Nota - thuisgeweld | ||
|
Inleiding Naar aanleiding van de discussie in de commissie Leefbaarheid d.d. 9 september 1999 omtrent geweld in het gezin is onderzoek verricht naar de stand van zaken op dit terrein. Globaal gesproken zijn er twee sectoren in de samenleving die te maken hebben met de gevolgen van huiselijk geweld: de zorgsector en de politie. In deze notitie wordt ingegaan op de definitie en de omvang van huiselijk geweld, op de huidige stand van zaken en op de te verwachten ontwikkelingen. Als bijlage is hierbij gevoegd Hoofdstuk 2 van de publicatie Huiselijk geweld van het Ministerie van Justitie (pp. 35-43). Deze notitie wordt ter inzage gelegd aan de cie. Leefbaarheid d.d. 9 maart 2000 en de cie. Werk, zorg en Onderwijs d.d. 14 maart 2000. Definitie huiselijk geweld Het Ministerie van Justitie verstaat onder huiselijk geweld: geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. Hierbij wordt geestelijk en lichamelijk (waaronder sexueel) geweld onderscheiden. De huiselijke kring bestaat uit (ex-)partners, gezinsleden, familieleden en huisvrienden. De binnen Delft werkzame zorginstellingen verstaan onder thuisgeweld: Alle vormen van herhaaldelijk lichamelijk, psychisch en seksueel geweld en verwaarlozing die plaatsvinden in de context van de privésfeer en waarbij betrokkenen in een familiale verhouding staan of hebben gestaan. Uitgangspunt bij beide definities is de (ex-)relatie tussen dader en slachtoffer, en niet de locatie waar het geweld zich afspeelt (noot 1). Ook geweld binnen (ex-)relaties dat zich buitenshuis afspeelt kan daarmee onder de definitie vallen. In deze notitie wordt verder gesproken over huiselijk geweld. De omvang van huiselijk geweld Volgens een in opdracht van het Ministerie van Justitie gehouden slachtofferenquete is 53 % van de Nederlanders ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld (bijlage, figuur 1). Wij zijn van mening dat dit zeer hoge percentage een gevolg is van de dermate ruime definitie, dat ook gebruikelijke en ongevaarlijke situaties in de huiselijke kring onder de geweldsdefinitie vallen. Dit neemt niet weg dat wanneer men de ernstigste voorvallen in ogenschouw neemt, nog altijd een zorgwekkend hoog percentage resteert (bijlage, figuur 2). Wij gaan er van uit dat de omvang van huiselijk geweld in Delft niet substantieel afwijkt van het landelijke beeld. Stand van Zaken Politieregio Haaglanden In augustus 1998 is binnen de regio Haaglanden het project Vrouwenmishandeling van start gegaan aan de pilotbureaus Loosduinen en Leidschendam. De evaluatie vindt naar verwachting in 2000 plaats. Binnen het project wordt de rol van het strafrecht versterkt door vergroting van de aangiftebereidheid en verbetering van de kwaliteit van de aangifte. De doelstellingen op de pilotbureaus zijn dat een ieder binnen het bureau op de hoogte is van een nieuwe aanpak en afhandeling van de problematiek rondom vrouwenmishandeling en dat een ieder deze methodiek kan toepassen. Methodiek vrouwenmishandeling Verhoging aangiftebereidheid en verbetering kwaliteit van de aangifte De te hanteren methodiek is gericht op de invulling van de politietaak in de problematiek van vrouwenmishandeling. De methodiek bevat richtlijnen voor de eerste opvang van een slachtoffer en richtlijnen voor het opnemen van een aangifte. Goede informatievoorziening omtrent hetgeen zich heeft afgespeeld rondom huiselijk geweld is immers voorwaarde voor een dadergerichte aanpak door de politie. De eerste informatiebron is de aangifte van het slachtoffer. Formeren van een netwerk met betrekking tot de hulpverlening Aan de pilotbureaus zijn afspraken gemaakt over doorverwijzing en/of terugkoppeling van zaken. Deze afspraken zijn gemaakt met het Openbaar Ministerie, met de hulpverlening (o.a. Vrouwengezondheidscentrum Den Haag