Inzagestuk bij stuknr. 00/022682
Concept Meerjarenraming Stadsvernieuwing 2001 - 2004
Inhoudsopgave
Pag.
Hoofdstuk 1.
Inleiding 2
1.1 Waarom
deze meerjarenraming........................................................ 2
1.2 Rijksbijdrage
voor stadsvernieuwing en stedelijke vernieuwing..... 2
1.3 Samenvatting.................................................................................... 3
Hoofdstuk 2. Besluitvormingsprocedure MRSV 2001-2004 3
Hoofdstuk 3. Beleid voor de
stadsvernieuwing 4
3.1 Herstructurering................................................................................. 4
3.2 Leefbaarheid...................................................................................... 5
3.3 Bouwtrajecten
buurtaccommodaties................................................. 5
3.4 Het
concept van de Vensterschool
................................................... 5
3.5 Subsidies
.......................................................................................... 6
3.6 Overige
prioriteiten........................................................................... 6
3.7 Beleid
stadsvernieuwing samengevat................................................ 7
Hoofdstuk 4. Totaaloverzicht MRSV 2001 -
2004 8
Hoofdstuk 5.
Toelichting per post 9
5.1 Uitgaven.............................................................................................. 9
5.1.1 Gebieden en
Projecten............................................................. 9
5.1.2 Subsidies.................................................................................. 13
5.1.3 Staand
beleid........................................................................... 15
5.2. Inkomsten............................................................................................ 18
Hoofdstuk 6.
Inspraakprocedure 19
Hoofdstuk 7.
Volumebesluit 20
Hoofdstuk 8.
Toelichting bij de rekening 1999 21
8.1 Uitgaven..................................................................................................... 22
8.2 Inkomsten................................................................................................... 24
___________________
Vastgesteld gemeenteraad d.d.
HOOFDSTUK 1.
INLEIDING
1.1 Waarom deze meerjarenraming
De stadsvernieuwingsopgave
wordt in principe jaarlijks vastgelegd in de MeerjarenRaming StadsVernieuwing
(MRSV) en in een bijbehorend verdeelbesluit. In maart 1999 is afgesproken dat
de MRSV in het nieuwe regime voortaan jaarlijks bij het verschijnen van de Zomernota
wordt geactualiseerd. In financiële termen is het gemeentelijk
stadsvernieuwingsfonds namelijk een zogenaamd (gesloten) subcircuit. De
ontwikkelingen op hoofdlijnen van de subcircuits vormen integraal onderdeel van
de Zomernota en daarmee van de begrotingscyclus van de gemeente. Na
vaststelling van de Zomernota vindt de uitwerking van het subcircuit zijn
uitwerking in een voortschrijdend meerjarenprogramma: de meerjarenraming
stadsvernieuwing (MRSV). De laatste MRSV is door de raad vastgesteld op 17
december 1998. In verband met de reorganisatie was het jaar 1999 een
overgangsjaar, waarin geen MRSV is verschenen. In plaats daarvan is door de
Raad een technische begrotingswijziging en een volumebesluit vastgesteld om de
voortgang van de stadsvernieuwing te garanderen. De voorliggende
meerjarenraming behelst voorts niet de gebruikelijke periode van vijf maar vier
jaar, omdat na 31 december 2004 de kasreserve stadsvernieuwing zal worden
opgeheven.
1.2 Rijksbijdrage voor de stadsvernieuwing en
stedelijke vernieuwing
In 2000 draagt het Rijk aan de
stadsvernieuwing in Delft ruim ƒ 5,4 miljoen gulden bij. Hiertegenover staan
geraamde uitgaven in dat jaar van ruim ƒ 13,7 miljoen gulden. De laatste
Rijksbijdrage zal in het jaar 2001 worden betaald. In dat jaar ontvangt Delft
ongeveer f 1,5 miljoen en daarna stopt de Rijksbijdrage. Naast de SV-bijdrage heeft het Rijk
zoals aangekondigd het ‘investeringsbudget stedelijke vernieuwing’ (afgekort ‘ISV’) ingesteld. Dit zal met
de inwerkingtreding van de wet Stedelijke Vernieuwing in het najaar van 2000
met terugwerkende kracht per 1-1-2000 worden ingesteld. Delft zal de
ISV-bijdrage (separaat aan de stadsvernieuwingsgelden) met ingang van de
genoemde datum van de provincie Zuid Holland gaan ontvangen. Om voor het ISV in aanmerking te komen
heeft Delft inmiddels een integrale visie op de ontwikkeling van de stad en een
breed meerjarig investeringsprogramma vastgesteld: het Delfts
Ontwikkelingsprogramma (DOP). Met het DOP verwacht de gemeente Delft een
ISV-bijdrage van de provincie Zuid Holland te verkrijgen. De ‘indicatieve
bijdrage’ van de provincie Zuid Holland blijkt ongeveer even hoog uit te pakken
als de bijdrage die het Rijk medio 1999 zou hebben vastgesteld indien Delft
aangewezen zou zijn als ‘rechtstreekse gemeente’. Kortheidshalve wordt hier
verder verwezen naar de (toelichting van de) apart vast te stellen
MeerjarenRaming Stedelijke Vernieuwing (MR-ISV 2001-2004). In deze MR-ISV
worden onder andere een aantal van de huidige uitgavenposten uit de
voorliggende MRSV 2001-2004 (met name de subsidies) gecontinueerd. Er is
gekozen voor een gescheiden vaststelling van beide meerjarenramingen omdat het
Rijk zowel de wetgeving als de verantwoordingskaders van de SV en de
ISV-regeling naast elkaar laat bestaan resp. invoert. De periode 2000 - 2005
wordt door het Rijk gezien als ‘ingroeiperiode’; na die periode bestaat alleen
nog de ISV-regeling (vastgelegd via de wet Stedelijke Vernieuwing).
Het restant saldo van de ‘kasreserve
stadsvernieuwing’ (SV-fonds) bedroeg per 31-12-99 ca. f. 23,8 miljoen gulden en
is daarmee iets hoger dan eind 1998 het geval was (ca. f. 21,9 mln.). Dit komt
vooral omdat in 1999 ca. f. 3,5 miljoen minder is uitgegeven resp. meer is
ontvangen dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door een minder snelle
uitvoering van de herstructurering (gevolg: minder uitgaven) en een niet
begrote verkoop van een pand aan de Rotterdamse weg (gevolg: meer inkomsten).
Daar staat echter tegenover dat de verwachte Rijksbijdrage in de periode 2000 -
2004 aanmerkelijk lager uitvalt dan in de vorige MRSV (de MRSV 1999 - 2003) nog
werd verwacht. Het Rijk zal de stadsvernieuwing in Delft namelijk nog slechts
tot en met 2001 subsidiëren (met in totaal ca. f. 7,1 miljoen gulden voor 2000
en 2001) en zal dit na 2001 niet voortzetten. Gezien de geraamde uitgaven in de MRSV 2001 - 2004 behoeven er
naar verwachting geen lopende (reeds in de MRSV 1999 - 2003 opgenomen)
verplichtingen naar het ISV te worden overgeheveld.
De Rijksoverheid gaat ervan uit dat alle bijdragen
die door haar op grond van de Wet op de Stads- en DorpsVernieuwing (WSDV) zijn
of worden uitgekeerd, per 31 december 2004 door de gemeenten zijn ‘verplicht’.
Daarom is het belangrijk dat het geplande stadsvernieuwingsprogramma
daadwerkelijk volgens de meerjarenraming wordt voltooid en dat de
stadsvernieuwingsgelden op projectbasis worden uitgegeven of verplicht. Het
Rijk heeft het voornemen om de niet per 1-1-2005 verplichte middelen van de
huidige stadsvernieuwingsgemeenten terug te vorderen. Zij wil haar bemoeienis
met de stadsvernieuwing op lokaal niveau daarna beëindigen. Tot en met 31
december 2004 blijft de huidige jaarlijkse rapportageplicht van gemeenten met
betrekking tot stadsvernieuwing gehandhaafd.
