Memo

 

Datum

22-03-2001

Opsteller

Geert Huizing

Bijlagen

0        

Onderwerp

memorie van antwoord inzake het EZH-voorstel: Investeren in de wijken

 


In de vergadering van de commissie Leefbaarheid van 15 maart 2001 is het EZH-bestedingsvoorstel investeren in de wijken behandeld. Vanuit de commissie zijn vragen gesteld over en kanttekeningen geplaatst bij de mogelijke structurele component van een aantal voorstellen. Genoemd werden personele kosten en onderhoudslasten. In samenhang hiermee is gevraagd naar de betrokkenheid van de raadscommissie bij de nadere uitwerking van de bestedingsvoorstellen. Ik heb toegezegd tijdig schriftelijk te antwoorden op de gestelde vragen en aan te geven welke voorstellen t.z.t. nadere agendering in de commissie krijgen. Dit doe ik hieronder aan de hand van de voorstellenlijst. Voor zes van de dertien voorstellen geldt dat zodra er een nadere uitwerking is, deze aan de commissie ter goedkeuring wordt voorgelegd. Van alle voorstellen verschijnt uiteraard ieder jaar een voortgangsrapportage in de commissie.   

 

TOS en Speelbalprojecten

Uit de voorgestelde budgetten worden alle kosten gedurende de looptijd van deze projecten gedekt. Personele kosten vormen hiervan een substantieel onderdeel. De looptijd van TOS is vier jaar waarvan de Provincie één jaar financiert en de looptijd van Speelbal is drie jaar. Dus in principe zijn het eindige projecten. Bij de start van deze projecten zullen hierover duidelijke afspraken worden gemaakt met de exploitant(en) van de voorzieningen. Na drie jaar zijn de opties: stoppen of doorgaan. Als de aangeboden activiteiten bij het naderen van de horizon nog steeds blijken te voldoen aan een maatschappelijke behoefte en betrokken partijen bereid zijn deze te financieren, kan tot continuering worden besloten. De gemeente kan dan ňf nieuw beleidsgeld inzetten, ňf kijken of het uit bestaande budgetten gefinancierd kan worden (oud voor nieuw), ňf op zoek gaan naar externe financiers. Aan de bestaande twee speelbalvoorzieningen wordt nu namelijk ook reeds bijgedragen door corporaties. Voor zowel TOS als Speelbal wordt een projectplan opgesteld dat ter goedkeuring aan de commissie zal worden voorgelegd.

Schoolpleinen, speelplekken, trapvelden, skatebanen en bewaakte speeltuinen

Het gaat hier om investeringen ten behoeve van de jeugd. Om deze investeringen in stand te houden is onderhoud nodig. Hiervoor zullen allereerst de bestaande onderhoudsbudgetten aangewend moeten worden.

De motivatie hiervoor is de volgende:

In de eerste plaats is het toe te voegen investeringsvolume marginaal ten opzichte van het bestaande areaal. In de tweede plaats is er bij de speelplekken, bewaakte speeltuinen en de trapvelden sprake van een vernieuwingsimpuls.

De vernieuwde speelplaatsen vragen de eerste jaren minder onderhoud dan de oude. Blijft natuurlijk de vraag of de betreffende budgetten uiteindelijk voldoende zijn om op termijn het gewenste onderhoudsniveau te garanderen. Dit is niet objectief te bepalen, maar vraagt een politieke afweging. Een nieuw collegeprogramma is bij uitstek geschikt om hier uitspraken over te doen.

 

De renovatie en het veilig maken van de speelplekken is een lopend traject. De aanpak daarvan en het beschikbaar stellen van een krediet is eerder door de raad goedgekeurd. Met de inzet van de EZH middelen is een verbreding van het traject mogelijk en kunnen de wensen uit de wijken, om meer te doen dan alleen veilig maken, worden gehonoreerd. Hierop is bij het maken van de plannen geanticipeerd.

Tijdens de raadscommissie Leefbaarheid van 15 maart jongstleden is door bewoners een pleidooi gehouden om ook de vier bewaakte speeltuinen in Delft veiliger en aantrekkelijker te maken. Het bedrag dat met het veilig maken van deze speeltuinen gemoeid is, bedraagt 2 ton en zal in mindering op de skatebanen gebracht worden. (Noot; Het in deze zin financieel aanpassen van het voorstel EZH-voorstel: Investeren in de wijken vergt een college besluit. Na besluitvorming college ontvangt u een gewijzigd voorstel.

Buiten deze  middelen is nog beschikbaar f 100.000 van “Laat de knikkers maar rollen” en f 100,000 investeringsprogramma 2000.

