Meerjarenraming
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (MR-ISV) 2001 - 2004 Stuknr.
01/025146; Vastgesteld gemeenteraad d.d. PM
Inhoud Pag.
Hoofdstuk
1.
Inleiding 2
1.1 Samenvatting.................................................................................... 2
1.2 Relatie Meerjarenraming ISV en Delfts OntwikkelingsProgramma 3
1.3 Provinciale bijdrage voor de stedelijke
vernieuwing........................ 3
Hoofdstuk
2.
Besluitvormingsprocedure MR-ISV 2000-2004 4
Hoofdstuk
3. Beleid voor
de stedelijke vernieuwing Delft 4
3.1 Themaprogramma
wonen...................................................................... 4
3.2 Themaprogramma economie................................................................. 5
3.3 Themaprogramma
mobiliteit........
.............................................. 5
3.4 Themaprogramma duurzaamheid...........
.................................... 5
3.5 Themaprogramma leefbaarheid.............................................................. 5
3.6 Resultaten ISV monitor 2000
...
.. 5
3.7 Beleid stedelijke vernieuwing samengevat......................................
.. 8
3.8 Van beleid naar
uitvoering.............................................................
.... 8
Hoofdstuk
4.
Totaaloverzicht MR-ISV 2000 - 2004 9
Hoofdstuk
5. Toelichting per post 10
5.1 Uitgaven..........................................
.................................................. 10
Wonen...............................
..................................................... 10
Economie........................
.......................
............................ 11
Mobiliteit......................
.......................................................... 13
Duurzaamheid................................
........................................ 14
Leefbaarheid................................
........................................... 18
5.2 Inkomsten...............................................
..
...................................... 21
ISV bijdrage provincie
ZH.............
........................................ 21
Wbb-gelden provincie
ZH.......................................................... 21
Gevelisolatie-gelden provincie
ZH............................................. 22
PSB-gelden provincie
ZH
.....
.. 22
Rente/
prijscompensatie.............................................................. 22
Hoofdstuk
6.
Inspraakprocedure 22
Hoofdstuk
7. Verdeelbesluit 26
1. ISV-monitor
2000: inhoudelijk
.. 28
3. ISV-monitor 2000: procesformat
35
HOOFDSTUK
1.
INLEIDING
1.1 Samenvatting
Stedelijke
vernieuwing gaat om fysieke ingrepen ter verbetering van de woon- en
leefomgeving, dus niet om stadsvernieuwing alleen. Deze definitie laat ook
ruimte voor economische, leefbaarheids-, mobiliteits- en
duurzaamheidsprogrammas en geeft daarmee meer mogelijkheden om te komen tot
integratie en afstemming van beleidsvelden. Door de introductie van het begrip
stedelijke vernieuwing zijn gemeenten Stadsvisies en Ontwikkelingsprogrammas
uit gaan werken in uitvoeringsgerichte programmas en projecten, meer gaan
denken in termen van resultaat en meer gaan doen aan verdere ontwikkeling op
alle onderdelen van stedelijk beleid.
De wet
Stedelijke Vernieuwing is eind 2000 met terugwerkende kracht per 1 januari 2000
in werking getreden. In overeenstemming met de door het Rijk geformuleerde
ISV-prestatievereisten en met het ISV-beleidskader van de provincie Zuid
Holland heeft de gemeente Delft in april 2000 het Delfts OntwikkelingsProgramma
(DOP) vastgesteld als basis voor de aanvraag van ISV middelen bij de provincie.
In het DOP geeft de gemeente Delft aan wat zij de komende periode samen met de
lokale partners ž corporaties,
ontwikkelaars/bouwers, bewoners, bedrijven
en instellingen ž wil bereiken rond de themas:
economie, wonen, mobiliteit, leefbaarheid en duurzaamheid. Per
themaprogramma zijn in het DOP de verschillende te bereiken effecten
geformuleerd. Op basis van deze effecten vindt monitoring plaats en zal na
afloop van het eerste ISV-tijdvak verantwoording plaatsvinden. Via een vijftal
gebiedsgerichte programmas, te weten: Spoorzone, Woonwijken,
Binnenstad/Zuidpoort, TU-gebied en Schie-oevers, worden de plannen uitgevoerd.
Het DOP is eind mei 2000 ingediend bij de provincie Zuid Holland. De
ISV-bijdrage bedraagt over de gehele periode (2000 t/m 2005) circa 25,3 miljoen gulden ( 11,5 miljoen euro),
zijnde het door de provincie vastgestelde indicatief ISV-budget voor Delft.
Voor de
verdeling van de ISV-bijdrage wordt dit jaar opnieuw een Meerjarenraming voor
de besteding van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (MR-ISV)
aan de raad voorgelegd, zodat de door de provincie Zuid Holland te verlenen
voorschotten op de vast te stellen ISV-bijdrage voor het eerste tijdvak voor
Delft kunnen worden verdeeld en besteed. In de MR-ISV 2001 - 2004 komt,
overeenkomstig de voorgaande MR-ISV 2000 2005, opnieuw nadruk te liggen op de
omslag van hard naar zacht. Hierbij gelden de volgende prioriteiten:
voortzetting van het ingezette stadsvernieuwingsbeleid (zoals de bevordering
van de herstructurering en leefbaarheid, het opplussen, gevelaanpak, wonen
boven winkels, monumenten, verhuis- en bedrijvensubsidies en
voorbereidingskosten) en bijdragen aan de overige prioriteiten uit het DOP,
voor zover zij niet elders gedekt worden (zoals de revitalisering en verduurzaming
van het gebied Schie-oevers, ontwikkeling TU-terrein, Aardewerkcentrum,
Stadshal, autoluwe binnenstad, water en ecologie, bodemsanering,
geluidssanering, veiligheid, Twinning centre, service- en informatiepunten/
Vensterschool en enkele nieuwe sociaal-culturele, educatieve en
sportvoorzieningen en tenslotte de verplaatsing van scholen resp. de invoering
van het Brede School concept). Om de ISV-gelden in 2002 te kunnen besteden, is
het van belang dat er door de Gemeenteraad nog in 2001 een geactualiseerde
Meerjarenraming voor het ISV wordt vastgesteld.
In het kader van de stedelijke vernieuwing wordt gewerkt aan:
ˇ
Uitvoering van in de vorige MR-ISV aangegeven
(deel)programmas en projecten;
ˇ
Ontwikkeling van een lokaal systeem van kwaliteitszorg, dat
de koppeling legt tussen de programmas/ projecten enerzijds en de te bereiken
effecten anderzijds;
ˇ
Koppeling van de ISV-programmas en projecten met de
jaarlijkse gemeentelijke begrotingscyclus;
ˇ
Opzetten van een formele, interne organisatiestructuur;
ˇ
Vormgeven van afstemming en participatie van provincie,
regio, buurgemeenten en lokale externe partijen.
De eerste
drie acties worden met de voorliggende geactualiseerde Meerjarenraming
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (MR-ISV) ingelost, maar ook (en
vooral) met de voortgaande uitwerking van de diverse opgenomen ISV-programmas
en projecten.. Een relatie met de begrotingscyclus is gelegd via de Zomernota
2002-2005, die onlangs is vastgesteld. In de Zomernota maakt de stedelijke
vernieuwing onderdeel uit van het beleidsmatig gedeelte. Tegelijkertijd met het vaststellen van de
MR-ISV wordt door de raad een ISV-verdeelbesluit en een besluit tot
wijziging van de gemeentebegroting genomen. De laatste twee acties
(organisatiestructuur en afstemming/ participatie) hebben de nodige aandacht
gekregen via de gemeentelijke reorganisatie (vorming van de Cluster Wijk- en
Stadszaken resp. de Directie Programmas en Projecten) en het door de provincie georganiseerde regionaal
overleg en afstemming (zie de nota dansen door de schalen). Een van de zaken die in regionaal verband
spelen, is de beoogde samenwerking tussen de gemeenten Delft en Schipluiden
over de gemeenschappelijke herontwikkeling van de Harnaschpolder.
1.2 Relatie tussen MeerjarenRaming Stedelijke Vernieuwing (MR-ISV)
en het Delfts OntwikkelingsProgramma (DOP)
1.3 Provinciale bijdrage voor
stedelijke vernieuwing
Delft
ontvangt de ISV-voorschotten met ingang van 1 januari 2000 van de provincie
Zuid Holland. Dit geld staat los van de stadsvernieuwingsgelden, die Delft nog
t/m 2001 rechtstreeks van het Rijk ontvangt. Voor de verdeling van deze
stadsvernieuwingsgelden wordt verwezen naar de Meerjarenraming Stadsvernieuwing
(MRSV 2001-2004 wordt separaat vastgesteld).
Delft is
in 1999 in het kader van het ISV aangewezen als zgn. niet rechtstreekse
programma-gemeente. Door de indiening van het DOP krijgt de gemeente Delft
ISV-voorschotten van de provincie Zuid Holland. De provincie Zuid Holland heeft
de indicatieve bijdrage vastgesteld op ca. f. 25,3 mln. gulden ( 11,5 mln.
euro) over de periode 2000 t/m 2004.
De
provincie Zuid Holland heeft het Delfts OntwikkelingsProgramma op 26 september
2000 goedgekeurd. Op 31 juli 2001 heeft zij deze goedkeuring aangevuld met een
aantal aanvullende voorwaarden, die in het verdere traject zullen worden
meegenomen. Inmiddels is het ISV-voorschot voor 2000 door de provincie
uitbetaald en worden de ISV-voorschotten voor 2001 uitgekeerd. Door de
provincie Zuid Holland is separaat gevraagd om de zgn. herijkingsmodule voor
de in het ISV onder te brengen bodemsaneringsgevallen, voorheen gefinancierd
via de Wet Bodembescherming (Wbb). De Gemeente Delft heeft haar herijkingsmodule
hiertoe medio 2001 opgestuurd aan de provincie. In deze MR-ISV wordt ervan
uitgegaan dat de provincie positief reageert op het verzoek van Delft om naast
de bovengenoemde indicatieve bijdrage in totaal ruim 27 mln. gulden (ca.
12,3 mln. euro), ofwel 23,5 mln. gulden (ca. 10,7 mln. euro) meer dan in de
vorige MR-ISV nog was opgenomen, over te dragen uit het Wbb-budget in het ISV.
Eind 2000
zijn daarnaast op het verzoek van de Provincie Zuid Holland besprekingen
gestart om invulling te geven aan het Provinciaal Grote Stedenbeleid (PSB). Dit
heeft geleid tot een drietal additionele projecten, die in het kader van de
MR-ISV uitgevoerd zullen worden (zie toelichting per post). Dit zal voor de
periode t/m 2003 naar verwachting tot een extra provinciale bijdrage ad
900.000,- ( 408.402,-) leiden. Deze bijdrage is (vooruitlopend op de
ondertekening van het convenant PSB) in deze Meerjarenraming opgenomen. De
ondertekening van het genoemd convenant zal naar verwachting in het najaar 2001
plaatsvinden.
HOOFDSTUK 2. BESLUITVORMINGSPROCEDURE MR-ISV 2001 - 2004
Het
tijdpad van de besluitvorming is als volgt:
Vaststelling
concept MR-ISV in college 02-10-2001
Concept
MRSV ter visie [1]) 15-10-2001
tot 28-10-2001
Inloopspreekuur 16-10-2001
Vaststelling
MR-ISV in college 20-11-2001
Bespreking
MR-ISV in de commissie Leefbaarheid 06-12-2001
Vaststelling
MR-ISV in de gemeenteraad 20-12-2001
HOOFDSTUK 3. BELEID VOOR DE STEDELIJKE
VERNIEUWING IN DELFT
Het
Delftse beleid rond stedelijke vernieuwing is gegroepeerd rond een vijftal
themaprogrammas en een vijftal gebiedsgerichte programmas zoals beschreven in
het DOP. Per themaprogramma zijn destijds in het DOP meetbare doelstellingen
geformuleerd. Hieronder volgt per themaprogramma een kort overzicht van de
prioriteiten in het kader van deze Meerjarenraming. Er wordt daarbij kort
aangegeven welke relatie er is met de te bereiken effecten in het kader van het
ISV. Voor meer gedetailleerde informatie over deze te bereiken effecten wordt
kortheidshalve verwezen naar de MR-ISV 2000-2004 en naar het DOP. In paragraaf
3.6 (resultaten ISV-monitor) en in de bijlagen wordt verder ingegaan op de
vraag of en in hoeverre de te bereiken effecten ook echt zijn of worden
bereikt.
