Nota - Projectplan Sportvisie 2000 + 6 | ||
|
Geacht College, In oktober 1999 heeft u ingestemd de nota Uitkomst Sportvisie 2000 en vervolg impuls voor de Delftse sport (de raadscommissie Leefbaarheid ging vervolgens in haar vergadering van 2 november 1999 accoord). Op basis van de uitkomsten van het Sportvisie 2000 - project werd daarin een zesjarig vervolgproject aangekondigd: Sportvisie 2000 + 6. Voor uitvoering van dat project is in het kader van de Breedtesportimpuls van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een subsidie aangevraagd. Dit verzoek is maximaal gehonoreerd. In deze nota wordt voorgesteld die subsidie te accepteren, en accoord te gaan met het beschreven projectplan. Projectplan Sportvisie 2000 + 6 1. Richtingen Uit de Sportvisie 2000 zijn vier richtingen afgeleid waaraan in het toekomstig sportbeleid vorm gegeven moet gaan worden. Dit zijn:
Het thema jeugd loopt als een rode draad door alle onderdelen heen; deze groep vormt daarmee een belangrijke doelgroep in het vervolg. 2. Uitgangspunten en doelstelling De uitgangspunten voor het project Sportvisie 2000 + 6 zijn gelijk aan die voor Sportvisie 2000:
Doelstelling van Sportvisie 2000 + 6 is beleidsvoorstellen te ontwikkelen op basis van de richtinggevende conclusies uit het project Sportvisie 2000 en uit te (doen) voeren, zorg te dragen voor implementatie en daarmee de Delftse breedtesport een blijvende impuls te geven. 3. Inhoud Het Delftse sportbeleid wordt in de komende jaren verbreed in de richting van het onderwijs en buurt/wijk/jongeren/ouderenwerk. Om organisaties die sport, spel en bewegen aanbieden in staat te stellen dat te realiseren is het van groot belang de sportinfrastructuur te ondersteunen. Voor een optimaal resultaat is een uitstekende informatie/communicatiestructuur voor alle betrokken partijen, vragers en aanbieders van sport/spel/bewegen, noodzakelijk. Op de vier genoemde onderdelen zal het project Sportvisie 2000 + 6 zich dan ook richten. Bewust is gekozen voor een zesjarig traject omdat de opbouw tijd en ondersteuning zal vragen. Door dit gedegen aan te pakken worden de vooruitzichten op kwaliteit en continuïteit na de projectperiode belangrijk vergroot. De impuls voor de breedtesport sorteert het meest effect indien er sprake is van blijvende aandacht en ondersteuning. 4. Organisatie Voor het ontwikkelen van beleidsvoorstellen op de vier genoemde gebieden worden, passend in de bij Sportvisie 2000 gehanteerde open werkwijze, werkteams ingesteld, waarin vragers naar en aanbieders van sport(activiteiten), alsmede vertegenwoordigers uit andere sectoren dan sport (onderwijs, buurt- en wijkwerk, jongeren, senioren, allochtonen) en geïnteresseerde inwoners een plaats krijgen. Er worden vier werkteams geformeerd. Voor de coördinatie, begeleiding en bewaking van activiteiten, afstemming tussen de verschillende werkteams en relatie met de plaatselijke politiek wordt een Adviesgroep ingesteld. Deze adviseert zowel de werkteams als de politiek. Vanwege de eerder genoemde continuïteit in de sportvisie-ontwikkeling en de brede vertegenwoordiging, wordt er naar gestreefd deze Adviesgroep samen te stellen uit de personen die ook deel uitmaakten de projectgroep Sportvisie 2000. Voor de Adviesgroep en de werkteams is een Werkdocument opgesteld waarin voor de deelnemers aan die groepen samenstelling, taken, bevoegd- en verantwoordelijkheden, werkwijze, afspraken over resultaat, tijdpad en financiën zijn beschreven (zie bijlage) De projectverantwoordelijke is de wethouder van o.a. Sport, de projectleiding is in handen van het Vakteam Welzijn van de Cluster Wijk/Stadszaken. 5. Fasering Het project Sportvisie 2000 + 6 gaat zes jaar duren. Jaarlijks wordt er geëvalueerd, de stand van zaken bepaald en indien nodig bijgesteld. Dat laatste kan betekenen dat een nieuwe richting wordt toegevoegd, waarvoor dan ook een nieuw werkteam wordt geformeerd dat de opdracht krijgt voorstellen te ontwikkelen, of dat er een richting wordt beëindigd. Het project wordt in drie fases van elk twee jaar verdeeld:
