Jan Heunen

Tom Segers

Martijn Sickenga

Greetje Spruyt


De context voor de nota

 

In de nota Knopen in de wijken heeft de gemeente Delft een beleidskader geschetst voor het gebiedsgerichte en doelgroepgerichte welzijnswerk. Dit beleidskader schetst de gewenste ontwikkelingen voor de inhoudelijke, methodische aspecten van het welzijnswerk en de bundeling van een aantal welzijnsfuncties door oprichting van een brede welzijnsorganisatie in Delft.

Doelstellingen van  het gemeentelijk beleid zijn:

1.       Het bevorderen van maatschappelijke participatie.

2.       Het bevorderen van de leefbaarheid in de wijk.

3.       Het bestrijden van sociaal isolement.

In de wijken wordt middels netwerken samenhang van beleid en uitvoering nagestreefd. De gemeente realiseert wijkbeheer en voert de regie met betrekking tot de beleidsontwikkeling.

 

In de nota Knopen in de wijken is op pag. 17 e.v. een globaal Plan van aanpak opgesteld. Onderscheiden worden de volgende concretiseringstappen

 

Schematisch overzicht actieplan Knopen in de wijken

Concretiseringonderwerp

Vastgestelde acties

Visie en missie

§    Stedelijke werkconferentie over netwerkbenadering en de onderliggende stedelijke visie en missie.

Methodiek ontwikkeling

§    Gefaseerde implementatie van de gewenste werkwijze. (Wippolder).

§    Rolverdeling tussen gemeente en uitvoerend welzijnswerk  wordt verduidelijkt

Samenspel

§    Er komen bijeenkomsten over de veranderingen in de rolverdeling tussen gemeente, besturen op wijkniveau en het professionele welzijnswerk.

Concretisering organisatiestructuur

§    Visie ontwikkelen op de noodzaak van 1 stedelijke organisatie voor welzijn en zorg.

§    Acceptabel bestuursmodel voor het jongerenwerk.

§    De SWD wordt gevraagd de eigen reorganisatie ter hand te nemen.

Voorzieningen

§    Er komt een heldere beheer- en exploitatiestructuur voor de accommodaties (o.a. huurovereenkomsten, wegwerken achterstallig onderhoud en opzetten planmatig onderhoud).

§    Er komt nieuwbouw.

§    Er worden relaties gelegd met: bijvoorbeeld Vensterschool, servicepunten bibliotheken en kinderopvang.

Subsidiebeleid

§    Projectsubsidies inbedden in wijkplannen.

§    Eenvoudiger toekennen activiteitensubsidies.

§    Er komt resultaatgerichte subsidiering.

§    Er komen afspraken over te leveren diensten en producten.

Personeel

§    De situatie bij de S.W.D. wordt transparant gemaakt.

§    Er komt een flexibel inzetbaar personeelsbestand.

§    Er komt een adequaat scholingsplan voor de medewerkers.

§    Er worden voorstellen gemaakt om de formatie planmatig in te zetten.

 

Het draaiboek voor de fusie en het werkplan van het fusiemanagement zijn gebaseerd op dit plan.

 

De Stichting BWD i.o. is opgericht d.d. 13 juli 2000. Daarmee is de eerste stap gezet naar het hoofddoel van de reorganisatie: eenheid in beleid, beheer en zorg voor kwaliteit van het uitvoerend werk. De brede welzijnsorganisatie wil een partner zijn waarmee de gemeente de doelen van het welzijnsbeleid kan realiseren. Deze organisatie zal in een drietal fasen gerealiseerd worden.

De eerste fase betreft de oprichting van de Stichting BWD i.o. waarin het jeugd- en jongerenwerk van de Stichting JOS 98 en de SWD gebundeld wordt.

In de tweede fase, welke wordt afgesloten eind 2001 zullen de overige welzijnsfuncties van de Stichting Welzijn Delft overgaan in de Stichting BWD i.o.

De derde fase wordt tijdens de uitvoering van de tweede fase gestart. Bekeken wordt dan welke andere instellingen in Delft zich zullen aansluiten bij de Stichting BWD i.o.

 

Opzet van deze nota

 

De eerste twee hoofdstukken hebben betrekking op de Stichting BWD i.o. in het algemeen.

In hoofdstuk 1 van deze notitie worden de missie en  de uitgangspunten voor beleidsontwikkeling van de nieuwe organisatie beschreven. In hoofdstuk 2 wordt de organisatiestructuur op hoofdlijnen beschreven.

Deze twee hoofdstukken geven aan waar de Stichting BWD i.o. kan staan begin 2002; uiteraard in globale termen. De concretiseringstappen zoals vermeld zullen het beeld verder invullen.

In het derde hoofdstuk  wordt specifiek in gegaan op het Jeugd- en Jongerenwerk; de enige werksoort die in 2001 wordt uitgevoerd door de Stichting BWD i.o. De doelen, werkwijze en organisatiestructuur voor de periode 2000 – 2001 worden in beeld gebracht.

 

De rol die deze nota zal spelen

 

Deze nota is het startpunt voor een discussie over het beleid en de structuur van de Stichting. De discussie wordt gevoerd met:

§         De Gemeente.

§         De Ondernemingsraden van de SWD en de SJD.

§         De jongerenwerkers van Jos’98 en van de SWD.

 

De adviezen die ingewonnen worden, zullen verwerkt worden tot een definitieve nota die, in consensus met de gemeente, zal worden vastgesteld door het bestuur van de Stichting BWD i.o.


Hoofdstuk 1. Het beleid van de Stichting BWD i.o.

 

Inleiding

 

De beschrijving van het beleid is met opzet algemeen gehouden. Hiermee wordt het mogelijk om een beleidsdiscussie te voeren met toekomstige samenwerkingspartners zonder hinder van te werksoortspecifieke formuleringen. In de dagelijkse praktijk zal elke werksoort behoefte hebben aan een concrete beschrijving van het eigen beleids- en werkplan.

