Meerjarenraming Stadsvernieuwing 2002 - 2004   

 

Inhoudsopgave                                                                                               

 

                                                                                                                                 Pag.

 

Hoofdstuk 1.                                                                               Inleiding                 2

 

1.1       Waarom deze meerjarenraming........................................................                2

1.2       Rijksbijdrage voor stadsvernieuwing en stedelijke vernieuwing.....                         2

1.3       Samenvatting....................................................................................              3

 

Hoofdstuk 2.                   Besluitvormingsprocedure MRSV 2001-2004                       3

 

 

Hoofdstuk 3.                                         Beleid voor de stadsvernieuwing                 3

 

3.1       Herstructurering.................................................................................              3

3.2       Leefbaarheid......................................................................................             4

3.3       Bouwtrajecten buurtaccommodaties.................................................                 4

3.4       Het concept van de Brede School ....................................................                5

3.5       Subsidies ..........................................................................................            5

3.6       Overige plannen en activiteiten.........................................................                 5

3.7       Beleid stadsvernieuwing samengevat................................................                 6

 

Hoofdstuk 4.                                      Totaaloverzicht MRSV 2002 - 2004                   7

 

 

Hoofdstuk 5.                                                              Toelichting per post                 8

 

5.1       Uitgaven..............................................................................................           8

            5.1.1     Gebieden en Projecten.............................................................            8

            5.1.2     Subsidies..................................................................................          12

            5.1.3     Staand beleid...........................................................................           14

5.2.      Inkomsten............................................................................................           17

 

Hoofdstuk 6.                                                                Inspraakprocedure                18

 

Hoofdstuk 7.                                                                         Volumebesluit              21

 

Hoofdstuk 8.                                           Toelichting bij de rekening 2000                22

 

8.1       Uitgaven.....................................................................................................    22

8.2       Inkomsten...................................................................................................    24

 

 

 

Stuknr. 01/024879;                                 Vastgesteld gemeenteraad d.d. pm

 


 

HOOFDSTUK 1.                                                                                                         INLEIDING

 

 

1.1       Waarom deze meerjarenraming

 

De  stadsvernieuwingsopgave wordt jaarlijks vastgelegd in de Meerjarenraming Stadsvernieuwing (MRSV) en in een bijbehorend verdeelbesluit. De ontwikkelingen op hoofdlijnen van de subcircuits (waaronder het stadsvernieuwingsfonds) vormen integraal onderdeel van de Zomernota en daarmee van de begrotingscyclus van de gemeente. Na vaststelling van de Zomernota vindt de uitwerking van het subcircuit stadsvernieuwing plaats via de vaststelling van de MRSV. De laatste Meerjarenraming (de MRSV 2001-2004) is door de raad vastgesteld op 21 december 2000. De voorliggende meerjarenraming behelst voorts niet de gebruikelijke periode van vijf maar drie jaar, omdat op 31 december 2004 de kasreserve stadsvernieuwing conform de regelgeving van het Rijk wordt opgeheven.

 

1.2       Rijksbijdrage voor de stadsvernieuwing en stedelijke vernieuwing

 

In 2001 draagt het Rijk zoals aangekondigd voor het laatst aan de Delftse stadsvernieuwing bij: te weten ƒ 1,5 miljoen gulden ( ca. € 0,7 miljoen euro). Dit is beduidend lager dan de rijksbijdragen in de voorafgaande jaren. Hiertegenover staan geraamde uitgaven in dat jaar van ruim ƒ 11,8 miljoen gulden (ruim € 5,3 miljoen euro). Na 2001 zijn er zoals bekend geen Rijksbijdragen meer te verwachten voor de stadsvernieuwing in Delft. Naast de SV-bijdrage heeft het Rijk inmiddels het ‘Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing’ (afgekort ‘ISV’) ingesteld met de inwerkingtreding van de wet Stedelijke Vernieuwing (en de bijbehorende Invoeringswet) per 1-1-2000. Delft ontvangt de hiermee verband houdende ISV-voorschotten (separaat aan de stadsvernieuwingsgelden) voortaan van de provincie Zuid Holland. Om voor het ISV in aanmerking te komen heeft Delft in april 2000 het Delfts Ontwikkelingsprogramma (DOP) vastgesteld. Kortheidshalve wordt hier verder verwezen naar de (toelichting van de) parallel aan de MRSV vast te stellen Meerjarenraming Stedelijke Vernieuwing (MR-ISV 2002-2004). Er is opnieuw gekozen voor een gescheiden vaststelling van beide meerjarenramingen omdat het Rijk zowel de wetgeving als de verantwoordingskaders van de SV en de ISV-regeling naast elkaar laat bestaan resp. ingevoerd heeft. Na 1-1-2005 is de Stadsvernieuwingsregeling formeel opgeheven en bestaat alleen nog de ISV-regeling.

 

Het restant saldo van de ‘kasreserve stadsvernieuwing’ (SV-fonds) bedroeg per 31 december 2000 ca. f. 23,9 miljoen gulden (€ 10,8 miljoen euro) en is daarmee ongeveer gelijk aan het saldo van eind 1999 (ca. f. 23,8 mln. gulden, ofwel € 10,8 mln. euro). Het saldo is dus niet teruggelopen tot € 8,1 miljoen, zoals vorig jaar nog verwacht werd. Dit komt vooral omdat de uitvoering van de herstructureringsplannen voor de Poptahof, de planvorming in het Doelengebied (fase 2b) en de bouwtrajecten voor de geplande buurtaccommodaties zich langzamer voltrekt dan verwacht en, deels in verband daarmee, het beslag op het stadsvernieuwingsfonds lager werd (onder andere door uitstel van uitgaven). Verder was er een kleine meevaller in de Rijksbijdrage (prijsbijstelling 2000). Daar staat tegenover dat het Rijk vanaf heden geen bijdragen meer zal verstrekken. Gezien de nu geraamde uitgaven in de MRSV 2002 - 2004 behoeven er voorts geen verplichtingen naar het ISV te worden overgeheveld.

 

De Rijksoverheid gaat er (nog steeds) wel van uit dat alle bijdragen die door haar op grond van de Wet op de Stads- en DorpsVernieuwing (WSDV) zijn uitgekeerd, per 31 december 2004 zijn ‘verplicht’. Daarom is het belangrijk dat het geplande stadsvernieuwingsprogramma daadwerkelijk volgens de meerjarenraming wordt voltooid en dat de stadsvernieuwingsgelden op projectbasis worden uitgegeven of verplicht. Het Rijk heeft het voornemen om de niet per 1-1-2005 verplichte middelen van de huidige stadsvernieuwingsgemeenten terug te vorderen. Zij wil haar bemoeienis met de stadsvernieuwing op lokaal niveau daarna beëindigen. Tot en met 31 december 2004 blijft de jaarlijkse rapportageplicht van gemeenten met betrekking tot stadsvernieuwing gehandhaafd.

 

1.3       Samenvatting

 

In de MRSV 2002 - 2004 worden opnieuw geen nieuwe accenten gelegd in vergelijking met de MRSV 2001 - 2004. De financiering van de lopende projecten (Hooikade/ Zuideinde, Doelengebied, Scheepmakerij, Zuidpoort, Delfgaauwse Weye, Wippolder) is opnieuw geactualiseerd. Daarnaast is voor de subsidies het vigerend beleid (zie MRSV 2001 – 2004) gehandhaafd. In de MRSV 2001 - 2004 wordt verder opnieuw prioriteit gegeven aan de destijds in het collegeprogramma aangekondigde verschuiving van ‘hard’ naar ‘zacht’. Dit uit zich opnieuw in de bouw van nieuwe buurtaccommodaties, de bevordering van leefbaarheid en herstructurering en de bijdrage aan de vormgeving van het concept van de Brede School. Het restant saldo van de ‘kasreserve stadsvernieuwing’ (SV-fonds) blijft ongeveer gelijk: per 31-12-00 bedraagt deze ca. ƒ  23,9 miljoen gulden (€ 10,8 miljoen euro) en is daarmee ongeveer gelijk aan het saldo van een jaar daarvoor. Daar staat tegenover dat de Rijksbijdrage voor de stadsvernieuwing na 2001 is gestopt. In totaal wordt in de MRSV 2002 - 2004 gemiddeld ca. ƒ  7,5 miljoen gulden (€ 3,4 miljoen euro) per jaar voor ‘staand beleid’, subsidies en voor de aanpak van gebieden en projecten uitgetrokken. De raming van het tempo van uitgaven is daarmee ongeveer even hoog als in de vorige MRSV het geval was. De raming komt per 31 december 2004 uiteindelijk op een relatief klein negatief saldo uit.