3.1 Themaprogramma wonen.
In deze MR-ISV
zijn overeenkomstig de vorige raming - de volgende prioriteiten opgenomen:
1.
Continuering van het huidige stadsvernieuwingsbeleid,
zoals beschreven in de Meerjarenraming Stadsvernieuwing (MRSV), in 2003 en
2004;
2.
De mogelijke behoefte aan middelen voor de uitvoering van
het convenant met de gemeente Schipluiden over onder meer de herontwikkeling
van de Harnaschpolder.
3.2 Themaprogramma economie.
Voor dit
themaprogramma gelden overeenkomstig de vorige raming - de volgende
prioriteiten:
1. De ontwikkeling
van het TU-terrein;
2. Voortzetting
van de bedrijvensubsidie Binnenstad, zoals beschreven in de
Meerjarenraming Stadsvernieuwing (MRSV), in 2004;
3. Revitalisering
en verduurzaming Schie-oevers;
4. Bijdrage
aan de realisering van een Aardewerkcentrum;
5. Bijdrage
aan de realisering van een Stadshal;
6. Bijdrage
aan de realisering van een Twinning Centre, Radex en BTC.
3.3 Themaprogramma mobiliteit
Het
gemeentebestuur wil in deze MR-ISV overeenkomstig de vorige raming - aan de
realisatie van het programma autoluwe Binnenstad voorrang geven.
3.4 Themaprogramma duurzaamheid
In deze
MR-ISV zijn overeenkomstig de vorige raming - de volgende prioriteiten
opgenomen:
1. Voortzetting
van het programma drainage-maatregelen Binnenstad;
2. Bijdrage
aan het programma Water en Ecologie;
3. Bodemsaneringen
ISV;
4. Geluidssaneringen
ISV.
3.5 Themaprogramma leefbaarheid
Voor de besteding van de
ISV-middelen gelden bij dit themaprogramma overeenkomstig de vorige raming
de volgende prioriteiten:
1. De
nieuwbouw van buurtaccommodaties
2. Fysieke
maatregelen veiligheid
3. Bijdrage
Sporthallen/ sportzalen
4. Diverse
sport- en spelvoorzieningen in wijken
5. Verplaatsing
van scholen/ vensterschool
6. Service-
en informatiepunten
7. Drie
projecten in het kader van het Provinciaal Grote Stedenbeleid
3.6 Resultaten
ISV-monitor 2000.
Zoals
aangekondigd in de vorige MR-ISV is vanwege de verplichting daartoe in de wet
Stedelijke Vernieuwing, in 2001 voor het eerst een ISV-monitor voor Delft
opgezet. Doel van deze monitoring is:
q
zicht houden op de voortgang van ISV projecten en
programmas
q
zicht houden op het bereiken van de ISV doelstellingen
q
zicht houden op de relatie tussen de projecten en
programmas enerzijds en de stedelijk te bereiken ISV doelstellingen anderzijds
q
zonodig bijsturen van het stedelijk vernieuwingsbeleid
De Delftse
ISV-monitor vergelijkt de ISV-brede doelstellingen uit het DOP met de
daadwerkelijk bereikte resultaten. De monitor kent zowel een inhoudelijke
als een procesmatige kant. De inhoudelijke kant gaat in op de vraag of
en in hoeverre de doelstellingen uit de themaprogrammas uit het DOP (dus voor
Delft als geheel) ook echt worden bereikt (vooral cijfermatig gezien) en de
procesmatige kant van de monitor gaat in op de vraag of en in hoeverre de in
het kader van het ISV in gang gezette programmas en projecten op schema
liggen en wat de relatieve bijdrage is aan de te bereiken effecten.
De
inhoudelijke monitor 2000 vergelijkt de stand van zaken per 1-1-2001 met die
per 1-1-2000. De situatie per 1-1-2000 was destijds weergegeven in (de diverse
nulmetingen van) het DOP. Per themaprogramma zijn in dit Ontwikkelingsprogramma
te bereiken effecten geformuleerd. De opzet van de ISV-monitor 2000 is
eenvoudig en pragmatisch van opzet. Er is voor wat de procesmatige monitor 2000
betreft een opzet gekozen die op hoofdlijnen overeenkomt met de opzet van de op
verzoek van het ministerie VROM door de 30 rechtstreekse gemeenten toegepaste
methodiek (RIGO procesformat). Dit
houdt in dat per project of programma de globale voortgang en de
relatieve bijdrage aan de te bereiken effecten is geinventariseerd. Daarnaast
is per te bereiken effect cijfermatig bezien in hoeverre bereikt is wat ten
doel gesteld is. Voor meer gedetailleerde informatie over de gegevens van de
vergelijking 2001-2000 wordt verwezen naar de bijlagen.
Uit de
inhoudelijke ISV-monitor blijkt dat in de uitvoering van het ISV
programma op een aantal onderdelen aandacht verdient. Bijstelling van de ten
doel gestelde te bereiken effecten kan volgens de SV-wetgeving alleen
via tussentijds overleg met de Provincie Zuid Holland plaatsvinden. Dit overleg
lijkt althans in dit stadium (ogv de monitor 2000) niet nodig. De conclusies
die voor de voortgang van de stedelijke vernieuwing in Delft (dus voor deze en
de volgende MR-ISVs) van belang zijn, zijn per themaprogramma gegroepeerd, de
volgende:
q
Themaprogramma Economie: Het
aantal dagbezoekers aan Delft loopt terug terwijl Delft zich ten doel stelt dat
dit aantal per 1-1-2005 met 15% is gestegen. Als deze terugval niet toe te
schrijven is aan tijdelijke fluctuaties en als het in gang gezette huidig
beleid niet voldoende effect sorteert, moeten er in de periode die resteert tot
1-1-2005 alsnog extra inspanningen worden gepleegd om het toeristisch dagbezoek
aan Delft te stimuleren. Mocht deze doelstelling alsnog onhaalbaar blijken (bv
door externe factoren), dan dient deze in overleg met de provincie naar beneden
toe te worden bijgesteld.
Verdere aandachtspunten voor dit themaprogramma: het
bijhouden van gegevens rond de woon-werkbalans en de gegevens van het aantal
fase 4 uitkeringsgerechtigden die wel en niet bij het arbeidsbureau staan
ingeschreven.
q
Themaprogramma Wonen: Voor wat
dit programma betreft, ligt Delft redelijk op schema.
Verdere aandachtspunten voor dit themaprogramma: Het
tempo van het opplusprogramma voor woningen moet omhoog. In 2000 is van de 2000
op te plussen woningen nog niets gerealiseerd. Er wordt momenteel druk
overlegd met de Delftse corporaties om deze doelstelling alsnog te halen door
het tempo van de uitvoering van opplusprogrammas te versnellen. In de MRSV en
in deze MR-ISV zijn hiervoor budgetten gereserveerd.
q
Themaprogramma Duurzaamheid: Delft
ligt op dit gebied in het algemeen op schema.
Verdere aandachtspunten voor dit themaprogramma: De
uitvoering van de opgenomen projecten voor ISV geluidssanering van woningen. De
aanlevering van gegevens omtrent energieverbruik en energiebesparing.
q
Themaprogramma Mobiliteit: Het
autogebruik in Delft stijgt terwijl deze had moeten dalen (ISV-doelstelling). Als
deze stijging niet toe te schrijven is aan tijdelijke fluctuaties en de
ingezette programmas niet voldoende effect sorteert, moeten er in de periode
die resteert tot 1-1-2005 alsnog extra inspanningen worden gepleegd om het
autogebruik te beperken en/of het gebruik van openbaar vervoer en fiets te
stimuleren. Mocht deze doelstelling alsnog onhaalbaar blijken, dan dient deze
in overleg met de provincie naar beneden toe te worden bijgesteld.
Verdere aandachtspunten voor dit themaprogramma: Het
behalen van de doelstelling met betrekking tot het beperken van de doorgaande
functie op nog 3 wegvakken extra (er is in 2000 slechts op 1 wegvak een
beperking van de doorgaande functie gerealiseerd terwijl 4 de doelstelling is).
q Themaprogramma
Leefbaarheid: Delft is in 2000 landelijk op nummer 39 komen te staan wat
het aantal gepleegde geweldsdelicten betreft. Het per 1-1-2005 bereiken van
plaats 33 of lager was de ISV-doelstelling. Een ongunstiger plaats in 2000
betekent dus een verkeerde ontwikkeling. Als deze terugval niet toe te schrijven
is aan tijdelijke fluctuaties en het huidig beleid niet voldoende effect
sorteert, moeten er in de periode die resteert tot 1-1-2005 alsnog extra
inspanningen worden gepleegd om het aantal geweldsdelicten in Delft alnog te
beperken. Mocht deze doelstelling alsnog onhaalbaar blijken, dan dient deze in
overleg met de provincie naar beneden toe te worden bijgesteld.
Verdere aandachtspunten voor dit themaprogramma:
Intensivering van reeds lopend BAW-project met betrekking tot zelfstandige
huisvesting van dak- en thuislozen. Het gesignaleerde tekort aan sport- en
spelmogelijkheden voor 10-19 jarigen zal door de tijdige realisatie van
skatevoorzieningen op de middenberm van de Provinciale Weg, worden ingelost in
het kader van het EZH-programma.
De procesmatige
monitor 2000 geeft voor alle lopende ISV programmas en projecten globaal weer
wat de voortgang is (start planvorming, bestuurlijke besluitvorming, in
uitvoering, resp voltooid), wie verantwoordelijk is en aan welke te bereiken
effecten wordt bijgedragen. Voor meer gedetailleerde informatie over de
gegevens wordt verwezen naar de bijlagen. Er zijn momentaal in totaal 42
ISV-programmas/ projecten in gang gezet. De balans is dat hiervan per 1-1-2000
slechts 3 projecten/ programmas (1% van het totaal) zijn voltooid, en dat er
11 projecten (26%) in uitvoering zijn. De meeste projecten/ programmas zitten
in het stadium van de voorbereiding: maar liefst 24 projecten/ programmas
(56%) verkeren nog in het stadium van de start van de planvorming en 3 projecten/programmas
(1% van het totaal) heeft de bestuurlijke besluitvorming al achter de rug.
Inhoudelijk gezien, is er een redelijke match met de te bereiken effecten:
voor alle te bereiken effecten zijn projecten of programmas in gang gezet,
doch het aantal lage projecten/ programmas dat het stadium van uitvoering
voltooiing heeft bereikt, moet omhoog om de te bereiken effecten ook echt te
halen.
De
belangrijkste resultaten van de monitor 2000 zijn samenvattend, dat extra
aandacht nodig is voor de volgende onderwerpen:
1. stimulering
dagtoerisme
2. beperking
automobiliteit en/of stimulering gebruik openbaar vervoer en fiets
3. beperking
aantal geweldsdelicten
4. voltooiing
van lopende ISV projecten en programmas
Het is op
dit moment niet zeker of het in gang gezette beleid en de uitvoering ervan
voldoende effect zal sorteren. Dit betreft o.a. (de uitvoering van) het
Marketingplan Toerisme, het programma autoluwe binnenstad, het
belanghebbendenparkeren in de Olofsbuurt en het Westerkwartier resp. in de
schil van de binnenstad, het Integraal Veiligheidsbeleid en het projectmatig
werken. Vooralsnog is de conclusie dat Delft voor wat de uitvoering van haar
ISV programma betreft, wel op koers maar nog niet voldoende op schema ligt.
Aan de hand van de resultaten van de monitor 2001 zal moeten worden bezien
of de uitvoering van het huidig beleid
(ISV-breed) alsnog extra inspanningen vereist dan wel dat in overleg met de
provincie bijstelling van de ISV-doelstellingen moet plaatsvinden.
3.7 Beleid
Stedelijke Vernieuwing samengevat.