1.3 Samenvatting
In de MRSV 2001 - 2004 worden geen nieuwe accenten
gelegd in vergelijking met de MRSV 1999 - 2003. De financiering van de lopende
projecten (Hooikade/ Zuideinde, Doelengebied, Scheepmakerij, Zonnewijzer,
Zuidpoort) is opnieuw geactualiseerd. Daarnaast is voor de subsidies het huidige
jaarbudget en het ingezette beleid
gehandhaafd resp. geactualiseerd. Zo is onder andere in 1999 de projectmatige
gevelaanpak in de Binnenstad ingevoerd, is de monumentenregeling aangescherpt
en is het budget voor de bedrijvensubsidie eenmalig verhoogd. In de MRSV 2001 -
2004 wordt verder opnieuw prioriteit gegeven aan de destijds in het
collegeprogramma aangekondigde verschuiving van ‘hard’ naar ‘zacht’, zich
uitend in: de bouw van nieuwe buurtaccommodaties, de bevordering van
leefbaarheid en herstructurering (o.a. Wippolder, Die Delfgaauwse Weye,
Minervaplein) , de bijdrage aan de vormgeving van het Vensterschoolconcept en
de aankoop van een school (de Paulus mavo). Het restant saldo van de
‘kasreserve stadsvernieuwing’ (SV-fonds) loopt iets op: per 31-12-99 bedraagt
deze ca. f. 23,8 miljoen gulden en is daarmee ca. f. 1,9 miljoen gulden hoger
dan een jaar daarvoor. Daar staat tegenover dat de Rijksbijdrage voor de
stadsvernieuwing na 2001 zal komen te vervallen. In totaal wordt in de MRSV
2001 - 2004 gemiddeld ca. f. 7,15 miljoen gulden per jaar voor ‘staand beleid’,
subsidies en voor de aanpak van gebieden en projecten uitgetrokken. De raming
van het tempo van uitgaven komt daarmee hoger te liggen dan in 1998 en 1999 het
geval was. De raming komt per 31 december 2004 uiteindelijk uit op het
nulsaldo.
HOOFDSTUK 2. BESLUITVORMINGSPROCEDURE
MRSV 2001 - 2004
Het tijdpad van de besluitvorming is als volgt:
Vaststelling
concept MRSV in college 10-10-2000
Concept
MRSV ter visie [1]) 30-10-2000
tot 11-11-2000
Hoorzitting 31-10-2000
Vaststelling
MRSV in college 21-11-2000
Bespreking
MRSV in de commissie Leefbaarheid 07-12-2000
Vaststelling
MRSV in de gemeenteraad 21-12-2000
HOOFDSTUK 3. BELEID VOOR DE
STADSVERNIEUWING
3.1 Herstructurering.
De naoorlogse wijken hebben veelal
als kenmerk “veel van hetzelfde” dat wil zeggen veel gelijkvormige goedkope
woningen, gebouwd volgens een vast stramien. Een eenzijdige woningvoorraad
leidt in een wat meer ontspannen woningmarkt tot een eenzijdige bevolkingssamenstelling.
Kansarme groepen zullen er oververtegenwoordigd zijn. De problematiek uit zich
vaak in een verschraling van het woon- en leefklimaat: achterstallig onderhoud,
vormen van overlast, vandalisme, veel voorkomende criminaliteit. Met de bouw
van de grote Vinexwijken rond Delft zal de dynamiek op de woningmarkt – ook in
Delft - toenemen. Veel mensen die het zich kunnen permitteren, zullen de stad verlaten om naar een nieuwe VINEX-wijk
te verhuizen. Op kleine schaal is dit proces reeds opgetreden. De minst
geliefde delen van de bestaande woningvoorraad in Delft dreigen daarmee in een
negatieve spiraal terecht te komen. Het antwoord hierop is de herstructurering,
met als oogmerk binnen Delft een kwalitatief
beter en meer gedifferentieerd aanbod te creëren en op die manier de
huidige bewoners van de Delftse wijken meer ‘aan de stad te binden’.
Voor de Wippolder en de Delfgaauwse
Weye zijn de plannen voor herstructurering reeds in uitvoering. Voor de
Poptahof / Voorhof is de planontwikkeling gestart. Uitgangspunt hierbij is een
herstructureringsbeleid te ontwikkelen in overleg met de bewoners en de
betrokken maatschappelijke partners: de Woonkoepel, de corporaties en overige
organisaties en instellingen.
Delft kent (nog) geen verpauperde
wijken. Een belangrijk uitgangspunt voor de Delftse herstructurering van
woonwijken blijft dan ook dat deze altijd kleinschalig van karakter zal zijn.
De volgende rode draad voor de herstructurering in Delft begint zich in
samenspraak met de woningcorporaties af te tekenen:
· In het oosten van de stad is sprake
van een aantal kleinere versnipperde herstructureringslocaties met een eigen
dynamiek; deels reeds in uitvoering (Wippolder, Delfgaauwse Weye). Waar dat
elders in kleine hoeveelheden noodzakelijk is, zal sprake kunnen zijn van sloop
en vervangende nieuwbouw met de woningcorporatie als initiatiefnemer. Ook de
Tanthof en de Kuiperwijk kennen zelfstandige en kleinschalige opgaven, die door
de woningcorporaties zelf kunnen worden opgepakt;
· De Poptahof – inclusief omliggende
gebieden - is een herstructureringsgebied; de gemeente heeft hier - vanwege de
integraliteit van de opgave - in de startfase de regie;
· Rond het Minervaplein ontstaat een
experimentele aanpak, waarbij de corporatie Hippolytus/ Delftwonen het voortouw
heeft genomen om gezamenlijk met de gemeente het gebied te herontwikkelen en
het beheer te organiseren. Mogelijk leent deze aanpak zich vanwege haar
vernieuwde karakter voor een bijdrage uit het innovatiebudget ISV;
· In Buitenhof-Noord zullen de Delftse
corporaties op diverse plekken initiatieven ontwikkelen om de wijk te
verbeteren. Een gemeenschappelijke aanpak wordt hier nog bepaald.
De vier Delftse
woningbouwcorporaties (Delftwonen, Vestia Delft, Vidomes en de Stichting Duwo)
leggen voor de komende jaren een hoog ambitieniveau voor de aanpak van hun
woningbestand aan de dag. Een globale inventarisatie van de bestaande
voornemens en plannen van de corporaties en de gemeente (zie bijlage) leidt
voor heel Delft in totaal voor de komende tien jaar tot de volgende conclusies:
· sloop: ca. 500 a 600 woningen;
· nieuwbouw: ca. 1100 woningen (incl.
functieveranderingslokaties);
· andersoortige toevoegingen zoals:
zorg(centrum), winkels/ bedrijven, buurthuis/ buurtfuncties, kinderopvang, sportaccommodaties,
ateliers voor kunstenaars en de digitale Bibliotheek aan huis door middel van
informatieservicepunten;
· opknapbeurt (ingrepen lopen uiteen
van bv. alleen beheersmaatregelen met een beperkte investering per woning,
verbetering entree, opplussen tot complete renovaties): ca. 4000 woningen;
· verkoop van ruim 700 woningen.
Thans is wel waarneembaar dat
verschillende grote herstructureringsoperaties vertraging oplopen in de
planvoorbereidingsfase. Gezien het grote belang van de herstructurering is zorg
hierover op zijn plaats. Ook voor de financiële planning van de MRSV, waarbij
uitgaven voor 1-1-2005 moeten plaatsvinden, is dit een risico. Het
gemeentebestuur spant zich daarom in om in overleg met de betrokken
woningcorporaties tot een goede uitgavenraming en -fasering te komen voor de
gehele periode tot en met 2004.
3.2 Leefbaarheid
Het gemeentebestuur wil de leefbaarheid in wijken
verhogen met het ‘wijkgericht werken’, dat inmiddels in alle wijken van Delft
is geïntroduceerd. In 1999 zijn voor alle wijken wijkbeschrijvingen tot stand
gekomen. Daarna is voor de wijk Tanthof een wijkbeheerplan en voor de wijk
Voorhof een wijkontwikkelingsplan opgesteld. Voor deze wijken worden nu ook
wijkprogramma's opgesteld. Verder worden momenteel voor de wijken Vrijenban en
Buitenhof wijkplannen opgesteld. De bedoeling is dat voor 2002 alle wijken in
Delft beschikken over een wijkplan en een jaarlijks te actualiseren
wijkprogramma. In het kader van de wijkplannen is en wordt de
leefbaarheids-problematiek in kaart gebracht en besproken met de
belanghebbenden. Voorzover dit leidt tot
voorstellen voor fysieke maatregelen (evt. in combinatie met elders te
financieren beheermaatregelen) worden deze projectmatig aangepakt. Voorbeeld
hiervan is de herinrichting van de buitenruimte van jongerencentrum The Culture
in de wijk Buitenhof.