Om deze reden kan onderstaande tekst ook niet gelezen worden als een afgerond strategisch beleidsplan. Het beleid in Delft is in ontwikkeling en conform de nota Knopen in de wijken ligt het voor de hand om deze ontwikkeling in 2004 af te ronden met een strategisch beleidsplan voor de periode na 2004.

 

Missie

 

Op basis van de in de statuten geformuleerde doelstelling van de Stichting is de volgende missie voor het beleid van de stichting geformuleerd:

De Stichting BWD i.o. richt zich op alle bewoners in hun sociaal systeem. Extra aandacht gaat daarbij uit naar kwetsbare groepen.

De hoofddoelen van de van de organisatie zijn:

§         De bevordering van het algemeen welzijn.

§         Het versterken van de competenties die wijkbewoners in staat stellen:

  1. samen te leven en te wonen in de wijk;
  1. deel te nemen aan de maatschappij.

 

Functies[1] van de Stichting BWD i.o.

 

Om aan deze missie te werken, zal de stichting BDW i.o. in de toekomst onderdak bieden aan een groot aantal werksoorten. In Knopen in de wijken ( pag. 9) wordt de volgende opsomming gemaakt:

§         Buurt en wijkwerk.

§         Jeugd- en jongerenwerk.

§         Ouderenwerk.

§         Migranten- en vluchtelingenwerk.

§         Vrouwenwerk.

§         Diverse vormen van hulpverlening (jeugd en maatschappelijk werk).

 

Door deze verscheidenheid aan werksoorten kan de Stichting BWD i.o. vanuit vele invalshoeken en methodieken een bijdrage leveren aan de missie door de inzet van de volgende functies:

·         Voorlichting en dienstverlening

Het bevorderen van zelfredzaamheid door het geven van informatie en advies, het verlenen van concrete diensten en/ of doorverwijzen bij vragen of problemen van persoonlijke of maatschappelijke aard.

·         Vorming en educatie

Het bevorderen van kennis, inzicht en vaardigheden van individuen en/ of groepen ter wille van verbetering van persoonlijk en algemeen matschappelijk functioneren.

·         Ontmoeting en recreatie

Het bevorderen van contacten tussen individuen en/ of groepen, gericht op ontspaning, gezelligheid en/ of kennismaking met door anderen gehanteerde normen.

·         Activering

Het bevorderen van actieve lichamelijke en geestelijke maatschappelijke participatie, al dan niet in collectief verband, bij ontwikkelingen in en de vormgeving van de samenleving in het algemeen en de eigen leef-  woon- en werksituatie in het bijzonder.

·         Cultuur en creativiteit

Het bevorderen van deelneming van individuen en/ of groepen aan cultuuruitingen, gericht op creatieve ontplooiing, niet professionele kunstbeoefening en/ of kunstbeleving.


·         Opvang

Het besteden van aandacht aan individuen en/ of groepen behorend tot bijzondere categorieën, gericht op aanvullingen van gesignaleerde ( maatschappelijke) tekorten.

·         Afstemming en coördinatie

Het bevorderen van intersectoraal beleid, door realiseren van samenwerking tussen overheden, (zelf) organisaties en/ of specifieke categorieën of groepen.

 

Het is het een kwestie van overleg en afstemming met de gemeente en overige samenwerkingspartners om te bepalen welke functie door de Stichting BWD i.o. wordt ingezet om een bepaalde vraag te beantwoorden. In de praktijk is het zeer goed mogelijk dat in een beleids- of werkplan van bepaalde functies weinig of helemaal geen gebruik wordt gemaakt. Kortom: de Stichting wil alle functies kunnen uitvoeren. Want wat mag moet niet; maar wat niet mag, kan ook niet als het moet.

 

Doelen en subdoelen

 

De concrete werkzaamheden van de Stichting zullen gebaseerd zijn op afspraken met de gemeente aangaande de te leveren diensten en producten en de te behalen resultaten (resultaatgericht subsidiëren).  In Knopen in de wijken heeft de gemeente vastgelegd dat het welzijnswerk dient bij te dragen aan de doelstellingen:

1.       Doorbreken van sociaal isolement.

2.       Bevorderen van maatschappelijke participatie.

3.       Bevorderen van leefbaarheid.

Het zal duidelijk zijn dat er vanuit de hiervoor genoemde functies zinvolle bijdragen geleverd kunnen worden aan het realiseren van deze doelstellingen. De doelen en subdoelen voor de te leveren diensten en producten zullen gedurende de periode 2001- 2004 in de beleids- en werkplannen per jaar worden vastgesteld. Zodoende zullen deze werk- en beleidsplannen een bijdrage leveren aan de discussie voor het strategisch beleidsplan voor 2004 en verder.

 

Uitgangspunten

 

In het perspectief van de missie en functies wordt voor de inhoudelijke ontwikkeling en de organisatorische vormgeving van het welzijnswerk in Delft binnen de Stichting BWD i.o. een aantal uitgangspunten gehanteerd. Daarmee sluiten wij aan bij de hoofdlijnen van het gemeentelijk beleid. De uitgangspunten hebben betrekking op inhoudelijke of externe  beleidsontwikkeling.

 

1. Wijkgericht werken; de netwerkbenadering en vraagsturing

De laatste jaren is het inzicht gegroeid dat een preventieve en ontwikkelingsgerichte benadering van vraagstukken met betrekking tot de leefbaarheid en maatschappelijke participatie vraagt om een intensieve samenwerking van  diverse aanbieders. De zogenaamde netwerkbenadering of het zogenaamde integraal werken, dient uitgangspunt te worden van het werken met en voor de bewoners in de wijken. In Delft zijn reeds waardevolle ervaringen opgedaan met deze methode van werken. De BWD i.o. initieert en neemt deel aan dergelijke samenwerkingsvormen.