 

 

HOOFDSTUK 2.                            BESLUITVORMINGSPROCEDURE MRSV 2002 - 2004

 

 

Het tijdpad van de besluitvorming is als volgt:

 

            Vaststelling concept MRSV in college                                                                     02-10-2001

            Concept MRSV ter visie [1])                                                                15-10-2001 tot 28-10-2001

            Inloopspreekuur                                                                                                     16-10-2001

            Vaststelling MRSV in college                                                                                 20-11-2001

            Bespreking MRSV in de commissie Leefbaarheid                                                     06-12-2001

            Vaststelling MRSV in de gemeenteraad                                                                   20-12-2001

 

 

HOOFDSTUK 3.                                 BELEID VOOR DE STADSVERNIEUWING

 

 

3.1       Herstructurering.

 

De herstructurering heeft als oogmerk binnen Delft een kwalitatief  beter en meer gedifferentieerd woningaanbod te creëren en op die manier de huidige bewoners van de Delftse wijken meer ‘aan de stad te binden’. Herstructurering is in Delft toe nu toe gekenmerkt geweest door haar kleinschaligheid en het feit dat zij zich richt op maatwerk. Dit zal in de toekomst ook zo blijven, temeer daar Delft (nog steeds) geen verpauperde wijken kent. Herstructurering is bovendien geen doel op zich, maar een middel om de leefbaarheid van wijken in stand te houden dan wel te verhogen.

 

Voor de Wippolder en Die Delfgaauwse Weye zijn de plannen voor herstructurering reeds in uitvoering. De Wippolder verloopt volgens planning en het gebied Die Delfgaauwse Weye (DDW) is vertraagd. Medio 2001 is voor DDW tussen de betrokken partijen overeenstemming bereikt over een ‘doorstart’ van het oorspronkelijk herstructureringsplan. Voor de Poptahof / Voorhof is de planontwikkeling nog in het beginstadium. Uitgangspunt blijft een herstructureringsbeleid te ontwikkelen dat de instemming heeft van zowel de bewoners, de Gemeente Delft,  de woningbouwcorporaties, als overige organisaties en instellingen.

 

De volgende rode draad voor de herstructurering in Delft tekent zich in samenspraak met partijen af:

·       In het oosten van de stad is sprake van een aantal kleinere versnipperde herstructureringslocaties met een eigen dynamiek; deels in uitvoering (Wippolder, Die Delfgaauwse Weye). Waar dat elders in kleine hoeveelheden noodzakelijk is, zal sprake kunnen zijn van sloop en vervangende nieuwbouw met de woningcorporatie als initiatiefnemer. Een voorbeeld hiervan is de voorgenomen sloop/nieuwbouw van 72 seniorenwoningen aan de Ceramstraat/ Boeroestraat door corporatie Vestia. Ook de Tanthof en de Kuiperwijk kennen zelfstandige en relatief kleinschalige opgaven, die door de woningcorporaties zelf worden opgepakt;

·       De Poptahof e.o. is een herstructureringsgebied waarvan binnenkort de aanpak in overleg met partijen wordt bepaald;

·       Rond het Minervaplein is een experimentele aanpak in gang gezet, waarbij in samenwerking tussen de gemeente en corporatie Delftwonen de bewonersbetrokkenheid (via de uitgifte van ‘wijkaandelen’) wordt georganiseerd teneinde de herinrichting en/of herontwikkeling en het toekomstig beheer van het gebied ter hand te nemen. Deze aanpak is inmiddels vanwege haar vernieuwde karakter voor een bijdrage uit het landelijk Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing (IPSV) voorgedragen;

·       In Buitenhof-Noord zullen de Delftse corporaties op diverse plekken initiatieven ontwikkelen om de wijk te verbeteren. Overleg hierover is gaande in het kader van het wijkbeheer.

 

Verschillende herstructureringsoperaties (DDW, Poptahof) lopen vertraging op in de planvoorbereidingsfase. Gezien het grote belang van de (toekomstige) leefbaarheid van wijken is zorg hierover op zijn plaats. Ook voor de financiële planning van de MRSV is dit een risico, want veel uitgaven moeten voor 1-1-2005 plaatsvinden (of de gelden moeten alsdan zijn verplicht). Het gemeentebestuur spant zich daarom in om in overleg met de betrokken woningcorporaties tot een goede aanpak te komen voor de gehele periode tot en met 2004.

 

3.2       Leefbaarheid

 

Stadsvernieuwingsprojecten dragen in belangrijke mate bij aan de leefbaarheid in wijken. In die zin ligt er een relatie met het wijkgericht werken. Voor alle wijken zijn in dit kader wijkbeschrijvingen tot stand gekomen. Ook zijn wijkplannen en wijkprogramma’s opgesteld. De bedoeling is dat voor 2002 alle wijken in Delft beschikken over een wijkplan en een jaarlijks te actualiseren wijkprogramma. Via de wijkplannen is en wordt de leefbaarheids-problematiek in kaart gebracht en wordt deze besproken met de belanghebbenden. Voor zover dit leidt tot  voorstellen voor fysieke maatregelen (evt. in combinatie met elders te financieren beheermaatregelen) worden deze projectmatig aangepakt. Voorbeeld hiervan is de herinrichting van de buitenruimte van jongerencentrum The Culture in de wijk Buitenhof. Verder is in deze MRSV t/m 2003 jaarlijks een bedrag ad ƒ 800.000,- (€ 363.000,-) gereserveerd voor de zgn. ‘wijkbudgetten’.

 

3.3       Bouwtrajecten buurtaccommodaties

 

De eind 1999 vastgestelde nota ‘knopen in de wijken’ vormt de basis voor de modernisering van het welzijnsbeleid. Parallel aan deze herijking van het welzijnsbeleid is de voorbereiding van nieuwbouwtrajecten voor buurtaccommodaties gaande. Als eerste is de locatie Wippolder gereed gekomen. De buurtaccommodatie Westerkwartier, waarvan de eerste paal op 29 juni 2001 is geslagen, is daarna ter hand genomen. Hierna volgen naar verwachting de Bieslander, Poptahof, Sranti, Tanthof en de jongerenvoorziening in de Wippolder. Vanwege de stijging van bouwkosten, zal een laatste accommodatie (Kuiperwijk) niet worden gefinancierd vanuit de MRSV. De bouw van de buurtaccommodaties levert een belangrijke bijdrage aan de verbetering van wijken. Om die reden zijn en worden de voorbereidingskosten en (een groot deel van) de bouw- en inrichtingskosten ten laste gebracht van de reserve stadsvernieuwing (categorie ‘staand beleid’).

 

3.4       Het concept van de brede school

 

Het concept van de  Brede School (Vensterschool) is beschreven in de vorige MRSV. Het concept kan gekoppeld worden aan een specifieke school, maar kan ook opgericht worden als een onderwijsfaciliteit voor gebruik door meerdere scholen en schoolbesturen. In de wijken Voorhof en Buitenhof is de Brede School inmiddels ingevoerd. Thans wordt projectgewijs en in het kader van de resp. wijkplannen gewerkt aan een verdere implementatie van het concept.

 

3.5       Subsidies

 

De regeling particuliere woningverbetering’ is per 1-1-2000 gewijzigd in de regeling ‘gevelaanpak’. Overeenkomstig de MRSV 2001-2004 wordt ook in de MRSV 2002-2004 voorgesteld het budget voor de gevelaanpak te handhaven op ƒ 150.000,- (€ 68.000,-) per jaar. Met ingang van 1999 is de subsidieverordening voor monumenten gewijzigd met als doel het uitgavenniveau ‘in de hand’ te houden. Aanleiding was het feit dat telkens (te) vroeg in het jaar een subsidiestop noodzakelijk bleek om het budget niet te overschrijden. Per 1 juli 2000 is de subsidieregeling voor monumenten weer iets verruimd zodat ook natuurlijke eigenaren (eigenaar/bewoners, stichtingen, verenigingen) van rijksmonumenten voor kleinschalige restauraties gebruik van de regeling kunnen maken. Tegelijkertijd met deze aanpassing is de subsidieregeling geactualiseerd. De uitvoering van de huidige subsidieregeling is mogelijk gebleken binnen het bestaande budget van f 1 mln. (€ 454.000,-) per jaar. In het kader van het ‘binnenstadsmanagement’ wordt in deze meerjarenraming voorts opnieuw gekozen voor de handhaving van de bedrijvensubsidie en de regeling ‘wonen boven winkels’ met de huidige budgetten. In verband met de toekomstige aanpak van herstructurering wordt in deze MRSV opnieuw voorgesteld om de subsidiebudgetten voor verhuis- en herinrichtingskosten te handhaven.