3.3 Bouwtrajecten buurtaccommodaties
De gemeente wil
het buurt- en wijkwerk op dezelfde schaal organiseren als de wijkaanpak. De 7
instellingen voor buurt- en wijkwerk die zo ontstaan, hebben elk een eigen
passende accommodatie en beschikken over een personeelsformatie waar in ieder
geval ruimte is voor beheer, sociaal cultureel werk en jongerenwerk. In verband
hiermee vindt een herijking van onderdelen van het welzijnsbeleid en het bijbehorende
accommodatiebeleid plaats. Het bij te stellen welzijnsbeleid is nader
uitgewerkt in de eind 1999 tot stand gekomen nota 'knopen in de wijken'. Deze
nota is inmiddels goedgekeurd en vormt de basis voor de modernisering van het
welzijnsbeleid die nu plaatsvindt. Parallel aan deze herijking van het
welzijnsbeleid is de voorbereiding van nieuwbouwtrajecten voor
buurtaccomodaties gestart. Als eerste is de locatie Wippolder gereed gekomen.
Het Westerkwartier, waarvan de bouw eind 2000 zal starten, is daarna ter hand
genomen. Hierna volgen naar verwachting de Bieslander, Poptahof, Sranti,
Tanthof en de jongerenvoorzieningen in de Wippolder en in de Kuiperwijk. De
bouw van de buurtaccommodaties levert een belangrijke bijdrage aan de
verbetering van wijken. Om die reden zijn en worden (conform de MRSV 1999-2003)
de voorbereidingskosten en (een deel van) de bouw- en inrichtingskosten ten
laste gebracht van de reserve stadsvernieuwing (categorie ‘staand beleid’).
3.4 Het concept van de vensterschool
Het concept van de vensterschool is een in Groningen
bedacht onderwijsconcept, dat uitgaat van een sterkere integratie van de school
in buurt- en onderwijsnetwerken. Drie inhoudelijke lijnen zijn daarbij
herkenbaar: integratie van onderwijs- en buurtfuncties, ondersteunende
faciliteiten voor het onderwijs en een leerlingenvolgbeleid voor kinderen van 4
tot 15 jaar. Het concept kan gekoppeld worden aan een specifieke school, maar
kan ook opgericht worden als een onderwijsfaciliteit voor gebruik door meerdere
scholen en schoolbesturen. In beide gevallen zal de voorziening een plaats
krijgen in Delft- Zuid, aangezien onderwijsachterstanden zich vooral daar
voordoen. Als eerste stap is een opvangschool (Centrale Opvang) gerealiseerd
voor kinderen van nieuwkomers in Delft. Verder is een verkennende studie
voltooid naar de mogelijkheden in Delft. Deze studie wordt breed gedragen door
de Delftse scholen en instellingen. Thans wordt projectgewijs gewerkt aan een
verdere implementatie van het concept van de vensterschool.
3.5 Subsidies
De regeling ‘particuliere
woningverbetering’ is per 1-1-2000 gewijzigd in de regeling ‘gevelaanpak’.
Overeenkomstig de MRSV 1999-2003 wordt ook in de MRSV 2001-2004 voorgesteld het
budget voor de particuliere woningverbetering/ gevelaanpak met ingang van 2001
terug te brengen van ƒ 300.000,- tot ƒ 150.000,- per jaar. Met ingang van 1999
is de subsidieverordening voor monumenten gewijzigd met als doel het
uitgavenniveau ‘in de hand’ te houden. Aanleiding was het feit dat telkens (te)
vroeg in het jaar een subsidiestop noodzakelijk bleek om het budget niet te
overschrijden. Per 1 juli 2000 is de subsidieregeling voor monumenten weer iets
verruimd zodat ook natuurlijke eigenaren (eigenaar/bewoners, stichtingen,
verenigingen) van rijksmonumenten voor kleinschalige restauraties gebruik van
de regeling kunnen maken. Tegelijkertijd met deze aanpassing is de
subsidieregeling geactualiseerd. De verwachting is dat de uitvoering van de
huidige subsidieregeling mogelijk is binnen het bestaande budget van f 1 mln.
per jaar. In het kader van het ‘binnenstadsmanagement’ wordt in deze
meerjarenraming voorts opnieuw gekozen voor de handhaving van de bedrijvensubsidie en de regeling ‘wonen boven winkels’. In verband met
de toekomstige aanpak van herstructurering wordt in deze MRSV voorgesteld om de
subsidies voor verhuis- en
herinrichtingskosten te handhaven. Het belangrijkste argument dat hierbij
een rol speelt, is dat deze subsidies, mede gezien de betrokken doelgroep(en),
worden gezien als ‘smeerolie’ om de gewenste verhuisbeweging(en) en daarmee het
totale vernieuwingsproces op gang te krijgen. Hierbij moet echter
volledigheidshalve worden opgemerkt dat ook de corporaties hier een aandeel in
hebben, daar verhuis- en herinrichtingskosten een onderdeel uitmaken van
planontwikkelingskosten. Tenslotte wordt in deze meerjarenraming rekening
gehouden met subsidie voor het
‘opplussen’ van corporatiewoningen. Doel hiervan is te bevorderen dat
ouderen en mensen met een handicap langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Het
opplussen van de Delftse (huur)woningen (doelstelling ca. 2000 woningen in
2003) wordt door de betrokken woningbouwcorporaties in samenwerking met de
gemeente uitgevoerd. Een en ander is vastgelegd in prestatieafspraken resp. in
de nota Wonen. In de MRSV 2001 - 2004 is hiervoor een bijdrage gereserveerd uit
de reserve stadsvernieuwing ter grootte van in totaal ƒ 2 miljoen. Daarnaast
heeft de gemeente inmiddels alsnog een beroep gedaan op de betreffende
stimuleringsregeling van het Rijk. Ook de Delftse corporaties zullen aan het
opplussen het nodige bijdragen, afhankelijk van het aantal opgepluste woningen.
Er wordt - samenvattend - in deze MRSV voor de subsidies voorgesteld om de
subsidies te handhaven. Dit betreft dan de bedrijvensubsidies, het budget ‘wonen
boven winkels’, de subsidie particuliere woningverbetering/ gevelaanpak, de
monumentensubsidies, de verhuis- en herinrichtingskosten-subsidie en de
subsidie voor het opplussen van woningen.
3.6 Overige prioriteiten
De vorige meerjarenraming (MRSV 1999 - 2003) bevatte
een opsomming van nieuw beleid. In deze raming zijn deze posten veelal terug te
vinden onder de categorie ‘staand beleid’. De posten voor de uitvoering van het
herstructureringsplan voor de Wippolder en voor Die Delfgaauwse Weije, de aankoop
van scholen/kerken en de verdere uitbouw van het herstructureringsbeleid zijn
ook nu weer opgenomen. De onderdelen Zuidpoort, drainage binnenstad,
herontwikkeling Doelengebied, Hooikade/ Zuideinde en Scheepmakerij zijn in de
voorliggende MRSV van een geactualiseerde raming voorzien en binnen de daarvoor
bestemde uitgavencategorieën ondergebracht (zie hoofdstuk 4 totaaloverzicht).
De geraamde voorbereidingskosten worden hierbij in principe reeds
ondergebracht. Voor het ontwikkelen en uitvoeren van de in de raming opgenomen
nieuwe plannen (veelal voor de beginfase) en voor beleidsontwikkeling is een
aparte post voorbereidingskosten opgenomen. Het doen van aankopen van
scholen/kerken tenslotte, is een middel om de gemeentelijke positie bij
planontwikkeling te versterken. Een voorstel tot aankoop van de Paulusmavo is
daarom opgenomen in de raming.
3.7 Beleid stadsvernieuwing samengevat
Er worden in deze MRSV gezien de afbouw van de
stadsvernieuwingsregeling door het Rijk geen nieuwe beleidsaccenten gelegd.
