BIJLAGE 5

 

PROTOCOL “LAATSTE KANSBELEID”

(bijlage bij ‘Overeenkomst voorkomen huisuitzettingen wegens overlast en huurincasso’)

 

1.       VOORTRAJECT

 

Corporatie voert altijd eerst de eigen interne procedure uit.

 

Globaal is dit bij het signaleren van huurachterstanden:

1.       Verzenden van 1e en 2e herinnering/aanmaning

2.       Aanbieden van de mogelijkheid tot het treffen van een betalingsregeling.

3.       Op basis van een selectie (zoals beschreven in paragraaf 2) besluiten tot al dan niet aanmelding bij de zorgregelaar.

4.       Indien niet wordt aangemeld, wordt de vordering ter incasso doorgestuurd naar de deurwaarder, die behalve betaling ook ontruiming van de woning vordert.

 

En bij het melden van een overlastprobleem:

1.       Overlastmelding wordt onderzocht (alle partijen worden gehoord)

2.       Afspraken worden op schrift gesteld en er wordt een dossier gevormd

3.       Er worden zo mogelijk bemiddelingspogingen gedaan tussen partijen

4.       Indien bemiddelingspogingen niets uithalen wordt met de zorgregelaar overlegd of aanmelding voor laatste kans beleid zinvol is.

5.       Indien aanmelding bij de zorgregelaar in het kader van het laatste kans beleid niet aan de orde is en de overlast ondanks bemiddelingspogingen voortduurt wordt op basis van de verzamelde feiten besloten of er grond is voor het opstarten van een ontruimingsprocedure.

 

 

2.    SELECTIE

 

Het besluit tot al dan niet aanmelden van een huurder wordt genomen als “fase 2” van de interne procedure geen resultaat heeft opgeleverd.

Alle huurders die in principe een potentiële kandidaat zijn voor uit handen geven van incasso c.q. starten van een procedure worden betrokken bij de selectie.

 

Bij huurachterstanden wordt de selectie uitgevoerd door minimaal 2 personen: de verantwoordelijke incassomedewerker samen met (in elk geval) de medewerker die namens de betrokken corporatie belast is met de contacten met de zorgregelaar.

Ten behoeve van de selectie wordt speciaal gelet op:

1.       Is er sprake van een plotselinge wijziging in betalingsgedrag van een tot dan toe goed betalende huurder (mogelijke indicatie van een probleem “buiten eigen schuld of toedoen”).

2.       Is door specifieke kennis/eigen onderzoek van de corporatiemedewerker een vermoeden dat er sprake is van een combinatie van problemen. Dit eigen onderzoek bestaat uit: dossieronderzoek, persoonlijk (telefonisch) contact en eventueel een huisbezoek.

 

n.b.      Zodra incasso uit handen is gegeven aan de deurwaarder is doorverwijzing naar de zorgregelaar niet meer mogelijk. Het kan zijn dat er nieuwe feiten op tafel komen, die aanleiding hadden kunnen zijn om de huurder door te verwijzen naar de zorgregelaar. In dat geval wordt doorverwijzing in het kader van een “laatste kans” pas overwogen nadat het ontruimingsvonnis is verkregen.

 

Bij overlastproblematiek wordt in alle gevallen eerst overlegd met de zorgregelaar of aanmelding als kandidaat in het kader van het “laatste kansbeleid” zinvol is, alvorens over te gaan tot het starten van een ontruimingsprocedure.

 

3.   AANMELDING

 

Aanmelding van een huurder bij de zorgregelaar kan alleen uitgevoerd worden door één van de bij de overeenkomst betrokken corporaties. De concrete aanmelding wordt uitgevoerd door de medewerker van de corporatie, die namens deze corporatie als vaste contactpersoon fungeert voor de zorgregelaar.

 

Derden (personen of instanties) hebben géén mogelijkheid tot aanmelding; wel staat hen de mogelijkheid open om aandacht te vragen bij de verhuurder en ondersteunende informatie aan te leveren ten behoeve van een mogelijke aanmelding van de huurder bij de zorgregelaar.

 

Voorafgaand aan de aanmelding wordt dit de huurder schriftelijk meegedeeld (zie bijlage 1 nog toe te voegen).

Indien de huurder akkoord gaat of niet reageert op de brief, wordt het aanmeldingsformulier (zie bijlage 2 nog toe te voegen) ingevuld en opgestuurd aan de zorgregelaar.

 

Consequentie van de aanmelding voor de verhuurder is dat deze gedurende maximaal 6 weken vanaf verzending van het aanmeldingsformulier andere incassoacties opschort.

In geval van huurachterstand wordt dit uitstel slechts verleend onder voorwaarde dat de lopende huur betaald wordt.

In geval van overlast wordt dit uitstel slechts verleend op voorwaarde dat in deze periode de situatie niet zodanig verergert dat er een onhoudbare toestand ontstaat.

 

 

4.   INTAKE-PERIODE ZORGREGELAAR

 

De zorgregelaar heeft zo spoedig doch uiterlijk binnen 10 dagen na ontvangst van het aanmeldingsformulier een eerste contact met de aangemelde huurder ofwel middels het afleggen van een huisbezoek, ofwel door een gesprek op kantoor.

 

Doelen van dit gesprek:

·         Huurder informeren over doelstelling en werkwijze en de rol van de verschillende betrokkenen,

·         Onderzoeken van de problematiek die ten grondslag ligt aan de huurachterstand en/of overlast,

·         Beoordelen of en welke vorm van hulpverlening noodzakelijk is en een reëel perspectief biedt,

·         Beoordelen in hoeverre de huurder gemotiveerd is om hulpverlening te aanvaarden en zich aan afspraken te houden.