 

Het vinden van geschikte locaties voor skatebanen is lastig. Omwonenden vrezen veelal overlast en verzetten zich dan tegen een voorgestelde locatie. Gelet op deze gevoeligheid zal de locatiekeuze en het inrichtingsplan ter goedkeuring worden voorgelegd aan de commissie.

 

 

 

 

 

Activiteiten

Het gaat hier om het organiseren van activiteiten voor jongeren in kinderen. De organisatie hiervan zal uitbesteed worden aan een of meer instellingen. Aan deze instellingen zal gevraagd worden jaarlijks verantwoording af te leggen over de bestede gelden. Voor dit budget geldt  ‘op is op’, maar tevens dat indien er behoefte is aan continuering van deze activiteiten er een beroep kan worden gedaan op het wijkbudget.

 

 

Opzoomeractiviteiten, Schonere stad, Kleur en groen in de wijken

Voor de voorgestelde budgetten geldt het principe ‘op is op’. Met name bij dit thema ‘schoon en fleurig’ geldt dat betrokkenheid van bewoners en instellingen van groot belang is. De gemeente zal stimuleren dat initiatieven zoveel mogelijk uit de wijken komen. De gedachte is dat betrokkenheid beloond moet worden, omdat dit op zich al bijdraagt aan het zorgvuldig omgaan met de woonomgeving.

 

Over het ‘op is op’ principe moet nog gezegd worden dat dit niet betekent dat er daarna geen aandacht meer is voor dit thema. In het wijkgericht werken is en blijft dit een belangrijk aandachtsveld. Het gaat nu om iets extra. Zo is het mogelijk bepaalde projecten t.z.t. te continueren ten laste van de wijkbudgetten. Omdat het initiatief hier bij derden wordt gelegd, hetgeen zal leiden tot een veelheid van activiteiten, is het niet mogelijk hiervoor een plan op te stellen. De commissie zal  jaarlijks worden geďnformeerd middels een voortgangsrapportage op grond waarvan richtinggevende uitspraken over bijstelling kunnen worden gedaan. In de rapportage wordt aansluiting gezocht bij het wijk (jaar) verslag.  Ook in de wijkprogramma’s zal ieder jaar per wijk te zien zijn waar EZH- gelden worden ingezet. 

 

Buurtacademie

Dit project voorziet in een cursusaanbod van educatieve en culturele activiteiten. Alhoewel de uitwerking van dit project nog moet plaatsvinden wordt gedacht aan de inzet van een subsidieregeling. Het projectplan zal ter goedkeuring aan de commissie worden voorgelegd. Voor dit budget geldt het principe ‘op is op’. Mocht de buurt of wijk echter om continuering van dit project vragen, dan kan t.z.t. het wijkbudget daarvoor aangewend worden.

 

 

 

 

 

 

Kunst in de wijken

Het gaat hier om investeringen ter verfraaiing van de omgeving. Voor het onderhoud gelden dezelfde principes zoals hiervoor aangegeven. De gemeente zal als randvoorwaarde meegeven dat gebruik wordt gemaakt van onderhoudsarme en vandalismebestendige materialen. De door de van onderhoudsarme en vandalismebestendige materialen. De door de wijken gekozen voorstellen zullen ter goedkeuring voorgelegd worden aan de commissie.

 

 

Veiligheid

Het gaat hier nadrukkelijk om het honoreren van ideeën en wensen van bewoners. Wel zal er aansluiting worden gezocht bij het lopende traject integraal veiligheidsbeleid, dat uitgevoerd wordt onder de regie van de gelijknamige stuurgroep. Met de voorgestelde financiële impuls is een verbreding en intensivering van het wijkveiligheidsbeleid mogelijk. Dit beleid vindt zijn vertaling grotendeels in de wijkplannen en wijkprogramma’s, die aan de raad ter goedkeuring worden voorgelegd. In de rapportage wordt aansluiting gezocht bij het wijk (jaar) verslag. Bij grotere investeringen zal vooraf een voorstel aan de commissie worden voorgelegd.   

 

Resumerend:

Met een nadere uitwerking komen: het TOS project, het Speelbalproject, de Skatebanen, de Buurtacademie, Veiligheid en Kunst in de wijken t.z.t. terug in de commissie. Voor de overige voorstellen geldt dat er middels een jaarlijkse rapportage melding van de voortgang gemaakt wordt. Voor alle voorstellen geldt dat in de wijkprogramma’s zal staan welke EZH-projecten in de komende jaren in de betreffende wijk uitgevoerd zullen worden.

 

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geďnformeerd om een afgewogen oordeel te kunnen vormen over het bestedingsvoorstel ‘Investeren in de wijken’.

 

 

Met vriendelijke groet,

 

 

J. Torenstra

wethouder Leefbaarheid