Tenslotte wordt in deze meerjarenraming rekening gehouden met subsidie voor het ‘opplussen’ van corporatiewoningen. Doel van het opplussen is te bevorderen dat ouderen en mensen met een handicap langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Het opplussen van de Delftse (huur)woningen (doelstelling: ca. 2000 woningen in 2003) wordt door de betrokken woningbouwcorporaties in samenwerking met de gemeente uitgevoerd. In de MRSV 2002 - 2004 is hiervoor een bijdrage gereserveerd uit de reserve stadsvernieuwing ter grootte van in totaal ƒ 2 miljoen (€ 908.000,-). Daarnaast heeft de gemeente een beroep gedaan op de betreffende stimuleringsregeling van het Rijk. Ook de Delftse corporaties zullen aan het opplussen het nodige bijdragen, afhankelijk van het aantal opgepluste woningen. Momenteel worden er voorbereidingen getroffen om de diverse stadsvernieuwings-subsidieregelingen beter op elkaar af te stemmen, en wordt een besluit voorbereid om de (drempel)bedragen aan te passen aan de komst van de euro. Er wordt - samenvattend - in deze MRSV voorgesteld om de bestaande subsidiebudgetten te handhaven.

 

3.6       Overige plannen en activiteiten

 

Het betreft hier de gelden voor de onrendabele top/ Zuidpoort, afgesloten plannen (w.o. Hooikade/ Zuideinde), aankoop van scholen/kerken en het Doelengebied/ Binnenstad.De onderdelen Zuidpoort, drainage binnenstad, herontwikkeling Doelengebied, Hooikade/ Zuideinde en Scheepmakerij zijn in de voorliggende MRSV van een geactualiseerde raming voorzien en binnen de daarvoor bestemde uitgavencategorieën ondergebracht (zie hoofdstuk 4 totaaloverzicht). De geraamde voorbereidingskosten worden hierbij in principe reeds ondergebracht. Voor het ontwikkelen en uitvoeren van de in de raming opgenomen nieuwe plannen (veelal voor de beginfase) en voor beleidsontwikkeling is een aparte post voorbereidingskosten opgenomen. Onder de post scholen/kerken tenslotte, is een extra bijdrage opgenomen ter dekking van onvoorziene meerkosten bij de herontwikkeling van de Paulusmavo.

 

3.7       Beleid stadsvernieuwing samengevat

 

Er worden in deze MRSV gezien de afbouw van de stadsvernieuwingsregeling door het Rijk geen nieuwe beleidsaccenten gelegd. Voor de komende planperiode wordt in totaal (tot en met 31 december 2004) ongeveer ƒ 22,6 miljoen gulden (€ 10,3 miljoen euro) gereserveerd voor staand beleid en ca. f 7,8 miljoen (€ 3,5 miljoen euro) voor subsidies. De categorie gebieden en projecten levert naar verwachting ca. ƒ 427.000,- (€ 194.000,-) op. De reserveringen zijn bedoeld voor de volgende plannen/ activiteiten:

 

·                De lopende herstructureringsplannen voor de Wippolder en Die Delfgaauwse Weye

·                Verplichtingen uit lopende en afgeronde projecten (met name Hooikade - Zuideinde, Doelengebied, Scheepmakerij; incl. voorbereiding)

·                Handhaving SV-subsidies en het opplussen van de woningvoorraad

·                Tegenvaller bij herontwikkeling Paulusmavo

·                De bevordering van de leefbaarheid in wijken, alsmede de ontwikkeling en uitvoering van nieuwe herstructureringsplannen (incl. voorbereiding)

·                De bouw en inrichting van nieuwe buurtaccommodaties (incl. voorbereiding)

·                Bijdrage aan het vensterschoolconcept

·                De onrendabele top van exploitaties van enkele binnenstedelijke projecten (met name Zuidpoort)


 

HOOFDSTUK 4.                                                    TOTAALOVERZICHT MRSV 2002 - 2004

 

 

tabel 1 overzicht inkomsten en uitgaven stadsvernieuwing

 


 


 


 


HOOFDSTUK 5.                                                                        TOELICHTING PER POST

 

 

5.1       UITGAVEN

 

5.1.1     GEBIEDEN EN PROJECTEN

 

POST 1.  HOOIKADE/ ZUIDEINDE


 

 


tabel 2 raming Hooikade- Zuideinde

 

Het plan is gerealiseerd en de exploitatie voor het plangebied Hooikade-Zuideinde is inmiddels afgesloten. In deze MRSV wordt desondanks rekening gehouden met een gedeelte van een claim van de Staat in verband met de uitgevoerde bodemsanering, op de in 1987 vanuit dit gebied naar elders verplaatste firma Braat. De nu alsnog opgenomen bijdrage voor dit doel uit de MRSV wordt gemaximeerd op de destijds overeengekomen ‘vergoeding bodemverontreiniging’ ad ƒ 800.000,- (€ 363.000,-). Een en ander wordt momenteel juridisch uitgezocht. Als blijkt dat de Gemeente Delft onder de genoemde claim uit kan komen, wordt de bijdrage niet verleend of lager vastgesteld en zal in de volgende MRSV een meevaller kunnen worden gerapporteerd.

 


POST 2.  BINNENSTAD


 

 


            tabel 3: raming Binnenstad

 

            2a. Binnenstad: Doelengebied fase 2a

Dit betreft de herontwikkeling van het terrein van de Engbertschool e.o. Bij dit terrein gaat het totaal om 16 woningen, 8 appartementen en 8 ééngezinswoningen. R. Schulze van het bureau Geurts & Schulze heeft inmiddels het bouwplan gereed, dat binnenkort wordt uitgevoerd. De start bouw is gepland in oktober 2001. Voor fase 2a en fase 2b is Fons Verheyen van architectenbureau Verheyen, Verkoren en de Haan de coördinerend architect. De opgenomen kosten en opbrengsten zijn conform de gemeentelijke exploitatieopzet voor dit gebied.

 

2b. Binnenstad: Doelengebied fase 2b.

Fase 2b betreft het terrein Schuttersveld en het voormalig Waterloopkundig laboratorium. Voor de herontwikkeling van dit terrein ligt er een bouwplan dat uitgaat van 55 nieuw te bouwen woningen, onderverdeeld in 20 appartementen en 35 ééngezinswoningen en een parkeergarage.

Met de voormalige eigenaar van het Schuttersveld is overeenstemming bereikt over de verwerving. Het waterloopkundig laboratorium is inmiddels gesloopt. Het terrein is bouwrijp gemaakt op de bodemsanering na. De start van de bouwwerkzaamheden is eind 2001 gepland. De opgenomen kosten en opbrengsten zijn conform de gemeentelijke exploitatieopzet voor dit gebied.

                       

            2c. Binnenstad: overig

            In deze MRSV is –net als in de vorige Meerjarenraming- t/m 2003 ƒ 100.000,- (€ 45.000,-) opgenomen voor de continuering van de drainagemaatregelen in de Binnenstad om de overlast ten gevolge van grondwater tegen te gaan. De situatie rond deze drainagemaatregelen is momenteel als volgt:

 

            straatnaam                              uitvoeringsdatum drainagemaatregelen         

            Kleine Boogerd             uitgevoerd

            Vernieuwde Boogerd                 uitgevoerd

            gedeelte Koningsplein    in uitvoering

            Noorderhof                                in uitvoering

            gedeelte Raam              2002

            Schutterstraat                           2002

 

In de binnenstad zijn verder destijds op diverse plaatsen peilbuizen aangebracht, waarmee de grondwaterstanden continu worden gemeten. De gegevens hiervan zijn in een beheersysteem ingevoerd.

 

POST 3.  SCHEEPMAKERIJ

 


           

 

 


tabel 4: raming Scheepmakerij

 

            Een projectontwikkelaar heeft voor het gebied Scheepmakerij een bouwplan opgesteld. Gelet op de complexe bouwopgave had de gemeente destijds een bijdrage aan de planontwikkeling voorzien. Tegen het aanvankelijk plan rees echter veel verzet in de buurt. In deze MRSV wordt ermee rekening gehouden dat het plan de komende jaren in gewijzigde vorm alsnog wordt gerealiseerd. De eventuele gemeentelijke bijdrage aan dit plan ad ƒ 550.000,- (€ 250.000,-) is iets naar achteren geschoven ten opzichte van de eerdere raming (de bijdrage is bedoeld als bijdrage voor de noodzakelijke herinrichting, voor zover deze als gevolg van dit bouwplan, in de directe omgeving dient plaats te vinden).

