BIJLAGE 3 behorende bij overeenkomst ‘voorkomen ...’

 

PROFIELSCHETS ZORGREGELAAR

 

 

1)                  Achtergronden
De verantwoordelijkheid van de gemeenten bij het bevorderen van de
psychohygiëne wordt vastgelegd in de WCPV(Wet Collectieve Preventieve Volksgezondheid). Onder de taken van de GGD op dit gebied vallen o.a.: de signalering van volksgezondheidsproblemen, beleidsontwikkeling en coördinatie van activiteiten gericht op het bevorderen van de psychohygiëne en afstemming van zorg. In de Brief Openbare geestelijke gezondheidszorg aan de Tweede Kamer van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24-06-1997 worden de taken en de verantwoordelijkheden van de GGD uiteengezet.

 

 

2)                  Functie zorgregelaar
De zorgregelaar heeft naast de basistaken, die onder de verantwoordelijkheid van de GGD vallen, in het kader van de “Overeenkomst” de functie van coördinator tussen client, corporatie en zorginstellingen. Als zodanig onderneemt hij na aanmelding van een client door de corporatie de volgende stappen:

·                    brengt de problematiek in kaart

·                    stelt afhankelijk van de problematiek een plan van aanpak op

·                    verwijst door naar de juiste hulpverlenende instantie(s)

·                    houdt gedurende de uitvoering van het plan van aanpak de supervisie

·                    onderhoudt en organiseert de contacten tussen client, corporatie en zorginstelling. .

 

Deze stappen zijn uitvoerig uitgewerkt in het protocol “Laatste kans beleid”.

 

Daarnaast heeft de zorgregelaar in het kader van de “Overeenkomst”nog de volgende taken:

·       neemt deel aan het BAW-overleg en informeert het BAW over de bij hen aangemelde zaken. Ook kan hij het BAW inschakelen voor het afstemmen van de hulpverlening, het zoeken naar oplossingen en voor het op gang  brengen van de hulpverlening.

·       heeft zitting in de Stuurgroep BAW

·       voert een eenvoudige registratie van de bij hem/haar aangemelde huurders, zodat hij/zij de voortgang en de resultaten van de hulpverlening of andere passende huisvesting kan volgen. Tevens genereert hij/zij hieruit sturingsinformatie ten behoeve van het jaarlijkse verslag, evaluatie en eventuele aanpassing van de afspraken.

·       Hij/zij kan op eigen initiatief of gevraagd voorstellen doen aan betrokken instellingen over aanpak, beleid, hulpaanbod, en het aanbod aan huisvesting/woonvormen. Ook signaleert hij/zij knelpunten in dit aanbod.