Dit is een richtlijn; een scherpe scheiding zal in de praktijk niet altijd te maken zijn, omdat de ontwikkelingen op het ene gebied nu eenmaal sneller kunnen gaan dan op een ander gebied. Ad a. Ontwerp- en opbouwfase 2000 en 2001 In de eerste twee jaar van het project gaat het vooral om ontwerpen en opbouwen. Er wordt dan uiteraard tegelijk aangehaakt bij reeds ingezette ontwikkelingen (het NKS - project voor het opzetten van een Servicepunt Sport, een project in het kader van Overheidsloket 2000 [OL 2000] om te komen tot een elektronische Sportportal in Delft, de uitkomsten van de Delftse bijdrage aan het NOC*NSF project Jeugd in Beweging, het seniorenproject Delftse Senioren Actief). Tegelijk wordt geïnvesteerd in de sportinfrastructuur, in eerste instantie vooral op accommodatiegebied (zie de nota Kwaliteitsimpuls Sportvelden, 14 februari 2000). De werkteams ontwerpen beleidsalternatieven. Te denken valt daarbij aan b.v. schoolsportprogrammas, nieuw subsidiebeleid, vensterschoolactiviteiten. Voorts wordt er aan netwerken en vormen van samenwerking gebouwd. Naar verwachting zal een aantal activiteiten zich ook lenen voor financiële ondersteuning van derden (sponsoring). Ad b. Stimulerings- en uitwerkingsfase 2002 en 2003 Tijdens de twee middelste projectjaren ligt de nadruk op het stimuleren van organisaties om de beleidsvoorstellen van de werkteams in te vullen en daarmee activiteiten te ontplooien die binnen Sportvisie 2000 + 6 passen. De gemeente investeert dan ter versterking van de sportinfrastructuur vooral in ondersteuning van organisaties op het gebied van begeleiding, kader, vrijwilligers. Dit zowel kwalitatief als kwantitatief. Ad c. Invoerings- en nazorgfase 2004 en 2005 Tenslotte is het de bedoeling in de twee laatste projectjaren ontwikkelde activiteiten, voorzieningen, programmas, structuren en culturen e.d. zodanig te verankeren dat zij ook na afloop van het project voortgezet kunnen worden. Daarbij verschuift de verantwoordelijkheid voor het grootste deel naar de organisaties. De gemeente blijft voorwaarden scheppen die dit ook mogelijk maken. Uiteindelijk moet de nazorg zodanig ingevuld worden, dat na 2005 de effecten van de impuls niet wegebben, maar blijvend zijn. 6. Financiën Voor uitwerking en realisatie van voorstellen in het kader van het project Sportvisie 2000 + 6 zijn de volgende middelen beschikbaar:
Het project duurt 6 jaar (2000 t/m 2005). Het totaalbudget komt daardoor op 3.749.000,=. Met de nota Kwaliteitsimpuls Sportvelden (14 februari 2000) is reeds 88.000,= van het afdelingsbudget, het krediet sportaccommodaties Zomernota 1999 - 2003 en de Renovatiereserve Sportvelden ingezet ter verbetering van sportterreinen (totaal krediet voor de kwaliteitsimpuls 2.775.000,=). Voor verdere voorstellen in het kader van Sportvisie 2000 + 6 is daardoor aan gemeentelijke middelen nog 142.000,= op jaarbasis ( 852.000,= voor het hele project) beschikbaar. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft voor het project de maximale subsidie van 1.050.000,= toegekend (zie bijlage). De subsidie van VWS is verdeeld over de projectjaren: 2000 - 150.000,= 2001 - 200.000,= 2002 - 300.000,= 2003 - 200.000,= 2004 - 150.000,= 2005 - 50.000,= Voor het project Sportvisie 2000 + 6 is daardoor in totaal per jaar beschikbaar: 2000 - 292.000,= 2001 - 342.000,= 2002 - 442.000,= 2003 - 342.000,= 2004 - 292.000,= 2005 - 192.000,= Het voor nieuwe voorstellen beschikbare budget bedraagt over zes jaar 1.902.000,=. Inclusief het bedrag uit de nota Kwaliteitsimpuls Sportvelden bedraagt het budget voor het project Sportvisie 2000 + 6 4.677.000,=. 7. Tijdpad Het tijdpad voor de start van het project sportvisie 2000 + 6 ziet er als volgt uit:
8. Communicatie Het projectplan is besproken in en onderschreven door de projectgroep Sportvisie. In de Algemene Ledenvergadering van de Sportraad Delft is een toelichting gegeven op de eerdere nota Uitkomst project Sportvisie 2000 en vervolg: impuls voor de Delftse sport en de aanzet voor dat vervolg bediscussieerd. Met het bestuur van de Sportraad Delft is ook afzonderlijk overlegd. Op de eerst volgende Algemene Ledenvergadering (17 april 2000) staat het vervolproject Sportvisie 2000 + 6 ter bespreking op de agenda. Na vaststelling van het projectplan door het College van Burgemeester en Wethouders, wordt bijgevoegd persbericht verspreid. 9. Voorstellen Op basis van de vorige paragrafen wordt voorgesteld:
Delft, 21 maart 2000 |
|
![]() |
![]() |