Voor de komende planperiode
wordt in totaal ongeveer 24,3 miljoen euro gereserveerd voor stedelijke
vernieuwing. Dit is ca. 10,7 mln. euro hoger dan in de vorige MR-ISV nog
het geval was (nl. 13,6 miljoen euro). Dit wordt veroorzaakt doordat in deze raming
wordt aangenomen dat de provincie Zuid Holland zal ingaan op het verzoek van
Delft om overdracht van de zgn. Wbb-gelden naar het ISV. De aldus gevormde
ISV-gelden zijn bedoeld voor de volgende prioriteiten:
q
Voortzetting van het ingezette stadsvernieuwingsbeleid in en
na 2003, te weten de bevordering van herstructurering en leefbaarheid, het
opplussen van de woningvoorraad, gevelaanpak, wonen boven winkels, monumenten,
verhuis- en bedrijvensubsidies, voorbereidingskosten en de uitvoering van
drainage-maatregelen in de binnenstad;
q
Bijdragen aan de overige prioriteiten uit het DOP, voor
zover zij niet elders gedekt worden. Het gaat hier om de revitalisering en
verduurzaming van het gebied Schie-oevers, de ontwikkeling van het TU-terrein,
het Aardewerkcentrum, de Stadshal, het programma van de autoluwe binnenstad,
water en ecologie, bodemsaneringen (incl. een aantal voormalige Wbb-locaties),
geluidssanering, veiligheid, Twinning centre, service- en informatiepunten en
enkele nieuwe sociaal-culturele, educatieve en sportvoorzieningen, en het Brede
School concept waar onder de verplaatsing van een of meer scholen. Verder zal
geinvesteerd worden in drie projecten in het kader van het Provinciaal Grote
Stedenbeleid (PSB).
3.8 Van beleid
naar uitvoering
De in het
Ontwikkelingsprogramma geformuleerde te bereiken effecten moeten ook echt
worden bereikt. Dit gebeurt via de uitvoering van de geformuleerde en diverse
in uitvoering zijnde projecten en programmas. Tussentijds en achteraf wordt in
het kader van het ISV bezien of de resultaten zijn behaald. Daartoe is
een zgn. (kwaliteitszorgsysteem ofwel) ISV-monitorsysteem
ontwikkeld.
De diverse
ISV-projecten en programmas zijn voor de raming bijeengebracht in het
navolgende overzicht. De Meerjarenraming ISV wordt jaarlijks geactualiseerd en
vastgesteld door de Raad. Voorts is een inhoudelijke koppeling gelegd tussen de
MR-ISV en de gemeentelijke begrotingscyclus (Zomernota en Beheersbegroting).
Aldus ontstaat een instrumentarium om de uitvoering van het ISV-programma aan
te sturen en de geformuleerde ambities ook echt waar te maken.
HOOFDSTUK
4. TOTAALOVERZICHT MR-ISV
2001 - 2004
HOOFDSTUK 5.
TOELICHTING PER POST
5.1 Uitgaven
UITGAVEN
THEMAPROGRAMMA WONEN
1.
GEVELAANPAK BINNENSTAD
Dit is een voortzetting,
vanaf 2004, van het in de Meerjarenraming Stadsvernieuwing geraamde bedrag ad
150.000,- ( 68.067,-) per jaar. Overeenkomstig de vorige MR-ISV wordt
voorgesteld om de huidige budgetten in de subsidieverordening stadsvernieuwing
na die tijd ongewijzigd te handhaven. Een en ander houdt verband met te
bereiken effecten in de sfeer van bevordering van het toerisme (E4, nr.4)
2.
SUBSIDIE WONEN BOVEN WINKELS
BINNENSTAD
Dit betreft een voortzetting, vanaf 2004, van het in de Meerjarenraming
Stadsvernieuwing geraamde bedrag ad f. 32.000,- ( 14.521,-) per jaar.
Overeenkomstig de vorige MR-ISV wordt voorgesteld om de huidige budgetten in de
subsidieverordening stadsvernieuwing na die tijd ongewijzigd te handhaven. Een
en ander houdt verband met te bereiken effecten in de sfeer van bevordering van
het toerisme (E4, nr.4)
3.
SUBSIDIE MONUMENTEN
Dit is een voortzetting, vanaf 2004, van het in de Meerjarenraming
Stadsvernieuwing geraamde bedrag ad f. 1.000.000,- ( 453.780,-) per jaar.
Overeenkomstig de vorige MR-ISV wordt voorgesteld om de huidige budgetten in de
subsidieverordening stadsvernieuwing na die tijd ongewijzigd te handhaven. Dit
in verband met het volgende te bereiken effect: verbetering van minimaal 100
gemeentelijke en 20 Rijksmonumenten per 1-1-2005 (W5, nr. 9).
4.
SUBSIDIE VERHUIS- EN
HERINRICHTINGSKOSTEN
Dit betreft een voortzetting, vanaf 2004, van het in de Meerjarenraming
Stadsvernieuwing geraamde bedrag ad f. 250.000,- ( 113.445,-) per jaar. Overeenkomstig
de vorige MR-ISV wordt voorgesteld om de huidige budgetten in de
subsidieverordening stadsvernieuwing na die tijd ongewijzigd te handhaven. Een
en ander houdt verband met het volgende te bereiken effect van het
themaprogramma wonen: een grotere differentiatie in prijs en kwaliteit in de
huur- en koopsector (W1, nr. 5).
5.
VOORLICHTING EN INSPRAAK
Dit is een voortzetting, vanaf 2004, van het in de Meerjarenraming
Stadsvernieuwing geraamde bedrag ad f. 20.000,- ( 9.076,-) per jaar. Het
betreft eenmalige kosten, verband houdende met voorlichtings- en
inspraakbijeenkomsten, overeenkomstig de vorige MR-ISV.
6.
VOORBEREIDINGSKOSTEN ISV
Het betreft hier voorbereidingskosten van verschillende vakteams, verband
houdende met in het ISV opgenomen programmas en projecten. Tevens zijn in deze
post de voorbereidingskosten opgenomen, verband houdende met de voortzetting
van het herstructureringsprogramma van woonwijken na 1-1-2004. De budgethoogte
is hetzelfde als in de MR-ISV 2000-2004 het geval was.
7.
BEVORDERING HERSTRUCTURERING EN
LEEFBAARHEID
Dit is een voortzetting, vanaf 2004, van het in de Meerjarenraming
Stadsvernieuwing geraamde bedrag voor de bevordering van de herstructurering en
de leefbaarheid van wijken. In deze categorie zal te zijner tijd ook een
eventuele bijdrage worden ondergebracht ten behoeve van de uitvoering van het
convenant met de gemeente Schipluiden over onder meer de herstructurering van
de Harnaschpolder. Een en ander houdt verband met het volgende te bereiken
effect van het themaprogramma wonen: een grotere differentiatie in prijs en
kwaliteit in de huur- en koopsector (W1, nr. 5). Voor verdere toelichting op
deze post wordt verwezen naar de Meerjarenraming Stadsvernieuwing (MRSV).
8.
OPPLUSSEN WONINGVOORRAAD
Dit betreft een voortzetting, vanaf 2003, van het in de Meerjarenraming
Stadsvernieuwing opgenomen opplusprogramma voor huurwoningen. Voorstel is om de
huidige afspraken met de corporaties ook na die tijd te handhaven (i.v.m. het
te bereiken effect, W3, nr. 7). De budgethoogte is hetzelfde als in de MR-ISV
2000-2004 het geval was.
UITGAVEN
THEMAPROGRAMMA ECONOMIE
9. ONTWIKKELING TU-GEBIED
Deze post is opgenomen om de herontwikkeling van het TU-terrein ter hand te
kunnen nemen, samen met private investeerders en de TU Delft. Een en ander ter
uitwerking van het in het DOP opgenomen gebiedsgerichte programma TU-gebied.
10.
BEDRIJVENSUBSIDIE BINNENSTAD
Dit betreft een voortzetting, vanaf 2004, van het in de Meerjarenraming
Stadsvernieuwing geraamde bedrag ad f. 450.000,- ( 204.201,-) per jaar.
Voorstel is overeenkomstig de vorige MR-ISV de huidige budgetten voor bedrijven
in de subsidieverordening stadsvernieuwing na die tijd ongewijzigd te
handhaven. Een en ander houdt verband met te bereiken effecten in de sfeer van
bevordering van het toerisme (E4, nr.4) en een gunstige ontwikkeling van het
aantal arbeidsplaatsen (DOP-doelstelling E1, nr. 1).
11.
REVITALISERING EN VERDUURZAMING
SCHIE-OEVERS
Een van de in het DOP opgenomen gebiedsgerichte programmas is de
revitalisering en de verduurzaming van het bedrijventerrein Schie-oevers. Het
project wordt door de gemeente uitgevoerd in samenwerking met de Bedrijvenkring
Schie-oevers. Hiertoe wordt tussen de gemeente en de BKS een contract
afgesloten.
Resume ISV-bijdragen revitalisering
en verduurzaming Schie-oevers
12.
BIJDRAGE AARDEWERKCENTRUM
De gemeente Delft wil in verband met de verdere uitbouw van de bekendheid
van de stad Delft als aardewerkstad en daarmee van het toerisme, de realisatie
van een nieuwe toeristische voorziening op aardewerkgebied bevorderen.
Resume ISV bijdrage Aardewerkcentrum
13.
BIJDRAGE STADSHAL
Het gaat hier om de realisatie van een gebouw waarin plaats is voor
werkplaatsen en atelierruimtes voor architecten, ontwerpers en kunstenaars.
Daarnaast wordt een ruimte ingericht als publieksgedeelte voor
tentoonstellingen, symposia, informatie enz. Vanuit het ISV wordt gezien de
relatie met de te bereiken doelstellingen en het te verwachten tekort, een
financiële bijdrage geleverd.
Resume ISV bijdragen Stadshal
14.
BIJDRAGE TWINNING CENTRE
(RADEX/BTC)
Met dit project ICIT beoogt Delft, samen met Rotterdam, het aantal
bedrijven in de IT-sector te vergroten. Naast de lokale invulling van het
Twinning concept worden via ICT ook bedrijven gesteund met managementondersteuning
en financiën die niet door Twinning worden gefinancierd.
Resume
ISV bijdrage Twinning Centre
UITGAVEN
THEMAPROGRAMMA MOBILITEIT
15.
BIJDRAGE AUTOLUWE BINNENSTAD
In het kader van het autoluw-plus maken van de Delftse binnenstad, wordt de
komende jaren een reeks van activiteiten, maatregelen en projecten uitgevoerd.
Een van de activiteiten betreft de herinrichting van de Markt en de
overeengekomen monitoring rond parkeren, runshopplaatsen, gebruik, omzet van
winkels e.d. in de binnenstad.
Resume ISV bijdragen Autoluwe Binnenstad
UITGAVEN
THEMAPROGRAMMA DUURZAAMHEID
16.
DRAINAGEMAATREGELEN BINNENSTAD
Deze post is een voorzetting van de in de MRSV opgenomen post voor
drainage-maatregelen in de binnenstad. Het doel van deze maatregelen is de
overlast ten gevolge van grondwater tegen te gaan. De MRSV-post ad f. 100.000,-
( 45.000,-) per jaar wordt per 2004 verhoogd tot f. 200.000,- ( 91.000,-)
gezien de naar verwachting hogere kosten van diverse te treffen
civieltechnische maatregelen.
17.
BIJDRAGE WATER EN ECOLOGIE
In het kader van het Waterplan wordt een programma water en ecologie
uitgevoerd. Dit programma behelst een groot scala aan activiteiten, maatregelen
en projecten. Een zestal daarvan ontvangen, omdat zij passen binnen het DOP en
de definitie van stedelijke vernieuwing čn omdat zij in de financiering met een
tekort te kampen hebben, een bijdrage uit het ISV. Hieronder volgt per
(sub)onderwerp een beschrijving.
Water in Ecodus
In het kader van dit project wordt het huidige watersysteem en de
waterkwaliteit in de wijk Ecodus verbeterd. Tevens wordt in samenwerking een
beheersplan opgesteld. De ervaringen worden gebruikt bij het opstellen van een
stappenplan voor andere projecten op dit gebied in Delft.