 

POST 4.  IN DE VESTE

 

            Dit zijn de huurinkomsten van het huidig parkeerterrein aan de Gasthuisplaats tot aan het moment dat het parkeren hier wordt opgeheven nadat de parkeervoorzieningen in het project Zuidpoort zijn gerealiseerd.

 

POST 5.  ZONNEWIJZER

 

De woningen zijn destijds opgeleverd, de inrichting van het binnenterrein is afgerond en de speelplek op de hoek Westerstraat en Tuinstraat is gerealiseerd. Op het binnenterrein, de Westerplaats, is inmiddels een fietsenstalling gebouwd. In 2000 is nog een zeer kleine uitgave gedaan (interne doorbelasting vakteam Grond). In de raming behoeft voor dit plan in 2001 en later geen bijdrage meer te worden opgenomen.

 

POST 6.  DIE DELFGAAUWSE WEYE


 

 


tabel 5: raming Die Delfgaauwse Weye

 

Het herstructureringsplan Die Delfgaauwse Weye (DDW) bestaat uit de volgende fasen:

 

·       Fase I van het plan behelst de bouw van 9 eengezins koopwoningen en 53 3-kamer seniorenwoningen aan een atrium, alsmede groot onderhoud van 144 portiekflats.

·       Fase II behelst de nieuwbouw van 6 eengezins (woon/werk) koopwoningen aan de Odulphusstraat, 16 koopappartementen aan de Staalweg en de bouw rondom de zorgflat van 32 koopwoningen en 12 huurwoningen in de dure sector, beide voor senioren. Het groot onderhoud van 36 woningen en de realisatie van 13 samengevoegde woningen uit de zorgflat behoort ook tot deze fase. De oorspronkelijke hoogniveau-renovatie plannen, gecombineerd met nieuwbouw, gaan niet door.

·       Fase III tenslotte behelst de nieuwbouw van in totaal 71 koopappartementen en 44 huurwoningen aan de H. de Keyserweg. De (op)bouw van 32 appartementen in combinatie met hoog niveau renovatie van 48 vierkamer huurmaisonnettes in deze fase gaat niet door.

 

Fase 1 zal binnenkort worden afgerond. Zoals gemeld in de vorige MRSV zijn de oorspronkelijke nieuwbouw- en renovatieplannen voor de resterende fasen 2 en 3 door omstandigheden in overleg met de betrokken partijen aangepast. Hierbij is de oorspronkelijke uitgangspunten echter geen geweld aangedaan. Architecten zijn D&E architecten (Delft) en bureau H. van Schagen (Rotterdam).

In juni 2000 zijn de 53 atrium-woningen (fase 1a) opgeleverd. Begin 2002 zullen de 9 eengezins koopwoningen worden opgeleverd. In september/oktober 2001 zal naar verwachting het groot onderhoud aan de bovenwoningen van de zorgflat starten, waarna de renovatie van de onderbouw (begin 2002) zal volgen. Alle nieuwbouw, de nieuwbouw rondom de zorgflat, de woonwerkwoningen en de blokken aan de H. de Keyserweg, vindt plaats in een bouwstroom, waarvan de bouw zal starten in september 2003 en de laatste woning in het eerste kwartaal van 2004 zal worden opgeleverd. Parallel hieraan onderzoekt de Gemeente Delft de mogelijkheid van marktconforme ontwikkeling van de zuidelijke kopblokken van fase 2 (16 koopappartementen).

De bijbehorende woonomgeving in het plangebied wordt aansluitend op gereedkoming van deelprojecten opnieuw ingericht. Onder andere wordt een plein aangelegd, een padenstructuur en een aantal waterpartijen.

            Opgenomen zijn de te verwachten kosten van de herinrichting van het openbaar gebied, gefaseerd volgens de -vertraagde- bouwplanning, verminderd met de (te) ontvangen rijkssteun voor dit plan.

 

POST 7.  WIPPOLDER


 

 


tabel 6: raming Wippolder

 

De eerste fase van dit herstructureringsproject is nu afgerond. De ‘driehoek’ aan de Kloosterkade en de woningen aan de Theresiastraat zijn gesloopt; de nieuwbouw op deze locaties en de bijbehorende woonomgeving is medio/eind 2000 opgeleverd. De architect is het bureau Kok en de Haan uit den Hoorn. De start van de 2e fase is gepland in 2003. De kosten ten laste van de reserve stadsvernieuwing houden verband met de gewenste herinrichting van de woonomgeving. Mogelijk volgt aansluitend aan de 2e fase nog een 3e fase. Overleg over deze fasen wordt binnenkort gestart, mede aan de hand van de evaluatie van de eerste fase.

 

5.1.2     SUBSIDIES

 

POST 8.  BEDRIJVENSUBSIDIE

 

De uitgaven in 2000 zijn zoals verwacht ver onder het niveau van het budget (ƒ 450.000,-, ofwel € 204.000,-, per jaar) gebleven. Gelet op de ontwikkelingen in het kader van het binnenstadsmanagement en de positieve uitwerking op de kwaliteit van de winkelvoorziening in de binnenstad is in deze MRSV opnieuw uitgegaan van handhaving van deze subsidiemogelijkheid. Het niet uitgegeven budget 2000 is een meevaller voor de raming.

 

POST 9.  PARTICULIERE WONINGVERBETERING/ GEVELAANPAK

 

            Ook het beslag op de reserve stadsvernieuwing van de nieuwe regeling ‘gevelaanpak’, vanaf het jaar 2000 gesteld op ƒ 150.000,- (ofwel € 68.000,-) per jaar, is beneden de raming gebleven. Gelet op de ontwikkelingen in het kader van het binnenstadsmanagement en de positieve uitwerking op de kwaliteit van de binnenstad is in deze MRSV opnieuw uitgegaan van handhaving van deze subsidiemogelijkheid. Het niet uitgegeven budget 2000 is een meevaller voor de raming.

 

 

 

POST 10.  WONEN BOVEN WINKELS

 

In 2000 hebben voor deze regeling geen boekingen plaatsgevonden; wel werd verwacht dat het jaarbudget ad f. 32.000,- (€ 15.000,-) zou wordt benut. Na 2001 wordt gezien de ontwikkelingen in het kader van het binnenstadsmanagement en de positieve uitwerking op de kwaliteit van de binnenstad desondanks het budget ‘wonen boven winkels’ gehandhaafd. Het niet uitgegeven budget 2000 is een meevaller voor de raming.

 

POST 11.  MONUMENTEN

 

Ondanks het feit dat bewoners, stichtingen en verenigingen die eigenaar zijn van rijksmonumenten weer gebruik konden maken van de regeling, zijn de uitgaven in 2000 ver achter gebleven bij de raming. Gezien het grote belang van de verbetering van monumenten voor de binnenstad, is het budget voor de komende jaren desondanks gehandhaafd. Het niet uitgegeven budget 2000 is een meevaller voor de raming.

 

POST 12.  VERHUIS- EN HERINRICHTINGSKOSTEN

 

In 2000 is het budget verhuis- en herinrichtingskosten met ruim f. 193.000,- (ruim € 87.000,-) onderschreden. Dit werd met name veroorzaakt doordat de herstructurering in de Poptahof, waarmee wel rekening werd gehouden, niet op gang is gekomen. In deze meerjarenraming wordt rekening gehouden met de in de vorige MRSV aangekondigde eenmalige verlaging van het budget naar ƒ 200.000,- (€ 91.000,-). In de jaren daarna zullen naar verwachting enkele nieuwe plannen (oa. Genestetstraat, C. Boeroestraat en alsnog de Poptahof) leiden tot extra verhuiskostenvergoedingen. Reden waarom in 2002 en 2003 het budget weer is verhoogd tot f. 350.000,- (€ 159.000,-) per jaar. Het volume van de uitgaven blijft hiermee ongeveer gelijk aan de destijds in de MRSV 1999-2003 opgenomen bedragen. Het niet uitgegeven budget 2000 is een meevaller voor de raming.