Voor de komende planperiode wordt in totaal (tot en met 31 december 2004)
ongeveer ƒ 25,1 miljoen gulden gereserveerd voor staand beleid ca. f 9,8 miljoen voor subsidies en ca. f 0,8 miljoen voor gebieden en projecten. Deze reserveringen zijn bedoeld voor de
volgende prioriteiten:
·
De
lopende herstructureringsplannen voor de Wippolder en Die Delfgaauwse Weye
·
Verplichtingen
uit lopende en afgeronde projecten (met name Hooikade - Zuideinde,
Doelengebied, Scheepmakerij; incl. voorbereiding)
·
Handhaving
subsidies en het opplussen van de woningvoorraad
·
Het
strategisch aankopen van een of meerdere scholen en/of kerken
·
De
bevordering van de leefbaarheid in wijken, alsmede de ontwikkeling en
uitvoering van nieuwe herstructureringsplannen (incl. voorbereiding)
·
De
bouw en inrichting van nieuwe buurtaccommodaties (incl. voorbereiding)
·
Bijdrage
aan het vensterschoolconcept
·
De
onrendabele top van exploitaties van enkele binnenstedelijke projecten (met
name Zuidpoort)
HOOFDSTUK 4. TOTAALOVERZICHT
MRSV 2001 - 2004
tabel 1 overzicht inkomsten en uitgaven
stadsvernieuwing
HOOFDSTUK 5.
TOELICHTING PER POST
5.1 UITGAVEN
5.1.1 GEBIEDEN EN PROJECTEN
POST
1. HOOIKADE/ ZUIDEINDE
tabel
2 raming Hooikade- Zuideinde
Het (‘zicht op Delft’) plein aan het
water en het bijbehorend gedeelte van de Hooikade (incl. de kade) is inmiddels
uitgevoerd. Na de afronding van deze werkzaamheden is het gereedkomen van de wijk
- in samenwerking met de projectontwikkelaar - op feestelijke wijze gevierd,
waarbij ook het kunstwerk op het plein is onthuld. Het bouwplan (26
appartementen en 14 atelierwoningen) op de hoek Abtswoudseweg/ Schieweg is
inmiddels ook afgerond.
De uitgaven voor het gebied
Hooikade/ Zuideinde zijn iets achtergebleven bij de raming. Dit wordt
veroorzaakt doordat bepaalde milieumaatregelen om overlast ‘aan de bron’ in te
dammen in 1999 wel geraamd maar niet getroffen zijn. Wel is hiervoor een akoestisch
onderzoek gestart. Naar verwachting worden voor dit plan alleen nog in 2000
kosten gemaakt. De hiermee verband houdende uitgaven zijn, verrekend met enkele
ontvangen provinciale bijdragen, opgenomen in de tabel.
DICHTERSBUURT
De uitgaven in dit gebied zijn
overeenkomstig eerdere ramingen reeds in 1999 beëindigd.
POST
2. BINNENSTAD
tabel
3: raming Binnenstad
2a.
Binnenstad: Doelengebied fase 2a
Dit betreft de herontwikkeling van het terrein van de
Engbertschool e.o. Bij dit terrein gaat het totaal om 16 woningen, 8
appartementen en 8 ééngezinswoningen. R. Schulze van het bureau Geurts &
Schulze heeft inmiddels een bouwplan opgesteld dat naar verwachting in 2001 zal
worden uitgevoerd. Voor fase 2a en fase 2b is Fons Verheyen van architectenbureau
Verheyen, Verkoren en de Haan de coördinerend architect.
2b. Binnenstad:
Doelengebied fase 2b.
Fase 2b betreft het terrein Schuttersveld en het voormalig
Waterloopkundig laboratorium. Voor de herontwikkeling van dit terrein ligt er
een bouwplan dat in totaal uitgaat van: 55 nieuw te bouwen woningen,
onderverdeeld in 20 appartementen en 35 ééngezinswoningen en een parkeergarage.
Met de voormalige eigenaar van het Schuttersveld is
overeenstemming bereikt over de verwerving. Momenteel wordt gewerkt aan een
sloopvergunning voor het Waterloopkundig Laboratorium, zodat in 2001 de
bouwwerkzaamheden kunnen aanvangen.
2c.
Binnenstad: overig
Voor de historische binnentuin Het
Hofje van Pauw blijft overeenkomstig de vorige meerjarenraming een bedrag
gereserveerd. Ook wordt rekening gehouden met de continuering van de
drainage-maatregelen en overige werkzaamheden in de Binnenstad om de overlast
ten gevolge van grondwater tegen te gaan. De situatie rond de
drainage-maatregelen is momenteel als volgt:
straatnaam uitvoeringsdatum
drainage-maatregelen
Nieuwe Langedijk uitgevoerd (1995)
gedeelte Doelenstraat uitgevoerd (1996)
Paardenmarkt uitgevoerd (1996/1997)
Annastraat uitgevoerd (1997)
Buitenboogerd uitgevoerd (1998)
Geerboogerd uitgevoerd (1998/1999)
Anna Boogerd uitgevoerd (1999)
Kleine Boogerd in uitvoering
Vernieuwde Boogerd in uitvoering
gedeelte Koningsplein 2001
Noorderhof 2001
gedeelte Raam 2002
Schutterstraat 2002
Voor de straten
rondom het Rietveld wordt een gedeelte van het riool afgekoppeld middels het
aanbrengen van een drukriolering. In de binnenstad zijn voorts op diverse
plaatsen peilbuizen aangebracht, waarmee de grondwaterstanden continu worden
ingemeten. De gegevens hiervan zijn in een beheersysteem ingevoerd.
POST
3. SCHEEPMAKERIJ
tabel
4: raming Scheepmakerij
Een projectontwikkelaar heeft voor
het gebied Scheepmakerij een bouwplan opgesteld. Gelet op de complexe
bouwopgave had de gemeente een bijdrage aan de planontwikkeling voorzien. Tegen
het aanvankelijk plan rees echter veel verzet in de buurt. Naar verwachting zal
het plan de komende jaren in gewijzigde vorm alsnog kunnen worden gerealiseerd.
Om die reden is een eventuele gemeentelijke bijdrage aan dit plan iets naar
voren geschoven ten opzichte van de eerdere raming. De betreffende post is
bedoeld als bijdrage voor de noodzakelijke herinrichting, voor zover deze, als
gevolg van dit bouwplan, in de directe omgeving dient plaats te vinden (zoals
het opknappen van de kade).
POST 4. IN
DE VESTE
Dit zijn de huurinkomsten van het
parkeerterrein tot aan het moment dat het parkeren hier wordt opgeheven in
verband met de uitvoering van het project Zuidpoort.
POST
5. ZONNEWIJZER
De woningen
zijn in 1999 opgeleverd. Aansluitend is de inrichting van het binnenterrein
afgerond en is de speelplek op de hoek Westerstraat en Tuinstraat gerealiseerd.
Op het binnenterrein de Westerplaats, wordt een fietsenstalling gebouwd. De
voltooiing van dit plan uit zich alleen nog in uitgaven in 1999 (zie
jaarrekening 1999), benodigd als bijdrage in de grondexploitatie van dit
project. In 2000 en volgende jaren is geen stadsvernieuwingsgeld meer benodigd
voor dit project.
POST 6. DIE
DELFGAAUWSE WEYE
tabel
5: raming Die Delfgaauwse Weye
Het plan DDW is in uitvoering. Het bestaat
uit de volgende fasen:
·
Fase I van het plan
behelst de bouw van 9 eengezins koopwoningen en 53 3-kamer seniorenwoningen aan
een atrium, alsmede groot onderhoud van 144 portiekflats, alsmede de sloop van
68 galerij-woningen.
·
Fase II behelst de
nieuwbouw van 6 eengezins (woon/werk) koopwoningen, 16 koopappartementen en de
bouw van ca. 50 ‘levensloop bestendige’ huurwoningen. Het renoveren van ca. 50
driekamerwoningen uit de zorgflat behoort ook tot deze fase.
·
Fase III tenslotte
behelst de nieuwbouw van in totaal 56 koopappartementen en de (op)bouw van 32
appartementen in combinatie met de hoog niveau renovatie van 48 vierkamer
huurmaisonnettes.
Ook de bijbehorende woonomgeving van het gebied wordt
opnieuw ingericht. Onder andere wordt een plein aangelegd, een padenstructuur
en een aantal waterpartijen.
De nieuwbouw- en renovatieplannen
worden in vier verschillende planteams verder uitgewerkt: het planteam Groot
Onderhoud, planteam Nieuwbouw, planteam Renovatie en een planteam Zorgflat. Op
relevante momenten vindt terugkoppeling plaats naar een klankbordgroep van
bewoners. Architecten zijn D&E architecten (Delft) en bureau H. van Schagen
(Rotterdam).
