Het Lokaal Volkshuisvestingsfonds is in 1996 ingesteld door de Delftse woningcorporaties en de gemeente. Op grond van het daartoe ondertekende convenant storten beide partijen jaarlijks elk f. 50.000.- in het fonds. Het fonds heeft tot doel om binnen het beleidsveld van de volkshuisvesting experimenten, onderzoek en initiatieven financieel te stimuleren en te ondersteunen. In het convenant zijn verder procedurele afspraken opgenomen (zie bijlage) over onttrekkingen aan het fonds, toeschrijving van rente aan fondsmiddelen en verslaglegging van het fonds.
Conclusies.
Op 14 december jl. is bijgaande "Evaluatie Lokaal Volkshuisvestingsfonds" besproken in het ambtelijk Driehoeksoverleg. De evaluatie betreft de periode 1996 t/m 1999. In dit overleg hebben partijen de conclusies van de evaluatie onderschreven. Deze conclusies zijn dat:
- in de evaluatieperiode niet erg actief met de fondsmiddelen is omgegaan;
- de rente-toerekening op de fondsmiddelen vanaf 1997 te laag is;
- administratief en procedureel zaken niet altijd volgens de afspraken zijn afgehandeld.
Over conclusie 1 geeft bijgaande evaluatie aan dat er nu op het gebied van de volkshuisvesting een beleidsvisie ligt waarin een veertigtal afspraken zijn opgenomen tussen corporaties, de woonconsumenten en de gemeente. De verwachting is dat deze beleidsintensivering leidt tot actiever omgaan met het fonds. Hieraan was aanvankelijk het voorstel gekoppeld om te besluiten het fonds voor de periode van 4 jaar te continueren. De corporaties vinden verlenging van het fonds tot 1 januari 2002 voorlopig voldoende en willen aan de hand van evaluaties eind 2001 besluiten over het definitief voortzetten of opheffen van het fonds.
Ten aanzien van de toerekening van rente aan het fonds (conclusie 2) vinden corporaties het niet correct om tijdens de rit de spelregels te veranderen. Hoewel het doel van het fonds niet is om het spaarsaldo te verhogen, vinden corporaties toerekening van rente aan het fonds op basis van de prijscompensatie te mager. Corporaties kunnen zich wel vinden in de voorgestelde formule voor toerekening van rente aan het fonds. Deze luidt: marktrente voor jaar van toerekening, gebaseerd op het door het CBS gepubliceerde rendement voor gemiddeld 10 "fix leningen lagere overheid", vermeerderd met een variabele opslag voor corporatie financieringen.
Naar aanleiding van conclusie 3, zijn maatregelen genomen die ertoe leiden dat in administratief/procedurele zin, zaken gaan zoals ze moeten gaan. Bij personele wisselingen bij de sector Bowon/Wonen, enkele jaren geleden, is het secretariaat van het fonds niet overgedragen. Met ingang van 1 januari 2000 is de heer T.M. Wissink belast met het secretariaat van het fonds.
U wordt voorgesteld om:
- Akkoord te gaan met de evaluatie Lokaal Volkshuisvestingsfonds 1996 t/m 1999;
- Voor de jaarlijkse rentetoerekening per verslagjaar uit te gaan van de marktrente, gebaseerd op het door het CBS gepubliceerde rendement voor gemiddeld 10 "fix leningen lagere overheid", vermeerderd met een variabele opslag voor corporatiefinancieringen;
- Voor de jaren1998 en 1999 de rentebijschrijving op het fonds hierop achteraf aan te passen met een totaal bedrag van ƒ 10.142.-*, door dekking uit de algemene middelen;
- Het fonds voorlopig voor een periode van 2 jaar te continueren. De stortingen in het fonds zijn in de meerjarenbegroting opgenomen.
J.G. van der Bie
BoWon/Wonen
paraaf hoofd: d.d.
*) 1998: 4,99%x(221.250 : 100)= ƒ11.040 -/-
ƒ 6.637 = ƒ 4.403.-
1999: 3,99%x(308.050 :
100)=ƒ 12.291 -/- ƒ 6.552 = ƒ 5.739-
Bijlage: Verslag en evaluatie Lokaal Volkshuisvestingsfonds over de jaren
1996 t/m 1999.