 

In vervolg op dit gesprek wordt :

·         Zo nodig informatie opgevraagd bij derden (na toestemming van de huurder);

·         Overleg gevoerd met de instantie(-s) die mogelijk de zorg met betrekking tot dit geval kunnen leveren;

·         Zo nodig een tweede gesprek gevoerd met de huurder teneinde een mogelijk zorgaanbod te bespreken.

 

Uiterlijk 6 weken na eerste aanmelding wordt de intakeperiode afgesloten met een advies en – afhankelijk van de inhoud van het advies – een conceptplan van aanpak.

 

 

 

 

Terugkoppeling:

Gedurende de intakeperiode is er contact tussen zorgregelaar en corporatiemedewerker indien de situatie daar aanleiding toe geeft (bijv. lopende huur wordt nog steeds niet betaald of overlast duurt voort). Afhankelijk van de individuele situatie kan dit aanleiding geven tot het tussentijds stopzetten van de intake.

 

 

5.   VASTSTELLEN ZORGBEHOEFTE

 

Afhankelijk van de uitkomsten van de intake stelt de zorgregelaar een “zorgbehoefte” vast en legt dat voor aan de betrokken partijen (huurder, corporatie en betrokken zorgaanbieders).

 

In de rapportage over de zorgbehoefte staat in elk geval:

·         Korte samenvatting van het probleem

·         Beschrijving van de te bereiken situatie

·         Beschrijving van de wijze waarop het probleem kan worden opgelost

·         De bijdrage die alle partijen aan de oplossing dienen te leveren

·         De frequentie van het controleren van de voortgang

·         De voorwaarden die gekoppeld zijn aan het uitvoeren van de zorgbehoefte
     

Alle partijen dienen binnen 1 week formeel aan te geven of men akkoord gaat met het voorgestelde voorstel van de zorgregelaar. Dit vormt de basis van de overeenkomst en dient door alle partijen ondertekend te worden. Partijen zijn: huurder(-s), corporatie, zorgaanbieder(-s) en/of zorgregelaar.(zie bijlage 3: standaardformulieren herkansingsovereenkomst nog toe te voegen)

 

 

6.   UITVOERING OVEREENKOMST

 

Gedurende de vastgestelde periode van de overeenkomst (in beginsel minimaal één jaar en maximaal drie jaar) houdt de zorgregelaar ‘supervisie’.

In de praktijk betekent dit:

·         Regelmatig controleren of afspraken nog worden nagekomen als schriftelijk is overeengekomen. De frequentie is afhankelijk van de individuele situatie en ter beoordeling van de zorgregelaar zelf.

·         Passende actie uitvoeren na signalen van een van de betrokken partijen dat afspraken niet worden nagekomen.

 

Gedurende de uitvoering van de zorgbehoefte is een vaste medewerker van de corporatie verantwoordelijk voor het deel dat onder de verantwoordelijkheid van de corporatie valt.

In de praktijk betekent dit:

·         Contactpersoon voor de overige partijen bij de uitvoering.

·         Draagt er zorg voor dat betrokken collega’s intern op de hoogte zijn van de afspraken en conform handelen.

·         Neemt initiatief om acties voor de corporatie zoals afgesproken in plan van aanpak, uit te (laten) voeren.

·         Regelmatige controle of afspraken met corporatie worden nagekomen en indien nodig zorgregelaar waarschuwen.

 

Gedurende de uitvoering van de overeenkomst is een vaste medewerker van de zorgaanbieder(-s) verantwoordelijk voor dat deel van het plan van aanpak, dat onder de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder valt.

 

 

In de praktijk betekent dit:

·         Contactpersoon voor de overige partijen bij de uitvoering.

·         Neemt initiatief om acties, zoals afgesproken als onderdeel van de overeenkomst, uit te (laten) voeren.

·         Regelmatige controle of afspraken worden nagekomen en zorgregelaar informeren over voortgang.

 

7.       REGELMATIG VOORTGANGSOVERLEG

 

Op incidenteel niveau:

Zie hierboven

 

Op structureel niveau:

Het BAW vormt het structurele platvorm waarin de algehele  voortgang en de onderlinge afstemming besproken worden.

Als men hierbij niet aanwezig kan zijn, wordt een kort voortgangsverslag gemaakt en opgestuurd aan de zorgregelaar.

 

 

8.   BEEINDIGING VAN DE OVEREENKOMST

 

Positief afsluiten van de overeenkomst is mogelijk als het te bereiken einddoel is gehaald, te weten: huurachterstand voldaan en/of overlast gestopt.

 

Voortijdig beëindigen van de overeenkomst gebeurt als:

·         De huurder zich niet houdt aan de vastgelegde voorwaarden en daarin geen verandering is gekomen na 1 waarschuwingsgesprek met de zorgregelaar. Deze waarschuwingen worden schriftelijk bevestigd; nadrukkelijk wordt aangegeven dat de overeenkomst de basis is voor een laatste kans.

·         De huurder het zorgcontract opzegt.

 

Voortijdige beëindiging van de overeenkomst en overgaan tot (alsnog) uitvoeren van een ontruimingsprocedure vindt pas plaats nadat hiertoe in gezamenlijk overleg (tussen zorgregelaar, zorgaanbieder en corporatie) besloten is.

 

De zorgregelaar informeert de huurder over de beëindiging, zo mogelijk in een persoonlijk gesprek.

Een afsluitend verslag wordt verzonden naar corporatie en zorgaanbieder(-s).

 

 

 

070600/AJ-Vestia Delft