De uitvoering van de bouwplannen heeft
ten opzichte van eerdere ramingen om diverse redenen vertraging opgelopen.
Belangrijkste oorzaak is het benodigd extra onderzoek en overleg in combinatie
met de gespannen bouwmarkt. In juni 2000 zijn de 53 atrium-woningen (fase 1a)
opgeleverd. Eind 2000 zal de bouw van de 9 eengezins koopwoningen starten. In
2001 zal naar verwachting de bouw van de tweede en de derde fase starten.
Opgenomen zijn de te verwachten kosten
van de herinrichting van het openbaar gebied, gefaseerd volgens de -vertraagde-
bouwplanning, verminderd met de (te) ontvangen rijkssteun voor dit plan.
POST
7. WIPPOLDER
tabel
6: raming Wippolder
De eerste fase van dit
herstructureringsproject is nu bijna afgerond. De ‘driehoek’ aan de
Kloosterkade en de woningen aan de Theresiastraat zijn in 1998/1999 gesloopt.
De nieuwbouw op deze locaties (1e fase) is direct daarna van start
gegaan en wordt in 2000 opgeleverd. De start van de 2e fase is pas
gepland in 2003. De kosten ten laste van de reserve stadsvernieuwing houden
verband met de gewenste herinrichting van de woonomgeving en de aanleg van een
extra plein in (het restant van) fase 1 en 2. De herinrichting van de
woonomgeving van fase 1 vindt momenteel plaats.
5.1.2 SUBSIDIES
POST
8. BEDRIJVENSUBSIDIE
Gezien het aantal ingediende en
toegekende aanvragen is de verwachting dat de uitgaven in 2000 onder het niveau
van het budget (ƒ 450.000,- per jaar) zullen blijven. Gelet op de
ontwikkelingen in het kader van het binnenstadsmanagement en de positieve
uitwerking op de kwaliteit van de winkelvoorziening in de binnenstad is in deze
MRSV opnieuw uitgegaan van handhaving van deze subsidiemogelijkheid.
POST
9. PARTICULIERE WONINGVERBETERING/
GEVELAANPAK
De uitgaven in 1999 bedroegen ƒ
535.000,-. De regeling particuliere woningverbetering is per 1 januari 2000
gewijzigd in de regeling ‘gevelaanpak’. In het jaar 2000 is een bedrag van ƒ
150.000,- voorzien voor ‘naijlende
uitgaven’ op basis van de nog lopende verplichtingen in het kader van de oude
regeling. Daarnaast wordt het beslag op de reserve stadsvernieuwing van de
nieuwe regeling ‘gevelaanpak’, vanaf het jaar 2000 gesteld op ƒ 150.000,- per
jaar.
POST
10. WONEN BOVEN WINKELS
Op grond van de Subsidieverordening Stadsvernieuwing kan
subsidie worden verleend voor het maken van een zelfstandige ontsluiting voor
woningen boven winkels in de Binnenstad. De subsidie bedraagt f. 80% van de
subsidiabele kosten met een maximum van f. 8.000,- per aanvraag. Met ingang van
1998 is het gehele jaarbudget ad f. 32.000,- ‘belegd’ met toekenningen, doch
dit heeft in dat jaar nog niet geleid tot uitgaven (deze ijlen immers altijd
na). In 1999 was het budget - op een
kleine onderschrijding na - opnieuw volledig toegekend. In dat jaar zijn ook de
uitgaven op gang gekomen: er is uit dit budget in 1999 f. 24.000,- betaald en
f. 31.685,- uit het budget particuliere woningverbetering. In totaal dus f.
55.685,-, waarbij het ging om: de uitbetaling van 3 toekenningen aan de
Wijnhaven, een aan het Oosteinde en in de Voorstraat en twee toekenningen aan
het Vrouw Jutteland. In 2000 hebben tot 1 september nog geen toekenningen
plaatsgevonden; wel wordt verwacht dat het jaarbudget ad f. 32.000,- wordt
benut. Na 2000 wordt het budget ‘wonen boven winkels’ gehandhaafd, met name
gezien de positieve uitwerking op de kwaliteit van de binnenstad.
POST
11. MONUMENTEN
Vanwege jaarlijks terugkerende
vroegtijdige subsidiestops heeft een heroverweging van de
monumentensubsidieregeling plaatsgevonden. Eind 1998 is een nota over de
aanpassing van de regeling aan de Raad voorgelegd. Vanaf 1999 is de
subsidieverordening voor monumenten aangepast waarbij de belangrijkste
wijzigingen waren:
·
Rijksmonumenten en de gemeente worden niet meer
gesubsidieerd vanuit het SV-fonds;
·
Bedrijven kunnen geen aanspraak meer maken op subsidie,
met uitzondering van restauraties van bijzondere monumentale onderdelen;
·
De zgn. ‘bijdrage ineens’ wordt verlaagd van 50% naar 40%
van de subsidiabele kosten.
Omdat een kleine categorie
eigenaren van rijksmonumenten tussen wal en schip dreigde te komen door de
gewijzigde regeling, is deze per 1 juli 2000 iets verruimd. Bewoners,
stichtingen en verenigingen die eigenaar zijn van rijksmonumenten kunnen vanaf
die datum voor kleinschalige restauraties weer gebruik maken van de regeling.
POST
12. VERHUIS- EN HERINRICHTINGSKOSTEN
In 1999 is het budget verhuis- en
herinrichtingskosten met ruim f. 180.000,- onderschreden. Dit werd met name
veroorzaakt doordat de herstructurering in de Poptahof, waarmee wel rekening
werd gehouden, niet op gang is gekomen. Een inventarisatie van de lopende
verplichtingen en uitgaven leert dat er ook in 2000 een onderschrijding te
verwachten valt. In deze meerjarenraming wordt desondanks rekening gehouden met
het reeds genomen verdeelbesluit voor het jaar 2000, dat spreekt over een
jaarbudget ad f. 250.000,- voor deze regeling. Voor het jaar 2001 is gezien de
verwachte onderschrijding een iets lager bedrag (te weten f. 200.000,-)
geraamd. In de jaren daarna zullen naar verwachting enkele nieuwe plannen
(Genestetstraat en alsnog de Poptahof) leiden tot extra
verhuiskostenvergoedingen. Reden waarom in 2002 en 2003 het budget weer iets is
verhoogd tot f. 350.000,- per jaar. Het volume van de uitgaven blijft hiermee
ongeveer gelijk aan het destijds in de MRSV 1999-2003 opgenomen totaalbedrag
voor de periode t/m 2003.
POST 13.
OPPLUSSEN VAN DE WONINGVOORRAAD
De gemeente Delft heeft met de corporaties Delftwonen,
Vestia en Vidomes in het kader van de nota ‘Wonen’ de prestatieafspraak gemaakt
om tot 2003 in totaal 2000 woningen (meer) geschikt te maken voor ouderen en
mensen met een handicap (‘opplussen’ genaamd). Eerst zou een experiment worden
gedaan met 600 woningen om ervaring op te doen met opplussen. Bij de uitvoering
van dit experiment doen zich echter een aantal knelpunten voor waardoor een
onvoorziene vertraging is opgetreden. De knelpunten zijn: capaciteitsgebrek,
krapte op de bouwmarkt en technische in combinatie met financiële afwegingen.
In overleg met de corporaties zijn nu 360 woningen ingediend voor subsidie bij
de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV). Daarnaast wordt naar verwachting
nog in 2000 een plan ingediend voor het opplussen van ca.153 woningen. Na
evaluatie van het SEV-experiment, eind 2000, zal door het gemeentebestuur met
de corporaties een vervolgprogramma worden vastgesteld met het doel om voor
2003 de resterende ca. 1490 woningen alsnog te hebben opgeplust. Verwijzend
naar het gestelde in paragraaf 3.3, het collegeprogramma en naar de gemaakte
prestatieafspraken is voor de periode t/m 2002
voor een bijdrage aan het opplussen in deze MRSV in totaal ƒ 2 mln.
gereserveerd.
5.1.3 STAAND
BELEID
POST
14. ONRENDABELE TOP
tabel
7: raming onrendabele top stadsvernieuwing
Toelichting per
post
Maria
Duystlaan
De busparkeerplaats in dit gebied is
aangelegd. Er worden geen kosten meer verwacht.