en instellingen voor vrouwenopvang) en met de reclassering. Onderhouden van contacten met betrokkenen Met vermoedelijke plegers en slachtoffers wordt contact onderhouden over hulpverleningsmogelijkheden. Ten aanzien van vermoedelijke plegers bestaat de mogelijkheid van een strafrechtelijke aanpak. Opleiding Om de nieuwe methodiek eigen te maken zijn aan de pilotbureaus zgn. kerninstructeurs opgeleid, die op hun beurt een opleiding voor de collega's verzorgen. Het opleidingsprogramma is gericht op bewustwording en onderkenning van de problematiek van vrouwenmishandeling en bevat de hierboven genoemde punten. Inmiddels heeft de korpsdirectie besloten de methodiek in de gehele politieregio te zullen toepassen. Dit vergt een opleidingstraject in de acht gebiedsgebonden onderdelen binnen de regio van drie jaar. De opleiding binnen Delft/Pijnacker/Nootdorp start in 2002. Stand van zaken Zorgsector Delft Over het thema huiselijk geweld organiseert de stichting Vrouwenopvang Zuid-Holland (VOZH) Ricardis sinds ongeveer twee jaar discussie- en overlegbijeenkomsten in het kader van het 'preventieproject thuisgeweld'. Dit project wordt gesubsidieerd door het Zorgkantoor DWO. Deelnemers aan dit project zijn de stichting VOZH Ricardis, het Riagg, de GGD, de politie, het vrouwengezondheidscentrum en de stichting spel- en opvoedingsvoorlichting. Door de deelnemers is een checklist signalen thuisgeweld opgesteld. Daarnaast wordt op korte termijn een afsluitende discussiemiddag georganiseerd voor instellingen en organisaties in Delft. Doel hiervan is om hulpverleners in Delft op de hoogte te stellen van thuisgeweld en welke signalen kunnen duiden op het bestaan van thuisgeweld bij een cliënt. Naast de subsidie die de stichting VOZH Ricardis van het Zorgkantoor ontvangt voor het preventieproject thuisgeweld, wordt de stichting VOZH Ricardis in het kader van het opvangbeleid voor mishandelde vrouwen structureel gesubsidieerd door de gemeente Delft. Dit is een taak die sinds de totstandkoming van de Welzijnswet in 1994 door de het rijk naar gemeenten is gedelegeerd via het uitkeren van een doeluitkering voor vrouwenopvang. Het preventiebeleid van de stichting VOZH Ricardis is gericht op het bestrijden en voorkomen van thuisgeweld door instellingen informatie over vrouwenmishandeling te verschaffen en door vrouwen via een telefonische hulplijn te ondersteunen bij het zoeken naar een oplossing voor een situatie waarin geweld voorkomt. Vanaf het jaar 2000 is de hoogte van de doeluitkeringen van het rijk aan gemeenten herijkt (zie brief ministerie VWS/GVM/Vz/2029753 d.d. 16-12-1999). Naar aanleiding van deze herijking wordt het zorgbeleid van de gemeente Delft gedeeltelijk vernieuwd in samenhang met het lokale volksgezondheidsbeleid. Perspectieven en samenwerking Zowel bij de politie als de hulpverlening neemt de kennis over huiselijk geweld toe. Politie en hulpverlening in Delft nemen deel aan elkaars projecten. Onderkennen en signaleren van huiselijk geweld is een belangrijke stap op weg naar verbetering van de hulpverlening en van de strafrechtelijke reactie. Over de gedeeltelijke vernieuwing van het zorgbeleid in samenhang met het volksgezondheidsbeleid zal aan de cie. Werk, zorg en onderwijs een projectvoorstel worden aangeboden. Aan het onderdeel preventie thuisgeweld zal hierbij, binnen het totale vrouwenopvangbeleid, aandacht besteed worden.
Hoogachtend, BD/OOV, Eric Mulder DMZ/beleid, Marlies Spakman
Bijlage: Huiselijk geweld. Aard, omvang en hulpverlening, Hoofdstuk 2 Uitgave Ministerie van Justitie, Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties, Dienst Preventie, Jeugdbescherming en Reclassering (okt. 1997) noot 1: In tegenstelling tot het 'zinloos' geweld, waarbij dader en slachtoffer geen bekenden van elkaar zijn. |
|
![]() |
![]() |