Afkoppelen regenwater in
Wippolder
In het
kader van dit project worden voorstellen opgesteld en uitgevoerd voor:
ˇ
open afvoer van regenwater van daken
via molgoten naar straatkolken
ˇ
toepassing van geperforeerde leiding
voor de infiltratie van regenwater afkomstig van daken en wegen
ˇ
regeling van grondwaterpeil middels
infiltratie en drainage
ˇ
afvoer van overtollig regenwater en
grondwater naar buffersloten met peilfluctuatie
ˇ toepassing van natuurlijke zuivering in buffersloten en een
natuurvriendelijke inrichting van de oevers
ˇ aanvullende bouwvoorschriften t.a.v. gebruik van materialen bij reparaties,
verbouwingen en renovaties van woningen ter voorkoming van diffuse
verontreiniging.
Verbetering ecologische
hoofdstruktuur
Bij dit project wordt gestreefd naar vergroting van de natuurwaarden in het
stedelijk gebied van Delft, het verbeteren van de ecologische relaties tussen
stad en land en de realisatie van een zoveel mogelijk zelfregulerend ecologisch
systeem.
Verminderen van
grondwateronttrekkingen
Dit deelproject richt zich op het onderzoeken van de effecten van het
verminderen van grondwateronttrekkingen in Delft en het in relatie daarmee
aanpakken van enkele wateroverlastgevoelige gebieden in Delft
Opschalen proefproject
Tanthof
Het betreft hier de uitbreiding van het in het Waterplan opgenomen
proefproject Tanthof West naar de rest van de wijk Tanthof.
Ontwerp en inrichting watersysteem Poptahof
Dit deelproject van het Waterplan richt zich op de verbetering van het
ontwerp en de inrichting van het watersysteem in de wijk Poptahof.
Resume
ISV bijdragen programma Water en Ecologie
18. BODEMSANERINGEN ISV
Het ISV-programma bodemsaneringen (herijkingsmodule ISV-bodemsanering)
bestaat inmiddels uit elf bodemsaneringsprojecten, die alle mits de
provincie instemt met het Delftse verzoek tot overheveling gefinancierd
kunnen worden via de in het ISV over te hevelen provinciale Wbb-gelden. Ondanks
het feit dat dit op dit moment nog niet zeker is, gaat deze MR-ISV hier wel van
uit; zonodig zal volgend jaar (MR-ISV 2002-2004) op dit punt bijstelling
plaatsvinden in die zin dat indien de provincie niet akkoord gaat met bepaalde
projecten, deze alsdan in het kader van het ISV komen te vervallen (uiteraard
onder de voorwaarde dat het te bereiken effect op dit punt zie DOP niet in
gevaar komt). Hieronder volgt per deelproject nadere informatie en een resume
van de opgenomen budgetten.
Oostsingel 151-152
Dit project behelst het uitvoeren
van een aanvullend bodemonderzoek, het opstellen van een saneringsplan en het
uitvoeren van de bodemsanering, incl. de evaluatie ervan.
Delfgauwseweg 64-80
Dit deelproject behelst het
opstellen van een saneringsplan en het uitvoeren van bodemsanering incl.
evaluatie.
Scheepmakerij 5-12
Dit project behelst het uitvoeren
van een aanvullend bodemonderzoek, het opstellen van een saneringsplan en het
uitvoeren van bodemsanering incl. de evaluatie ervan.
Uitweg
Dit project behelst het uitvoeren van bodemsanering incl. de evaluatie
hiervan.
Gasfabrieksterrein Zuidwal
Hier gaat het om het nader onderzoeken van de
resterende nog niet voldoende onderzochte deellocaties van het voormalig
gasfabrieksterrein Zuidwal. Opgenomen zijn geraamde onderzoeks- en
saneringskosten.
Raamsaneringsplan.
Dit project is erop gericht om een
raamsaneringsplan op te stellen voor sterk verontreinigde G4 zones in Delft,
zodat stagnaties bij de uitvoering van bouw- en inrichtingsprojecten wordt
voorkomen.
Onderzoekslocaties Spoorzone
Dit deelproject van het
gebiedsgericht programma Spoorzone behelst onderzoek naar verdachte locaties
van bodemverontreiniging in overleg met de provincie Zuid Holland. Opgenomen
zijn de kosten van een indicatief bodemonderzoek teneinde aard en omvang van de
verontreiniging vast te stellen.
Rotterdamseweg 366-372
Dit is een bedrijventerrein dat
deel uitmaakt van het gebiedsgericht programma Schie-oevers. Opgenomen zijn verwachte
onderzoekskosten teneinde aard en omvang van de verontreiniging vast te
stellen.
Rotterdamseweg thv 390
Dit is een persleidingtrace dat
deel uitmaakt van het gebiedsgericht programma Schie-oevers. Opgenomen zijn
geraamde onderzoekskosten teneinde aard en omvang van de verontreiniging vast
te stellen.
Dit betreft een onderdeel van het gebiedsgericht programma
Binnenstad/Zuidpoort. Opgenomen zijn geraamde onderzoekskosten teneinde
aard en omvang van de verontreiniging vast te stellen.
Resumé ISV-bijdragen bodemsaneringen
19. GELUIDSSANERINGEN ISV
(A-LIJST)
Om
de geluidsbelasting van woningen terug te brengen, moeten er geluidsisolerende
maatregelen bij bestaande woningen worden aangebracht. Voor een deel van de
kosten, wordt een bijdrage van VROM/provincie in het ISV gestort (zie punt 3,
inkomsten).
UITGAVEN THEMAPROGRAMMA LEEFBAARHEID
20. UITVOERING BOUWTRAJECTEN
BUURTACCOMMODATIES
In het DOP is als te bereiken doelstelling opgenomen, dat er zoveel
mogelijk goed gebruikte accommodaties moeten komen/zijn in Delft
(DOP-doelstelling L5, nr. 23). Per 1-1-2005 dienen minimaal 4 nieuwe
buurtaccommodaties te zijn gebouwd. Naast de gelden vrijgemaakt in de MRSV en
in de gemeentebegroting is daarom voor dit doel overeenkomstig de vorige MR-ISV
ook in deze ISV raming geld opgenomen. Het bedrag ad 2 mln. ( 908.000,-) in
2003 en 2004 is gereserveerd voor de bouw van het nu lopende bouwprogramma voor
vier nieuwe buurtaccommodaties. Vanwege de bouwkostenstijgingen is in deze
raming in tegenstelling tot de voorafgaande raming - afgezien van het
voornemen om nog een nieuwe buurtaccommodatie in de Voorhof te bouwen.
21. FYSIEKE MAATREGELEN
PROJECTEN VEILIGHEIDSPLAN
In het kader van het integraal veiligheidsbeleid worden plannen gemaakt om
tot een veilig(er) woon-, leef- en uitgaansklimaat te komen in Delft.
22. BIJDRAGE SPORTHALLEN/
SPORTZALEN
Dit project wordt zoals gemeld in de vorige MR-ISV gestart met een
onderzoek naar toekomstmogelijkheden voor de gemeentelijke sporthallen en
gymzalen en naar het initiatief van SV Wippolder voor nieuwbouw van een
verenigingshal. Daarna zal de realisatie/ opknapbeurt van enkele
sporthallen/zalen ter hand worden genomen.
Resume
ISV bijdragen sporthallen/ sportzalen
23. DIVERSE SPORT- EN SPELVOORZIENINGEN
Dit programma kent twee deelprojecten:
q
aanpassing gebouw SV Geerweg: het
bestaand gebouw wordt geschikt gemaakt voor gebruik door meerdere functies.
Onder andere wordt een relatie gelegd met het vensterschoolconcept t.b.v. de
Delftse Schoolvereniging
q multifunctionele bocciabanen: het realiseren van overdekte bocciabanen in
samenhang met de vestiging van jeu de boulesvereniging Midi op sportpark
Biesland
Resume ISV bijdragen diverse sport- en
spelvoorzieningen.
24. VERPLAATSING SCHOLEN/
VENSTERSCHOOLCONCEPT
Dit project betreft de verplaatsing van de locatie Jac. P. Thijsse van de
Freinetschool Delft van de Frederik van Eedenlaan naar elders in deze straat.
Tevens behelst dit programma een bijdrage aan de realisatie van het brede schoolconcept,
waarvoor elders (o.a. in de MRSV) ook gelden zijn vrijgemaakt.
Resume ISV bijdragen
verplaatsing scholen/ Brede Schoolconcept
25. SERVICE- EN INFORMATIEPUNTEN
Een laatste ISV-programma
behelst het ontwikkelen van informatiepunten in wijken, zo mogelijk in
combinatie met het vensterschoolprogramma.
Resume ISV-bijdragen
service- en informatiepunten
26. PROVINCIAAL GROTE STEDENBELEID
In dit kader wordt gekozen voor een wijkgerichte inzet van middelen,
waarmee de herstructureringswijken Voorhof en Buitenhof een reeds lopend
project voor de realisatie van een buurtaccommodatie geintensiveerd wordt en
twee nieuwe projecten in het kader van de Brede School worden uitgevoerd.
Dit project betreft het beheer van
de binnenkort nieuw te bouwen buurtaccommodatie in de Poptahof. Het gaat
hierbij met name om het combineren van functies en onderlinge
samenwerkingsverbanden tussen de diverse gebruikers van deze buurtaccommodatie
en het vanuit de nieuwe accommodatie verder stimuleren van het sociaal
(wijk)beheer. Mogelijk wordt in de toekomst uit dit budget ook een bijdrage
voor de inrichting en exploitatie van de accommodatie gegeven.
Dit project behelst investeringen
in podiumuitrusting, kunstateliers en materiaal- en leskisten, alle gericht op
inzet in de wijken Voorhof en Buitenhof. In de genoemde wijken wordt een brede
schoolruimte geschikt gemaakt voor podiumkunsten en een ruimte ingericht als
multifunctioneel atelier voor beeldende en schrijfactiviteiten. Er wordt
daarnaast voorzien in materialen en voorzieningen alsmede in ondersteuningen en
begeleiding. Voorts worden 12 multi-inzetbare kisten met materialen en
instrumenten voor de wijken ter beschikking gesteld.
In het kader van dit project wordt
in Buitenhof en Voorhof per wijk een
ouder en kind zorgteam opgericht. Deze teams bestaan uit deskundigen van
diverse disciplines die achterstanden bij kinderen vroegtijdig signaleren en
via een goede samenwerking zorg verlenen. Het is de bedoeling dat de teams per
wijk een plaats krijgen in bestaande of nieuwe gezondheidsaccommodaties voor
eerste lijns gezondheidszorg. In het kader van dit project wordt primair
geinvesteerd in de inhoudelijke samenwerking tussen de betrokken professionals
in de wijk, maar kan ook een bijdrage worden gegeven aan een nieuw ouder- en
kindzorgbureau in de wijk Voorhof. Het project betreft verder een pilot voor
het bovenlokale programma integrale jeugdgezondheidszorg, dat inmiddels met
diverse zorginstellingen en gemeenten is opgezet.
Resume ISV bijdragen PSB
5.2 Inkomsten
1. ISV-BIJDRAGE PROVINCIE ZUID
HOLLAND
Het indicatief budget
van de provincie Zuid Holland voor de stedelijke vernieuwing in Delft is in
februari 2000 met de vaststelling van de nota Provinciale taken
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing vastgesteld op afgerond 25,3 mln ( 11,5 mln. euro). Voor wat
betreft de verdeling over de vijf jaarschijven blijkt de uitbetaling enigszins
vetraagd op gang te komen. De verwachting is dat dit leidt tot iets hogere
inkomsten in het boekjaar 2001 dan de jaren erop.
2.
WBB-GELDEN PROVINCIE ZUID HOLLAND
De gemeente Delft heeft bij
de indiening van haar Ontwikkelingsprogramma bij de provincie Zuid Holland ook
de zgn. Wbb-gelden geclaimd. De bedoeling is dat deze gelden na ontvangst door
de gemeente Delft in de te vormen gemeentelijke kasreserve stedelijke
vernieuwing (ISV-fonds) worden gestort. Werd in 2000 nog rekening gehouden met
afgerond 3.512.000,- ( 1.594.000,-), thans heeft de gemeente via de
herijkingsmodule gevraagd in totaal 27.040.000,- ( 12.270.217,-) over te
hevelen naar het ISV. Thans lopen nog besprekingen met de Provincie over de
haalbaarheid van deze claim.
