EVALUATIE BAW 1999

 

Datum

13-11-2000             

Ons Kenmerk

00/027811

Opsteller

Greta Hesseling

Bijlagen

0        

Onderwerp

Evaluatie ‘Overeenkomst inzake aanpak voorkomen van huisuitzettingen wegens overlast en huurschuld’ 1999

 

 


1. Inleiding

 

 

Deze evaluatie geeft inzicht in de uitvoering en de resultaten van de ‘Overeenkomst inzake aanpak voorkomen van huisuitzettingen wegens overlast en huurschuld’. De overeenkomst loopt vanaf 1 september 1998 tot 1 september 2000. Ook worden er in deze evaluatie conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan voor de voortzetting van de overeenkomst na 1 september 2000.

 

De evaluatie beschrijft de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 1999. De overeenkomst is weliswaar met terugwerkende kracht per 1 september 1998 in werking getreden, de daadwerkelijke samenwerking is echter pas vanaf 1 januari van start gegaan.

 

De ‘Overeenkomst inzake aanpak voorkomen van huisuitzettingen wegens overlast en huurschuld’ wordt verder in deze evaluatie de ‘overeenkomst’ genoemd.

 

2. Wat houdt de overeenkomst in?

 

In oktober 1998 is de ‘Overeenkomst inzake aanpak voorkomen van huisuitzettingen wegens overlast en huurschuld’ getekend door de volgende partijen:

·         de gemeente;

·         de gezamenlijke corporaties;

·         de maatschappelijke instellingen;

·         de politie;

·         de GGZ-instellingen; en

·         de GGD Delfland.

 

 

Doelstellingen

Het primaire doel van de overeenkomst is het voorkomen van huisuitzettingen door samenwerking tussen de betrokken partijen. In artikel 2 van de overeenkomst is dit als volgt beschreven:

 

a)    het zo veel mogelijk voorkomen van huisuitzettingen als gevolg van overlast en/of huurschulden;

b)    het tijdig en actief aanbieden van hulpverlening en zorg bij signalen van overlast of huurschulden, zo nodig onder de “dwang” van een dreigende (vordering tot) huisuitzetting;

 

Secundaire doelen zijn in de overeenkomst als volgt beschreven:

 

c)    het ontwikkelen van een gezamenlijke gestructureerde aanpak;

d)    het opzetten van een eenvoudige registratie- en rapportage-systematiek;

e)    het creëren van een goede overleg- en beheerstructuur tussen de betrokken partners.

 

Doelgroep

De huishoudens waarvoor de overeenkomst is afgesloten huren een woning bij één van de corporaties in Delft. Daarbij richt de overeenkomst zich op huishoudens die met uitzetting worden bedreigd als gevolg van overlast en/of oplopende huurschulden. Om uitzetting te voorkomen is voor deze huishoudens een snelle en juiste begeleiding noodzakelijk. Zelf zijn deze huishoudens niet in staat hun situatie te keren.

 

Uitvoerders

De daadwerkelijke begeleiding van huishoudens is in handen van de volgende organisaties:

·       Budgetwinkel;

·       Dienst Maatschappelijke Zorg, Sociale Dienst;

·       Gemeentelijke Gezondheid Dienst Delft;

·       Parnassia, verslavingszorg afd. Delft

·       Stichting Woonbegeleiding;

·       Stichting Maatschappelijke opvang;

·       GGZ Delfland;

·       Stichting Maatzorg;

·       Politie Delft.

 

Organisatie

De corporaties voelen zich verantwoordelijk voor hun huurders en doen er dan ook alles aan om hulp te bieden waar dat nodig is. In veel gevallen is gespecialiseerde hulp echter noodzakelijk. In deze gevallen kan de betreffende corporatie in het kader van de overeenkomst hulp inroepen. Dit kan bij oftewel de zorgregelaar van de GGD oftewel bij de Budgetwinkel. De zorgregelaar coördineert de hulp vanuit de zorgsector. De Budgetwinkel begeleidt huishoudens met huurschulden. In de overeenkomst is vastgelegd dat huishoudens die in het kader van de overeenkomst voor hulp worden aangemeld voorrang krijgen. Daarmee zijn ze voor hulp niet afhankelijk van de reguliere wachtlijsten.

 

Naast de corporaties kan ook één van de andere partijen signaleren dat een huishouden direct hulp nodig heeft. Zij bewandelen dan dezelfde weg door oftewel de zorgregelaar oftewel de Budgetwinkel in de schakelen. Huishoudens worden echter alleen met voorrang geholpen als de corporatie waarbij het huishouden huurt daarmee instemt.

 

Alle organisaties die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de overeenkomst zijn vertegenwoordigd in het BAW.  BAW staat voor Bijzondere Aandacht Woningzoekenden. Het BAW is niet opgericht voor de uitvoering van de overeenkomst, maar bestaat al langer. Het BAW komt één keer per maand bijeen. Momenteel hebben deze vergaderingen vooral een informatief- en netwerkkarakter. Beleidszaken worden niet of nauwelijks besproken. Het bespreken van beleidszaken is in de overeenkomst wel als taak van het BAW vastgelegd. Wat wel wordt besproken is de stand van zaken is van het aantal huishoudens dat via de overeenkomst hulp heeft gekregen of nog krijgt. Ook worden er individuele gevallen besproken en worden er afspraken gemaakt over de hulpverlening. De vertegenwoordiger van de gemeente is voorzitter van het BAW ook het secretariaat en de verslaglegging is in handen van de gemeente.

 

Financiering

Voor de financiering van de uitvoering van de overeenkomst zijn afspraken gemaakt. Deze afspraken houden in:

·         dat de gemeente en de gezamenlijke corporaties jaarlijks een geldelijke bijdrage leveren; en

·         dat de overige partners jaarlijks een bijdrage in uren leveren. Verder in de tekst wordt dit de eigen bijdrage genoemd.