Voor de  aanbodontwikkeling kiest de BWD i.o. voor een probleem- of vraaggestuurde aanpak. Dit wil zeggen dat de belevingswereld en de maatschappelijke positie van de doelgroepen vertrekpunt is voor de vertaalslag van vraag naar aanbod. De (hulp)vraag staat veelal niet op zichzelf. Dit leidt ertoe dat er configuraties ontstaan waar meerdere disciplines of instellingen aan deelnemen. De BWD i.o. heeft naast de uitvoerende taak, zelfstandig en  in de samenwerkingsnetwerken ook een signalerende functie ten aanzien van individuele en maatschappelijke tekorten.

 

2. Projectmatig werken

Vernieuwingen in het welzijnswerk worden veelal middels projectsubsidies in gang gezet. De BWD i.o. zal binnen de beleidskaders en doelstellingen van de organisatie werken aan deze vernieuwingen in de vorm van tijdelijke projecten. De inzet zal daarbij steeds een versterking van het reguliere werk zijn, waarbij we kunnen denken aan nieuwe producten, het bereik van nieuwe doelgroepen of vernieuwingen gericht op methodische aspecten van het werk.

Aan het reguliere werk ontbreekt per definitie het tijdelijke aspect, maar voor het overige zal ook het reguliere werk een duidelijk projectmatige wijze van werken hanteren. Concrete doelstellingen gerelateerd aan de actuele vraag voor diensten en producten waarvan verwacht mag worden dat zij bijdragen aan de gewenste resultaten, zullen ook kenmerkend zijn voor de uitvoering van dit reguliere werk.

 

3. Interactief

De wensen, vragen en behoeften van bewoners zijn leidraad bij de vormgeving van het aanbod van de Stichting BWD i.o. Het werk zal zo veel als mogelijk met de bewoners worden ontwikkeld. Dit houdt in dat zij zowel op beleidsniveau als het niveau van de programmering betrokken zullen zijn bij de ontwikkelingen.  Het beleid in de wijken komt in nauw overleg tussen gemeente en o.a. de stichting BWD i.o. tot stand.  De gemeente is de financier, articuleert haar vraag zoals bijvoorbeeld gebeurt in de nota Knopen inde Wijk, en voert de regie. De uitvoerende instellingen zoals de Stichting BWD i.o. dragen vanuit hun eigen invalshoek bij de  beleidsontwikkeling en voeren vanuit de eigen expertise het overeengekomen beleid uit.

 

4. Standaardisatie versus flexibiliteit

Welzijnswerk, en zeker het jongerenwerk, is bij uitstek een werksoort die snel en adequaat moet kunnen inspelen op veranderende omstandigheden in de wijken of wensen en behoeften van de doelgroepen. Maar ook dient de welzijnsorganisatie een aanbod te verzorgen waarop men kan rekenen.

Elke wijk beschikt over een basisvoorziening bestaande uit een of meer accommodaties  en professionele inzet. Vanuit deze basisformatie zal een op de wijk toegesneden basisaanbod gerealiseerd worden. Daarnaast zal voldoende ruimte dienen te zijn voor flexibel inspelen op veranderende of directe behoeften.

Flexibiliteit betekent ook dat de werkers niet uitsluitend wijk- of accommodatiegebonden werken. Zij kunnen ook ingezet worden in andere wijken en ambulant werken afwisselen met het uitvoeren van  accommodatiegebonden werkzaamheden, onder andere bij bijzondere activiteiten zoals zomeractiviteiten en de jaarwisseling.

 

Hoofdstuk 2. De organisatiestructuur van de Stichting BWD i.o.  op hoofdlijnen

 

Inleiding

 

In dit hoofdstuk wordt de op termijn gewenste organisatiestructuur beschreven. De structuur sluit aan op de uitgangspunten voor beleidsontwikkeling. Voor de interne organisatie worden ter aanvulling hierop eerst nog een  tweetal uitgangspunten geformuleerd. Daarna wordt de structuur van de organisatie beschreven.

 

Uitgangspunten

 

De organisatiestructuur dient een hulpmiddel te zijn om de beleidsmissie en functies van het uitvoerend werk effectief en efficiënt te kunnen realiseren. In lijn met het voorafgaande worden daarom de volgende uitgangspunten voor de organisatiestructuur geformuleerd.

 

1. Professionaliteit

De Stichting BWD i.o. is een professionele welzijnsorganisatie die garant staat voor een kwalitatief  hoogwaardig aanbod. De medewerkers zijn  geschoold op MBO- of HBO-niveau. Daarnaast biedt de organisatie ruimte voor mensen in opleiding. Dit kunnen stagiaires van opleidingsinstituten zijn maar ook medewerkers die onder werkverruimingsmaatregelen vallen, zoals de zogenaamde ID- en WIW-banen. Voor de medewerkers zonder diploma wordt een doorstroom- en begeleidingstraject gerealiseerd om daarmee voor met name kwetsbare groepen de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. In de personeelsopbouw en samenstelling van teams en projectgroepen wordt een balans gerealiseerd tussen medewerkers met diploma en medewerkers in opleiding.

Terzijde kan worden opgemerkt dat de kwaliteit van het werk niet alleen geborgd wordt in het aanstellingsbeleid. Scholing en deskundigheidsbevordering van het personeel dienen de nodige aandacht te krijgen. In het plan van aanpak uit Knopen in de wijken wordt expliciet aandacht gegeven aan de noodzaak tot scholing van het personeel.[2]

 

2. Aansturing en bedrijfsvoering

Hoofddoel van de Stichting BWD i.o. is te komen tot eenheid in beleid, beheer en zorg voor kwaliteit van het uitvoerend werk. Dit doel kan alleen worden bereikt als de aansturing van het uitvoerend werk consistent is en consequent gerealiseerd kan worden. Dit stelt hoge eisen aan de beleidsmatige aansturing, de bedrijfsvoering en de ondersteuning van de medewerkers van de organisatie.