 

POST 13.  OPPLUSSEN VAN DE WONINGVOORRAAD

 

De gemeente Delft heeft met de corporaties Delftwonen, Vestia en Vidomes in het kader van de nota ‘Wonen’ destijds de prestatieafspraak gemaakt om voor 2003 in totaal 2000 woningen geschikt te maken voor ouderen en mensen met een handicap (‘opplussen’ genaamd). Bij de laatste gesprekken tussen de Gemeente Delft en de Delftse corporaties over de nieuwe prestatieafspraken tot eind 2002 is dit opnieuw afgesproken. Bij de uitvoering van het experiment met 600 woningen om ervaring op te doen met opplussen hebben zich destijds (zie vorige MRSV) een aantal knelpunten voorgedaan waardoor een onvoorziene vertraging is opgetreden (oorzaken: capaciteitsgebrek, krapte op de bouwmarkt en technische in combinatie met financiële afwegingen). De huidige stand van zaken is dat van de lopende vijf projecten (326 woningen) er twee zijn afgevallen of ernstig vertraagd. De haalbaarheid van een of twee andere projecten is geheel of gedeeltelijk twijfelachtig gebleken. Conclusie ten aanzien van de lopende projecten is dan ook dat van de 326 woningen er in het gunstigste geval eind 2001/ begin 2002 slechts 218 opgeplust zullen zijn. Daarnaast zijn momenteel in totaal wel weer 761 woningen aangemeld voor een opplusbeurt. Zorgen over het uitvoeringstempo blijven echter op zijn plaats en de Gemeente Delft zal er dan ook bij de corporaties op blijven aandringen dat de afgesproken aantallen opgepluste woningen op tijd worden gerealiseerd. Verwijzend naar het gestelde in paragraaf 3.3, het collegeprogramma en naar de betreffende prestatieafspraken is voor de periode t/m 2002  voor een bijdrage aan het opplussen in deze MRSV opnieuw in totaal ƒ 2 mln. gereserveerd. Het niet uitgegeven budget 2000 is geen meevaller voor de raming, want de uitgaven schuiven door naar de volgende jaren.

5.1.3     STAAND BELEID

 

POST 14.  ONRENDABELE TOP

 


 

 


tabel 7: raming onrendabele top stadsvernieuwing

 

Toelichting per post

 

            Mojo

            Het plan omvat 5 woningen, een medische groepspraktijk (huisarts, fysiotherapeut, verloskundige e.d.) en een uitbreiding van het kantoor voor Mojo Concerts. Middels een openbare straat is een verbinding gemaakt met de Dirk Langenstraat. De bouw is inmiddels afgerond. De gemeente heeft conform de vorige MRSV in het boekjaar 2000 bijgedragen in de kosten van aanleg van het openbaar gebied, waarvan nog een klein deel resteerde. Naast deze bijdrage is door de gemeente voor een fietsenstalling ƒ 25.000,- betaald. Met deze bijdragen is bijgedragen aan een verhoging van de ruimtelijke kwaliteit in dit gebied van de binnenstad. Voor de periode 2001-2004 zijn voor dit plan verder geen uitgaven voorzien.

 

            Zuidpoort

            Zuidpoort  vormt de laatste grote ontwikkelopgave in de binnenstad. Het programma voor het   plangebied Zuidpoort bestaat uit 11000 m2 verkoopvloeroppervlakte voor winkels, een parkeergarage met 840 bezoekersplaatsen, een bioscoop en enkele horecagelegenheden, waaronder een discotheek. Daarnaast is voorzien in de bouw van ca. 250 appartementen. Binnen het project is ook de verplaatsing van de openbare bibliotheek en de verbouwing van het theater opgenomen. Het Zuidpoortproject is de uitvoeringsfase genaderd. In het najaar van 2001 is het definitief ontwerp voor veld 5 en 7 vastgesteld. Er is begonnen met het omleggen van kabels en leidingen en bodemsanering als eerste activiteit van het bouwrijp maken in dit gebied. Eind 2001 wordt begonnen met de bouw van de parkeergarage. Het winkelcentrum in het kerngebied en de onderliggende parkeergarage zal naar verwachting eind 2003 in gebruik worden genomen. In totaal is voor het project Zuidpoort vanuit de kasreserve stadsvernieuwing (post onrendabele top) nog ¦ 2,5 miljoen (€ 1,134 miljoen) beschikbaar. Dit bedrag is in de raming gefaseerd volgens de planning van het Zuidpoortproject.

 

            Paardenmarkt 1

Het door de stichting IPSE van de gemeente gehuurde complex Paardenmarkt 1 zal worden vervangen. Het is de bedoeling van IPSE om op deze plek een woningcomplex voor haar cliënten, een sociëteit, een dagcentrum voor kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap, centrum voor reguliere kinderopvang, alsmede 20 vrije sector appartementen te realiseren. Het 'hoofdgebouw' aan de Paardenmarkt wordt niet gesloopt, maar verbouwd. De rest van de huidige bebouwing wordt gesloopt en vervangen door nieuwbouw.

In combinatie met deze plannen worden parkeervoorzieningen uitgebreid en wordt het grachtenprofiel van de Kantoorgracht hersteld waardoor de aanleg van een openbare loop/fietsroute mogelijk wordt. De geraamde kosten voor het doortrekken van de kademuur en de aanleg van bestrating, verhoogd met voorbereidingskosten en BTW, worden conform de vorige MRSV ten laste van het Stadsvernieuwingsfonds gebracht.

 

POST 15.  VOORLICHTING EN INSPRAAK

 

            Deze post heeft betrekking op het organiseren van voorlichtings- en inspraakavonden in ruime zin. Doel van de bijeenkomsten is draagvlakvergroting voor -steeds meer in samenspraak met andere partijen te realiseren- herstructureringsplannen en (her)ontwikkelingsprojecten in de stad. Zo is bijvoorbeeld uit deze pot ook een bijdrage betaald voor het in het najaar van 2000 gehouden congres 'Delft op de schop voor 5 miljard'. Inspraak- en voorlichtingsavonden in het kader van het wijkbeheer worden elders gefinancierd. Het budget dat voorgesteld is in de MRSV 2001-2004, is gezien het huidige uitgavenpatroon gehandhaafd voor de komende jaren.

 

POST 16.  INCIDENTELE VOORZIENINGEN

 

            Deze post is bedoeld voor niet voorziene, kleine uitgaven in SV-gebieden.

 

POST 17.  VOORBEREIDINGSKOSTEN


 

 

 

tabel 8: voorbereidingskosten stadsvernieuwing

 

De bovenstaande tabel laat een verdeling zien over de diverse bij de stadsvernieuwing betrokken vakteams. Conform de vorige MRSV worden de totale uitgaven voor de komende planperiode op ƒ 900.000,- (€ 408.000,-) per jaar gehandhaafd. Dit laatste betreft ambtelijke advieskosten en overige kosten verband houdende met de voorbereiding van het te formuleren beleid rond herstructurering, zoals aangegeven in hoofdstuk 3.1.

 

POST 20.  AANKOOP SCHOLEN/ KERKEN

 

In deze MRSV wordt rekening gehouden een bijdrage voor de plannen voor de Paulusmavo, waardoor een extra bijdrage kan worden verleend voor de herontwikkeling van dit gebouw.

 

POST 21.  BEVORDERING HERSTRUCTURERING EN LEEFBAARHEID


 

 

 


            Zoals in de vorige Meerjarenramingen reeds was aangekondigd, komen bijdragen ten behoeve van lopende en nog op te starten herstructureringsplannen ten laste van deze categorie (zie paragraaf 3.1). Opgenomen is een raming van de naar verwachting op te nemen kostenposten in verband met nu lopende plannen en projecten. Zo is in deze post voor het eerst een bijdrage opgenomen voor de zgn. ‘wijkbudgetten’, te besteden aan een verhoging van de leefbaarheid in wijken van Delft. Ook zijn bijdragen opgenomen voor de tegemoetkoming voor bewoners vanwege de plannen rond de Genestetstraat en voor de bijdragen in verband met nader te bepalen investeringen in het openbaar gebied en organisatiekosten in verband met het ingevoerde wijkaandelensysteem rond het Minervaplein. Verder is een bijdrage voor de inrichting van een speelplek in verband met het nieuwbouwplan Koningsveld, dat momenteel in uitvoering is en wordt rekening gehouden met de afgesproken bijdrage voor de herinrichting van de in uitvoering zijnde herinrichting van het gebied rond jongerencentrum de Culture. Ook wordt een bijdrage voor de reeds geëffectueerde verplaatsing van de fa Prins en Koolschijn uit het gebied Hooikade – Zuideinde voorzien. Tenslotte worden er reserveringen voorzien voor nader te bepalen bijdragen aan lopende en/of op te starten herstructureringsprojecten (zoals de Poptahof) en voor herinrichting van het openbaar gebied rond de binnenkort te bouwen buurtaccommodaties (zie bouwtrajecten buurtaccommodaties). Voor alle bijdragen, met uitzondering van de aangegeven reserveringen, heeft reeds besluitvorming plaatsgevonden.