E.
van Soeterwoudeschool
De school is inmiddels gesloopt. Er
komen nu geen kosten meer ten laste van de reserve stadsvernieuwing.
Mojo
Het plan omvat 5 woningen, een
medische groepspraktijk (huisarts, fysiotherapeut, verloskundige e.d.) en een
uitbreiding van het kantoor voor Mojo Concerts. Middels een openbare straat is
een verbinding gemaakt met de Dirk Langenstraat. De bouw is inmiddels afgerond.
De gemeente draagt alleen nog in het boekjaar 2000 bij in de kosten van aanleg
van het openbaar gebied, waarvan nog een klein deel resteert. Naast deze
bijdrage is destijds door de gemeente voor een fietsenstalling ƒ 25.000,- extra
toegezegd. Met deze bijdragen wordt bijgedragen aan een verhoging van de
ruimtelijke kwaliteit in dit gebied van de binnenstad.
Zuidpoort
Zuidpoort vormt de
laatste grote ontwikkel-opgave in de binnenstad. Het programma voor het plangebied Zuidpoort bestaat uit 11000 m2
verkoopvloeroppervlakte voor winkels, een parkeergarage met 840
bezoekersplaatsen, een bioscoop en enkele horecagelegenheden, waaronder een
discotheek. Daarnaast is voorzien in de bouw van ca. 250 appartementen. Binnen
het project is ook de verplaatsing van de openbare bibliotheek en de verbouwing
van het theater opgenomen. Het Zuidpoortproject nadert de uitvoeringsfase. In
het najaar van 2000 wordt het voorlopig ontwerp voor het kerngebied (veld 5 en
7) gepresenteerd. Tegelijkertijd wordt begonnen met het omleggen van kabels en
leidingen als eerste activiteit van het bouwrijp maken in dit gebied. Medio
2001 wordt begonnen met de bouw van de parkeergarage. Het winkelcentrum in het
kerngebied en de onderliggende parkeergarage zal in de tweede helft van 2003 in
gebruik worden genomen. In totaal is voor
het project Zuidpoort vanuit de kasreserve stadsvernieuwing (post onrendabele
top) ¦ 6,9 miljoen beschikbaar. Dit
bedrag is in de raming gefaseerd volgens de planning van het Zuidpoortproject.
Paardenmarkt
1
Het door de stichting IPSE van de
gemeente gehuurde complex Paardenmarkt 1 zal als in de tweede helft van 2000
een overeenkomst van koop/verkoop wordt goedgekeurd, worden vervangen. Het is
de bedoeling van IPSE om op deze plek een woningcomplex voor haar cliënten, een
sociëteit, een dagcentrum voor kinderen met een verstandelijke- en/of
lichamelijke handicap, centrum voor reguliere kinderopvang, alsmede 20 vrije
sector appartementen te realiseren. Het 'hoofdgebouw' aan de Paardenmarkt wordt
niet gesloopt, maar verbouwd. De rest van de huidige bebouwing wordt gesloopt
en vervangen door nieuwbouw.
In combinatie met deze plannen worden
parkeervoorzieningen uitgebreid en wordt het grachtenprofiel van de
Kantoorgracht hersteld waardoor de aanleg van een openbare loop/fietsroute
mogelijk wordt. De geraamde kosten voor het doortrekken van de kademuur en de
aanleg van bestrating, verhoogd met voorbereidingskosten en BTW, worden ten
laste van het Stadsvernieuwingsfonds gebracht.
POST
15. VOORLICHTING EN INSPRAAK
Deze post heeft betrekking op het
organiseren van voorlichtings- en inspraakavonden in ruime zin. Doel van de
bijeenkomsten is draagvlak-vergroting voor -steeds meer in samenspraak met
andere partijen te realiseren- herstructureringsplannen en
(her)ontwikkelingsprojecten in de stad. Zo wordt bijvoorbeeld uit deze pot ook
een bijdrage betaald voor het in het najaar van 2000 te houden congres 'Delft
op de schop voor 5 miljard'. Inspraak- en voorlichtingsavonden in het kader van
het wijkbeheer worden elders gefinancierd. Het budget dat voorgesteld is in de
MRSV 1999-2003, is gezien het huidige uitgavenpatroon gehandhaafd voor de
komende jaren.
POST 16.
INCIDENTELE VOORZIENINGEN
Deze post is bedoeld voor niet
voorziene, kleine uitgaven in SV-gebieden (ƒ 15.000,- per jaar).
POST 17.
VOORBEREIDINGSKOSTEN
tabel 8: voorbereidingskosten stadsvernieuwing
De bovenstaande tabel laat een
verdeling zien over de diverse bij de stadsvernieuwing betrokken vakteams.
Conform de reeds vastgestelde MRSV 1999-2003 worden de totale uitgaven voor de
komende planperiode op ƒ 900.000,- per jaar gehandhaafd. Dit is inclusief de in
de vorige meerjarenraming apart opgenomen post ‘voorbereiding herstructurering’
ad f. 200.000,- op jaarbasis, die niet meer is opgenomen in de raming. Dit
laatste betreft ambtelijke advieskosten en overige kosten verband houdende met
de voorbereiding van het te formuleren beleid rond herstructurering, dat zich
zoals aangegeven in hoofdstuk 3.1 in eerste instantie zal gaan richten op het
Minervaplein e.o. en de Poptahof.
POST
20. AANKOOP SCHOLEN/ KERKEN
Het betreft hier ‘strategische
aankopen’ om een aantal gewenste ontwikkelingen (woningbouw,
buurtvoorzieningen) mogelijk te maken. In deze MRSV wordt in 2000 rekening
gehouden met de aankoop van de Paulusmavo, waardoor een herontwikkeling door
een ontwikkelaar van de locatie Voldersgracht medio 2001 en de verplaatsing van
de Jan Vermeerschool (naar verwachting medio 2002) mogelijk wordt.
POST
21. BEVORDERING HERSTRUCTURERING EN
LEEFBAARHEID
Zoals in de MRSV 1999-2003 reeds was
aangekondigd, komen bijdragen ten behoeve van lopende en nog op te starten
herstructureringsplannen ten laste van deze categorie (zie paragraaf 3.1). Voor
het jaar 2001-2002 is binnen deze categorie vooralsnog een bedrag van ca. 3 ton
geraamd als bijdrage voor de herstructurering van het Minervaplein e.o., in
samenwerking met corporatie Delftwonen. Voor de jaren 2003-2004 wordt rekening
gehouden met een nader te bepalen substantiële bijdrage voor het project
Poptahof. Daarnaast is er binnen de planperiode nog ruimte voor eventuele (extra)
bijdragen voor andere belangrijke herstructurerings-vraagstukken. Aan de
verplaatsing van fa. Koolschijn kan bijvoorbeeld, omdat hierdoor
herontwikkeling van een gedeelte van het gebied Rotterdamseweg tot
woningbouwlocatie mogelijk wordt en de bedrijvigheid voor Delft niet verloren
gaat, ook uit deze post worden bijgedragen.
Ook maatregelen in het kader van de
leefbaarheid van wijken (zie paragraaf 3.2) vallen onder deze categorie. Het
gaat daarbij om de (mede) financiering van nader te bepalen fysieke maatregelen.
Een voorbeeld van deze maatregelen is de het plan om de herinrichting van het
terrein rond jongerencentrum The Culture ter hand te nemen in de wijk
Buitenhof. Dit plan, dat voorziet in het beter geschikt maken van dat terrein
voor activiteiten als voetballen, basketballen en skaten, zal naar verwachting
eind 2000 kunnen worden gerealiseerd.
De gereserveerde bedragen voor deze
categorie uitgaven zijn ten opzichte van de vorige meerjarenraming verlaagd met
ca. f. 1 miljoen per jaar vanwege de reeds aangegeven temporisering van
herstructureringsplannen. Voorts heeft een afronding plaatsgevonden gezien het
vereiste ‘nulsaldo’ per 31 december 2004.
POST
22. VOORBEREIDING BOUWTRAJECTEN
BUURTACCOMMODATIES
In deze MRSV is een gedeelte van de met
de plannen gemoeide kosten opgenomen, te weten de posten ‘ambtelijke adviezen
en projectcoördinatie’ en ‘communicatie met belanghebbenden’.