 

De organisatiestructuur vanaf 2002 en verder

 

De organisatiestructuur is ontwikkeld vanuit opvattingen over het beleid, de gewenste werkwijze en organisatiekundige opvattingen. Financiële overwegingen omtrent de verhouding tussen overhead en uitvoering, zijn op dit moment niet nauwkeurig te maken. Begrotingen van diverse Welzijnsinstellingen blijken onderling lastig te vergelijken, zodat het ontwikkelen van kengetallen moeizaam is. Op korte termijn verwachten we de uitkomsten van een landelijk onderzoek over dit onderwerp. Op basis van deze gegevens kan het hier gepresenteerde organisatiemodel worden bijgesteld. Om deze reden zien we er nog vanaf aan te geven welke omvang elke aanstelling dient te hebben.

 

De gewenste organisatiestructuur wordt beschreven vanuit het hart van de organisatie: het uitvoerend werk.

 

Huidige en toekomstige gebruikers

In de uitgangspunten voor beleidsontwikkeling is vastgelegd dat er vraaggericht gewerkt zal worden. Er worden methoden ontwikkeld om de mening van gebruikers en niet-gebruikers te peilen en te vertalen naar gewenst beleid. Hierbij zullen ook de bestaande bewonerskaders, waarbij o.a. gedacht moet worden aan bewoners betrokken bij wijkbeheer, een belangrijke rol spelen.

 

De uitvoeringsteams: drie gebiedsteams en een stedelijk team

 

Het wijkgerichte werken is de beleidslijn voor de komende jaren. Een samenhangend activiteitenpakket en een integrale werkwijze vormen daarbij de belangrijkste opdracht.  Gebiedsteams bieden een goede mogelijkheid deze opdracht te realiseren. De lijn in de organisatie begint om deze reden in de zes, in Knopen in de wijken genoemde wijken.

Echter, voor een integrale werkwijze en flexibele inzet is een team van enige omvang noodzakelijk. Door een clustering van twee wijken in één gebiedsteam wordt deze omvang gerealiseerd. Zodoende ontstaan er drie gebiedsteams. In Knopen in de wijken is zowel voor het jongerenwerk als voor het Buurt- en wijkwerk vastgelegd wat de omvang is van de agogische formatie in elke wijk. Op basis van deze gegevens wordt de omvang van de gebiedsteams vastgesteld. Voor een aantal werkzaamheden is echter de schaal te klein of is de plaats van uitvoering niet specifiek wijkgebonden. Voor deze werkzaamheden wordt een stedelijk team gevormd. De producten of diensten van een stedelijk team zullen vanzelfsprekend waar mogelijk of noodzakelijk wijkgericht worden ontwikkeld of ingezet. Tenslotte, zoals gezegd bij de uitgangspunten, maken tijdelijke projecten onderdeel uit van het takenpakket van de Stichting BWD i.o. De vraag dient zich aan: waar deze projecten onder te brengen? Criteria hiervoor kunnen gevonden worden in de aard van de activiteiten (wijkgebonden of stedelijk) en de taken van de betreffende projectmedewerkers. Zo zullen projectmedewerkers met uitvoerende taken in het betreffende gebiedsteam worden opgenomen. Projectmedewerkers met als hoofdtaak de kennisoverdracht of projectrmedewerkers met leidinggevende taken binnen de organisatie, maken deel uit van de ondersteunende dienst of het stedelijk team.

 

Beheer

 

Een belangrijk product van de BWD i.o. is het verzorgen van het beheer van de accommodaties op stedelijk- en wijkniveau. Het accommodatiebeheer dient enerzijds nauw aan te sluiten bij het uitvoerend welzijnswerk. Anderzijds dient het beheer zo professioneel te worden uitgevoerd dat de accommodaties kwalitatief goede voorzieningen zijn waarvan de Delftse bevolking graag gebruik maakt. Voor een goede begeleiding van de medewerkers in opleiding is het nodig dat er een of twee medewerkers in dienst zijn die een specifieke opleiding hebben gevolgd voor het beheren van accommodaties zodat de begeleiding van voldoende kwaliteit is. Ook bewonersgroepen hebben een belangrijke rol bij het beheren van de accommodaties.

 

Bestuur en managementstructuur

 

Het bestuur bestaat in de definitieve samenstelling uit leden met deskundigheid op financieel gebied, op werkinhoudelijk gebied zowel daar waar het kennis van het werk als kennis van de doelgroepen betreft, en op juridisch gebied.  Zij beschikken over een voor de organisatie relevant politiek en maatschappelijk netwerk. Het bestuur van de Stichting zal de organisatie besturen op hoofdlijnen en op enige afstand. In de statuten is vastgelegd dat het bestuur minimaal vier maal per jaar vergadert. Er zal naar de ontwikkeling van zodanige procedures, werkafspraken en onderling vertrouwen gestreefd worden dat het werk van het bestuur zich kan beperken tot deze vier maal per jaar.

 

Middels een nog op te stellen directiestatuut wordt de relatie tussen bestuur en directeur geregeld en de taken en bevoegdheden van de directeur  (D-functie CAO Welzijn) vastgelegd.

De gebiedsteams en het stedelijk team worden aangestuurd door midden- (operationeel) managers (L-functies CAO Welzijn). De omvang van de uiteindelijke gebiedsteams (dus inclusief buurtwerkers en werkers vanuit andere disciplines) zal bepalend zijn voor het aantal managers[3] op dit niveau. Wij verwachten dat per 2002 de gebiedsteams een zodanige omvang hebben dat er drie gebiedsteams geformeerd kunnen worden waarbij ieder team een eigen gebiedsteammanager heeft.

Wij hebben ervoor gekozen de stedelijke medewerkers niet onder te brengen in de gebiedsteams. Dit werk o.i. verstorend op de continuïteit van de gebiedsteams. Daarom hebben we in de structuur ruimte gemaakt voor een stedelijk team. Hierdoor ontstaat flexibiliteit in de structuur die nodig is voor projectmatig werken; krimp en groei door aantrekken en aflopen van projecten zijn makkelijk te organiseren. De omvang van het stedelijk team is moeilijker in te schatten. Wellicht blijft het klein.