 

POST 22.  VOORBEREIDING BOUWTRAJECTEN BUURTACCOMMODATIES

 

Deze post is in deze raming komen te vervallen. De post is vervangen door post 17 (voorbereidingskosten).

 

POST 23.  UITVOERING BOUWTRAJECTEN BUURTACCOMMODATIES

 

Conform voorgaande Meerjarenramingen krijgt de bevordering van de leefbaarheid in wijken en de verschuiving in financiële zin van ‘hard’ naar ‘zacht’ prioriteit. In deze meerjarenraming is dit (opnieuw) vertaald in een bijdrage van in totaal ƒ 4 mln. aan de bouw van twee buurtaccommodaties. In 2000 heeft dit beleid nog niet tot uitgaven geleid. Dit kwam met name doordat de bouw nog enigszins vertraagd werd door bezwaren van omwonenden en een in combinatie hiermee te voeren WRO-procedure. De start van de bouwwerkzaamheden heeft medio 2001 plaatsgevonden.

 

POST 24.  INRICHTING BUURTACCOMMODATIES

 

Het betreft hier de kosten die verband houden met de inrichting van de nieuw te realiseren buurtaccommodaties. De geraamde inrichtingskosten per locatie zijn opgenomen in de verdeling van de post 'inrichting buurtaccommodaties'. Eind 2000 heeft de inrichting van de buurtaccommodatie Wippolder plaatsgevonden; de overige accommodaties volgen zodra de bouw is of wordt afgerond.

 

POST 25.  BIJDRAGE VENSTERSCHOOL

 

Onder deze categorie is zoals reeds was voorgesteld in de vorige MRSV een totaalbedrag opgenomen van f 3 mln. als bijdrage aan de realisatie het Brede School concept in Delft. Onder andere wordt is in dit kader de basisschool De Eglantier uitgebreid en aangepast waardoor er buitenschoolse opvang in het schoolgebouw kon plaatsvinden. Een deel van de hiermee gemoeide kosten is uit deze MRSV-post betaald. Met name zal uit deze post aan de beoogde verplaatsing van de Centrale Opvang (Buitenhof) worden bijgedragen. Verder wordt rekening gehouden met toekomstige bijdragen op nader te bepalen onderdelen van het Brede School concept.

 

5.2        INKOMSTEN

 

POST 1 en 2    RIJKSBIJDRAGE en RESERVEFONDS

 

In 2000 kwam de rijksbijdrage voor de stadsvernieuwing in Delft in totaal uit op ongeveer ƒ 5,8 mln. ofwel ca. € 2,6 mln. (rijksbijdrage en reservefonds bij elkaar). In 2001 is de laatste Rijksbijdrage ad ca ƒ 1,5 mln. (€ 0,7 mln.) verstrekt. Een en ander is in overeenstemming met de voornemens van het Rijk om -onder handhaving van de bestaande verdeelsleutels en afspraken- de stadsvernieuwingsregeling af te bouwen. Vanaf 2002 ontvangt Delft geen Rijksbijdrage meer. De scherpe terugval in inkomsten met ingang van 2001- zoals in de vorige Meerjarenramingen reeds was aangekondigd - tekent zich nu dus duidelijk af. In het kader van de voorgenomen stopzetting van de rijksbemoeienis met de stadsvernieuwing (zie brief van de staatssecretaris d.d. 22 februari 2000) moeten de SV-gemeenten per 1 januari 2005 zelfs alle niet verplichte middelen uit het SV-fonds aan het Rijk terugbetalen. Hierdoor zal Delft in de komende tijd aandacht moeten blijven geven aan de uitvoeringsdiscipline, maar bijvoorbeeld ook het goed registreren van huidige betalingen en lopende verplichtingen.

 

Voor de verdeling van het inmiddels via de provincie ZH verstrekte (en nog te verstrekken) budget ‘stedelijke vernieuwing’ is/wordt een aparte Meerjarenraming voor het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (de MR-ISV) vastgesteld. 

 

POST 3 en 4    GEMEENTELIJKE BIJDRAGE en RENTE/ PRIJSCOMPENSATIE.

 

            Overeenkomstig de vorige MRSV is de gemeentelijke bijdrage met ingang van 2001 gehandhaafd op ƒ 751.000,- (€ 341.000,-) per jaar.

 


 

HOOFDSTUK 6.                                                                                              INSPRAAKPROCEDURE

 

 

Het concept voor de Meerjarenraming Stadsvernieuwing 2002-2004 is van 15 oktober tot 28 oktober 2001 ter visie gelegd. Op 16 oktober 2001 is een inloopspreekuur voor belanghebbenden georganiseerd. Een en ander is in de plaatselijke pers bekend gemaakt. Belanghebbenden zijn met deze procedure in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren, dan wel zijn of haar zienswijze kenbaar te maken. Op het inloopspreekuur hebben zich geen belanghebbenden gemeld. Wel zijn –door drie Delftse woningbouwcorporaties- schriftelijk zienswijzen ingediend bij ons college. Deze zienswijzen hebben niet geleid tot wijziging van de concept MRSV, omdat een aantal ‘claims’ reeds kunnen worden gehonoreerd via de voorliggende MRSV en andere naar ons oordeel geen betrekking hebben op deze Meerjarenraming. De zienswijzen worden hieronder punt voor punt beschreven.

 

1.    Woningbouwcorporatie Duwo: gaat ervan uit dat eventuele financiele verplichtingen voortkomend uit de nieuwe prestatie-afspraken tussen gemeente en corporaties, in de MRSV zijn opgenomen.

 

Reactie: Het ter visie gelegde concept voor de MRSV houdt rekening met de prestatieafspraken, zoals deze ten tijde van de opstelling van het stuk ‘vigeerden’. Een voorbeeld hiervan zijn de met het ‘opplussen’ verband houdende budgetten. Over nieuwe prestatieafspraken wordt momenteel overlegd tussen de (gezamenlijke) corporaties en de Gemeente Delft. Het is niet mogelijk daar nu reeds rekening mee te houden. Mochten vernieuwde prestatieafspraken leiden tot (door de corporaties onderbouwde) financiële ‘claims’ bij de Gemeente Delft, en wij zijn van oordeel dat een gemeentelijk bijdrage gerechtvaardigd is, dan zullen wij ons daarna beraden over de financiering daarvan. Hierbij zal wat ons betreft niet op voorhand een beroep kunnen worden gedaan op de MRSV. In algemene zin gaat ons college ervan uit dat de Delftse woningbouwcorporaties overeenkomstig het landelijk beleid kunnen worden geacht de eigen verantwoordelijkheid op het gebied van de volkshuisvesting meer en meer op te pakken, zodat specifieke op hen gerichte overheidssubsidies in de toekomst in principe niet (meer) aan de orde zullen zijn, temeer daar met name de Delftse (woningmarkt)situatie kostendekkende exploitaties veelal gewoon mogelijk maakt.

 

2.    Woningbouwcorporatie Duwo: wil voor de financiering van ‘eventuele onrendabele investeringen in het TU-gebied’ een beroep kunnen doen op de MRSV.

 

Reactie: Het TU-gebied is geen stadsvernieuwingsgebied in de zin van de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing (WSDV) dus zouden investeringen uit het SV-fonds in strijd zijn met de wet. Ons college hanteert voorts het principe dat uit de MRSV geen onrendabele investeringen van marktpartijen of corporaties worden gesubsidieerd.

 

3.    Woningbouwcorporatie Delftwonen: wenst subsidie uit de MRSV voor (in principe) extra geluidswerende maatregelen in fase 3 van het herstructureringsproject Die Delfgaauwse Weye ad ƒ 1.500.000,- (€ 680.700,-).

 

Reactie: Ons college hanteert het principe dat uit de MRSV geen onrendabele investeringen van marktpartijen of corporaties worden gesubsidieerd. Voor het plan DDW zijn wel reeds gelden opgenomen voor verhuiskostensubsidies en in de voorliggende MRSV is (in de jaren t/m 2003) een budget opgenomen voor de herinrichting -door de gemeente- van het openbaar gebied (zie ‘gebieden en projecten’, post 6).


 

4.  Woningbouwcorporatie Vestia: vraagt subsidie uit de MRSV voor de zgn. Vermeertoren (van Foreestweg, hoek Provinciale Weg).

 

Reactie: Ons college hanteert het principe dat uit de MRSV geen onrendabele investeringen van marktpartijen of corporaties worden gesubsidieerd. Via het bouwprogramma buurtaccommodaties heeft de Gemeente Delft voor het onderdeel jongerenaccommodatie gelden gereserveerd.