3. GEVELISOLATIE-GELDEN PROVINCIE ZUID
HOLLAND
Separaat aan de ISV-gelden
heeft de gemeente Delft bij de provincie Zuid Holland de gelden voor
gevelisolatie van woningen geclaimd. Gezien de inhoudelijke relatie met het DOP
is ook hiervoor afgesproken dat deze gelden in het te vormen ISV-fonds zullen
worden gestort. Het betreft hier overigens een lopend programma, deels in
samenwerking met de gemeente Pijnacker.
4. PSB-GELDEN PROVINCIE ZUID HOLLAND
Separaat aan de ISV-gelden
heeft de gemeente Delft met de provincie Zuid Holland inmiddels afspraken
gemaakt over de gelden voor Provinciale Grote Stedenbeleid. Gezien de
inhoudelijke relatie met het DOP is ook hiervoor afgesproken dat deze gelden in
het te vormen ISV-fonds zullen worden gestort.
5. RENTE/ PRIJSCOMPENSATIE.
Tot 1997 is het systeem
gehanteerd van de bijschrijving van de omslagrente. Op grond van de nota
reserves is besloten vanaf 1-1-1998 dit te wijzigen in toevoeging van een
rentepercentage dat overeenkomt met de prijscompensatie. In 2001 is dit 2,25%,
in de jaren daarna 4,5%.
HOOFDSTUK
6.
INSPRAAKPROCEDURE
Het concept voor de
Meerjarenraming Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 2001-2004 is van 15
oktober tot 27 oktober 2001 ter visie gelegd. Op 16 oktober 2001 is een
inloopspreekuur voor belanghebbenden georganiseerd. Een en ander is in de
plaatselijke pers bekend gemaakt. Belanghebbenden zijn met deze procedure in de
gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren, dan wel zijn of haar zienswijze
kenbaar te maken. Op het inloopspreekuur hebben zich geen belanghebbenden
gemeld. Wel zijn door drie Delftse woningbouwcorporaties- schriftelijk
zienswijzen ingediend bij ons college. Deze zienswijzen hebben niet geleid tot
wijziging van de concept MR-ISV, omdat een aantal claims reeds kunnen worden
gehonoreerd via de voorliggende MR-ISV en andere naar ons oordeel geen
betrekking hebben op deze Meerjarenraming. De zienswijzen worden hieronder punt
voor punt beschreven.
1. Woningbouwcorporatie Duwo: gaat ervan uit dat eventuele financiele
verplichtingen voortkomend uit de nieuwe prestatie-afspraken tussen gemeente en
corporaties, in de MR-ISV zijn opgenomen.
Reactie:
Het ter visie gelegde concept voor de MR-ISV houdt rekening met de
prestatieafspraken, zoals deze ten tijde van de opstelling van het stuk
vigeerden. Een voorbeeld hiervan zijn de met het opplussen verband houdende
budgetten. Over nieuwe prestatieafspraken wordt momenteel overlegd tussen de
(gezamenlijke) corporaties en de Gemeente Delft. Het is niet mogelijk daar nu
reeds rekening mee te houden. Mochten vernieuwde prestatieafspraken leiden tot
(door de corporaties onderbouwde) financiele claims bij de Gemeente Delft, en
wij zijn van oordeel dat een gemeentelijk bijdrage gerechtvaardigd is, dan
zullen wij ons daarna beraden over de financiering daarvan. Hierbij zal wat ons
betreft niet op voorhand een beroep kunnen worden gedaan op de MR-ISV. In
algemene zin gaat ons college ervan uit dat de Delftse woningbouwcorporaties
overeenkomstig het landelijk beleid kunnen worden geacht de eigen
verantwoordelijkheid op het gebied van de volkshuisvesting meer en meer op te
pakken, zodat specifieke op hen gerichte overheidssubsidies in de toekomst in
principe niet (meer) aan de orde zullen zijn, temeer daar met name de Delftse
(woningmarkt)situatie kostendekkende exploitaties veelal gewoon mogelijk maakt.
2. Woningbouwcorporatie Duwo: wil voor de financiering van eventuele
onrendabele investeringen in het TU-gebied een beroep kunnen doen op de
MR-ISV.
Reactie:
Ons college hanteert het principe dat uit de MR-ISV geen onrendabele
investeringen van marktpartijen of corporaties worden gesubsidieerd. In de
MR-ISV zijn onder post 9 (ontwikkeling TU-gebied) wel bepaalde gemeentelijke
kosten opgenomen voor het TU-gebied. Voorts kan, mits projecten verder zijn
uitgewerkt en er sprake is van een gemeentelijk belang, in principe in 2004 een
beroep worden gedaan op MR-ISV post 7 bevordering herstructurering en
leefbaarheid. Vooralsnog wijzen wij er echter op, dat de TU hierin als
eigenaar van de grond de belangrijkste taak zal hebben.
3. Woningbouwcorporatie Vestia:
vraagt subsidie uit de MR-ISV voor de zgn. Vermeertoren (van Foreestweg, hoek
Provinciale Weg).
Reactie: Ons college hanteert het principe dat uit de
MR-ISV geen onrendabele investeringen van marktpartijen of corporaties worden
gesubsidieerd.
4. Woningbouwcorporatie
Vestia: wenst handhaving van het budget verhuis- en herinrichtingskosten.
Reactie: In de MRSV is conform het verzoek de post verhuis-
en herinrichtingskosten t/m 2003 gehandhaafd. In de MR-ISV wordt de regeling
daarnaast in 2004 gecontinueerd via post 4 subsidie verhuis- en
herinrichtingskosten. Omdat de ISV bijdragen van de provincie ZH niet
geindexeerd zijn en gezien de huidige onderschrijdingen op dit budget, heeft
ons college er niet voor gekozen de verhuis- en herinrichtingskosten-bijdrage
te indexeren.
5. Woningbouwcorporatie Vestia: wenst een
budget voor herinrichting van de woonomgeving voor een aantal door haar in
voorbereiding genomen (of te nemen) projecten.
Reactie: Voor de Wippolder fase 2 zitten gelden in de MRSV.
In de voorliggende MR-ISV is onder post 7 (categorie themaprogramma wonen) in
het jaar 2004 een budget vrijgemaakt voor de bevordering herstructurering en
leefbaarheid. Voor overige projecten kan hier in principe een beroep op worden
gedaan mits het gaat om herinrichting van het openbaar gebied als gevolg van
deze plannen. Voorwaarde is wel dat de betreffende projecten verder zijn
uitgewerkt.
6. Woningbouwcorporatie Vestia: wenst subsidie
voor communicatieplannen, verband houdende met de betreffende projecten.
Reactie: De kosten voortkomende uit het informeren van
huurders dienen naar ons oordeel zonder meer voor rekening te komen en te
blijven van de corporaties. Voor een aantal gemeentelijke kosten rond
voorlichting en inspraak is in de MR-ISV wel een post opgenomen (zie
themaprogramma wonen, post 5).
7. Woningbouwcorporatie Vestia: wenst extra
subsidie op het realiseren van gebouwde of ondergrondse parkeeroplossingen voor
nieuwbouw van sociale huurwoningen in herstructureringsgebieden waar geen
sprake is van betaald parkeren.
Reactie: Ons college hanteert het principe dat uit de
MR-ISV geen onrendabele investeringen van marktpartijen of corporaties worden
gesubsidieerd. Voorts constateren wij dat een dergelijke claim niet past in de
ISV-doelstellingen (themaprogramma mobiliteit).
8. Woningbouwcorporatie Vestia: wenst subsidie
voor de aankoop van de Mattheuskerk en de Burney Bosschool.
Reactie: Ons college hanteert het principe dat uit de
MR-ISV geen onrendabele investeringen van marktpartijen of corporaties worden
gesubsidieerd. Voorts constateren wij dat deze projecten (nog) niet zijn
uitgewerkt zodat niet kan worden beoordeeld of dergelijke aankopen passen
binnen de ISV-doelstellingen.
9. Woningbouwcorporatie Vestia: wenst subsidie voor de drainage van
het hofje van Pauw.
Reactie: Een dergelijke uitgave past op zich niet in ons
beleid, daar het betreffend hofje formeel gezien geen openbaar gebied betreft.
Desondanks is ons college van oordeel dat gezien het gemeentelijk belang bij
het goed functioneren van dit hofje onder bepaalde voorwaarden een beperkte
bijdrage voor deze drainagemaatregelen ondergebracht kan worden in de MRSV (zie
aldaar).
10. Woningbouwcorporatie Vestia: wenst
subsidie voor extra ondergrondse vuilcontainers.
Reactie: De financiering van het programma ondergrondse
containers is reeds gedekt via andere trajecten (EZH-gelden, reinigingsrechten,
reguliere budgetten alsook via een bijdrage van de corporaties zelf), zodat een
bijdrage vanuit de MR-ISV niet aan de orde is.
11. Woningbouwcorporatie Vestia: wenst extra
stimuleringssubsidie voor het verkrijgen van deelcertificaat veilig wonen voor
bestaande corporatiewoningen.
Reactie: Als het gaat om het veilig wonen heeft de
Gemeente Delft in principe een taak als het gaat om een veilig openbaar gebied
en de corporaties/eigenaren als het gaat om veilige woningen en complexen. Een
ambtelijke projectgroep heeft in het kader van het veiligheidsbeleid een nota
over veilig wonen uitgebracht. In overleg met de corporaties zal deze nota
uitgewerkt worden in een plan van aanpak. Uitgangspunt hierbij is dat de kosten
uit veiligheidsbudgetten gefinancierd zullen worden, waarbij medefinanciering
uit het ISV-programma leefbaarheid, post 21 genaamd fysieke maatregelen
veiligheid plaats kan vinden. Daarnaast zal vanuit de EZH-gelden en vanuit de
corporaties zelf een bijdrage (moeten) worden verleend.
12. Woningbouwcorporatie
Vestia: wenst extra subsidiebijdrage voor blauwe daken programma huurwoningen.
Reactie: Dit past op zich in de
ISV-doelstelling (DOP-thema duurzaamheid/ terugdringing energieverbruik). In
het kader van het Delfts Energie Agentschap is afgesproken dat Vestia een
gemotiveerd voorstel indient bij het energiefonds. Vooralsnog is een bijdrage
uit de MR-ISV voor dit programma niet nodig.
13. Woningbouwcorporatie
Vestia: wenst subsidie voor een te houden onderzoek naar de mogelijkheden voor
een ouderenloket Delft
Reactie: Dit valt
op zich binnen de ISV/DOP-doelstelling themaprogramma leefbaarheid. De
inrichting van ččn loket waar ouderenvoorzieningen worden aangeboden vergt
echter uitgebreid overleg tussen alle betrokken instellingen. Vooralsnog is het idee (nog) niet ver genoeg
uitgewerkt om te kunnen beoordelen of er sprake zou moeten zijn van een
gemeentelijke bijdrage.
14. Woningbouwcorporatie
Vestia: stelt voor de subsidieregeling opplussen nader onder de loep te
nemen.
Reactie: Hierover is (buiten het bestek
van deze raming) separaat overleg gaande/ geweest tussen de Gemeente Delft en
de corporaties. Naast de MRSV is in de MR-ISV onder post 8 opplussen
woningvoorraad het budget opplussen in 2003 en 2004 gehandhaafd, teneinde
het bereiken van de ISV-doelstelling op dit punt per 1-1-2005 te waarborgen.
Gezien de huidige onderschrijding is ons college van mening dat de opgenomen
budgetten voldoende zijn. Voorts is ons college van oordeel dat de huidige
regeling weinig aanpassing behoeft.
15. Woningbouwcorporatie Vestia: wenst
subsidie ad 100.000,- a 150.000,- voor een plan van aanpak voor twee
woonwagenlokaties in Delft.
Reactie: Het DOP bevat
geen doelstellingen op dit gebied, dus een en ander is niet opgenomen in deze
MR-ISV. Het beheer van de woonwagenlokaties is een verantwoordelijkheid van
Vestia.
16. Woningbouwcorporatie
Vestia: wenst subsidie voor het maken van grote woningen.