Ook kan het zo zijn dat er zo veel veelsoortig werk wordt uitgevoerd op stedelijk niveau, dat er moeilijk eenheid in dit team te krijgen is. De aansturing van het werk op stedelijk niveau kan op den duur een manager stedelijk team noodzakelijk maken. Ook kan het zo zijn dat het stedelijk team aangestuurd wordt door een van de gebiedsteammanagers. De directeur en de wijk- en stedelijk managers vormen samen het managementteam.

 

Ondersteuningsstructuur

 

In de ondersteuningsstructuur onderscheiden wij de volgende taken:

§         Managementondersteuning.

§         Receptie.

§         Personeelsadministratie en personeelszaken.

§         Financiële administratie en planning en control.

§         Opleiding en training.

 

Ø       Managementondersteuning

Voor de dagelijkse aansturing van het kantoor en de ondersteuning van het management en het bestuur is het nodig een zelfstandig werkend functionaris in huis te hebben. Tot diens taken behoren: de personele administratie zoals mutatievoorbereiding, ziekmelding en dossiervorming; het voorbereiden en notuleren van de bestuursvergaderingen en secretariële werkzaamheden ter ondersteuning van de directeur. Hij/zij zal direct leiding geven aan de receptiemedewerker(s)

 

Ø       Receptie

De organisatie is 5 dagen per week bereikbaar. Tot de taken behoren de werkzaamheden op het gebied van de telefonische bereikbaarheid en het ontvangen van bezoek. Licht huishoudelijk en administratief werk kunnen ook deel uitmaken van de taakopdracht. De receptiefunctie wordt vervuld door ID-functionarissen en/of WIW-medewerkers.

 

Ø       Personeelszaken

Wij hebben gekozen door een organisatiemodel waarin de managers integraal verantwoordelijk zijn voor organisatie en beleid. Dit betekent dat het personeelsbeleid door de managers wordt uitgevoerd en onder hun verantwoordelijkheid wordt ontwikkeld. Het is goed denkbaar dat voor de ontwikkeling van het personeelsbeleid tijdelijk externe deskundigheid wordt aangetrokken.

 

Ø       Personele administratie

De personele administratie wordt voorlopig ondergebracht bij de medewerker managementondersteuning.

 

Ø       Opleiding en training

Ook opleiding en training is een functie die binnen de organisatie beschikbaar dient te zijn om de volgende redenen:

1)       de organisatie verplicht zich jaarlijks voor x instroom en doorstroombanen (ID-functionarissen). Voor deze mensen wordt  naast de directe begeleiding op de werkplek een traject uitgezet van begeleiding en scholing.

2)       de organisatie moet in korte tijd een nieuwe werkwijze, nieuwe producten en diensten in de markt zetten.

3)       er worden werkers vanuit verschillende disciplines en organisaties (jongerenwerkers, opbouwerkers, ID medewerkers) in een team geplaatst;

4)       aandacht voor medewerkers uit kwetsbare groepen in de instroom- en doorstoomtrajecten.

De uitvoering van scholing en coaching voor de ID-medewerkers zal door een functionaris van de organisatie gedaan worden. Daarnaast wordt aan de hand van een opleidings- deskundigheidsbevorderingssplan voor de gediplomeerde medewerkers een scholingsplan ontwikkeld. De uitvoering hiervan kan in eigen beheer of extern worden gedaan.

 

Functiegroepen/Vakteams

Voor uitwisseling en inhoudelijke verdieping worden vakteams samengesteld. Hieraan nemen medewerkers met eenzelfde functie deel. Ook projecten kunnen als zodanig een vakteam vormen. Op basis van het werkplan worden thema’s vastgesteld voor inhoudelijke werkontwikkeling. De vakteams staan onder leiding van een collega die als voorzitter zal functioneren. De vakteams komen per jaar vier maal bij elkaar. Naast twee bijeenkomsten met een methodiek-accent zullen de vakteams de werkplannen en de jaarverslagen van de gebiedsteams bespreken en beoordelen. De oordelen van de vakteams worden als advies aan het bestuur. Het bestuur zal deze adviezen betrekken bij het vaststellen van de werkplannen en het goedkeuren van de jaarverslagen. Op deze wijze wordt de specifieke inbreng van de diverse werkdisciplines bij het vaststellen van het beleid gegarandeerd.

 

Financiële administratie

De bedrijfsvoering van de organisatie vraagt bijzondere aandacht. De Stichting BWD i.o. streeft, in overleg met de gemeente, naar een wijze van financiering en verantwoording waarbij duidelijk is voor welke activiteiten welke middelen beschikbaar zijn. Dit vraagt van medewerkers dat zij planmatig kunnen werken, dat wil zeggen heldere doelstellingen formuleren en afspraken maken over de inzet van menskracht en middelen om die overeengekomen doelen te bereiken. De organisatie zal vervolgens de financiële vertaalslag maken, afspraken met de financier(s) en controle op de uitvoering bewaken. De ondersteunende organisatie zal het management van informatie voorzien  en de medewerkers moeten faciliteren in de planmatige werkwijze.

 

Planning en Control

Een goed plannings- en controlesysteem, met heldere administratieve procedures, is onontbeerlijk. Gezien de omvang van de organisatie is het kostbaar een eigen controller in dienst te hebben. Bovendien gaat het om een functie van enkele dagen per week. Daarnaast speelt ook een krapte op de arbeidsmarkt; het is de vraag of een controller te vinden is voor deze kleine schaal. De BWD i.o. kiest om bovengenoemde redenen ervoor om samen met andere welzijnsorganisaties tot oprichting van een facilitair bedrijf te komen of aansluiting bij een dergelijk bestaand initiatief te zoeken.