 

De wijze waarop de uitvoering van de overeenkomst 1998-1999 wordt gefinancierd is weergegeven in de volgende tabel. De tabel geeft de bijdrage per partij.


Tabel 1: financiering uitvoering overeenkomst 1998-1999

 

Organisatie

Jaarlijkse bijdrage in uren

Tarief per uur

 

 

 

 

Uren

·    GGD, zorgregelaar

      60*

fl. 100,- .

(eigen bijdrage)

·    Budgetwinkel, trajectbegeleiding

     375

fl.   80,-

 

·    GGZ-Delfland (PC Joris, RIAGG DWO)

     180

fl. 100,-

 

·    Stichting woonbegeleiding

       36

fl. 150,-

 

·    Parnassia, verslavingszorg

       12

fl. 150,-

 

·    Stichting Maatzorg, maatschappelijk werk

       20

fl. 150,-

 

 

 

 

 

Totaal

683

 

 

Totaal in guldens

 

fl. 66.200,-

 

 

 

 

Guldens

·    Gemeente, zorgmanagement

     fl. 25.000,-

 

 

·    Gezamenlijke corporaties, zorgmanagement

     fl. 25.000,-

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

    fl. 50.000,-

 

* deze uren zijn alleen voor de clientenbegeleiding.

 

Volgens de gemaakte afspraken komen de kosten voor de begeleiding van de huishoudens eerst ten laste van de eigen bijdrage van de partijen. Wanneer de eigen bijdrage ontoereikend is worden de kosten gefinancierd met de bijdragen in guldens van de corporaties en de gemeente. Deze bijdragen moeten worden samengebracht op één rekening. Deze rekening wordt beheerd door de budgethouder. De vertegenwoordiger van de gemeente is in de overeenkomst aangewezen als budgethouder.

 

3. Evaluatie in cijfers

 

De volgende tabel geeft het aantal huishoudens dat in het kader van de overeenkomst voor hulp is aangemeld bij de zorgregelaar.Tevens geeft het een overzicht van de door de corporaties doorverwezen huishoudens, die zich ook daadwerkelijk hebben aangemeld bij de budgetwinkel.


Tabel 2: Aantal huishoudens dat voor hulp is aangemeld

Aangemeld door

Aangemeld bij de zorgregelaar

Aangemeld bij de Budgetwinkel

Totaal

Hippolytus

17

12

29

AWS Volkshuisvesting

7

9

16

Vidomes

4

7

11

Vestia

12

15

27

Duwo

1

22

23

Onze Woning

2

9

11

Politie

3

 

3

Maatzorg

1

 

1

Overig

9

 

9

Aantal huishoudens

 

56

 

74

 

130

 

 

3.1 Hulp van de Budgetwinkel

 

De afspraken voor hulp van de Budgetwinkel zijn in de overeenkomst letterlijk als volgt beschreven:

 

a)     Als een huurder zich al dan niet na bemiddeling door de woningcorporaties voor schuldhulpverlening bij de Budgetwinkel heeft aangemeld, en hij op basis van de door de Budgetwinkel gehanteerde criteria voor schuldhulpverlening in aanmerking komt, stelt de Budgetwinkel binnen zes weken na aanmelding een schuldsaneringsplan op. Binnen vier maanden na het opstellen van een schuldsaneringsplan deelt de Budgetwinkel aan de woningcorporatie mee of het schuldsaneringsplan in werking zal treden.

 

b)    De Budgetwinkel geeft in het schuldsaneringsplan naast de afspraken met de schuldeisers tevens aan, op welke wijze de huurder in de toekomst schulden kan voorkomen.

 

c)     Als een huurder zich tot een van de overige partners wendt met het verzoek om verlening van hulp bij huurschulden, dan deelt deze instelling dit direct aan de woningcorporaties mede. Indien mogelijk, doen zij dit op de dag van de aanmelding.

 

d)    De overige partners betrokken bij deze overeenkomst, in het bijzonder Maatzorg en het Instituut voor Sociale Raadslieden, verplichten zich om direct, dat wil zeggen uiterlijk binnen een week, begeleiding te verlenen aan een huurder die hierom vraagt. Inzet van deze hulp- en zorgverlening is bij te dragen aan het verbeteren van zijn/haar betalingsgedrag en een huisuitzetting te voorkomen.

 

 

 

3.1.1 Uitvoering van de overeenkomst door de Budgetwinkel

 

Tabel 3 geeft zicht op de uitvoering en het resultaat van het aantal huishoudens aan dat voor hulp is doorverwezen naar de Budgetwinkel en die zich tevens ook daadwerkelijk hebben aangemeld.

 

Tabel 3: Resultaten budgetwinkel


Van de 74 door de budgetwinkel in behandeling genomen convenantklanten, heeft de budgetwinkel in 16 gevallen succesvol kunnen bemiddelen. In 53 gevallen had de doorverwijzing naar de budgetwinkel geen resultaat. De reden waarom de budgetwinkel niet heeft kunnen helpen is in tabel 4 weergegeven.

 

 

Tabel 4: Oorzaken niet geslaagde bemiddelingen budgetwinkel.