Reactie: Tot nu toe is in het
kader van de prestatieafspraken met de corporaties afgesproken dat jaarlijks 5
grote woningen worden gebouwd dan wel verbouwd, waarbij de financiering geheel
door de corporaties zelf wordt geregeld. Voorts valt dit buiten het bestek van
de MR-ISV omdat het DOP geen doelstelling met betrekking tot grote woningen
bevat.
17. Woningbouwcorporatie
Vestia: wenst subsidie voor toeristische herontwikkeling van de Rotterdamseweg
ter hoogte van de Porseleyne Fles.
Reactie: Ons college hanteert het principe dat bij
dergelijke projecten geen onrendabele investeringen van marktpartijen of
corporaties worden gesubsidieerd. Het project past op zich wel in de
ISV-doelstellingen, maar is (nog) niet voldoende uitgewerkt.
HOOFDSTUK 7 ISV- VERDEELBESLUIT
Onder verwijzing naar het
totaaloverzicht in hoofdstuk 4 wordt voorgesteld de volgende verdeelbesluiten
te nemen.
Voor 2002
wordt voorgesteld te besluiten de volgende bedragen te reserveren:
ˇ voorbereidingskosten
ISV: 113.000,-
ˇ ontwikkeling
TU-gebied: 68.000,-
ˇ herstructurering
Schie-oevers:
182.000,-
ˇ bijdrage
autoluwe binnenstad:
363.000,-
ˇ bijdrage
water en ecologie:
397.000,-
ˇ bodemsaneringen
ISV: 5.235.000,-
ˇ geluidssaneringen
ISV:
159.000,-
ˇ fysieke
maatregelen veiligheidsplan: 91.000,-
ˇ bijdrage
sporthallen/ zalen:
454.000,-
ˇ diverse
sport en spelvoorzieningen: 182.000,-
ˇ verplaatsing
scholen/ vensterschool: 272.000,-
ˇ service-
en informatiepunten: 91.000,-
ˇ provinciaal
grote stedenbeleid: 136.000,-
--------------
totaal: 7.742.000,-
Themaprogramma Economie.
Jaar Delft Nederland
1997 44.770
(45.280) 6.067.200 (7.037.000)
1999 48.080 6.465.900
(tussen haakjes de cijfers van de
nulmeting)
In de toeristische sector:
1998
1.164
2000 1.231
Conclusie: de
landelijke stijging van het aantal banen van werkzame personen is 6,6%.
De stijging in Delft is 7,4%. De
doelstelling om per 01-01-2005 1,1 maal de
landelijke
stijging te realiseren is hiermee gehaald. De stijging in de toeristen sector
bedraagt 5,4%. De doelstelling daarvan is 10%. Met de 5,4% ligt Delft dus op
koers.
Aandachtspunt: wachten op actualisatie van de cijfers
door het CBS.
3. Uitkeringsgerechtigden
en werklozen: doelstelling: terugdringen aantal uitkeringsgerechtigden
fase 4 t.o.v. het totaal met 20%.
Nulmeting
1999: 70,6%.
In 2000: Aangezien de
gegevens van fase 4 klanten die ingeschreven staan bij het arbeidsbureau en
geen klant zijn bij WIZ, niet beschikbaar zijn, kunnen alleen de resultaten van
WIZ klanten worden gegeven. In 1999 bestond 33% van het totale bestand
uitkeringsgerechtigden uit fase 4 klanten. In tegenstelling tot de doelstelling
dit percentueel terug te brengen is het aandeel fase 4 klanten gegroeid van 48%
op 1-1- 2000, naar 71% op 1-1-2001. Oorzaak voor deze groei van het fase 4
bestand is allereerst dat de groep fase 4 klanten in absolute zin is gestegen.
Door de positieve ontwikkelingen op de arbeidsmarkt is het aantal
uitkeringsgerechtigden in fase 1 tot en met 3 gedaald. Deze combinatie leidt
tot een sterke percentuele stijging van het aantal fase 4 klanten in het
uitkeringenbestand. Een derde reden waarom het
aandeel fase 4 zo is toegenomen ligt in het feit dat in 1999 en 2000 heel veel
achterstanden van heronderzoeken zijn weggewerkt. In de heronderzoeken worden
klanten opnieuw in een fase ingedeeld. Doordat klanten daarvóór langere tijd
geen heronderzoek hadden gehad, zijn relatief veel klanten overgezet van fase
2/3 naar fase 4.
Het afgelopen jaar heeft een
grootschalige analyse van het fase 4 bestand plaatsgevonden. Op basis van deze
resultaten zal vanaf 2002 verhoogde inzet gepleegd worden de fase 4 klanten te
activeren naar werk, sociale activering of een zorgtraject.
Conclusie: In
tegenstelling tot de ISV-doelstelling neemt het aandeel fase 4 klanten in het
WIZ-klantenbestand toe. Dit is echter niet helemaal ongewenst en grotendeels
veroorzaakt door autonome ontwikkelingen. Aandacht voor activering blijft
echter wel nodig. Voor een goede monitoring is het verder noodzakelijk dat
gegevens van fase 4 uitkeringsgerechtigden die alleen bij het arbeidsbureau
staan ingeschreven en geen WIZ-klant zijn, beschikbaar komen. Zodra deze
beschikbaar zijn, kan in overleg met de provincie- bezien worden of evt.
bijstelling van de oorspronkelijke formulering van de ISV-doelstelling over
uitkeringsgerechtigden en werklozen nodig is.
Aandachtspunt:
verstrekken gegevens fase 4 clienten door arbeidsbureau; daarna overleg met
provincie over oorspronkelijke formulering ISV-doelstelling
4. Toerisme: doelstelling:15% meer bezoekers en 10% meer
overnachtingen.
Nulmeting 1998: 711.100 bezoekers en 96.687
overnachtingen.
In 2000: + 686.100 bezoekers en +
114.600 overnachtingen.
Conclusie: een daling van 3,6% van
bezoekers en een stijging van de overnachtingen met 18,5% .
Aandachtspunt:
ééndaags bezoek aan Delft stimuleren door uitvoering lopende
toerisme-programma(s). Levert dit niet het gewenste effect op of zijn er niet
beinvloedbare externe factoren, dan zal de ISV-doelstelling in overleg met de
provincie naar beneden moeten worden bijgesteld.
Themaprogramma
Wonen.
5. Huur- en
koopwoningen: doelstelling: stijging koop+dure huur tot 40%.
Nulmeting
1999: 35%. Op basis van eigen berekening a.d.h.v.
Woningmarkt-onderzoek 95 en voorraad per 01-01-00 berekend op 37%.
Conclusie: op
koers.
6. Seniorenwoningen:
doelstelling: 150 extra won. met zorg, waarvan 2/3goedkoop.
Nulmeting
1999: niets gerealiseerd.
In 2000:
53 won. (Atrium) gerealiseerd.
Conclusie: op
koers.
7. Opplussen
woningen: doelstelling: 2000 woningen vlgs seniorenscore.
Nulmeting
1999 niets gerealiseerd.
In 2000:
niets gerealiseerd.
Conclusie:
uitvoering is nog niet op gang gekomen.
Aandachtspunt:
nader overleg met de Delftse corporaties, die voldoende woningen moeten opplussen.
8. Grondgebondenwoningen:
doelstelling: plus 200.
Nulmeting
1999: niets gerealiseerd.
Situatie
2000: 216 woningen gerealiseerd.
Conclusie: de
doelstelling plus 200 woningen is gehaald.
9. Monumenten:
doelstelling: 100 gem.mon. en 20 rijks.mon.
Nulmeting
1999: niets gerealiseerd.
Situatie 2000: 39 gem.mon. en 32 rijks.mon.
Conclusie: de doelstelling 20
rijksmonumenten is gehaald. T.a.v. gemeentelijke monumenten ligt Delft op
schema.
Themaprogramma Duurzaamheid.
10. Riolen en
oppervlakte water: doelstelling min. 55% afgekoppeld, 25% minder
overstort, herstuctureren min. 2 deelsystemen, waterkwaliteit gemiddeld ca. 3
en 15% natuurvriendelijke oevers.
Nulmeting: 1999: 50% afgekoppeld,
waterkwaliteit ca 2 en 0% natuurvriendelijke oevers.
In 2000: 56% afgekoppeld, percentage
overstort niet bekend (wel bij monitor 2001), 0 deelsystemen geherstructureerd (in uitvoering
Tanthof en Wippolder, in voorbereiding Poptahof en Voordijkshoorn-oost),
waterkwaliteit niet bekend (moet nog worden uitgewerkt), 5,7%natuurvriendelijke
oevers ingericht.
Conclusie: op koers.
Aandachtspunt: gegevens rond percentage overstort en
waterkwaliteit moeten nog in beeld worden gebracht.
11. Bodemsanering:
doelstelling min. 3 ernstig+urgente bodemsaneringen, onderzoeksprogramma en
raamsaneringsplan.
Nulmeting: 1999 niets gerealiseerd.
In 2000: 0 ernstig+urgente
bodemsaneringen (in voorbereiding). Onderzoeksprogramma in voorbereiding.
Voorkeur prov. ZH om dat buiten ISV te houden. In kader Wet
bodembescherming is voorzien in afronding landsdekkend beeld per 2005.
Raamsaneringsplan in voorbereiding.
Conclusie: op koers.
12. Geluidsbelasting
woningen: doelstelling min. 90 won. geluidssaneren.
Nulmeting: In 1999 2141 won. geluidbelast.
In 2000: 2141 won. geluidbelast, reeds
eerder 1209 won. gesaneerd, 932 won. niet gesaneerd waarvan 109 met méér dan 65
dB(A). In 2001 géén won. gesaneerd.
Aandachtspunt. Uitvoeren van opgenomen en geplande projecten rond
geluidsisolatie van woningen.
13. Afvalbeleid:
doelstelling 90% zuiver GFT-afval, 5 retourettes, stabilisatie hoeveelheid te
verbranden afval, min. 500 ondergrondse afvalcontainers.
Nulmeting: ca. 90% zuiver GFT-afval, 1
retourette, 26.000 ton te verbranden afval, 32 ondergrondse containers. Volgens
opgave Duurzaamheid bedroeg hoeveelheid te verbranden afval in 1999; 27.259 ton
en waren er 92 ondergrondse containers.
In 2000: percentage zuiver GFT-afval
onbekend. 26.623 ton afval verbrand (-2,33%). Er waren 201 ondergrondse
afvalcontainers (+109).
Conclusie: op koers.
14. Energiebesparing:
doelstelling min. 30% in tenminste 2000 bestaande won. en ca. 3% energie via
lokale opwekkingsprojecten.
Nulmeting: 1998 was verbruik 6.543.149 GJ
per jaar.
In 2000: géén informatie.
Gegevensverzameling bij ENECO is problematisch.
Aandachtspunt: meting op dit moment niet mogelijk
(ook niet via Energie-agentschap Delft), omdat ENECO gegevens niet kan
aanleveren.
Themaprogramma
Mobiliteit.
15. Gebruik Ov, fiets en auto: doelstelling: bij landelijke
stijging, Delft x 0,75. Bij daling,
Delft x 1,25.
Het CBS voert jaarlijks een landelijk Onderzoek
Verplaatsingsgedrag (OVG) uit. Nulmeting 1997: landelijk: 36%
autobestuurders en 13% autopassagiers. In Delft waren deze percentages resp.
30% en 17%.
In 2000: Vanwege een veranderde
onderzoeksmethodiek zijn de CBS-cijfers uit het onderzoek van de jaren t/m 1998
niet zonder meer vergelijkbaar met die over de jaren 1999 en 2000. Uit het OVG
blijkt wel dat het autogebruik in 2000 landelijk gezien ongeveer gelijk
gebleven is ten opzichte van 1999: voor 49% van alle verplaatsingen wordt de
auto gebruikt (als bestuurder of als passagier). In Delft stijgt volgens de
cijfers het autogebruik in 2000 t.o.v. 1999. Het aantal respondenten in Delft
is in dit onderzoek echter relatief gering. Hierdoor is de onbetrouwbaarheidsmarge
van de CBS-cijfers voor Delft relatief groot. Op basis van de cijfers van 1999
en 2000 en rekening houdend met deze onbetrouwbaarheidsmarge, mag voor Delft
wel geconcludeerd worden dat:
- er sprake is van een stijgende
trend in het autogebruik;
- het autogebruik in Delft in 2000 weliswaar ruim
onder het landelijk gemiddelde blijft, maar zich wel richting dat landelijk
gemiddelde beweegt.