 

Medezeggenschap

 

De Stichting BDW i.o. hecht aan een goede regeling van de medezeggenschap voor het personeel. De ondernemingsraad zal worden ingericht in nauw overleg met de ondernemingsraden van de SJD en de SWD. Plaats en positie van de ondernemingsraad zijn vastgelegd in de WOR. Om deze redenen wordt op deze OR niet nader beschreven
Concept organogram Stichting BWD i.o. vanaf 2002

    

 



Hoofdstuk 3. De Stichting BWD i.o. in de jaren 2000 en 2001

 


Inleiding

 

In dit deel wordt het inhoudelijk beleid van de Stichting BWD i.o. beschreven voor de periode 2000 - 2001. De hoofdstukken 1 en 2 worden in dit hoofdstuk werksoortspecifiek en concreter ingevuld. Het accent ligt in hier op het jeugd- en jongerenwerk. De overige functies van de SWD zullen immers pas per 1 januari 2002 werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van de Stichting BWD i.o. Analoog aan de opzet van hoofdstuk 1 en 2 wordt na het beschrijven van het beleid de organisatiestructuur voor de periode 2000 – 2001 beschreven.

 

Hoofdlijnen van beleid voor het jeugd- en jongerenwerk

 

Hoofdlijnen van beleid

 

In het denken over jeugdbeleid is een kentering waarneembaar. Er wordt in Delft veel energie gestopt in een positief gericht jeugdbeleid dat gebaseerd is op de eigen kracht van jeugdigen. Daarbij wordt de jeugd gezien als een bron voor positieve bijdrage aan de lokale gemeenschap. Met de Stichting BWD i.o. ontstaat er een uitvoeringsorganisatie die uitvoering wenst te geven aan de volgende hoofdlijnen van beleid:

 

§         De vraag van kinderen en jongeren is tegenwoordig veelzijdig. Participatie van kinderen en jongeren bij het ontwikkelen van het aanbod krijgt volop aandacht. Zo zullen jongeren actief betrokken worden bij het realiseren van vier nieuwe jongerencentra in Delft. Ook zal er een aanbod ontwikkeld worden met voldoende  avontuur en spanning. Door m.n. tieners wordt er gewezen op het ontbreken van veiligheid thuis, op school en in de wijk. Zij geven aan dat veelal het recht van de sterkste telt. De aandacht en steun voor elkaar is verminderd. Samen spelen verdient daarom veel aandacht. Ook is het nodig dat gesignaleerde achterstanden vroegtijdig gesignaleerd en aangepakt worden. Het ontwikkelen van buurtsignaleringstrajecten en een bijdrage leveren aan individuele trajecten voor jongeren met een meervoudige problematiek zijn daarvan voorbeelden.

 

§         In de directe omgeving van kinderen, tieners en jongeren vragen ouders om kwaliteit in het onderwijs en de kinderopvang, signaleren instellingen een toename in de sociaal- emotionele problematiek bij kinderen en jongeren. Met de komst van de Vensterschool in Delft zal er meer samenhang komen tussen onderwijs, kinderopvang, jeugdbeleid, sportieve en opvoedingsondersteunende activiteiten, met als doel de ontwikkelingskansen van de jeugd te verbeteren. De Stichting BWD i.o. wil gesprekspartner zijn met het doel vanuit de eigen deskundigheid een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen van die samenhang en een actieve rol spelen in het aanbieden van een breed programma op het gebied van naschoolse activiteiten en trajecten gericht op zorg en opvoeding.

 

§         Het basisaanbod bestaat uit accommodatiegebonden activiteiten en activiteiten op straat. Zij zijn gericht op de belevingswereld van jeugd en jongeren waarin het verkennen van eigen grenzen en mogelijkheden centraal staat. Denk daarbij aan sport en spel activiteiten, het uitvoeren van een musical en de meidenclub. Daarnaast zijn er activiteiten gericht op het ontwikkelen van burgerschapszin. Een bijdrage levert aan de samenleving. Voorbeelden daarvan zijn het jongerennetwerk, het opknappen van speelplekken, het schoonhouden van de stoep en het plein, etc.

 

Doelgroepen

 

De BWD i.o, het jeugd- en jongerenwerk werkt voor en met jeugd jongeren van 4 tot 23 jaar, onderverdeeld naar de leeftijden 4 tot 12 jaar, 12 tot 16 jaar en 16 tot en met 23 jaar.

Op basis van de (een- of twee)jaarlijkse wijkanalyses worden binnen de door de gemeente aangegeven doelgroep jeugd pecifieke subdoelgroepen aangewezen. De organisatie kiest nadrukkelijk voor het werken met verschillende groepen jongeren; verschillend qua opleiding, achtergrond, wensen. Dit omdat de organisatie jongeren een perspectief wil bieden. Perspectief ontstaat doordat zichtbaar is welke mogelijkheden er zijn; van dansen, ontmoeting tot begeleiding bij huiswerk.


 

Missie

 

De BWD i.o. richt op alle jeugd en jongeren en hun sociaal systeem. Daarbij ziet de organisatie het bevorderen van de maatschappelijke participatie als haar belangrijkste taak. Het bevorderen van de leefbaarheid is de tweede prioriteit. Het voorkomen en/of terugdringen van het sociaal isolement wordt in deze twee prioriteiten meegenomen.

 

Doelen, subdoelen en werkplannen

 

Voor het jaar 2001 wordt op dit moment de laatste hand gelegd aan het activiteitenprogramma. Voor dit programma wordt gebruik gemaakt van de doelstellingen en vragen die zijn geformuleerd door de gemeente. Hiervoor is uiteraard gebruik gemaakt van de relevante nota’s, naast Knopen in de wijken bijvoorbeeld de nota Integraal jongerenbeleid. Er heeft ook overleg plaatsgevonden op ambtelijk niveau. Met de jongerenwerkers van de SDW en Jos’98 zijn beleidsdagen georganiseerd om vanuit de vraag de bestaande activiteiten hieraan te koppelen en eventueel activiteiten aan te passen of niet te ontwikkelen. Expliciet zullen hierbij de gewenste resultaten worden geformuleerd. Dit werkplan zal samen met de begroting in concept ter bespreking worden voorgelegd en in consensus met de gemeente worden vastgesteld.