 

Corp:

client werkt

kan niet worden

onbekend*

Totaal

 

niet mee

geholpen

 

 

Hipp

5

 

 

5

AWS VHV

4

2

3

9

Ow

2

1

4

7

Vestia

8

2

1

11

DuWo

11

2

3

16

Vidomes

4

 

1

5

Totaal

34

7

12

53

 

* gegevens niet terug te vinden

 

 

 

 

 

 

 

tabel 5: wat is gebeurd met de niet geslaagde bemiddelingen

 

 

regeling

getroffen

aangemeld bij deurw.

verhuisd

uitgezet

onbekend

totaal

Hipp

5

 

 

 

 

5

VHV

5

1

1

 

2

9

OW

4

2

1

 

 

7

Vestia

4

2

1

4

 

11

Duwo

8

3

 

4

1

16

Vidomes

 

2

 

3

 

5

Totaal

26

10

3

11

3

53

 

Bij 64% van de niet succesvolle bemiddelingen is de oorzaak gelegen in het feit dat de client zelf niet mee wil werken.
Van de niet geslaagde bemiddelingen heeft meer dan de helft achteraf toch een betalingsregeling getroffen bij de deurwaarder of corporatie of op een andere manier toch als de huur betaald.
Vermoed wordt dat de verwijzing naar de budgetwinkel door een groot deel van deze clienten gezien wordt als uitstel van aanmelding bij de deurwaarder. Het dwingende karakter om mee te werken bij de budgetwinkel ontbrak.

 

3.1.2  Kosten uitvoering Budgetwinkel

 

Voor de berekening van de kosten voor de uitvoering van de overeenkomst door de Budgetwinkel zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

·       voor de begeleiding van een huishouden maakt de Budgetwinkel onderscheid naar de intake en het opstellen van een saneringsplan. De werkzaamheden die worden verricht voor de intake vallen onder de uitvoering van de overeenkomst. Een huishouden krijgt immers voorrang op de bestaande wachtlijsten. Tijdens een intake wordt er uitvoerig met een huishouden gesproken. Ook wordt de schuldsituatie en de afloscapaciteit van een huishouden in kaart gebracht. Het opstellen van een saneringsplan behoort tot de basistaken van de Budgetwinkel en vallen buiten de uitvoering van de overeenkomst;

·       een intake kost 6 tot 8 uur. Voor de uitvoering van de overeenkomst wordt gerekend met 7 uur;

·       het uurtarief van de Budgetwinkel is fl 80,-;

·       er zijn 74 clienten met voorrang in behandeling genomen door de budgetwinkel. Niet in alle gevallen heeft de budgetwinkel aktie hoeven ondernemen of kunnen bemiddelen daarom wordt er voor 50 clienten gespecificeerd naar corporatie onderstaande declaratie ingediend:
Hippolytus                            9 x f 560,-- = f   5.040,--
Onze Woning                        5 x f 560,-- = f   2.800,--
Volkshuisvesting                   5 x f 560,-- = f   2.800,--
Vestia                                11 x f 560,-- = f   6.160,--
Duwo                                 16 x f 560,-- = f   8.960,--
Vidomes                               4 x f 560,-- = f   2.240,--

Totaal                                                        f 28.000,--

·       de eigen bijdrage aan de uitvoering van de overeenkomst voor de periode 1998-1999 is 375 uur.

 

Het voorgaande betekent dat de Budgetwinkel voor de uitvoering van de overeenkomt tot 31 december 1999 350 uur heeft besteed. De kosten hiervan zijn fl. 28.000,-. De eigen bijdrage van de budgetwinkel over deze periode is 375 uur. Dit houdt in dat het aantal clienten waarvoor voorrang verleend is in het kader van de overeenkomst binnen de eigen bijdrage van de budgetwinkel blijft. Er resteert nog 25 uur.

 

 

3.2 Hulp via de zorgregelaar

 

De Zorgregelaar is in dienst van de GGD. De taken van de zorgregelaar zijn in de overeenkomst letterlijk als volgt omschreven:

 

a)     De zorgregelaar heeft tot taak de koppeling tot stand te laten komen tussen de hulp en zorg die de huurder behoeft enerzijds en het hulpaanbod vanuit de GGZ-instellingen en vanuit de Maatschappelijke Dienst in Delft anderzijds. Dit met het oog op het voorkomen van huisuitzettingen als gevolg van overlast en van ernstige problematiek bij die huurder die leidt tot betalingsachterstanden. Onder hulpaanbod wordt verstaan hulp vanuit de GGZ-instellingen en vanuit de MD. De zorgregelaar vervult daarmee de rol van bemiddelaar.

 

b)    In het geval dat naast hulp ook andere meer passende huisvesting geboden moet worden, heeft de zorgregelaar daarin eveneens een bemiddelende taak.

 

c)     De zorgregelaar is het vaste aanspreekpunt voor de hulpverlener en de woningcorporatie als het gaat om de voortgang van de hulp en zorgverlening en de effecten hiervan op het gewenste woongedrag van de betreffende huurder. Alleen als de zorgregelaar daar mee heeft ingestemd, kan het overleg hierover direct tussen de corporatie en de hulpverleners plaatsvinden.

 

d)    Als uitgangspunt geldt dat de zorgregelaar geen begeleiding van huurders zelf ter hand neemt. Dit geldt met name voor de financiële begeleiding van huurders bij huurschulden.

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2.1 Uitvoering van overeenkomst via de zorgregelaar

 

De volgende tabel geeft aan door wie de huishoudens bij de zorgregelaar zijn aangemeld voor hulp. Ook geeft de tabel de belangrijkste problematiek van de huishoudens.

Tabel 6: hulpverlening via de zorgregelaar

Organisatie

Aantal

Uren

Huur-schuld

Vervuiling

Overlast

Combinatie/

onbekend

Hippolytus

17

27,5

3

5

6

3

AWS Volks-huisvesting

7

13,5

2

1

2

2

Vidomes

4

5,25

2

 

1

1

Vestia

12

23

3

2

2

5

Duwo

1

2

 

 

1

 

Onze Woning

2

6,5

 

2

 

 

Politie

3

2

 

3

 

 

Stichting Maatzorg

1

1

1

 

 

 

Overig/onbe-kend

9

4

5

3

1

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

56

84,75

16

16

13

11

 

In de periode van 1 januari tot 31 december 1999 heeft de zorgregelaar in totaal 56 huishoudens in een probleemsituatie begeleid. In totaal heeft de zorgregelaar 84,75 uur besteed aan deze begeleiding.

