldpunt bij de Raad voor Ouderenwerk voor het jaar 1999.

Met het Centraal Meldpunt worden productafspraken gemaakt.

De financiering vindt ten dele plaats uit de Algemene Middelen (ƒ 50.000,--) en gedeeltelijk uit het budget flankerend ouderenbeleid (ƒ 33.000,--).

De Raad voor Ouderenwerk innoveert de informatie- en adviestaak aan de hand van nog op te stellen productafspraken.

Vóór 01-01-2000 wordt meer duidelijkheid verwacht over de eventuele integratie van het Centraal Meldpunt in de publieksdienst.

Uiterlijk 01-10-1999 volgt een nieuw voorstel op basis van de evaluatie van de productafspraken Centraal Meldpunt en de bevindingen van de projectgroep inrichting publieksgerichte informatie- en adviestaken.

N.B. In juni 1999 werd de naam van de Raad voor Ouderenwerk gewijzigd in Stichting Ouderenwerk Delft en is de naam Centraal Meldpunt gewijzigd in Informatiepunt Ouderen. In het vervolg van deze nota zullen deze benamingen worden gehanteerd.

Het doel van het Informatiepunt Ouderen is: Ondersteuning van ouderen bij het maken van afwegingen en keuzes in hun vraagformulering en het voorkomen van inadequaat zoekgedrag in een snel groeiend, veranderend en steeds complexer wordend aanbod van diensten en voorzieningen op de terreinen wonen, welzijn en zorg.

Het Informatiepunt Ouderen vervult hierin de rol van vertegenwoordiger van het totaaloverzicht over de aanbodzijde en is een onderdeel van het totale hulpverleningsproces. Het is actief op de onderdelen;

• vraagverheldering (wat is de vraag c.q. zijn de ervaren knelpunten);
• informatie en advies (waar en op welke manier kan de vraag het beste worden voorgelegd in het kader van (een) oplossingsrichting(en);
• activering, bemiddeling en assistentie inzake de toeleiding van de vraag (afhankelijk van het feit of de oudere zelfstandig verder op weg kan danwel nog nadere ondersteuning behoeft).

Na deze interventies is de functie van het Informatiepunt Ouderen afgesloten en volgt de indicatiestelling, waaronder hulpvraaganalyse en de afweging of de hulpvrager voldoet aan de voorwaarden van de gevraagde voorziening (toetsing en besluit).

Tot slot volgt de toewijzing van de voorziening of combinatie van voorzieningen, waaraan wachttijden verbonden kunnen zijn.

Het Informatiepunt Ouderen betekent voor ouderen dat;

• zij zich slechts behoeven te vervoegen op één adres voor alle vragen op de terreinen wonen, welzijn en zorg;
• zij te woord kunnen worden gestaan door één dienstverlener en niet meerdere malen hetzelfde verhaal hoeven te doen.

Er doen zich knelpunten voor op zowel het organisatorische vlak als op het terrein van de financiering.

De reorganisatie van de gemeentelijke cluster publiekszaken is nog niet zo ver gevorderd dat besluitvorming is gerealiseerd over de eventuele integratie van het Informatiepunt Ouderen binnen deze dienst.

Voor een goede afweging van argumenten inzake een organisatiestructuur is nog gekeken naar alternatieven:

Onderbrenging bij het Regionaal Indicatie Orgaan Delft, Westland, Oostland (verder te noemen RIO) is een overweging, maar ligt niet erg voor de hand vanwege meerdere redenen;

• Het RIO beweegt zich op het terrein van de indicatiestelling voor zorgvoorzieningen die gefinancierd worden in het kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (verpleeghuiszorg, thuiszorg met betrekking tot lichamelijke verzorging, verpleegtechnische hulp en huishoudelijke ondersteuning) en in het kader van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (verzorgingshuiszorg), terwijl het Informatiepunt Ouderen zich beweegt op meerdere terreinen dan zorg.
• Het RIO is grootschalig georganiseerd (omvat 10 gemeenten), terwijl het Informatiepunt Ouderen voor de doelgroep herkenbaar dient te zijn in de eigen gemeente, zo dicht mogelijk in de eigen leefomgeving.

In het kader van de wijkaanpak kan ook nog gedacht worden aan wijksgewijze georganiseerde informatiepunten, maar dat veronderstelt wel aanwezigheid van veel kennis op een kleine schaal.

Daarnaast is een nieuwe organisatie of -structuur niet wenselijk vanwege de historie; 1989 Project Delft Oost; 1990 - 1993 Pluspunt; 1994 - 1998 Centraal Meldpunt als zelfstandige organisatie; 1999 de informatie- en adviestaak van het Centraal Meldpunt wordt voor een overgangsjaar ondergebracht bij de Stichting Ouderenwerk Delft. Te vaak wijzigen is slecht voor de herkenbaarheid.

Voor de financiering van het Informatiepunt Ouderen werd in 1999 incidenteel een bedrag ter beschikking gesteld van ƒ 83.000,--. Dit bedrag was samengesteld uit twee delen; een bedrag van ƒ 50.000,-- uit de beslispuntennota en ƒ 33.000,-- uit het budget flankerend ouderenbeleid.

Er zijn geen gelden gereserveerd voor het jaar 2000. In de Zomernota 2000 is geen claim neergelegd voor subsidiëring. Dit is veroorzaakt doordat, ten tijde van de opstelling van de begroting en de zomernota, verondersteld werd dat de realisatie van de cluster publiekszaken spoedig gereed was.

Voor het jaar 2000 dient opnieuw een tijdelijk besluit te worden genomen over de organisatorische structuur en financiële middelen van het Informatiepunt Ouderen.

Vanwege de herkenbaarheid en de bereikbaarheid ligt het voor het jaar 2000 het meest voor de hand om het Informatiepunt Ouderen op de huidige locatie te handhaven (gebouw Perspectief aan de Nassaulaan) onder verantwoordelijkheid van de Stichting Ouderenwerk Delft.

Tevens is continuering van de inhoudelijke eindverantwoordelijkheid door de Stichting Ouderenwerk Delft aan te bevelen vanwege het feit, dat zij met nog 3 projecten de informatie- en adviestaak gestalte geeft, met name het project Huisbezoeken Ouderen (1999 - 2003), het project Allochtone Ouderen en het project Financiële Dienstverlening.

Om het mogelijk te maken dat het Informatiepunt Ouderen kan worden gecontinueerd in het jaar 2000 dienen alsnog middelen te worden vrijgemaakt ter dekking van de kosten. De kosten zijn: ƒ 83.000,-- vermeerderd met een accrès van 3,5% = ƒ 85.905,--.

Het opnieuw aanwenden van incidentele middelen uit het budget flankerend ouderenbeleid voor dit doel is niet aan te bevelen vanwege het te grote beslag op dit budget (totaal ƒ 261.338,--, waarvan 20% incidenteel gedeelte = ƒ 52.268,--) en vanwege het criterium dat projecten dienen bij te dragen aan vernieuwing in het ouderenbeleid.
 

Voorgesteld wordt in te stemmen met:

• Voor het jaar 2000 handhaving van het Informatiepunt Ouderen op de huidige locatie onder de inhoudelijke verantwoordelijkheid van de Stichting Ouderenwerk Delft in afwachting van de besluitvorming over de cluster publiekszaken.
• Het tekort van ƒ 85.905,-- te dekken uit het reorganisatiebudget.
• Het maken van productafspraken en het opstellen van evaluatiecriteria in overleg met de Stichting Ouderenwerk Delft en daarbij een jaarlijks evaluatiemoment in te stellen.