 

Functies

 

Niet alle functies zullen op wijkniveau georganiseerd hoeven te worden. Er is een verdeling te maken tussen functies die georganiseerd worden op stedelijk niveau en functies die uitgevoerd worden op wijkniveau. Deze verdeling zal gebaseerd zijn op efficiency en effectiviteit. Dit kan betrekking hebben op de dienstverlening zelf of de ontwikkeling van nieuw werk.

 

Ter illustratie de volgende voorbeelden:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Het spreekt voor zich dat de functie Afstemming en coördinatie zowel op stedelijk als op wijk niveau georganiseerd wordt.

 

Werkwijze

 

Voor het Jeugd- en Jongerenwerk is de afgelopen periode een nieuwe werkwijze ontwikkeld. Deze werkwijze wordt genoemd naar de wijk waar binnen de methode is ontwikkeld: het zo genaamde Wippoldermodel. Kenmerken van dit model zijn:

-          Outreachend werken: de jongeren worden actief benaderd op de vindplaatsen waar zij zich ophouden.

-          Vraaggestuurd: de belevingswereld van de jongeren is het vertrekpunt voor de vertaalslag van vraag naar aanbod.

-          Integraal: de vraag van de jongeren staat veelal niet op zichzelf. De integrale benadering maakt het mogelijk met meerdere disciplines een sluitende aanpak te realiseren.

De organisatieontwikkeling in het jaar 2001 en verder

 

Het komende jaar staat in het teken van de ontwikkeling van een integrale aanpak voor het Jeugd- en Jongerenwerk. Daarnaast dient er ook draagvlak ontwikkeld te worden voor de gewenste samenwerking in Stichting-BWD-i.o.-verband. Dit is lastig, omdat er twee organisaties samengevoegd worden waartussen grote verschillen bestaan in ervaringen in de eigen organisatie, werkervaring in Delft en met de doelgroepen en in opleiding. Het is goed als deze ontwikkeling gedurende dit jaar expliciet aandacht krijgt door:

 

q       beleid op dit thema te ontwikkelen:

q       personeelsbegeleiding;

q       deskundigheidsbevordering, gericht op overdracht van de werkervaring aan de minder ervaren werkers;

q       gemeenschappelijke cultuurontwikkeling.

q       beheer te versterken:

q       verschuiving van WIW- naar ID-doelgroepen;

q       structurele ruimte in het formatieplan inruimen;

q       functieonderscheid tussen beheerders en beheerassistenten.

q       extra managementcapaciteit beschikbaar te hebben op uitvoerende niveau:

q       manager jeugd- en jongerenwerk dicht op de wijken;

q       stedelijk projectgroep onder leiding van de directeur;

q       coördinator in de gebiedsteams voor 1 jaar aan te stellen.

q       het uitvoerend werk te versterken, zodat de inzet op uitvoerend niveau niet lijdt onder de wenselijke versterking van het managementniveau.

 

Structuur

De vormgeving van het jeugd- en jongerenwerk is gebaseerd op de algemene  uitgangspunten van de organisatie. Daarnaast zijn criteria gehanteerd van effectiviteit en efficiency. Omdat op termijn, in ieder geval op 1 januari 2002 functies en personeel van overige welzijnsorganisaties in de Stichting BWD i.o.  zullen worden ondergebracht, is er sprake van een overgangsstructuur. Dit houdt in dat de teams nog niet compleet zijn en er sprake is van een tijdelijk managementstructuur.

 

Gebiedsteams

Voor de vorming van gebiedsteams zijn steeds twee wijken samengevoegd zodat er drie werkgebieden ontstaan. Dit om de een zodanige schaalgrootte te kunnen realiseren dat er voldoende functiedifferentiatie kan zijn, voldoende flexibele inzet gerealiseerd kan worden en taakverdeling op basis van deskundigheid kan plaatsvinden.

 

Er zijn drie gebiedsteams:

Werkgebied

Accommodaties

Soort

 

Omvang formatie [4] volgens Knopen in de wijken per 2004

Tanthof, Voorhof,

Border

Buurthuis Voorhof 2

zelfstandig

Tanthof                         40 uur

Voorhof             40 uur

Buitenhof

Hof van Delft

Culture

Buitenruimte Culture

Garage Culture

Hangout Tienercentrum

Kinderboerderij

Balspel

 

Westpoint

Wending buurthuis tieners

Zelfstandig

            Ingebouwd

            Ingebouwd

Zelfstandig

            Ingebouwd

Zelfstandig en             Ingebouwd

Zelfstandig

            Ingebouwd

Buitenhof          64 uur

Hof                   64 uur

Wippolder, Vrijenban,

Luikie/Viking

Bras

Wippolder buurthuis tieners

Nieuwe Plantage

Zelfstandig

            Ingebouwd

            Ingebouwd

Zelfstandig

Wippolder         40 uur

Vrijeban            64 uur

 



Elk gebiedsteam bestaat uit: jongerenwerkers, opbouwwerkers en  beheerdersassistenten (minimaal 1 per accommodatie).

 

Taken en verantwoordelijkheden

Het gebiedsteam draagt zorg voor:

·         De programmering, afgestemd op wijkanalyses en wensen, behoeften doelgroepen.

·         Werkroosters.

·         Realisatie en deelname aan wijknetwerken.

Het gebiedsteam levert een bijdrage aan de wijkanalyses.

 

Stedelijk team

Er is een stedelijk team dat de volgende werkzaamheden verzorgt:

§         Individuele trajectbegeleiding.

·         Jongereninformatie.

·         Educatie.

·         Thuis Op Straat.

 

Taken en verantwoordelijkheden

·         Het stedelijk team draagt zorg voor de ontwikkeling en uitvoering van diensten en producten op stedelijk niveau.

