CONCEPT

 

Overeenkomst voorkomen 
huisuitzettingen wegens
overlast en huurincasso

looptijd: vanaf 1-1-2001

 

 

 

DELFT


 

 

 

Inhoud

 

     Partners                                                                                                          3

     Overwegingen                                                                                                  4

 

I    Definities                                                                                                         5
     artikel 1: definities                                                                                            5

II   Doelstellingen van de overeenkomst                                                                   5
     artikel 2: voorkomen huisuitzettingen                                                                 5

III   Algemene bepalingen                                                                                       6
     artikel 3: duur van de overeenkomst                                                                   6

IV  Afspraken over handelwijze en inzet van alle partners bij                                     
     voorkoming ontruimingen                                                                                  6

     artikel 4: laatste kans beleid                                                                             6
     artikel 5: inzet partijen                                                                                      6
         
V   Organisatorische en financiële aspecten                                                            7
     artikel 6: het BAW overleg                                                                                7
     artikel 7: financiële afspraken                                                                            7

VI Verslaglegging/rapportages                                                                                8
     artikel 8: periodieke verslaglegging                                                                     8

VII Slotbepalingen                                                                                                 9
     artikel 9: geschillen                                                                                          9     artikel 10: aanhaling overeenkomst         9

 
Bijlagen
Bijlage 1: Laatste kans beleid                                                                               

Bijlage 2: Protocol laatste kans beleid                                                                   

Bijlage 3: Profielschets zorgregelaar                                                                      
Bijlage 4: Vergaderreglement BAW(nog te maken)
Bijlage 5: Vergaderreglement Stuurgroep BAW(nog te maken)
Bijlage 6: Wijze verslaglegging partners

 

 


ONDERGETEKENDEN:

 

De gemeente Delft en gemeentelijke instellingen

1. De gemeente Delft, krachtens artikel 171 gemeentewet vertegenwoordigd door de Burgemeester, als rechtspersoon waarin het vakteam Wonen van de cluster Wijk- en Stadszaken, het vakteam Budgetwinkel en het vakteam Instituut Sociale Raadslieden van de cluster Publiekszaken, als participanten zijn opgenomen;

Hierna te noemen “de gemeente”

 

Maatschappelijke instellingen

2.   Stichting Maatzorg, ten deze vertegenwoordigd door M.C. van Bruggen,

3.   Drugshulpverlening Stichting Dienstencentrum Over De Brug, ten deze vertegenwoordigd door K.H. Andrea,

4.   Stichting Maatschappelijke Opvang, ten deze vertegenwoordigd door J.J. Smit

Hierna te noemen: “de MD”

 

Politie

5. Politie, ................Delft- Oost/Centrum en -West, ten deze vertegenwoordigd door
    commissaris van politie .................
Hierna te noemen: “de politie”

GGZ-instellingen

1.   GGZ Delfland ten deze vertegenwoordigd door C. Silvester

2.   Parnassia, ten deze vertegenwoordigd door....................

3.   Stichting Woonbegeleiding, ten deze vertegenwoordigd door J.J. Smit

Hierna te noemen: “de GGZ”

 

GGD DELFLAND

10.GGD, ten deze vertegenwoordigd door G. Buck

Hierna te noemen: “de GGD”

 

WONINGCORPORATIES

11. Delftwonen, ten deze vertegenwoordigd door J. Over de Vest

12. Stichting Vestia, ten deze vertegenwoordigd door G. den Ouden

13. Stichting DUWO, ten deze vertegenwoordigd door J.J. Benschop

14. Vidomes, ten deze vertegenwoordigt door mevrouw M.B. van Leeuwen

Hierna te noemen de “woningcorporaties”

 

Allen tezamen te noemen: “de partners”


IN AANMERKING NEMENDE:

 

A. dat in Delft naar schatting gemiddeld per jaar honderd huurders gedwongen worden hun woningen te ontruimen als gevolg van wanbetaling en overlast.

B.  dat partners in een verklaring van 13 januari 1998 de intentie naar elkaar hebben uitgesproken om met elkaar afspraken te gaan maken om tijdig in te springen bij signalen van overlast en wanbetaling, teneinde  huisuitzettingen zo veel mogelijk te voorkomen;

C. dat huurders die overlast veroorzaken en/of huurschulden hebben, hun woon- en/of betalingsgedrag dienen te corrigeren teneinde huisuitzetting te voorkomen;

D. dat het corrigeren van het woon- en/of betalingsgedrag in vele gevallen slechts mogelijk is indien tijdig hulp of zorg wordt geboden, waarbij in het algemeen geldt dat dergelijke hulp of zorg met moeite wordt geaccepteerd dan wel wordt geweigerd;

E.  dat partners, de noodzaak inzien de hulpverlening een dwingend karakter te geven in de vorm van een “laatste kans beleid”

F.  dat partners daarbij een onmisbare bijdrage kunnen leveren en zich daarom willen verplichten om op basis van een gezamenlijk plan van aanpak samen te werken en de hierna overeen te komen prestaties en inzet  te leveren teneinde ontruimingen zoveel mogelijk te voorkomen.