Conclusie:
t.a.v. (toename) autopassagiers ligt Delft op koers. Het autogebruik
(autobestuurders) in Delft vertoont echter een -ongewenste- stijgende tendens.
Aandachtspunt: Het autogebruik in Delft
moet gezien de ISV-doelstelling (verder) worden beperkt. Lopende projecten om
autogebruik te beperken en/of gebruik openbaar vervoer/fiets te stimuleren
moeten het gewenste effect gaan sorteren. Lukt dat niet, dan de projecten
intensiveren of de ISV-doelstelling aanpassen in overleg met de provincie.
16 autoverkeer op hoofdroutes:
doelstelling: 50% van lokaal wegennet als verblijfsgebied
aangewezen
en ingericht als 30 km gebied/woonerf. Voor 4 wegvakken wordt de
doorgaande
functie beperkt.
Nulmeting
1999: 25% verblijfsgebied. Geen doorgaande functie beperkt.
In 2000:
38% verblijfsgebied en doorgaande functie 1 wegvak beperkt.
Conclusie: op koers.
Aandachtspunt:
op dit moment zijn er géén plannen voor de resterende 3 wegvakken.
17. Bereikbaarheid economische
activiteiten: doelstelling: 2 parkeervoorz., autoluwe binnenst.,
fietsenstallingen
bij belangr. bestemm., hoogw. OV naar TU, herinr. Schoem.str.
Nulmeting
1999: Nog niets gerealiseerd.
In 2000:
parkeervoorz. Phoenixstr. in aanbouw, start inrichting autoluwebinnenstad,
fietsstallingsvoorz.
bij station.
Conclusie: op
koers.
18. Verkeersslachtoffers: doelstelling: <200.
Nulmeting 1996: 272.
In 2000: 235.
Conclusie: op koers.
Themaprogramma
Leefbaarheid
19. Tevredenheid Voorhof/Wippolder: doelstelling: verschil
tov stad halveren.
Nulmeting 1999: 12%.
In 2000: 6%.
Conclusie: doelstelling gehaald.
20. Sociaal isolement: doelstelling: netwerk in elk van 7
wijken.
Nulmeting 1999: beleid in ontwikkeling.
In 2000: beleid vastgelegd in nota Samen
aan de slag. Er is recent in twee wijken gestart met consulenten. In het
prestatieboek is hun taakstelling met meetvragen verder uitgewerkt.
Conclusie: op koers.
21. Zelfredzaamheid burgers (dak-/thuislozen):
doelstelling: 90% in beeld, 80% daarvan
opgevangen
in instellingen, 75% hiervan woont daarna zelfstandig.
Nulmeting
1999: 90% dak-/thuislozen in beeld via opvanginstellingen. Circa
60% van hen
vindt een
zelfstandige woonvorm.
In 2000: 90%
dak-/thuislozen in beeld via opvanginstellingen. Circa 80% daarvan wordt
opgevangen
via instelling en 60% vindt een zelfstandige woonvorm. WIZ werkt aan
verbeteren
structuur in opvang en beter in beeld krijgen van aantallen van opvang en
doorstroming
Conclusie: op koers
v.w.b. het in beeld hebben en opvangen van dak-/thuislozen.
Aandachtspunt:
via intensiveren van aandacht WIZ en van
lopend
BAW-project moet het zelfstandig wonen na opvang verder worden gestimuleerd.
22. Minderheden: doelstelling: min. 90% voelt zich
thuis, min. 95% wordt begeleid,
min. 95%
AMAs volgt onderwijs.
Nulmeting
1999: 90% wordt begeleid, 75% AMAs volgt onderwijs.
In 2000: 75%
voelt zich thuis, 100% wordt begeleid en volgt onderwijs.
Conclusie: op
koers.
23. Buurtaccomodaties: doelstelling: 4 buurtaccomodaties en
min. 2 jongerenvoorz.
Nulmeting 1999: Nog niets gerealiseerd.
In 2000: afronding planvorming buurtacc.
Westerkwartier, start voorber. buurtacc. Poptahof, start voorber. jongeren
voorz. Wippolder.
Conclusie: op koers.
24. Vensterschool/ brede school: doelstelling: in elk van 7
wijken gerealiseerd programma.
Nulmeting 1999: beleid in ontwikkeling.
In 2000: afronding beleid.
Conclusie: op koers.
25. Sport- en spelmogelijkheden: doelstelling: min. 1,5
speelpl. per 100 0-9 jarigen, min. 78
voorz.
voor 10-19 jarigen, inspraak belanghebbenden, voldoen Europese veiligheidnorm.
Nulmeting
1999: gemidd. 2 speelpl. op 100 0-9 jarigen, 72 voor 10-19
jarigen.
Bij latere
besluitvorming is terugbrengen speelplekken 0-9 jarigen geschrapt.
In 2000: gemidd.
2 speelpl. per 100 0-9 jarigen, uitbreiden voorz. 10-19 jarigen van 72>78
nog niet
gerealiseerd, inspraak afgerond, Europese veiligheidsnorm in uitvoering.
Conclusie: op
koers.
Aandachtspunt:
uitvoeren van opgenomen en geplande projecten
t.a.v.
voorzieningen 10-19 jarigen.
26. Criminaliteit: doelstelling: op ranglijst misdr.
<nr. 40 en ranglijst geweldel. <nr. 33.
Nulmeting 1999: resp. nr. 40 en nr. 33.
In 2000: misdr. nr. 35 en geweldsdel. nr. 39.
Conclusie: op koers tav misdrijven.
Aandachtspunt: het aantal geweldsdelicten moet worden
teruggebracht d.m.v. uitvoering opgenomen projecten veiligheidsplan. Levert dit
in 2001 niet het gewenste effect op, dan intensivering beleid of bijstellen van
de doelstelling in overleg met de provincie.
27. Kinderopvang: doelstelling: 40% hele dagopvang, 15%
buitenschoolse opvang en min 400
extra
plaatsen buitensch.opvang.
Nulmeting
1999: 36% hele dagopv., 13% buitensch.opv., 288 buitensch.opv.
In 2000: 36% hele
dagopv., 13,6% buitensch.opv., 299 buitensch.opv. (=+11).
Conclusie: gezien
de hoeveelheid plannen voor hele dagopvang kan doelstelling worden
gehaald.
op koers.
Bijlage 2: Overzicht ISV-doelstellingen
|
Nr. |
Programma |
Onderwerp |
Gewenst effect |
Meetbare doelstelling |
|
1 |
Economie |
Aantal arbeidsplaatsen |
Stijging |
10% meer stijging of 1/3 minder daling dan landelijk |
|
2 |
Economie |
Woon- werk balans |
Evenwicht |
Schommelen rond 1:1 |
|
3 |
Economie |
Uitkeringsger. en werklozen |
Zo laag mogelijk % |
Terugdringen % DMZ-uitk.ger. in fase 4 met 20% |
|
4 |
Economie |
Toerisme |
Stijging |
15% stijging bezoeken en 10% stijging overnachtingen |
|
5 |
Wonen |
Woningen huur- en koopsector |
Betere differentiatie |
Stijging aandeel koop+ dure huur tot 40% door stadswon. |
|
6 |
Wonen |
Woningen voor senioren |
Stijging |
150 extra won. met zorgaanbod waarvan 2/3 goedkoop |
|
7 |
Wonen |
Opplussen van woningen |
Stijging |
Min. 2000 opgepluste woningen obv seniorenscore |
|
8 |
Wonen |
Grondgebonden woningen |
Stijging |
Min. 200 extra grondgebonden woningen |
|
9 |
Wonen |
Monumenten |
Instandhouding |
Verbetering min. 100 gem. en min. 20 Rijksmonumenten |
|
10 |
Duurzaamheid |
Riolen en oppervlaktewater |
Optimalisering |
Min. 55% afgekoppeld, 25% minder overstorten, herstr. |
|
|
|
|
|
min. 2 deelsyst., waterkwal. gem. ca 3, min. 15%
natuurvr. oevers |
|
11 |
Duurzaamheid |
Bodemsanering |
Zo min mogelijk stagnatie |
Ernstig + urgent: Min. 3 bodemsaneringen;
onderzoeksprogramma; |
|
|
|
|
|
Raamsaneringsplan |
|
12 |
Duurzaamheid |
Geluidsbelasting woningen |
Vermindering |
Min. 90 woningen geluidssaneren |
|
13 |
Duurzaamheid |
Afvalbeleid |
Optimalisering |
GFT 90% zuiver; min. 5 retourettes; stabilisatie
hoeveelh. te verbr. |
|
|
|
|
|
afval; min. 500 ondergrondse afvalcontainers |
|
14 |
Duurzaamheid |
Energiebesparing |
Optimalisering |
Min. 30% in min. 2000 best. won.; min. 3% lokale
energieopwekk. |
|
15 |
Mobiliteit |
Gebruik OV, fiets en auto |
Stijging resp. daling |
Gebruik auto t.o.v. landelijk: Max. 75% of min. 25% extra
daling |
|
16 |
Mobiliteit |
Autoverkeer op hoofdroutes |
Concentratie |
Min. 50% als verblijfsgebied aangew.+ingericht; bep.
doorg. fie in min. 4 wegvakken |
|
17 |
Mobiliteit |
Bereikbaarheid econ. activit. |
Waarborging |
Min. 2 geconc. parkeervoorz. en 50% autoluwe binnenstad;
voldoende stallingsvoorz. |
|
|
|
|
|
voor fietsers bij bel. best.; hoogw. OV naar TU; herinr.
Schoemakerstr./ Delftech. |
|
18 |
Mobiliteit |
Aantal verkeersslachtoffers |
Afname |
max. 200 verkeersslachtoffers |
|
19 |
Leefbaarheid |
Tevredenheid over de wijk |
Zo hoog mogelijk |
Voorhof en Wippolder samen: halvering verschil tov. rest
van Delft |
|
20 |
Leefbaarheid |
Sociaal isolement in wijken |
Zo laag mogelijk |
In elk van de 7 wijken een netwerk ingericht tbv
signalering + passend aanbod |
|
21 |
Leefbaarheid |
Zelfredzaamheid burgers |
Zo hoog mogelijk |
Dak/thuislozen: 90% in beeld; min. 80% opgevangen; min.
75% gehuisvest |
|
22 |
|
|
|
Minderheden: min. 90% voelt zich thuis, min. 95%
begeleid, min. 95% volgt onderw. |
|
23 |
Leefbaarheid |
(Gebruik van) buurtaccommodaties |
Zo hoog mogelijk |
Min. 4 buurtaccommodaties en min. 2 permanente
jongerenvoorzieningen |
|
24 |
Leefbaarheid |
Venstersch./ brede school concept |
Invoering |
In elk van de 7 wijken een gerealiseerd programma |
|
25 |
Leefbaarheid |
Sport- en spelmogelijkh. in wijken |
Optimalisering |
Min. 1,5 speelplek per 100 0-9 jarigen; min. 78 voor
10-19 jarigen; wijkoverleg; |
|
|
|
|
|
min. Europese veiligheidsnorm |
|
26 |
Leefbaarheid |
Criminaliteit |
Zo laag mogelijk |
Ranglijst gem.: nr. 40 of lager voor misdrijven en nr. 33
of lager voor geweldsdelicten |
|
27 |
Leefbaarheid |
Aanbod kinderopvangvoorz. |
Differentiatie/afstemming |
40% kan gebruik m. v. hele dagopv. + 15% v. b.s.o.; min.
