In de vergadering van de
commissie Leefbaarheid van 15 maart 2001 is het EZH-bestedingsvoorstel
investeren in de wijken behandeld. Vanuit de commissie zijn vragen gesteld over
en kanttekeningen geplaatst bij de mogelijke structurele component van een aantal
voorstellen. Genoemd werden personele kosten en onderhoudslasten. In samenhang
hiermee is gevraagd naar de betrokkenheid van de raadscommissie bij de nadere
uitwerking van de bestedingsvoorstellen. Ik heb toegezegd tijdig schriftelijk
te antwoorden op de gestelde vragen en aan te geven welke voorstellen t.z.t.
nadere agendering in de commissie krijgen. Dit doe ik hieronder aan de hand van
de voorstellenlijst. Voor zes van de dertien voorstellen geldt dat zodra er een
nadere uitwerking is, deze aan de commissie ter goedkeuring wordt voorgelegd.
Van alle voorstellen verschijnt uiteraard ieder jaar een voortgangsrapportage
in de commissie.
TOS en Speelbalprojecten
Uit de voorgestelde
budgetten worden alle kosten gedurende de looptijd van deze projecten gedekt.
Personele kosten vormen hiervan een substantieel onderdeel. De looptijd van TOS is vier jaar waarvan de Provincie één
jaar financiert en de looptijd van Speelbal is drie jaar. Dus in principe zijn
het eindige projecten. Bij de start van deze projecten zullen hierover
duidelijke afspraken worden gemaakt met de exploitant(en) van de voorzieningen.
Na drie jaar zijn de opties: stoppen of doorgaan. Als de aangeboden
activiteiten bij het naderen van de horizon nog steeds blijken te voldoen aan
een maatschappelijke behoefte en betrokken partijen bereid zijn deze te
financieren, kan tot continuering worden besloten. De gemeente kan dan ňf nieuw
beleidsgeld inzetten, ňf kijken of het uit bestaande budgetten gefinancierd kan
worden (oud voor nieuw), ňf op zoek gaan naar externe financiers. Aan de bestaande twee speelbalvoorzieningen wordt nu
namelijk ook reeds bijgedragen door corporaties. Voor zowel TOS als Speelbal
wordt een projectplan opgesteld dat ter goedkeuring aan de commissie zal worden
voorgelegd.
Schoolpleinen, speelplekken, trapvelden, skatebanen en
bewaakte speeltuinen
Het gaat hier om
investeringen ten behoeve van de jeugd. Om deze investeringen in stand te
houden is onderhoud nodig. Hiervoor zullen allereerst de bestaande
onderhoudsbudgetten aangewend moeten worden.
De motivatie hiervoor is
de volgende:
In
de eerste plaats is het toe te voegen investeringsvolume marginaal ten opzichte
van het bestaande areaal. In de tweede plaats is er bij de speelplekken,
bewaakte speeltuinen en de trapvelden sprake van een vernieuwingsimpuls.
De vernieuwde
speelplaatsen vragen de eerste jaren minder onderhoud dan de oude. Blijft
natuurlijk de vraag of de betreffende budgetten uiteindelijk voldoende zijn om
op termijn het gewenste onderhoudsniveau te garanderen. Dit is niet objectief
te bepalen, maar vraagt een politieke afweging. Een nieuw collegeprogramma is
bij uitstek geschikt om hier uitspraken over te doen.
De renovatie en het
veilig maken van de speelplekken is een lopend traject. De aanpak daarvan en
het beschikbaar stellen van een krediet is eerder door de raad goedgekeurd. Met
de inzet van de EZH middelen is een verbreding van het traject mogelijk en kunnen
de wensen uit de wijken, om meer te doen dan alleen veilig maken, worden
gehonoreerd. Hierop is bij het maken van de plannen geanticipeerd.
Tijdens de raadscommissie
Leefbaarheid van 15 maart jongstleden is door bewoners een pleidooi gehouden om
ook de vier bewaakte speeltuinen in Delft veiliger en aantrekkelijker te maken.
Het bedrag dat met het veilig maken van deze speeltuinen
gemoeid is, bedraagt 2 ton en zal in mindering op de skatebanen gebracht
worden. (Noot; Het in deze zin
financieel aanpassen van het voorstel EZH-voorstel: Investeren in de wijken
vergt een college besluit. Na besluitvorming college ontvangt u een gewijzigd
voorstel.
Buiten deze middelen is nog beschikbaar f 100.000 van
“Laat de knikkers maar rollen” en f 100,000 investeringsprogramma 2000.