De probleemsituatie van de meerderheid van deze huishoudens is zeer complex. De hoofdoorzaak van de problemen is vaak moeilijk aan te geven. De keuze tussen hulp vanuit de zorgsector of hulp van de Budgetwinkel ligt niet altijd voor de hand. De scheiding in de overeenkomst tussen het aanvragen van hulp via de zorgregelaar en het aanvragen van begeleiding bij de Budgetwinkel is daarmee niet altijd logisch. Voor veel huishoudens is hulp van zowel de zorgregelaar als van de Budgetwinkel noodzakelijk.

 

De volgende tabel geeft het aantal huishoudens aan dat door de zorgregelaar voor hulp is doorverwezen naar één van de hulpverlenende instanties.

 

Tabel 7: aantal huishoudens dat door de zorgregelaar is door verwezen

Instantie

Aantal huishoudens

Stichting Maatzorg

1

Wijkteams politie

 

Parnassia

4

Stichting Woonbegeleiding

0

GGZ Delfland(Riagg)

5

 

Als gevolg van de geringe registratie van de doorverwijzingen geeft de tabel hiervan geen volledig overzicht.

 

Bij GGZ-Delfland(Riagg) heeft de zorgregelaar 5 huishoudens voor hulp aangemeld. Volgens de afspraken in de overeenkomst zijn deze huishoudens met voorrang op de bestaande wachtlijsten geholpen. In het kader van de overeenkomst heeft de GGZ Delfland in het totaal 240 uur voorrang verleend bij de begeleiding van de huishoudens. De overige begeleidingsuren behoren tot de basistaken de GGZ Delfland. Het aantal begeleidingsuren van de politie valt moeilijk te registreren

 

3.2.2  Kosten uitvoering via zorgregelaar

 

Zorgregelaar

De kosten voor de uitvoering van de overeenkomst zijn gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

·       de zorgregelaar heeft 56 huishoudens begeleid en wanneer nodig doorwezen naar de juiste zorginstelling;

·       de zorgregelaar heeft in totaal 84,75 uur besteed aan de begeleiding van huishoudens;

·       het uurtarief van de zorgregelaar is fl 100,-;

·       de eigen bijdrage van de GGD aan de uitvoering van de overeenkomst voor de periode 1998-1999 is 60 uur(excl. reistijd,overleg e.d.).

 

De kosten voor de uitvoering van de overeenkomst door de zorgregelaar tot 31 december 1999 zijn fl. 8.475,--. De eigen bijdrage was f 6.000,--
Dit houdt in dat f 2.475,-- ten laste van het budget gebracht wordt.

Andere hulpverleners

Zoals in de vorige paragraaf is beschreven heeft het Riagg 240 uren besteed aan de begeleiding van huishoudens in het kader van de overeenkomst.  De kosten van deze uren zijn fl.24.000,-. De eigen bijdrage van de GGZ-Delfland waarvan het Riagg deel uit maakt is fl. 18.000,-.
Er is dus f 6.000,-- ten laste van het budget gekomen.

 

Voor de uren van de politie zijn in de overeenkomst geen afspraken gemaakt. De begeleidingskosten zijn daarmee geen onderdeel van de huidige overeenkomst. De overige organisaties hebben geen voorrang verleend op de wachtlijst en er is dus ook niet ten laste van het budget gedeclareerd.

 

 

 

 

 

 

 

 

4. Beschouwende evaluatie

4.1 Algemeen

 

Sinds 1 januari van dit jaar zetten alle partijen zich volledig in voor de uitvoering van de overeenkomst. Daarbij is het belangrijkste doel uitzetting van huishoudens in een probleemsituatie te voorkomen door het bieden van de juiste hulp. Het gaat daarbij om huishoudens die niet zelf in staat zijn om hun situatie te keren.

 

Door de multidisciplinaire samenwerking kan er doeltreffender hulp worden geboden aan huurders in een probleemsituatie. Probleemsituaties worden eerder opgemerkt en de juiste hulp kan sneller worden ingeschakeld. Deze snelle hulpverlening is cruciaal. Wanneer deze huishoudens niet snel de juiste begeleiding krijgen is de kans groot dat ze uit hun huis worden gezet. Zonder een dak boven het hoofd kan de situatie van een huishouden alleen maar verslechteren.  Zij kunnen door middel van de woonmarkt krant opnieuw woonruimte vinden. Zo komen ze weer in een corporatie-woning terecht. Daarbij is de kans groot dat er eenzelfde probleemsituatie optreedt als voorheen. Met snelle en juiste begeleiding waarbij de uitzettingsprocedure wordt stopgezet kan deze vicieuze cirkel worden verbroken.

 

De huidige werkwijze kan effectiever. De geboden begeleiding is namelijk niet dwingend van aard. Een huishouden moet deze begeleiding op vrijwillige basis aanvaarden. Zoals in paragraaf 3.1.1 is beschreven is bij 2/3 van de niet geslaagde bemiddelingen  van de budgetwinkel de oorzaak gelegen in het feit dat de client niet mee wil werken. Indien een client niet mee wil werken aan de bemiddelingspogingen van de budgetwinkel wordt alsnog de deurwaarder ingeschakeld. Op dat moment blijkt dat er via de duerwaarder wel een betalingsregeling getroffen worden kan worden. De aanmelding bij de budgetwinkel heeft dan alleen geleid tot uitstel van de  uitzettingsprocedure. De corporatie heeft zo geen enkele garantie dat de situatie van een huishouden daadwerkelijk verbetert. Bovendien ontbreekt voor een huishouden met deze werkwijze de directe relatie tussen het aanvaarden van begeleiding en het opschorten van de huisuitzetting. Vergelijkbare projecten in andere gemeenten ondervangen dit probleem door het opstellen van een contract met de huurder in aanvulling op de huurovereenkomst. Daarin stemt de huurder in met het aanvaarden van hulp om de probleemsituatie op te lossen en de corporatie zegt toe de uitzettingsprocedure op te schorten. Bij een voortzetting van de overeenkomst kan een dergelijke manier van werken worden overwogen.