 

 


VERKLAREN ALS VOLGT TE ZIJN OVEREENGEKOMEN:

 

I.                     Definities

 

Artikel 1 Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1. BAW: het bestaande overleg “Bijzondere Aandacht Woningzoekenden”
    tussen betrokken partners

 

2.   Zorgregelaar: de door de GGD te leveren deskundige, die tot taak heeft het aanspreekpunt te zijn voor alle partners van deze overeenkomst, het inventariseren van de bestaande problematiek van de betreffende huurder, het aandragen van mogelijke oplossingen en het bemiddelen tussen hulpvraag en -behoefte en het zorgaanbod van onder meer GGZ-instellingen en de MD.

3.   Budgetwinkel: is een onderdeel van het vakteam Budgetwinkel van de cluster Publiekszaken van de gemeente Delft en heeft tot belangrijkste taak oplossingen aan te dragen voor (problematische) schuldsituatie van een hulpvrager en het geven van budgetadviezen, zodat de hulpvrager uiteindelijk weer financieel zelfstandig kan functioneren.

4.   Onder huurder wordt verstaan:
de huurder die woonruimte huurt van één van de woningcorporaties die partij zijn bij deze overeenkomst.

 

5.   Laatste kans beleid: de wederzijdse inspanning voor de corporaties en de huuurders om te bereiken dat overlast gevende huurders of huurders met huurschuld die zijn uitgezet dan wel dreigen te worden uitgezet een laatste kans op huisvesting wordt geboden.

 

 

II.                  Doelstellingen van de overeenkomst

Artikel 2 voorkomen huisuitzettingen
De betrokken partners beogen met deze overeenkomst de volgende doelstellingen te bereiken:

a.   het zo veel mogelijk signaleren en voorkomen van huisuitzettingen als gevolg van overlast en/of huurschulden;

b.   het tijdig en actief aanbieden van hulpverlening en zorg bij signalen van overlast of huurschulden, zo nodig onder de “dwang van een dreigende (vordering tot) huisuitzetting;

 

c.   het voeren van een laatste kans beleid, waarbij de inspanning van zowel huurders als corporaties is gericht op:
1.            het geven van een laatste kans aan overlast gevende huurders of                                         huurders met huurschuld, alvorens tot ontruiming van de woning over         te gaan;

2.             herhuisvesting mogelijk maken voor mensen die door ontruiming op straat zijn komen te staan, en niet al eerder waren aangemeld bij de        zorgregelaar.

 

d. het ontwikkelen van een gezamenlijke gestructureerde en continue aanpak.

e. het opzetten van een eenvoudige registratie- en rapportagesystematiek.
 

f. het creëren van een goede overleg- en beheersstructuur tussen betrokken partners.

 

 

III.   Algemene bepalingen

 

Artikel 3  Duur van de overeenkomst

1.   De overeenkomst treedt op 1 januari 2001 in werking en loopt tot en met 31 december 2001. Deze overeenkomst wordt stilzwijgend telkens met een jaar verlengd, tenzij partijen in samenspraak redenen aanwezig achten om wijziging in de overeenkomst aan te brengen dan wel de overeenkomst te beëindigen.

2.   Tussentijdse opzegging van deze overeenkomst door één der partners is niet mogelijk.

 

IV                  Afspraken over handelwijze en inzet van alle partners bij voorkoming         ontruimingen c.q. het voeren van een laatste kans beleid

 

Artikel 4  Laatste kans beleid

Partners voeren een laatste kans beleid. Doelstellingen, werkwijzen en strekking van alsmede actoren bij dat beleid en de wijze waarop het in de praktijk wordt uitgevoerd c.q. toegepast staan beschreven in de notitie “Laatste kans beleid”en het hierbij behorende protocol. Beide documenten zijn bijlage bij deze overeenkomst.

 

Artikel 5      Inzet partijen

Voor zover dat niet voldoende is uitgewerkt in dan wel blijkt uit de notitie “Laatste kans beleid” en het protocol verplichten partners zich tot de volgende inspanningen/acties:

 

a.                De corporaties

De corporaties verplichten zich tot een actieve opstelling om excessen qua overlast en/of huurschuld tijdig te signaleren en te beteugelen. Binnen de grenzen van de redelijkheid treden zij daarvoor persoonlijk met de betreffende huurder in contact om een indicatie te krijgen van de problematiek welke mogelijk aan de huurachterstand of overlast ten grondslag ligt.

 

b.                 De zorgregelaar

De zorgregelaar wordt door de GGD geleverd. Voor desbetreffende persoon is een profielschets opgesteld. Deze maakt als bijlage 3 onderdeel uit van de overeenkomst. De praktische werkwijze en -processen die nodig zijn om met en voor een huurder sturing te geven aan het laatste kansbeleid ontwikkelt de zorgregelaar in continue samenspraak met het BAW. Hiervoor is een protocol opgesteld

 

 

c.                De budgetwinkel

De budgetwinkel verplicht zich tot het opstellen van een schuldsaneringsplan, binnen zes weken nadat de corporaties door tussenkomst van de zorgregelaar huurders hiervoor hebben aangemeld. Binnen vier maanden na het opstellen van een schuldsaneringsplan deelt de budgetwinkel aan de woningcorporatie mee of het schuldsaneringsplan in werking zal treden.