Het vinden van geschikte
locaties voor skatebanen is lastig. Omwonenden vrezen veelal overlast en
verzetten zich dan tegen een voorgestelde locatie. Gelet op deze gevoeligheid
zal de locatiekeuze en het inrichtingsplan ter goedkeuring worden voorgelegd aan
de commissie.
Activiteiten
Het gaat hier om het
organiseren van activiteiten voor jongeren in kinderen. De organisatie hiervan
zal uitbesteed worden aan een of meer instellingen. Aan deze instellingen zal
gevraagd worden jaarlijks verantwoording af te leggen over de bestede gelden.
Voor dit budget geldt ‘op is op’, maar
tevens dat indien er behoefte is aan continuering van deze activiteiten er een
beroep kan worden gedaan op het wijkbudget.
Opzoomeractiviteiten, Schonere stad, Kleur en groen in de
wijken
Voor de voorgestelde
budgetten geldt het principe ‘op is op’. Met name bij dit thema ‘schoon en
fleurig’ geldt dat betrokkenheid van bewoners en instellingen van groot belang
is. De gemeente zal stimuleren dat initiatieven zoveel mogelijk uit de wijken
komen. De gedachte is dat betrokkenheid beloond moet worden, omdat dit op zich
al bijdraagt aan het zorgvuldig omgaan met de woonomgeving.
Over het ‘op is op’
principe moet nog gezegd worden dat dit niet betekent dat er daarna geen
aandacht meer is voor dit thema. In het wijkgericht werken is en blijft dit een
belangrijk aandachtsveld. Het gaat nu om iets extra. Zo is het mogelijk
bepaalde projecten t.z.t. te continueren ten laste van de wijkbudgetten. Omdat
het initiatief hier bij derden wordt gelegd, hetgeen zal leiden tot een
veelheid van activiteiten, is het niet mogelijk hiervoor een plan op te
stellen. De commissie zal jaarlijks
worden geďnformeerd middels een voortgangsrapportage op grond waarvan
richtinggevende uitspraken over bijstelling kunnen worden gedaan. In de
rapportage wordt aansluiting gezocht bij het wijk (jaar) verslag. Ook in de wijkprogramma’s zal ieder jaar per
wijk te zien zijn waar EZH- gelden worden ingezet.
Buurtacademie
Dit project voorziet in
een cursusaanbod van educatieve en culturele activiteiten. Alhoewel de
uitwerking van dit project nog moet plaatsvinden wordt gedacht aan de inzet van
een subsidieregeling. Het projectplan zal ter goedkeuring aan de commissie worden
voorgelegd. Voor dit budget geldt het principe ‘op is op’. Mocht de buurt of
wijk echter om continuering van dit project vragen, dan kan t.z.t. het
wijkbudget daarvoor aangewend worden.
Kunst in de wijken
Het gaat hier om
investeringen ter verfraaiing van de omgeving. Voor het onderhoud gelden
dezelfde principes zoals hiervoor aangegeven. De gemeente zal als
randvoorwaarde meegeven dat gebruik wordt gemaakt van onderhoudsarme en
vandalismebestendige materialen. De door de van onderhoudsarme en
vandalismebestendige materialen. De door de wijken gekozen voorstellen zullen
ter goedkeuring voorgelegd worden aan de commissie.
Veiligheid
Het gaat hier
nadrukkelijk om het honoreren van ideeën en wensen van bewoners. Wel zal er
aansluiting worden gezocht bij het lopende traject integraal veiligheidsbeleid,
dat uitgevoerd wordt onder de regie van de gelijknamige stuurgroep. Met de
voorgestelde financiële impuls is een verbreding en intensivering van het
wijkveiligheidsbeleid mogelijk. Dit beleid vindt zijn vertaling grotendeels in
de wijkplannen en wijkprogramma’s, die aan de raad ter goedkeuring worden
voorgelegd. In de rapportage wordt aansluiting gezocht bij het wijk (jaar)
verslag. Bij grotere investeringen zal vooraf een voorstel aan de commissie
worden voorgelegd.
Resumerend:
Met een nadere uitwerking
komen: het TOS project, het Speelbalproject, de Skatebanen, de Buurtacademie,
Veiligheid en Kunst in de wijken t.z.t. terug in de commissie. Voor de overige
voorstellen geldt dat er middels een jaarlijkse rapportage melding van de
voortgang gemaakt wordt. Voor alle voorstellen geldt dat in de wijkprogramma’s
zal staan welke EZH-projecten in de komende jaren in de betreffende wijk
uitgevoerd zullen worden.
Ik hoop u hiermee
voldoende te hebben geďnformeerd om een afgewogen oordeel te kunnen vormen over
het bestedingsvoorstel ‘Investeren in de wijken’.
Met vriendelijke groet,
J. Torenstra
wethouder Leefbaarheid