 

De uitvoerders van de overeenkomst ervaren de samenwerking als zeer positief. Alle uitvoerders staan achter een voortzetting van de overeenkomst na 1 september 2000. Met de overeenkomst zijn ze veel beter in staat om huisuitzettingen te voorkomen. Ook worden de corporaties meer dan voorheen gestimuleerd om eerst zelf een oplossing te vinden voor een dreigende huisuitzetting. Wel zijn de uitvoerders het er unaniem over eens dat er nog veel afspraken over de samenwerking moeten worden gemaakt. Dan pas kan de samenwerking optimaal functioneren.

 

4.2 Organisatorisch

 

De organisatie van de aanpak ter voorkoming van huisuitzetting was in de overeenkomst nog onvoldoende uitgewerkt. De organisatie moest daarmee in de praktijk vorm krijgen. Hierdoor is de uitvoering met een groot aantal onzekerheden van start gegaan. In de loop van de overeenkomst zijn er nadere afspraken gemaakt.
Bij een voortzetting van de overeenkomst na 1 september 2000 moeten duidelijke afspraken over de organisatie worden vastgelegd.

 

Deze paragraaf beschrijft de volgende aspecten van de organisatie:

·       registratie werkzaamheden;

·       capaciteit voor de uitvoering;

·       procedure van aanmelding;

·       éénduidige handelwijze;

·       coördinatie, afstemming en continuiteit zorgregelaar;

·       onderlinge kennis over uitvoerende organisaties;

·       niet deelnemende partijen;

·       privacy-reglement

·       baw/stuurgroep.

 

Registratie van de werkzaamheden

Een goede verslaglegging van de werkzaamheden door de uitvoerders is om twee redenen belangrijk:

1.    De overeenkomst is vooralsnog tijdelijk. Een voortzetting van de overeenkomst is afhankelijk van het wel of niet behalen van de gestelde doelen. Dit kan alleen worden getoetst als alle uitvoerders nauwkeurig de uitgevoerde werkzaamheden en de resultaten van de hulp registreren.

2.    De gemeente beheert het budget voor de uitvoering. Zoals eerder in deze nota is beschreven wordt een deel van de gemaakte kosten door de partijen zelf gefinancierd. Dit is de zogenaamde eigen bijdrage. Daarnaast leveren de gemeente en de corporaties een geldelijke bijdrage waarmee de overige uren worden gefinancierd. Zonder een urenopgave van de partijen is het niet mogelijk vast te stellen of een partij voor een vergoeding van de kosten in aanmerking komt.

 

De gemeente had bij de start van de overeenkomst voor de registratie van de werkzaamheden een formulier ontwikkeld. Met alle partijen is afgesproken dat deze formulieren één keer per kwartaal ingevuld worden ingeleverd bij de budgethouder. Deze formulieren zijn echter in de praktijk  onduidelijk gebleken en leverde onvoldoende informatie voor een goede evaluatie. De gemeente heeft deze formulieren in de tweede helft van het jaar bijgesteld en hoop dat daarmee het probleem verholpen is.

 

 

 

 

Capaciteit voor de uitvoering

Bijna alle partijen hebben te maken met een structureel capaciteitstekort los van de uitvoering van de overeenkomst. De uitvoering van de overeenkomst brengt vooral voor de GGD, de Budgetwinkel en de gemeente meer werk met zich mee dan was voorzien.

 

De uitvoering van de overeenkomst is voor de zorgregelaar toegevoegd aan zijn takenpakket. In de praktijk heeft de zorgregelaar hiervoor echter te weinig tijd. Doordat de zorgregelaar een cruciale rol heeft in de hulpverlening komt daarmee de uitvoering van de overeenkomst in gevaar.

 

Sinds de start van de overeenkomst heeft de Budgetwinkel te maken met een toename van het aantal te begeleiden huishoudens. De Budgetwinkel begeleidt huishoudens van de overeenkomst met voorrang. Als gevolg van capaciteitsproblemen worden andere huishoudens geconfronteerd met nog langere wachttijden. Pas als de eigen bijdrage in uren van de budgetwinkel wordt overschreden kan een beroep gedaan worden op het budget. Dan pas kan extra capaciteit worden ingekocht..

 

De gemeente is verantwoordelijk voor een belangrijk aantal coördinerende taken. Dit zijn bijvoorbeeld het voorzitterschap van het BAW, het budgetbeheer, de verslaglegging van de vergaderingen,  het verzorgen van de evaluaties en het opstellen van nieuw beleid voor de voortzetting van de overeenkomst na 1 september 2000. Voor het uitvoeren van deze taken heeft de gemeente structureel nog onvoldoende capaciteit.

 

Procedure van aanmelding

Tot voor kort was het niet altijd duidelijk of een huishouden werd begeleid in het kader van de overeenkomst of anders. Om deze onduidelijkheid te voorkomen zijn in de loop van het jaar duidelijke afspraken gemaakt over de aanmelding.
- De procedure van aanmelding bij de budgetwinkel is nu alsvolgt:

1.    Corporatie stuurt client een brief waarin staat dat hij zich binnen 3 werkdagen moet melden bij de budgetwinkel. Als hij dat doet wordt de incasso procedure opgeschort gedurende 6 weken. Voorwaarde is wel dat client vanaf dat moment de lopende huur betaald.