 

5.  Woningbouwcorporatie Vestia: wenst handhaving van het (geindexeerde) budget verhuis- en herinrichtingskosten.

 

Reactie: In de voorliggende MRSV wordt de post verhuis- en herinrichtingskosten t/m 2003 gehandhaafd. Hiermee is in totaal € 408.000,- gemoeid (zie ‘subsidies’, post 12). In de MR-ISV wordt de regeling daarnaast in 2004 gecontinueerd. Omdat de WSDV Rijks-bijdragen niet geïndexeerd zijn en gezien de huidige onderschrijdingen op dit budget, heeft ons college er niet voor gekozen de verhuis- en herinrichtingskostenbijdrage te indexeren.

 

6.    Woningbouwcorporatie Vestia: wenst een budget voor herinrichting van de woonomgeving voor een aantal door haar in voorbereiding genomen (of te nemen) projecten.

                                                          

Reactie: In de voorliggende MRSV is onder post 7 (categorie ‘gebieden en projecten’) in het jaar 2003 een budget vrijgemaakt voor de herinrichting van het openbaar gebied in de Wippolder fase 2. Voor de overige projecten van Vestia is vooralsnog geen budget opgenomen in de MRSV, simpelweg omdat deze projecten nog niet voldoende zijn uitgewerkt zodat (nog) niet kan worden beoordeeld of een bepaalde bijdrage op zijn plaats is.

 

7.  Woningbouwcorporatie Vestia: wenst subsidie voor communicatieplannen, verband houdende met de betreffende projecten.

 

Reactie: De kosten voortkomende uit het informeren van huurders dienen naar ons oordeel zonder meer voor rekening te komen en te blijven van de corporaties. Voor een aantal gemeentelijke kosten rond voorlichting en inspraak is in de MRSV wel een post opgenomen (zie ‘staand beleid’, post 15).

 

8.  Woningbouwcorporatie Vestia: wenst extra subsidie op het realiseren van gebouwde of ondergrondse parkeeroplossingen voor nieuwbouw van sociale huurwoningen in herstructureringsgebieden waar geen sprake is van betaald parkeren.

 

Reactie: Ons college hanteert het principe dat uit de MRSV geen onrendabele investeringen van marktpartijen of corporaties worden gesubsidieerd. Voorts constateren wij dat een eventuele ‘claim’ van Vestia op dit punt niet is uitgewerkt, zodat niet kan worden beoordeeld of er sprake is van een ‘gemeentelijk belang’ resp. dat er eventueel een gemeentelijke bijdrage aan de orde zou kunnen zijn.

 

9.  Woningbouwcorporatie Vestia: wenst subsidie voor de aankoop van de Mattheuskerk en de Burney Bosschool.

 

Reactie: Ons college hanteert het principe dat uit de MRSV geen onrendabele investeringen van marktpartijen of corporaties worden gesubsidieerd. Voorts constateren wij dat een eventuele ‘claim’ van Vestia op dit punt niet is uitgewerkt, zodat niet kan worden beoordeeld of er sprake is van een ‘gemeentelijk belang’ resp. dat er eventueel een gemeentelijke bijdrage aan de orde zou kunnen zijn. De aankoop door Vestia van de Burney Bosschool is tenslotte volgens onze informatie onzeker daar het lopende haalbaarheidsonderzoek nog niet is afgerond.

10. Woningbouwcorporatie Vestia: wenst subsidie voor de drainage van het hofje van Pauw.

 

Reactie: Een dergelijke uitgave past op zich niet in ons beleid, daar het betreffende hofje geen openbaar gebied betreft. Desondanks is ons college van oordeel dat gezien het gemeentelijk belang bij het goed functioneren van dit hofje een beperkte bijdrage voor deze drainagemaatregelen ondergebracht kan worden bij de reeds opgenomen post 2c ‘binnenstad overig’ in deze MRSV. Deze post is immers reeds bedoeld voor drainagemaatregelen in de binnenstad. Voordat sprake kan zijn van daadwerkelijke subsidiering, dient de corporatie haar voorstel echter eerst verder uit te werken qua kosten en urgentie.

 

11.   Woningbouwcorporatie Vestia: wenst subsidie voor extra ondergrondse vuilcontainers.

 

Reactie: De financiering van het programma ondergrondse containers wordt reeds gefinancierd via andere trajecten (EZH-gelden, reinigingsrechten, reguliere budgetten alsook via een bijdrage van de corporaties zelf). Een bijdrage vanuit de MRSV is daarom niet aan de orde. Bovendien valt het programma niet onder ‘stadsvernieuwing’.

 

12.   Woningbouwcorporatie Vestia: wenst extra stimuleringssubsidie voor het verkrijgen van deelcertificaat veilig wonen voor bestaande corporatiewoningen.

 

Reactie: Als het gaat om het ‘veilig wonen’ heeft de Gemeente Delft in principe een taak als het gaat om een veilig openbaar gebied en de corporaties/eigenaren als het gaat om veilige woningen en complexen. Een ambtelijke projectgroep heeft in het kader van het veiligheidsbeleid een nota over veilig wonen uitgebracht. In overleg met de corporaties zal deze nota uitgewerkt worden in een plan van aanpak. Uitgangspunt is dat de kosten van het project niet uit de MRSV maar uit veiligheidsbudgetten gefinancierd zullen worden. Financiering van veiligheidsmaatregelen uit de MRSV is niet mogelijk daar deze maatregelen niet vallen onder ‘stadsvernieuwing’ en niet (alleen) de stadsvernieuwingsgebieden betreffen.

 

13.   Woningbouwcorporatie Vestia: wenst extra subsidiebijdrage voor blauwe daken programma huurwoningen.

 

Reactie: Ook dit programma valt buiten de ‘stadsvernieuwing’, dus is niet opgenomen in deze MRSV. Wel is in het kader van het Delfts Energie Agentschap afgesproken dat Vestia een gemotiveerd voorstel indient bij het energiefonds.

 

14.   Woningbouwcorporatie Vestia: wenst subsidie voor een te houden onderzoek naar de mogelijkheden voor een ouderenloket Delft

 

Reactie: Dit valt buiten het kader van de ‘stadsvernieuwing’, dus is niet opgenomen in deze MRSV.

 

15.   Woningbouwcorporatie Vestia: stelt voor de subsidieregeling ‘opplussen’ nader onder de loep te nemen.

 

Reactie: Ons college is gezien de onderschrijding tot nu toe van mening dat de bestaande budgetten voor ‘opplussen’ (MRSV, SEV-subsidie) voldoende zijn. Over de regeling is separaat overleg geweest (gaande) tussen de Gemeente Delft en de corporaties. Wij zijn gezien de resultaten en de doelstelling vooralsnog van oordeel dat de opplus-regeling geen of weinig aanpassing behoeft.

 

16.   Woningbouwcorporatie Vestia: wenst subsidie ad ƒ 100.000,- a ƒ 150.000,- voor een plan van aanpak voor twee woonwagenlokaties in Delft.

 

Reactie:  Dit valt buiten het kader van de ‘stadsvernieuwing’, dus is niet opgenomen in deze MRSV. Voorts is het beheer van de woonwagenlocaties een verantwoordelijkheid van Vestia.

 

17.   Woningbouwcorporatie Vestia: wenst subsidie voor het maken van grote woningen.

 

Reactie: Tot nu toe is in het kader van de prestatieafspraken met de corporaties afgesproken dat jaarlijks 5 grote woningen worden gebouwd of verbouwd, waarbij de financiering geheel door de corporatie(s) zelf wordt geregeld.

 

18.   Woningbouwcorporatie Vestia: wenst subsidie voor toeristische herontwikkeling van de Rotterdamseweg ter hoogte van de Porseleyne Fles.

 

Reactie: Ons college hanteert het principe dat bij dergelijke projecten geen onrendabele investeringen van marktpartijen of corporaties worden gesubsidieerd. Verder valt een investering voor dit plan buiten het bestek van de ‘stadsvernieuwing’. Het project past op zich wel in de ISV-doelstellingen (zie MR-ISV).