·         Werkroosters.

·         Deelname aan stedelijke overlegorganen t.b.v. de opdracht.

 

Aansturing

 

De aansturing van de gebiedsteams en het stedelijk team wordt in het overgangsjaar 2001 als volgt geregeld: de teams worden aangestuurd door een teamcoördinator. De teamcoördinator valt onder de directe verantwoordelijkheid van de managers jeugd- en jongerenwerk. Hij/zij is verantwoordelijk voor de interne organisatie: agendering gebiedsteamoverleg, dagelijkse afstemming m.b.t. de programmering.

 

De medewerker die de coördinerende functies vervult, wordt tijdelijk benoemd. Met ingang van 2002 worden ook de buurtwerkers toegevoegd aan de gebiedsteams. Dan zullen de teams een zodanige omvang  hebben dat wijkmanagers kunnen worden aangesteld. De functie voor de medewerker B vervalt en er zal een functie op L-niveau ontstaan. De medewerker die de tijdelijke functie vervult, komt niet automatisch in aanmerking voor de managementfunctie op wijkniveau. Werving en selectie voor deze functie zal apart georganiseerd worden.

 

Functiegroepen/Vakteams

Voor uitwisseling en inhoudelijke verdieping worden vakteams samengesteld. Hieraan nemen medewerkers met eenzelfde functie deel. Ook projecten kunnen als zodanig een vakteam vormen. Op basis van het werkplan worden thema’s vastgesteld voor inhoudelijke werkontwikkeling. De vakteams zijn vooralsnog:

·         Jongerenopbouwwerk.

·         Jongerenwerk.

·         Thuis op straat.

 

Managementstructuur en ondersteunende staf (dienst)

 

Bestuur

Het bestuur van de Stichting BWD i.o. wordt momenteel gevormd voor de bloedgroepen van de fusie. Om ervoor te zorgen dat bij de uitbreiding van de Stichting het bestuur voldoet aan de eisen die daarvoor zijn opgesteld (samenstelling bestuur zie hoofdstuk 2 van deze nota), heeft het huidige bestuur een rooster van aftreden vastgesteld dat parallel loopt aan deze ontwikkeling.

Per 31 december 2001 treden de secretaris en het gewoon bestuurslid/de gewone bestuursleden af. Voorzitter en penningmeester blijven aan tot het moment waarop jaarverslag en jaarrekening zijn goedgekeurd. De statuten van de Stichting bepalen hiervoor een uiterste datum. Zij treden daarna af. Voor de volledigheid wordt erop gewezen dat de statuten het mogelijk maken om aftredende bestuursleden direct opnieuw te benoemen.

 

Directeur

De directeur is verantwoordelijk voor de externe contacten, de beleidsmatige ontwikkeling, de bedrijfsvoering en de het contact met het bestuur. Daarbij zal hij/ zij een belangrijke rol spelen bij de verdere ontwikkeling naar een brede welzijnsorganisatie in Delft.

De directeur geeft direct leiding aan de ondersteunende dienst en de manager van de sectie jeugd- en jongerenwerk.

De directeur wordt benoemd voor één jaar. In het jaar 2002 is er behoefte aan een andere directeursfunctie, omdat de organisatie in omvang toeneemt, er meerdere werksoorten in de organisatie werkzaam zijn en er sprake is van een uitbreiding van het middenkader. Hoe en wanneer de nieuwe functie  definitief wordt ingevuld, zal gedurende het jaar 2001 worden vastgesteld. Dn is er meer zicht op de derde fase van de ontwikkeling van de Stichting BWD i.o.

 

Manager jeugd- en jongerenwerk

De sector manager is verantwoordelijk voor de aansturing van de drie gebiedsteams en het stedelijk team. Hij/zij draagt zorg voor de tot standkoming van het beleidsplannen en de wijkwerkplannen en stedelijk werkplan. Hij/ zij geeft direct leiding aan de teamcoördinatoren en projectmedewerkers. De manager is eindverantwoordelijk voor de afstemmings- en coördinatievraagstukken op wijk- en stedelijk niveau. Hierbij kan gedacht worden aan capaciteitsvragen, samenwerkingsvraagstukken, realisatie van nieuwe projecten.

De manager verzorgt de budgetbewaking van de sector.

Deze manager wordt benoemd voor één jaar. Na dit jaar vervalt de functie manager jeugd- en jongerenwerk. Hiervoor in de plaats komen de functies van wijkmanager.

 

Vakteams

De methodiek van het jongerenwerk wordt gekenmerkt door outreachend; vraaggericht en integraal werken. Deze methodiek moet nog voor een grootdeel aangeleerd en ontwikkeld worden. Om deze reden is de aansturing van de vakteams voorlopig onder de verantwoordelijkheid van de manager jeugd- en jongerenwerk gebracht. Als de methodiek staat, zullen de vakteams geleid worden door collega-jongerenwerkers.

 

Ondersteuningstructuur

De ondersteuningstructuur wordt direct afgeleid van de structuur zoals deze is vastgelegd in hoofdstuk 2. Het spreekt voor zich dat de bezetting van de structuur wordt aangepast aan de kleinere schaal die de organisatie heeft in het jaar 2001.

 

Delft 29 september 2000


 

 

 

Concept organogram Stichting BWD i.o. 2001

    

 


 



[1] Bovenstaande omschrijvingen zijn ontleend aan de GFO Cultureel Werk;  voor het maatschappelijk werk is ook een GFO ontwikkeld. Indien nodig zullen deze functies t.z.t. de hier genoemde functies aanvullen.

[2]. Zie voor een schematische weergaven van dit Plan van aanpak de inleiding van dit ontwerp.

 

[3]. Om deze reden wordt in het hierna weergegeven organogram gesproken over gebeidsmanagement.

[4] Voor de precieze formatie voor 2001 verwijzen wij naar het nog op te stellen werkplan. De definitieve formatieomvang zal immers afhangen van overleg met de gemeente en SWD.