 

d.                 De GGZ-instellingen, de MD en de politie

De GGZ-instellingen en de MD verplichten zich om direct, dat wil zeggen uiterlijk binnen een week, de hulp/zorg te bieden aan de huurders als de zorgregelaar daartoe verzoekt. Als financiële randvoorwaarden voor deze verplichting, geldt het bepaalde in artikel 7.

De politie streeft er naar om bij een eerste oproep van de woningcorporaties of de zorgregelaar assistentie te verlenen. De inzet van het politiepersoneel wordt door de politie zelf bepaald aan de hand van de prioriteitstelling van het moment van het verzoek tot assistentie.

 

V       Organisatorische en financiële aspecten

 

Artikel 6      Het overleg BAW

 

Overleg over de bijzondere aandachtsgroep vindt op twee niveaus plaats. De Stuurgroep BAW houdt zich bezig met de (beleidsmatige) kaders waarbinnen alle partners kunnen werken.

De praktijkgroep BAW bespreekt alle probleemgevallen en de daarvoor geëigende maatregelen op tot passende oplossingen te kunnen komen.

Zowel de Stuurgroep als de praktijkgroep vergadert volgens een door ieder van hen vast te stellen reglement. Deze (nog uit te werken) reglementen vormen de bijlagen 4 en 5.

 

Artikel 7               Financiële afspraken

 

1.   Gemeente en corporaties storten een jaarlijks vast te stellen bedrag in het BAW-fonds. De overige partijen brengen een jaarlijks vast te stellen eigen bijdrage in de vorm van beschikbare uren in.

 

2.   De voorzitter van het BAW wordt budgethouder van het hierboven genoemde fonds.

 

3.   Partners kunnen alleen dan een beroep doen op het fonds, indien zij voorafgaand aan het  betreffende kalenderjaar een begroting hebben ingediend, waarop aangegeven staat wat de verwachte uitgaven zijn in het kader van deze overeenkomst. Deze begroting wordt door de budgethouder in de stuurgroep BAW vastgesteld na voorafgaande goedkeuring door de contractpartners.

 

4.   Partners kunnen een beroep doen op het fonds door per geval de kosten te factureren aan de budgethouder van het fonds. Alvorens een beroep gedaan kan worden op de gelden in het fonds, worden de bestede eigen uren verrekend met het door de partij ingebrachte aantal uren.

 

5.   Het BAW monitort de bestedingen uit het fonds. De budgethouder brengt ten minste twee maal per jaar, of wanneer daar tussentijds om wordt gevraagd, verslag uit aan het BAW over de bestedingen uit het fonds.

6.   Jaarlijks, in ieder geval vóór 1 januari van ieder nieuw kalenderjaar, of zoveel eerder als het BAW dit nodig acht, zullen de partners de resultaten van het fonds bespreken. Tijdens dit overleg worden afspraken gemaakt omtrent de funding van het fonds voor het komende kalenderjaar. Deze worden door partijen schriftelijk vastgesteld en bevestigd.

 

7.   De voorzitter van het BAW brengt jaarlijks verslag uit over het voorafgaande kalenderjaar, uiterlijk binnen drie maanden na afloop van het betreffende kalenderjaar.

 

 

VI       Verslaglegging/rapportages

 

Artikel 8 Periodieke verslaglegging

 

Alle partners gebruiken de daartoe ontwikkelde formulieren om periodiek, in ieder geval één keer per kwartaal, opgave te verstrekken van alle ondernomen acties in het kader van het laatste kans beleid

 

Verder leveren alle partijen ieder jaar voor 1 september een bij voorkeur met cijfers onderbouwd verslag van hun inspanningen, hun bevindingen en mogelijke aanbevelingen voor de verdere looptijd van de overeenkomst.

Leidraad voor de (wijze van) verslaglegging is hetgeen in bijlage 6 voor de verschillende partners is opgenomen.

 

VII.                Slotbepalingen

Artikel 9   Derden
Derden, zoals huurdersorganisaties of huurders, kunnen aan deze overeenkomst geen rechten ontlenen.

 

Artikel 10  Geschillen

Over eventuele geschillen die tussen betrokken partners over de uitvoering van de overeenkomst ontstaan, zullen betrokken partners een bindend advies vragen. Er
zullen 3 adviseurs worden benoemd die gezamenlijk een advies moeten uitbengen: één door de gemeente en de GGD, één door de GGZ-en MD-instellingen, één door de corporaties.

 

 

 

Artikel 11

Deze overeenkomst kan worden aangehaald als “overeenkomst voorkomen
huisuitzettingen wegens overlast en huurincasso”.

 

ALDUS OVEREENKOMEN EN ONDERTEKEND TE DELFT, OP

 

 

………………………………………………………………………………………