2.    Corporatie informeert bij budgetwinkel of client zich daadwerkelijk heeft aangemeld. Als dat niet het geval is volgt incasso-procedure. Indien dat wel het geval is dan:

3.    a. budgetwinkel stuurt binnen 6 weken een eerste rapportage met daarin een voorstel tot bemiddeling of indien blijkt dat er niets mogelijk is een beeindigingsbrief.
b. corporaties quecken in de tussenliggende periode regelmatig of client zijn lopende huur betaalt. Als dat niet zo is wordt dat onmiddellijk doorgegeven aan de budgetwinkel, die dan zijn bemoeienis stopt

4.    Ingeval budgetwinkel beeindigingsbrief stuurt volgt incasso-procedure.

     Ingeval van een voorstel van de budgetwinkel is het mogelijk dat:
     a. één van de andere schuldeisers gaat niet akkoord. Dan is een
     regeling of sanering niet mogelijk en volgt alsnog een incasso
     procedure.
     b. als iedereen akkoord gaat volgt een betalingsregeling, sanering of
     bemiddeling.

- Voor de aanvragen bij de zorgregelaar heeft de gemeente een formulier ontwikkeld. Dit formulier moet door de corporaties worden ingevuld. Vervolgens stuurt de de corporatie het ingevulde formulier naar de zorgregelaar en een copie naar de budgethouder.

 

Eénduidige handelwijze

Doordat in de overeenkomst veel afspraken niet zijn uitgewerkt, zijn deze op verschillende manieren uit te leggen. Zo was het bijvoorbeeld onduidelijk in hoeverre de adviezen van de Budgetwinkel aan de corporaties bindend zijn. Of was het ook mogelijk dat een corporatie aanvullende criteria hanteert voor het uitstellen van een huisuitzetting? Deze onduidelijkheid heeft in het eerste half jaar van de overeenkomst tot problemen tussen de partners geleid. 

 

Coördinatie en afstemming zorgregelaar

De coördinatie en afstemming van hulp vanuit de zorgsector is volledig in handen van de zorgregelaar. Dit is een bedreiging voor de continuïteit van de uitvoering gebleken. De zorgregelaar kon door ziekte zijn werkzaamheden niet meer uitvoeren en het heeft ruim drie maanden geduurd voordat vervanging geregeld was. Huishoudens konden in die periode niet  voor hulp worden aangemeld. De zorgregelaar heeft veel cruciale kennis over de situatie van de huishoudens die worden begeleid. Deze informatie is nergens opgeslagen en daarmee zonder de zorgregelaar onbereikbaar voor de begeleiders van de huishoudens.

Bij de voortgang van de overeenkomst moet heel duidelijk worden vastgelegd dat de vervanging  van de rol van zorgregelaar is geregeld en dat de continuiteit gewaarborgd is.

 

Onderlinge kennis over uitvoerende organisaties

Via het BAW overleggen de uitvoerende organisaties maandelijks met elkaar. Toch blijkt de kennis over elkaars werk en elkaars rol in de uitvoering van de overeenkomst klein te zijn. Hierdoor wordt nog niet altijd de juiste organisatie voor de begeleiding van een huishouden ingeschakeld. Maatschappelijke hulpverlening wordt bijvoorbeeld zelden ingeroepen voor de begeleiding van een huishouden dat voor hulp is aangemeld bij de budgetwinkel. Terwijl met maatschappelijke hulp de kans op een herhaling van de probleemsituatie kan worden verkleind.

 

Niet deelnemende partijen

Binnen de overeenkomst kan niet altijd de juiste hulp aan huishoudens worden geboden. Dit komt doordat een aantal belangrijke partijen niet heeft deelgenomen aan het opstellen van de overeenkomst. Zij hebben de overeenkomst ook niet getekend. Partijen die bijvoorbeeld in het eerste half jaar van de overeenkomst werden gemist zijn:

·         gespecialiseerde gezinshulp; en

·         huishoudelijke hulp

·         Delfland.

 

Er zijn in het eerste half jaar van de overeenkomst huishoudens vanuit de zorgsector begeleid waarvoor de gespecialiseerde gezinszorg de aangewezen instantie voor hulp zou zijn geweest. Natuurlijk worden deze huishoudens wel geholpen, maar niet in het kader van de overeenkomst. Zij krijgen dus geen voorrang op de bestaande wachtlijsten. Ook drukken de hulpverleningsuren niet op het budget van de overeenkomst. Hetzelfde geldt voor de huishoudelijke hulp.

 

Privecy-reglement

Tijdens het BAW-overleg worden situaties besproken van huishoudens warvoor uitzetting dreigt. Er worden afspraken gemaakt of en zo ja hoe de desbetreffende huishoudens hulp kan worden aangeboden om een dreigende uitzetting te voorkomen. Ten behoeve van dit overleg worden van gemeentezijde gegevens bijgehouden die privecy gevoelig zijn. Het bijhouden van die gegevens is echter noodzakelijk voor de bewaking van de voortgang en het meten van resultaten. Dit maakte het noodzakelijk dat een privecy-reglement werd opgesteld.

In de loop van het evaluatiejaar is dit privecy-reglement ontwikkeld en aangemeld bij de centrale registratiekamer.

BAW/Stuurgroep

Zoals dit eerder is beschreven in  hoofdstuk 2 is er maandelijks overleg tussen de partijen over de uitvoering van de overeenkomst in het BAW. Alle partijen zijn in het BAW vertegenwoordigd. Deze vertegenwoordigers zijn ook de daadwerkelijke uitvoerders. De huidige functie van het maandelijks overleg is het uitwisselen van informatie over de situatie van probleemhuishoudens. De uitvoerders zijn zeer tevreden over deze huidige overlegstructuur.

 

Er was echter geen overlegstructuur als het ging om beleidszaken. Voor het maken van afspraken over de samenwerking in de toekomst was dit wel noodzakelijk. Daarom is aan het eind van het jaar de Stuurgroep in het leven geroepen. In deze stuurgroep zijn alle partijen vertegenwoordigd op beleidsniveau. De stuurgroep heeft primair als doel het verder uitwerken van de overeenkomst en het vormgeven van de overeenkomst na 1 september 2000.