 

 

HOOFDSTUK 7                                                                                               VOLUMEBESLUIT

 

 

Voor 2002 zijn voor subsidies aan derden de volgende bedragen beschikbaar:

 

·       voor de gevelaanpak                                                                             68.000,-

·       voor restauratie van monumenten                                                                    454.000,-

·       voor verhuis- en herinrichtingskosten                                                    159.000,-

·       voor steun aan bedrijven in aangewezen gebieden                                 204.000,-

·       voor wonen boven winkels                                                                     15.000,-

·       voor het opplussen van de woningvoorraad                                            590.000,-

                                                                                                                                 -----------------

Totaal volumebesluit                                                                                        € 1.489.000,-

 

 


HOOFDSTUK 8.                                                                  TOELICHTING BIJ DE REKENING 2000

 

 


 


tabel 9: overzicht rekening stadsvernieuwing 2000

 

 

8.1        Uitgaven                                                                                                   N = nadeel  

     V = voordeel

(bedragen afgerond op ƒ 1.000,- resp. € 1.000,-)

 

1.         HOOIKADE - ZUIDEINDE   ¦ 245.000,- (€ 111.000,-)  V

De uitgaven zijn lager dan de raming. Dit wordt veroorzaakt doordat de milieumaatregelen NSD niet getroffen behoefden te worden. Verder is er een onderschrijding van de kosten bouw- en woonrijpmaken. Per saldo is hier sprake van een meevaller omdat er geen kosten voor het bouw/woonrijp maken doorschuiven naar 2001. De exploitatie van het gebied is afgesloten.

 

2.         BINNENSTAD    ¦ 2.230.000,- (€ 1.012.000,-)  V

De uitvoering van de plannen in het Doelengebied  fase 2a en 2b hebben zoals gemeld in de vorige MRSV vertraging opgelopen. De uitgaven voor aankopen en bouw- en woonrijp maken zijn daardoor opnieuw achtergebleven bij de raming en de geraamde opbrengsten (verkopen) zijn deels gerealiseerd. De sloopkosten van het Waterloopkundig laboratorium zijn meegevallen. De drainagemaatregelen in de binnenstad zijn wel uitgevoerd, maar niet geboekt ten laste van het stadsvernieuwingsfonds. Per saldo is er voor de binnenstad gedeeltelijk sprake van een meevaller. Een gedeelte van de kosten en opbrengsten schuift door naar 2001 en later.

           

4.                   IN DE VESTE

            De uitgaven en inkomsten zijn conform de raming (zeer kleine meevaller)

 

5.         ZONNEWIJZER

De uitgaven en inkomsten zijn conform de raming (kleine tegenvaller)

 

6.         DIE DELFGAAUWSE WEYE ƒ 132.000,- (€ 60.000,-) V

Het voordelig saldo houdt verband met de inkomsten van het Rijk, die niet in 2000 maar in 1999 waren voorzien. Voor de raming is dit geen meevaller.

 

7.                   WIPPOLDER ƒ 174.000,- (€ 79.000,-) N

De kosten bouw- en woonrijp maken zijn iets hoger uitgevallen dan geraamd. Dit is voor de raming een tegenvaller.

 

8a.       AFGESLOTEN PLANNEN ƒ 30.000,- (€ 14.000,-) N

Deze post heeft te maken met administratieve boekingen. Dit is een tegenvaller voor de raming.

 

 

8b.       BEDRIJVENSUBSIDIE  ¦ 192.000,- (€ 87.000,-)  V

Er is opnieuw sprake van ‘onderschrijding’ van de begroting. Het uitgavenvolume loopt terug. Daarnaast blijken de verplichtingen telkenmale niet de verwachte uitgaven op te leveren. Vanwege het teruglopend uitgavenvolume is in deze raming verondersteld dat de lopende verplichtingen uit de komende –gehandhaafde- budgetten kunnen worden gefinancierd. Hierdoor is er sprake van een meevaller.

 

9.         PARTICULIERE WONINGVERBETERING  ¦ 127.000,- (€ 58.000,-) V

            Hier is sprake van een ‘onderschrijding’ van het budget, gezien de geboekte uitgaven. Voor de raming is dit een meevaller.

 

10.       WONEN BOVEN WINKELS  f 32.000,- (€ 15.000,-) V

De uitgaven zijn achtergebleven bij de raming. Dit is een meevaller.

 

11.       MONUMENTEN  ¦ 404.000,- (€ 183.000,-)  V

De vorig jaar aangekondigde onderschrijding op verplichtingenbasis zet zich door. Er is veel minder uitgegeven dan begroot. Ook dit is een meevaller.  

 

12.       VERHUIS- EN HERINRICHTINGSKOSTEN  ¦ 107.000,- (€ 49.000,-)  V   

            Er is veel minder uitgegeven dan geraamd. Ook dit is een meevaller omdat de kosten niet doorschuiven.

 

13.       OPPLUSSEN ƒ 698.000,- (€ 317.000,-) V

Er is veel minder uitgegeven dan geraamd. Omdat de kosten doorschuiven in verband met het te verhogen tempo van opplussen, is dit geen meevaller voor de raming.

 

14.       ONRENDABELE TOP

De uitgaven zijn conform de raming.

 

15.               VOORLICHTING EN INSPRAAK

De uitgaven zijn conform de raming (kleine tegenvaller).

           

16.       INCIDENTELE VOORZIENINGEN

De uitgaven zijn conform de raming (kleine tegenvaller).

 

17/18.   VOORBEREIDINGSKOSTEN   ¦ 222.000,- (€ 101.000,-)  V

Er is minder uitgegeven dan geraamd. De onderschrijding houdt voornamelijk verband met het feit dat bepaalde vakteams minder dan verwacht een beroep deden op deze post. Voor de raming is dit een meevaller.

 

19.       OVERIGE KOSTEN   ¦ 57.000,- (€ 26.000,-) N

Een en ander houdt voornamelijk verband met enkele verrekeningen. Dit is een kleine tegenvaller t.o.v. de raming.

 

20.       AANKOOP SCHOLEN/ KERKEN

De uitgaven zijn conform de raming

 

21.       BEVORDERING LEEFBAARHEID EN HERSTRUCTURERING: ƒ  909.000,- (€ 412.000,-) V

            De herstructureringsplannen van met name de Poptahof hebben een onvoorziene vertraging opgelopen. De begrote kosten voor leefbaarheid en herstructurering schuiven echter door naar latere jaren, zodat er geen sprake is van een meevaller.

 

22.       VOORBEREIDING BOUWTRAJECTEN BUURTACCOMMODATIES ƒ 90.000,- (€ 41.000,-) V

            De voorbereidingskosten vallen gunstiger uit dan de raming. Dit is formeel gezien een meevaller, omdat de kosten niet doorschuiven. Feit is dat deze kosten ten laste van de post voorbereiding zullen worden gebracht, dus geen meevaller zijn.

 

23.       UITVOERING BOUWTRAJECTEN BUURTACCOMMODATIES ƒ  1.000.000,- (€ 454.000,-) V

            De kosten voor deze post schuiven door naar 2001 en later. Dit is geen meevaller.

 

24.       INRICHTING BUURTACCOMMODATIES f 21.000,- (€ 10.000,-) V

            Door onvoorziene vertraging in de planvorming schuiven ook deze kosten door naar 2001 en later. Ook dit is dus geen meevaller.

 

25.       BIJDRAGE VENSTERSCHOOL ƒ 145.000,- (€ 66.000,-) N

Een kleine tegenvaller voor de raming in verband met de uitvoering van het Vensterschoolprogramma.

 

8.2       Inkomsten

 

1.         RIJKSBIJDRAGE ƒ 183.000,- (€ 83.000,-) V

Een meevaller voor de raming. Dit werd veroorzaakt door een onvoorziene ‘prijsbijstelling 2000’ ad ƒ 183.260,- (€ 83.160,-).

 

2.         RESERVEFONDS

            Conform raming.

 

3.         GEMEENTELIJKE BIJDRAGE

            Conform de begroting.

 

4.         RENTE   ¦ 59.000,- (€ 27.000,-)  N

Er is een bedrag minder aan rente ontvangen dan destijds geraamd. Dit is een tegenvaller voor de raming.

 

 

 

 

 

Colofon

 

Uitgave                         Gemeente Delft,

                                   Cluster Wijk- en Stadszaken

                                   Sector Wijkzaken en Projecten

                                   december 2001

 

Realisatie                     Gemeente Delft (binnenwerk), pm (kaft)

 

Druk                            pm

                                   Oplage 100 stuks

 

Informatie                     Wijkzaken en Projecten,

                                   P.A.M. (Peter) de Jong, S. (Nicky) Bouman

                                   tel.                 (015) 2602508, 2602774

                                   bezoekadres: Barbarasteeg 2, Delft

                                   postadres:      Postbus 340, 2600 AH Delft

                                   emailadres:    pdjong@delft.nl

 

Copyright                      Gemeente Delft

                       



[1]              Belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld tijdens de ter visielegging   schriftelijk te reageren, dan wel zijn of haar reactie kenbaar te maken tijdens het inloopspreekuur.