Aan:

 

Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid Holland

t.a.v. dhr. J.M. Norder en dhr. D.C. Dekker

Postbus 90602

2509 LP Den Haag

 

                                                                                              Delft, 10 januari 2001

 

 

onderwerp:        provinciaal GroteStedenBeleid

ons kenmerk:    00/031970

uw kenmerk:     DSZC/2000/5537

 

 

 

 

Geachte heer Norder en Dekker,

 

 

 

Bijgaand treft U het ‘Memorandum Provinciaal GroteStedenBeleid gemeente Delft’ aan, zoals dat door ons is vastgesteld. Wij doen in dit stuk een voorstel voor de lokale invulling van het provinciaal GroteStedenBeleid (GSB), waarvan de hoofdlijnen zijn aangegeven in de onlangs door Uw bestuur vastgestelde startnotitie Provinciaal GSB.

 

Wij zijn, zoals blijkt uit het bijgaand Memorandum, verheugd over het feit dat Uw bestuur geld wil vrijmaken voor het provinciaal GSB. Toch zijn wij verbaasd over het feit dat U van plan bent om ook de vijf gemeenten Den Haag, Rotterdam, Dordrecht, Leiden en Schiedam - die immers door het Rijk reeds als GSB-gemeenten (tevens als rechtstreeks ISV) zijn aangewezen - voor de toepassing van het provinciaal GSB aan te wijzen. Hierdoor wordt de spoeling voor de overige gemeenten in Zuid Holland ons inziens onnodig dun, terwijl dit voor de betreffende vijf als ‘dubbel op’ kan worden gezien.

 

Gezien het feit dat het gaat om reeds lopende projecten, willen we graag op korte termijn bestuurlijk nadere afspraken met U maken over het vervolgtraject in Delft. Van onze kant zullen bij dit gesprek aanwezig zijn de wethouders J. Torenstra en D. Rensen. U kunt voor het prikken van een datum contact opnemen met mevr. O. Van Kalles, tel. 015 - 2602624.

 

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en Wethouders van Delft,

 

 

 

                                               , burgemeester

 

 

 

                                               , secretaris

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

cc. provincie ZH, t.a.v. dhr. M. Vissers