POST
23. UITVOERING BOUWTRAJECTEN
BUURTACCOMMODATIES
Conform de voorgaande MRSV 1999 - 2003
krijgt de bevordering van de leefbaarheid in wijken en de verschuiving in
financiële zin van ‘hard’ naar ‘zacht’ prioriteit. In deze meerjarenraming is
dit vertaald in een bijdrage van in totaal ƒ 4 mln. aan de bouw van twee
buurtaccommodaties. In 1999 heeft dit beleid nog niet tot uitgaven geleid. Dit
kwam met name doordat de uitvoering van de nieuwbouw op de locatie
Westerkwartier door bezwaren van omwonenden en een te voeren WRO-procedure
enigszins vertraagd werd. De start bouw vindt nu eind 2000 plaats.
POST
24. INRICHTING BUURTACCOMMODATIES
Het betreft hier de kosten die
verband houden met de inrichting van de volgende nieuw te realiseren of te
huren buurtaccommodaties. De geraamde inrichtingskosten per locatie zijn,
verdeeld volgens de op dit moment te verwachten realiseringstermijnen, opgenomen
in de verdeling van de post 'inrichting buurtaccommodaties'. Eind 2000 zal de
inrichting van de buurtaccommodatie Wippolder plaatsvinden, daarna volgen de
overige accommodaties.
POST
25. BIJDRAGE VENSTERSCHOOL
Onder deze categorie is zoals reeds was
voorgesteld in de MRSV 1999-2003 een totaalbedrag opgenomen van f 3 mln. als
bijdrage aan de realisatie het vensterschoolconcept in Delft. Onder andere
wordt in het kader van dit concept de basisschool De Eglantier uitgebreid en
aangepast waardoor er buitenschoolse opvang in het schoolgebouw kan
plaatsvinden. Het is de bedoeling dat een deel van de hiermee gemoeide kosten
uit deze MRSV-post wordt gedekt. Ook zal bijvoorbeeld uit deze post aan de
beoogde verplaatsing van de Centrale Opvang (Buitenhof) worden bijgedragen.
Naast onderwijs wordt bij deze projecten bijvoorbeeld ook kinderopvang
mogelijk.
5.2 INKOMSTEN
POST
1 en 2 RIJKSBIJDRAGE en RESERVEFONDS
Voor 1999 kwam de rijksbijdrage
voor de stadsvernieuwing in Delft in totaal uit op ongeveer f. 6.540.000,-
(rijksbijdrage en reservefonds samen). Uit de betreffende MG circulaire blijkt [2])
dat de Rijksbijdrage aan Delft voor het jaar 2000 en 2001 resp. ƒ
5.489.000,- en f 1.508.000,- zal
bedragen. Ook ontvangt Delft in 2000 nog f 151.000,- uit het reservefonds. Een
en ander is in overeenstemming met de voornemens van het Rijk om -onder
handhaving van de bestaande verdeelsleutels en afspraken- de
stadsvernieuwingsregeling af te bouwen. In vergelijking met de aannames waarop
destijds de MRSV 1999-2003 was gebaseerd, blijkt Delft voor deze jaren in
totaal uiteindelijk (slechts) f 300.000,- minder te ontvangen van het Rijk.
De scherpe terugval in inkomsten
met ingang van 2001-zoals in de vorige MRSV's reeds werd aangekondigd- tekent
zich nu dus duidelijk af. Vanaf 2002 ontvangt Delft zelfs helemaal geen
Rijksbijdrage meer. In het kader van de voorgenomen stopzetting van de
rijksbemoeiienis met de stadsvernieuwing (zie brief van de staatssecretaris
d.d. 22 februari 2000) moeten de SV-gemeenten per 1 januari 2005 zelfs alle niet verplichte middelen uit het
SV-fonds aan het Rijk terugbetalen. Hierdoor zal door Delft in de komende tijd
aandacht moeten worden besteed aan zowel de uitvoeringsdiscipline als
bijvoorbeeld het goed registreren van lopende verplichtingen.
Inmiddels is ook duidelijk hoe -naast de
stadsvernieuwing- het budget ‘stedelijke
vernieuwing’ zal worden vormgegeven door het Rijk. Hiervoor is inmiddels een Ontwikkelingsprogramma (het DOP)
vastgesteld en ingediend bij de provincie en is/wordt een aparte
MeerjarenRaming voor het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (de MR-ISV)
vastgesteld.
POST
3 en 4 GEMEENTELIJKE BIJDRAGE en RENTE/
PRIJSCOMPENSATIE.
Tot 1997 is het systeem gehanteerd
van de bijschrijving van de omslagrente. Op grond van de nota reserves is
besloten vanaf 1-1-1998 dit te wijzigen in toevoeging van een rentepercentage
dat overeenkomt met de prijscompensatie (=3%). In de jaren hierna geldt een nog
lager percentage van 2%. Het nadeel dat hierdoor ontstaat voor het fonds werd
gecompenseerd door een verhoging van de gemeentelijke bijdrage tot ¦ 951.000,- per jaar. In 1998 is in het kader van het ‘financieel kader
bezuiniging activiteiten’ voorgesteld om de gemeentelijke bijdrage voor 1999 en
2000 met ƒ 3 ton terug te brengen tot ƒ 651.000,-. In de jaren daarna zal deze
bezuiniging ƒ 200.000,- bedragen, zodat de gemeentelijke bijdrage met ingang
van 2001 uitkomt op ƒ 751.000,- per jaar. Op grond van het bovenstaande gelden
de gemeentelijke bijdragen zoals verwerkt in de tabel.
HOOFDSTUK 6.
INSPRAAKPROCEDURE
Het concept voor de MeerjarenRaming
Stadsvernieuwing 2001-2004 is van 30 oktober tot 10 november 2000 ter visie
gelegd. Op 31 oktober 2000 is een hoorzitting voor belanghebbenden
georganiseerd. Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld tijdens de ter
visie-legging schriftelijk te reageren, dan wel zijn of haar zienswijze kenbaar
te maken tijdens de hoorzitting.
De schriftelijke reacties, het
verslag van de hoorzitting en de eventueel als gevolg daarvan doorgevoerde
beleidswijzigingen worden hieronder beschreven.
Er zijn als gevolg van de ter visie
legging en de hoorzitting geen zienswijzen ingediend. Tijdens de hoorzitting is
een korte presentatie gehouden van de concept MRSV en is toegezegd dat zal
worden onderzocht of en in hoeverre -naast reeds geplande drainagemaatregelen-
het treffen van bepaalde maatregelen aan funderingen van panden in het gebied
Rietveld e.o. om wateroverlast te voorkomen, alsnog kan worden opgenomen in de
subsidieregeling voor de gevelaanpak. De MRSV is als gevolg van de
inspraakronde inhoudelijk niet gewijzigd.
HOOFDSTUK 7 VOLUMEBESLUIT
Voor 2001 zijn voor subsidies aan
derden de volgende bedragen beschikbaar:
· voor de gevelaanpak ¦
150.000,-
· voor restauratie van monumenten ¦ 1.000.000,-
· voor verhuis- en
herinrichtingskosten ¦
200.000,-
· voor steun aan bedrijven in
aangewezen gebieden ¦
450.000,-
· voor wonen boven winkels ƒ 32.000,-
· voor het opplussen van de
woningvoorraad f 700.000,-
-----------------
Totaal volumebesluit ƒ
2.532.000,-
HOOFDSTUK
8. TOELICHTING
BIJ DE REKENING 1999
tabel 9:
overzicht rekening stadsvernieuwing 1999
8.1 Uitgaven N = nadeel
V
= voordeel
1. HOOIKADE - ZUIDEINDE ¦ 129.755,94
V
De uitgaven zijn iets lager dan de
raming. Dit wordt veroorzaakt doordat de milieumaatregelen NSD niet getroffen
zijn. Verder is er een niet voorziene uitgave gedaan i.v.m. de verplaatsing van
de fa. Hatek, is er een lichte overschrijding van de kosten bouw- en
woonrijpmaken en waren enkele overige kosten en indirect toerekenbare kosten
niet voorzien. Per saldo is er echter geen sprake van een meevaller omdat er
kosten voor het bouw/woonrijp maken doorschuiven naar 2000.