400 extra plaatsen b.s.o. |
Bijlage 3: ISV monitor 2000: procesformat
|
|
start |
bestuurlijke |
|
|
|
nrs. |
Projecten |
planvorming |
besluitvorming |
in uitvoering |
voltooid |
projectleider |
|
|
|
|
|
|
|
1 |
Herontwikkelen
TU-gebied |
|
|
|
|
E. Bijleveld |
2 |
Revatilisering
Schieoevers |
|
|
|
|
G. Huizing/P. Boone |
3 |
Realisatie
Aardewerkcentrum |
|
|
|
|
Ellen de Vries |
4 |
Realisatie
Stadshal |
|
|
|
|
B. Engelberts |
5 |
Realisatie
Twinning Centre |
|
|
|
|
C. van Laren |
6 |
Herinrichting
Markt |
|
|
|
|
G. Huizing/P. Boone |
7 |
Monitoring
Binnenstad |
|
|
|
|
G. Huizing/P. Boone |
8 |
Drainage
binnenstad |
|
|
|
|
P.de Dood |
9 |
Verbetering
water Ecodus |
|
|
|
|
Paul Baan (S.Clarisse) |
10 |
Afkoppelen
regenwater Wippolder |
|
|
|
|
Paul Baan (P.d.Dood) |
11 |
Verbetering
ecologische hoofdstructuur |
|
2001 |
|
|
D. Tubbing |
12 |
Vermindering
onttrekking grondwater |
|
|
|
|
Paul Baan (J.Tuit) |
13 |
Uitbreiden
proef watersysteem Tanthof |
|
|
|
|
Paul Baan (S.Clarisse) |
14 |
Verbetering
watersysteem Poptahof |
|
|
|
|
Paul Baan |
15 |
Bodemsanering
Oostsingel 151-152 |
|
|
|
|
J. Kolijn |
16 |
Bodemsanering
Delfgauwseweg 64-80 |
|
|
|
|
J. Kolijn |
17 |
Bodemsanering
Scheepmakerij 5-12 |
|
|
|
|
J. Kolijn |
18 |
Bodemsanering
Uitweg |
|
|
|
|
J. Kolijn |
19 |
Onderzoekslijst
bodemsanering |
|
|
|
|
J. Kolijn |
20 |
Raamsaneringsplan
bodemsanering |
|
|
|
|
J. Kolijn |
21 |
Onderzoek
verdachte locaties bodemsanering |
|
|
|
|
J. Kolijn |
22 |
Geluidisolatie
woningen (fase 1) |
|
In 2001 |
In 2002 |
In
2002-2003 |
G.J. Ravensbergen |
23 |
Wijkveiligheidsplannen |
|
|
|
|
G. Hooning |
24 |
Verbetering
sporthallen, sportzalen |
|
|
|
|
R. v.d. Berg |
25 |
Aanpassing
gebouw SV Geerweg |
24apr01 |
dec-01 |
1e
kwart. 2002 |
2e
kwart. 2002 |
H. Kluver |
26 |
Realisatie
bocciabanen |
|
Project
ligt stil. Géén voortgang !!!!! |
|
|
M.Breukel |
27 |
Verplaatsing
JPT/Vensterschool concept |
|
|
1e
kwart. 2002 |
|
A. van Dijk |
28 |
Informatiepunten
biblioservicepunten |
|
|
|
|
J. v.d. Berg |
29 |
Herontwikkeling
Scheepmakerij |
|
|
|
|
Sacha Koenes |
30 |
Herontwikkeling
Zuidpoort |
|
|
|
|
H. Twisk |
|
(vervolg
ISV monitor 2000 procesformat) |
start |
bestuurlijke |
|
|
|
nrs. |
Projecten |
planvorming |
besluitvorming |
in uitvoering |
voltooid |
projectleider |
31 |
Herstructurering
DDW |
|
|
|
medio
2003 |
P. de Jong |
32 |
Herstructurering
Wippolder |
|
|
|
|
S. Hibender |
33 |
Herstructurering
Minervaplein |
|
Buurtaandelen jun2001 in uitvoering. |
|
|
S.
Hibender |
34 |
Herstructurering Poptahof |
|
|
|
|
E. Kesselaar |
35 |
Subsidieverlening
MRSV |
|
|
|
|
T. Kronshorst |
36 |
Subsidie
Monumenten |
|
|
|
|
T. Kronshorst |
37 |
Programma
Opplussen (1e fase:326 won.) |
|
|
|
|
J. v.d. Bie |
38 |
Aankoop
Paulusmavo |
|
|
2002 |
2003 |
E. Kesselaar |
39 |
Buurtaccomodatie
Westerkwartier |
|
|
jun2001 |
|
S. Hibender |
40 |
Buurtaccomodatie
Sranti |
|
|
|
|
S. Hibender |
41 |
Buurtaccomodatie
Poptahonk |
|
29mei2001 |
|
|
P. de Jong |
42 |
Buurtaccomodatie
Voorhof II |
|
|
|
|
G. Huizing/P.Boone |
43 |
Buurtaccomodatie
Tanthof |
|
|
|
|
S. Hibender |
ad Bijlage 3: relatie tussen ISV-doelstellingen en ISV-projecten en
programmas
|
|
bestandsnaam: ISVprocesformat5 |
TU-gebied |
Schieoevers |
Aardew.centr. |
Stadshal |
Twinning
centr |
Herinrichting
Markt |
Monitoring
binnenstad |
Drainage
binnenst. |
Water
Ecodus |
Afk.
regenwater Wipp. |
Ecologisch
hoofdstr. |
Verm.
onttrekk. Grondw. |
Watersyst.
Tanthof |
Watersyst.
Poptahof |
Bodemsan.
Oostsingel |
Bodemsan.
Delfg.weg |
Bodemsa.
Scheepmakerij |
Bodemsan.
Uitweg |
Onderz.lijst
bodemsan. |
Raamsan.plan
bodemsan. |
Verdachte
loc. bodemsan. |
Geluidsisolatie
woningen |
Wijkveiligheidsplannen |
Verbeter.
sporthall/-zalen |
Aanpasen
SV Geerweg |
Realisatie
bocciabanen |
Verpl.
JPT/Vensterschool |
Inform.
biblioservicepunt |
Herontw.
Scheepmakerij |
Herontw.
Zuidpoort |
Herstruct.
DDW |
Herstruct. Wippolder |
Herstruct. Minervaplein |
Herstruct.
Poptahof |
Subsidieverl.
MRSV |
Subsidie
Monumenten |
Programma
Opplussen |
Aankoop
Paulusmavo |
Buurtaccom..
Westerkw. |
Buurtaccom. Sranti |
Buurt
acoom.Poptahonk |
Buurtaccom.
Voorhof 2 |
Buurtaccomodatie
Tanth. |
Nr. |
TPr |
ISV-Doelstelling |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1 |
E |
Stijging aantal arbeidsplaatsen |
+ |
- |
0 |
+ |
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0 |
|
|
|
0 |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
E |
Evenwicht woon- werk balans |
|
- |
|
|
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- |
|
|
|
0 |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
E |
Terugdr.uitkeringsger. en werklozen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
E |
Bevordering toerisme |
|
|
+ |
0 |
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- |
|
|
|
|
0 |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
5 |
W |
Differentiatie huur- en koopsector |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
+ |
+ |
+ |
0 |
+ |
- |
- |
|
- |
|
|
|
|
|
6 |
W |
Meer woningen voor senioren |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
+ |
+ |
0 |
0 |
+ |
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
W |
Toename opgepluste woningen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
+ |
+ |
+ |
|
- |
|
+ |
|
|
|
|
|
|
8 |
W |
Meer grondgebonden woningen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- |
0 |
|
0 |
0 |
0 |
- |
|
|
|
|
|
|
|
9 |
W |
Instandhouding monumenten |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- |
|
|
|
|
+ |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
10 |
D |
Optimale riolen en oppervlaktewater |
0 |
|
|
|
|
|
|
+ |
+ |
0 |
+ |
0 |
+ |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0 |
+ |
0 |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11 |
D |
Weinig stagn. door bodemsanering |
|
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- |
- |
- |
+ |
+ |
+ |
+ |
+ |
+ |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
+ |
- |
- |
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
12 |
D |
Vermindering geluidsbelasting won. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
+ |
|
|
|
|
|
|
|
+ |
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
13 |
D |
Optimalisering afvalbeleid |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0 |
+ |
- |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
14 |
D |
Optimalisering energiebesparing |
|
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
+ |
- |
+ |
0 |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
15 |
M |
Stijging gebruik OV+fiets/daling auto |
+ |
|
|
|
|
+ |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0 |
|
|
0 |
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
16 |
M |
Concentr.autoverkeer op hoofdroutes |
|
|
|
|
|
0 |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
17 |
M |
Bereikbaarheid econ. Activiteiten |
|
+ |
|
|
|
0 |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
+ |
|
|
|
|
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
18 |
M |
Vermindering aant. verkeersslachtoff. |
|
|
|
|
|
+ |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
19 |
L |
Optimalisering wijktevredenheid |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
+ |
|
|
|
|
0 |
|
|
|
|
+ |
+ |
+ |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
20 |
L |
Min. sociaal isolement in wijken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
+ |
|
|
|
|
+ |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
21 |
L |
Optimale zelfredzaamheid burgers |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(vervolg ISVprocesformat) |
TU-gebied |
Schieoevers |
Aardew.centr. |
Stadshal |
Twinning
centr |
Herinrichting
Markt |
Monitoring
binnenstad |
Drainage
binnenst. |
Water
Ecodus |
Afk.
regenwater Wipp. |
Ecologisch
hoofdstr. |
Verm.
onttrekk. Grondw. |
Watersyst.
Tanthof |
Watersyst.
Poptahof |
Bodemsan.
Oostsingel |
Bodemsan.
Delfg.weg |
Bodemsa.
Scheepmakerij |
Bodemsan.
Uitweg |
Onderz.lijst
bodemsan. |
Raamsan.plan
bodemsan. |
Verdachte
loc. bodemsan. |
Geluidsisolatie
woningen |
Wijkveiligheidsplannen |
Verbeter.
sporthall/-zalen |
Aanpasen
SV Geerweg |
Realisatie
bocciabanen |
Verpl.
JPT/Vensterschool |
Inform.
biblioservicepunt |
Herontw.
Scheepmakerij |
Herontw.
Zuidpoort |
Herstruct.
DDW |
Herstruct. Wippolder |
Herstruct. Minervaplein |
Herstruct.
Poptahof |
Subsidieverl.
MRSV |
Subsidie
Monumenten |
Programma
Opplussen |
Aankoop
Paulusmavo |
Buurtaccom..
Westerkw. |
Buurtaccom. Sranti |
Buurt
acoom.Poptahonk |
Buurtaccom.
Voorhof 2 |
Buurtaccomodatie Tanth. |
Nr. |
TPr |
ISV-Doelstelling |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
23 |
L |
Opt.(gebruik v.) buurtaccommodaties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0 |
+ |
- |
|
+ |
|
|
+ |
+ |
+ |
+ |
|
|
|
|
+ |
+ |
+ |
+ |
+ |
24 |
L |
Brede school programma |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
+ |
- |
+ |
+ |
|
|
|
|
|
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
25 |
L |
Opt. sport- en spelmogelijkh. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0 |
+ |
+ |
+ |
|
|
|
|
+ |
+ |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
26 |
L |
Zo laag mogelijke criminaliteit |
|
0 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
27 |
L |
Diff./afstemming aanbod kinderopv. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
+ |
|
|
|
0 |
+ |
|
0 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- |
= |
lage bijdrage aan doelstelling |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0 |
= |
gemiddelde bijdrage aan doelstelling |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
+ |
= |
hoge bijdrage aan doelstelling |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Colofon
Uitgave Gemeente
Delft,
Cluster Wijk-
en Stadszaken
Sector
Wijkzaken en Projecten
december 2001
Realisatie Gemeente
Delft (binnenwerk), Klats Publiciteit, Delft (kaft)
Druk Combiwerk,
Delft
Oplage 100
stuks
Informatie Wijkzaken
en Projecten,
P.A.M.
(Peter) de Jong, S. (Nicky) Bouman
tel. (015) 2602508, 2602774
bezoekadres:
Barbarasteeg 2, Delft
postadres:
Postbus 340, 2600 AH Delft
emailadres: pdjong@delft.nl
Copyright
Gemeente Delft
[1] Belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld tijdens de ter visie-legging schriftelijk te reageren, dan wel zijn of haar reactie kenbaar te maken tijdens de inloopmiddag.