4.3 Financieel

 

Richtlijnen

Zoals eerder in deze nota is beschreven zijn er bij de start van de overeenkomst afspraken gemaakt over de bijdragen van de verschillende partijen om de uitvoering van de overeenkomst mogelijk te maken. Aanvankelijk waren er nog geen duidelijke afspraken gemaakt over de besteding van de bijdragen.In de tweede helft van 1999 zijn er richtlijnen voor opgesteld. Daarin is vastgelegd wie welke bijdrage levert en wanneer een uitvoerende partij voor een vergoeding uit het fonds aanpak huisuitzettingen in aanmerking komt.

 

 

 

 

 

 

Besteding van de middelen in 1999

.

In 1999 zijn de volgende betalingen ten laste van het budget gekomen:

 

·       rekening van combiwerk t.b.v
schoonmaken woning Knuttelstr. 46                                      f  1.575,--

·       rekeningen GGZ:                                                                            
voorrang verleend aan 5 clienten =
12 weken x 4 uur x 100 x 5 = f 24.000,--
f 24.000,-- minus eigen bijdrage f 18.000,-- =                          f  6.000,--

·       rekening GGD-Delfland:                                                                   f  2.475,--
84,75 uur a f 100,-- =  f 8.475,--
minus eigen bijdrage 60 uur a f 100,-- = f 6.000,--      
Te betalen over 1999  24,75 x f 100,--

      

Totaal                                                                                                 f  10.050,

 



Het budget is in 1999 ruimschoots toereikend geweest. Een oorzaak van de geringe overschrijding van de eigen bijdrage van de GGD is gelegen is het feit dat er gedurende ruim drie maanden geen doorverwijzingen hebben kunnen plaatsvinden naar de zorgregelaar.

Een andere oorzaak van het geringe aantal declaraties is het feit dat er nog nauwelijks doorverwijzingen naar maatschappelijke werk van Maatzorg hebben plaatsgevonden.

 

5. Samenvatting/ conclusies en aanbevelingen

5.1 Samenvatting/ conclusies

 

Evaluatie in cijfers:

·       in het totaal hebben 130 huishoudens in het kader van de overeenkomst hulp aangeboden gekregen.

·       de zorgregelaar heeft zich voor  56 huishoudens ingezet. Hij heeft hier 84,75 uur aan besteedt. Hiervan kwam 60 uur voor rekening van de GGD en 24,75 uur(f 2.475,-- )is ten laste gebracht van het budget. Vijf huishoudens zijn met voorrang doorverwezen naar  GGZ Delfland(Riagg). Naar Parnassia(CAD) zijn 4 clienten doorverwezen.

·       de GGZ Delfland heeft 5 huishoudens in het kader van het convenant voorrang verleend op een wachtlijst van 3 maanden. Hiervan heeft GGZ Delfland 180 uur (f 18.000,--) besteed uit de eigen bijdrage en 60 uur (f 6.000,--) is ten laste gebracht van het budget.

·       bij Parnassia was geen wachtlijst. Daarom zijn er geen uren gedeclareerd

·       de Budgetwinkel heeft aan 74 huishoudens hulp aangeboden. Bij 16 clienten heeft de budgetwinkel met succes kunnen bemiddelen. In 53 gevallen heeft de budgetwinkel niets kunnen doen. De oorzaak hiervan was bij 64% dat de client niet mee wil werken.
In totaal zijn 84 huishoudens uitgezet als gevolg van huurschuld. Hiervan waren 11 huishoudens waaraan de budgetwinkel hulp had aangeboden uitgezet.
De budgetwinkel heeft 350 uur(f 28.000,--) gedeclareerd. De eigen bijdrage was 375 uur. Er heeft dus geen overschijding van de eigen bijdrage plaatsgevonden en er zijn dus geen kosten ten laste van het budget gebracht.

·       er is f 10.050,-- ten laste van het budget gebracht. Er resteert dus nog f 39.050,--

·       de samenwerking verkeert nog in een aanloopfase. De nieuwe werkwijze werkt dan ook nog niet optimaal. De verwachting is dat het aantal huishoudens dat middels de overeenkomst hulp aangeboden krijgt na de aanloopfase toeneemt.

·       het feit dat er gedurende 3 maanden geen verwijzingen naar de zorgregelaar hebben plaatgevonden en dat er heeft er voor gezorgd dat er nog veel geld van het budget over is.

·       door een beperkte registratie is het precieze aantal huisuitzettingen dat is voorkomen door de samenwerking moeilijk aan te geven.

 

 

Beschouwende evaluatie:

·       de registratie van de werkzaamheden door de verschillende partijen is nog onvoldoende om na te gaan of de gestelde doelstellingen van de overeenkomst worden gehaald. Wel zijn alle partijen positief over de samenwerking. Zij zijn van mening dat er nu meer inspanningen kunnen worden gedaan om huisuitzettingen te voorkomen. Dit kan alleen wanneer alle betrokken partijen blijven samenwerken;

·       de meeste partijen hebben met de overeenkomst meer werk gekregen. Voor de uitvoering van deze werkzaamheden hebben de meeste partijen echter geen extra capaciteit ter beschikking gekregen. Dit is een bedreiging voor de continuïteit van de uitvoering;

·       de wijze van aanmelden en het verlenen van hulp aan een huishoudens is de loop van 1999  steeds duidelijker geworden.  Over deze procedures zijn in de loop bvan het jaar duidelijke afspraken gemaakt;

·       de afspraken in de overeenkomst waren nog onvoldoende uitgewerkt om te kunnen spreken van een éénduidige handelwijze;