3. BINNENSTAD ¦ 1.275.844,88
N
De uitvoering van de plannen in het
Doelengebied fase 2a en 2b hebben door
het conflict over de verkoop van de achtertuinen aan de Doelenstraat vertraging
opgelopen. De uitgaven voor aankopen en bouw- en woonrijp maken zijn daardoor
achtergebleven bij de raming en de geraamde opbrengsten (verkopen) zijn niet
gerealiseerd. Dit is echter geen mee- of tegenvaller, omdat de kosten en
opbrengsten doorschuiven naar 2000 en 2001. Datzelfde geldt voor de
drainage-maatregelen in de binnenstad uit 1999, die wel uitgevoerd zijn, maar
nog niet geboekt in dat jaar. Dit zal naar verwachting in 2000 geschieden,
samen met de voor dat jaar verwachte uitgaven. Tenslotte is sprake van enkele
onvoorziene exploitatiesaldi.
5. IN DE VESTE
De
uitgaven en inkomsten zijn conform de raming
6. ZONNEWIJZER ¦ 153.736,54
N
De tuinen zijn bij de notaris
overgedragen aan de omwonenden, nadat de gemeente het puin heeft verwijderd en
delen van de oude schoolmuur heeft gesloopt. Op de erfafscheiding zijn door de
gemeente schuttingen geplaatst. De geplande grondopbrengst is daarmee
gerealiseerd, maar de kosten voor het bouw- en woonrijp maken en de ermee
verband houdende overige kosten vielen aanmerkelijk hoger uit dan in 1998 werd
verwacht. Deze tegenvaller houdt grotendeels verband met ‘lopende
verplichtingen’ en slechts voor een klein gedeelte (ca. f. 29.000,-) met een
overschrijding van de begroting van het bouw- en woonrijp maken.
7. BEDRIJVENSUBSIDIE ¦ 150.985,76
V
Er is opnieuw sprake van
‘onderschrijding’ van de begroting. Het nieuw beleid heeft in 1999 weliswaar
geleid tot een verhoging van de uitgaven (budget was eenmalig met f. 200.000,-
opgehoogd), maar niet in zodanige mate als bij het opstellen van de begroting
werd verwacht. De verplichtingen uit 1999 schuiven echter door naar 2000,
waardoor er geen sprake is van een meevaller.
8. PARTICULIERE WONINGVERBETERING ¦ 235.170,- N
Hier is opnieuw sprake van een
‘overschrijding’ van het budget, gezien de geboekte uitgaven. Voor de raming is
dit een tegenvaller. Zoals aangekondigd in de voorgaande verantwoording(en)
heeft dit te maken met het feit dat betalingen van lopende verplichtingen
‘naijlen’. Gezien de dreigende overschrijding van het budget is ook in 1999
weer een subsidiestop afgekondigd. Op verplichtingenbasis
was er slechts een kleine overschrijding ad f. 25.000,-, die verband hield met
de subsidiëring van appartementen aan de Voorstraat.
9. WONEN BOVEN WINKELS f 8.315,- V
In 1999 heeft het ingezette beleid voor
het eerst geleid tot uitgaven in deze categorie. De uitgaven zijn iets
achtergebleven bij de begroting. Dit is een (kleine) meevaller.
10. MONUMENTEN ¦ 237.381,53
N
Er is in 1999 meer uitgegeven aan
subsidies voor monumenten dan geraamd in de begroting. Dit is een tegenvaller.
Op verplichtingenbasis is er echter
geen sprake van overschrijding van het budget.
11. VERHUIS- EN HERINRICHTINGSKOSTEN ¦ 186.500,-
V
Er is veel minder uitgegeven dan
geraamd. Dit is geen meevaller omdat de kosten doorschuiven.
12. VOORLICHTING EN INSPRAAK ¦ 4.773,27 V
Dit is
een meevaller ten opzichte van de raming.
13. ONRENDABELE TOP ¦
1.048.941,25 V
Er is een meevaller ontstaan, met name
vanwege het feit dat de geplande opbrengst van de verkoop Rotterdamseweg 148
gerealiseerd is en dit niet in de begroting was opgenomen. Voorts is er een
(eenmalige, beperkte) overschrijding op de kosten parkeergarage Phoenixstraat
26a (wordt in 2000 verrekend met het parkeerfonds). Verder is/wordt de begrote
bijdrage ad in totaal f. 175.000,- voor het plan Mojo (herontwikkeling v.m.
Gistterrein) een jaar later dan verwacht gerealiseerd: in 1999 en in 2000.
14. INCIDENTELE VOORZIENINGEN ¦ 11.522,66
V
Er is minder gebruik gemaakt van deze
begrotingspost. Dit is een meevaller.
15. VOORBEREIDINGSKOSTEN ¦ 14.759,24
V
Er is iets minder uitgegeven dan
geraamd. De onderschrijding houdt voornamelijk verband met het feit dat de
afdelingen Bouwen en wonen, Stedebouw en Grondzaken minder dan verwacht een
beroep deden op deze post. Verder was er sprake van enkele onvoorziene
uitgaven, die gedaan zijn door het Projectbureau.
16. OVERIGE KOSTEN ¦ 36.028,83 V
Een en ander houdt voornamelijk verband
met enkele huurinkomsten en verrekeningen. Dit is een meevaller t.o.v. de
raming.
NIEUW BELEID
17. WIPPOLDER ¦ 141.042,89 V
De kosten bouw- en woonrijpmaken
blijven achter bij de begroting. Dit is geen meevaller want de kosten schuiven
door naar latere jaren.
18. DIE DELFGAAUWSE WEIJE f 131.387,18 V
Het uitvoeringstempo van dit
herstructureringsplan hangt af van de woningbouwcorporatie AWS en ligt iets
lager dan oorspronkelijk verwacht. Het voordelig saldo wordt veroorzaakt
doordat de begrote kosten voor bouw- en woonrijpmaken nog niet gerealiseerd zijn.
Deze kosten zullen echter worden geboekt in de volgende jaarschijven, dus dit
is dus geen meevaller.
19. OPPLUSSEN WONINGVOORRAAD ¦ 600.000,- V
Het opplussen van woningen is
-in tegenstelling tot de verwachting- nog niet op gang gekomen door
vertragingen bij de corporaties, die deze plannen moeten uitvoeren. Dit heeft
met name te maken met (bouw)technische aspecten en de te beperkte capaciteit bij
de corporaties. Voor de raming is hier echter geen sprake van een meevaller
omdat de kosten doorschuiven naar latere jaren.
20. AANKOOP
SCHOLEN/ KERKEN: F. 500.000,- V
In 1999 zijn geen scholen en/of
kerken aangekocht. De begrote kosten
zijn dan ook niet zoals verwacht in 1999 gerealiseerd. Zij schuiven door naar
2000 (zie B+W besluit met betrekking tot de aankoop van de Paulusmavo).
21. BEVORDERING
LEEFBAARHEID EN HERSTRUCTURERING: F 1.357.173,54 V
De herstructureringsplannen van
met name de Poptahof hebben door de ‘afgeblazen’ fusie van AWS Volkshuisvesting
en de Woonplaats, een onvoorziene vertraging opgelopen. De begrote kosten voor
leefbaarheid en herstructurering schuiven door naar latere jaren, zodat er geen
sprake is van een meevaller.
22. VOORBEREIDING HERSTRUCTURERING f 82.269,20
V
De
voorbereidingskosten vallen gunstiger uit dan de raming. Ook dit is een
meevaller.
23. VOORBEREIDING
BOUWTRAJECTEN BUURTACCOMMODATIES f 55.932,23 V
De voorbereidingskosten vallen
gunstiger uit dan de raming. Dit is geen meevaller, omdat de kosten
doorschuiven.
24. UITVOERING
BOUWTRAJECTEN BUURTACCOMMODATIES f 800.000,- V
Door onvoorziene vertraging in
de planvorming (bezwaren omwonenden Westerkwartier) schuiven de kosten voor
deze post door naar 2000 en 2001. Dit is geen meevaller.
25. INRICHTING
BUURTACCOMMODATIES f 200.000,- V
Door onvoorziene vertraging in
de planvorming (bezwaren omwonenden Westerkwartier) schuiven ook deze kosten
door naar 2000 en 2001. Ook dit is dus geen meevaller.
8.2 Inkomsten
1. RIJKSBIJDRAGE
Conform
begroting.
2. RESERVEFONDS f. 601.331,- V
Dit is een meevaller want in de begroting
van de MRSV 1999-2003 werd hiermee geen rekening gehouden.
3. GEMEENTELIJKE BIJDRAGE
Conform
de begroting.
4. RENTE
¦ 9.195,25 V
Er is een klein bedrag meer aan
rente ontvangen dan destijds geraamd.