·       huishoudens worden voor hulp ofwel aangemeld bij de zorgregelaar ofwel bij de Budgetwinkel. Deze scheiding is echter niet altijd logisch. De problemen van de meeste huishoudens zijn zeer complex. Velen hebben zowel oplopende huurschulden als ook sociale en/of psychische problemen. Door een scheiding in de aanmeldingsprocedure ontbreekt veelal de benodigde afstemming tussen de verschillende hulpverleners. Verder ligt de coördinatie van de hulpverlening vanuit de zorgsector geheel bij de zorgregelaar. Gebleken is dat bij ziekte of vakantie van de zorgregelaar  de uitvoering stokt  Er vindt dan geen aanmelding via de zorgregelaar plaats. Ook is er dan geen afstemming tussen de hulpverleners over de begeleiding van huishoudens;

·       het maandelijkse BAW–overleg heeft een duidelijke functie in de uitvoering van de overeenkomst. Maandelijks kunnen de uitvoerders informatie over probleemhuishoudens uitwisselen en door het persoonlijke contact kunnen afspraken snel worden gemaakt. Omdat er echter geen overlegstructuur bestond waar afspraken op beleidsniveau gemaakt kunnen worden is de Stuurgroep aan het eind van het jaar opgericht.

·       er is voor de periode tot 1 januari 2000 een begroting gemaakt van de verwachte werkzaamheden door de verschillende partijen. Op basis van deze begroting zijn er afspraken gemaakt over de bijdragen van de verschillende partijen voor de uitvoering. Er is in de tweede helft van 1999 een aanzet gegeven tot richtlijnen voor het gebruik van de budgetten. Vragen zoals welke werkzaamheden worden gedaan in het kader van de overeenkomst en welke werkzaamheden behoren tot de basistaken van een organisatie zullen hierin verder uitgewerkt worden.

·       er is een privecy-reglement ontwikkeld

 

5.2 Aanbevelingen

 

Naar aanleiding van deze evaluatie kunnen verschillende aanbevelingen voor de toekomst worden gedaan. Daarbij is onderscheid gemaakt naar aanbevelingen voor de duur van de huidige overeenkomst en aanbevelingen voor een voorzetting van de overeenkomst.

 

Aanbevelingen voor de duur van de overeenkomst:

·       wanneer een organisatie voor een vergoeding van de werkzaamheden in aanmerking komt moet verder in de richtlijnen worden uitgewerkt. Aan de hand van deze richtlijnen bepaalt de budgethouder de vergoeding;

·       voor de registratie van de uitvoering door de partijen moeten goede afspraken gemaakt worden

·       voor het verbeteren van de hulpverlening aan huishoudens is het noodzakelijk dat maatschappelijk werk van Maatzorg en de Stichting Woonbegeleiding vaker worden ingeschakeld voor begeleiding;

·       afspraken moeten verder worden uitgewerkt zodat onduidelijkheden ten aanzien van de manier van werken in de toekomst worden voorkomen;

·       een stappenplan kan onduidelijkheden ten aanzien van de aanmeldingsprocedure voorkomen;

·       voor de periode 1 januari 2000 tot 1 september 2000 moeten nieuwe financiele afspraken worden gemaakt;

 

Aanbevelingen voor voortzetting van de overeenkomst:

·       de effectiviteit van de overeenkomst wordt vergroot door meer bindende afspraken met een huishouden te maken. Ervaring in andere gemeenten leert dat met bijvoorbeeld het opstellen van een contract tussen een huishouden en de corporatie bijna alle huisuitzettingen kunnen worden voorkomen. Een dergelijk contract is een aanvulling op de overeenkomst. Daarin is vastgelegd dat een huishouden hulp aanvaardt en dat de corporatie een opschorting van de uitzettingsprocedure daartegenover stelt. Nu gaan nog veel huishouden niet in op de aangeboden hulp. Om een juiste manier van werken in te stellen is het van belang de achterliggende oorzaak hiervan te onderzoeken;

·       zoals is beschreven in de huidige overeenkomst willen de partijen gezamenlijk een laatste kans beleid formuleren. Het gaat daarbij om huishoudens die telkens in dezelfde probleemsituatie vervallen. De partijen zouden deze huishoudens graag een laatste kans bieden om hun situatie te verbeteren. In de huidige situatie verhuizen deze huishouden van de ene corporatiewoning naar de andere zonder dat hun problemen structureel worden opgelost. Dit beleid kan onderdeel zijn van een voortzetting van de overeenkomst door te werken met verschillende contracten voor hulpverlening. Zo kan er een contract worden opgesteld waarin een huishouden een laatste kans krijgt voor het blijven huren van een corporatie-woning. Daarin aanvaart het huishouden direct hulp en de corporatie stemt in met een voortzetting van het huurcontract. Wanneer de situatie van het huishouden niet verbetert kan het huishouden kan het huishouden alsnog wegens overlast of huurschuld worden uitgezet;

·       de effectiviteit van de overeenkomst kan worden vergroot door de coördinatie op een andere wijze vorm te geven. Een mogelijkheid is om de coördinatie van de hulpverlening aan een huishouden centraal te organiseren. Denkbaar is dat alle aanmeldingen via de zorgregelaar of een coordinator verlopen. Deze houdt een intake gesprek en beoordeelt aan de hand van de problematiek naar welke instantie moet worden doorverwezen. De afstemming van de hulp tussen de hulpverleners blijft centraal via de coördinator of zorgregelaar lopen. Hiervoor dan wel noodzakelijk dat er een duidelijke profielschets komt waaraan de zorgregelaar of coordinator moet voldoen. Ook moet er een duidelijk protocol komen.

·       de hulpverlening kan worden verbeterd door het energiebedrijf Delfland, gespecialiseerde gezinshulp en huishoudelijke hulp in de overeenkomst te betrekken. Deze instellingen worden in de huidige samenwerking gemist.

 

 


 

 

 

 

 

Greta Hesseling

Sectie Wonen