Memo

 

Onderwerp

Voortgangsrapportage handhaving

 


1.               Inleiding

 

Het onderwerp handhaving is in zijn algemeenheid, of beter gezegd het handhavingtekort, heeft de afgelopen jaren vaak in de belangstelling gestaan, zonder dat dit direct en daadwerkelijk leidde tot feitelijk op een hoger plan brengen van de uitvoering van deze bestuursbevoegdheid c.q. plicht. Door de onfortuinlijke gebeurtenissen in Volendam en Enschede echter, is daar verandering in gekomen. We zijn  inmiddels breed maatschappelijk doordrongen van de noodzaak om met dit onderwerp daadwerkelijk aan de slag te gaan. Daarmee ontstaat een trendbreuk met de in de meeste ogen doorgeslagen gedoogcultuur die tot op dat moment in Nederland heerste.

Op gebied van veiligheid en handhaving is er in de afgelopen jaren in Delft een aantal activiteiten in gang gezet. Om de gebeurtenissen in de horeca geïntegreerd aan te pakken, functioneert het ambtelijk overleg horeca aanvragen. Bij evenementen worden er standaard in goed overleg met betrokken ambtelijke afdelingen en de organisatoren, extra maatregelen getroffen. Met de ambtelijke reorganisatie NEON zijn de vergunningsverlenende onderdelen voor ongeveer 90% organisatorisch samen ondergebracht. Met de kanteling van de organisatie is de sector BTO ingericht. Voor ± 90% worden vergunningen aan individuele burgers en ondernemers vanuit deze sector verleend. Voor de toezicht op de naleving van de regelgeving en/of  vergunningvoorschriften zijn slechts deels voorzieningen getroffen. Dit geldt eveneens voor de handhaving die volgt / zou moeten volgen op de niet-naleving van regelgeving en/of vergunningvoorschriften. Met de samenvoeging van de verschillende toezichts- en vergunningverlenende afdelingen worden efficiencyvoordelen verwacht.

 

Er heeft een inventarisatie risicovolle bedrijven plaatsgevonden, waarover de Commissie uitgebreid heeft gesproken. Maatregelen worden voorgesteld in het plan van aanpak.

In het kader van de uitvoering van de bestuursovereenkomst milieuwethandhaving Haaglanden is in 1999 het project Kleurenblind gestart. In samenwerking met Provincie, politie en waterschap werkt de gemeente actief mee aan het project integrale handhaving Rotterdamseweg. Het beleid kamerverhuurbedrijven is inmiddels vastgesteld. De afdeling Riskmanagement is gestart met het project risicobeheersing.

De brandweer heeft voor de horeca een systeem van controle opgezet.

 

 

2.               Regelgeving, handhaving en de risico’s

 

Onvoldoende controle op de naleving van regelgeving en onvoldoende handhaven in geval van niet-naleving van de regelgeving en vergunningvoorwaarden, draagt onverantwoorde risico’s met zich mee en tornt aan het maatschappelijk draagvlak. Immers, draagvlak wordt gecreëerd door het consequent uitvoeren van de regels waardoor de rechtsgelijkheid en de rechtszekerheid wordt bevorderd. Handicap bij gewenst adequaat handhaven vormt de hoeveelheid aan regelgeving, waarbij tot op heden wel ge - en verboden vastgesteld zijn, zonder dat daarbij voldoende oog is voor de handhavingmogelijkheden en het noodzakelijk draagvlak in de samenleving. Het onsamenhangend en niet te handhaven stelsel dat hierdoor is ontstaan, kan de veiligheid van de samenleving in gevaar brengen en kan leiden tot  politieke risico’s.

Riskmanagement heeft tot taak om de gemeentelijke aansprakelijkheid voorzover deze aanwezig is, in kaart te brengen en hier op adequate wijze mee om te gaan. Hierbij wordt gedoeld op kwaliteit van de organisatie het nemen van preventieve maatregelen alsmede het afdekken van de gevolgen van risicovolle gebeurtenissen.

De politieke wens om de genoemde risico’s te beperken, speelt ook op landelijk niveau. Op veel beleidsvlakken heeft men op rijksniveau slechts een afgeleide taak, namelijk toezicht op de gemeenten. (= het tweedelijnstoezicht). Vanuit met name het  ministerie van VROM heeft men aangegeven op welke wijze men een verscherping van dit tweedelijnstoezicht voor staat. Hierover zal binnenkort separaat een nota worden voorgelegd.

 

3.               Projectgroep handhaving

 

Begin dit jaar is de projectgroep Handhaving gestart. Omdat handhaving een breed terrein omvat is in deze opzet gekozen om prioriteit te geven aan die vergunningen die de veiligheid van burgers dienen te waarborgen. Dit heeft geleid tot het starten met de top 9. Zie hiervoor bijlage 1. Onder andere gaat het om: milieuvergunningen, bouw(toezicht)vergunningen,  gebruiksvergunningen en evenementenvergunningen.

Met name wordt gekeken naar de veiligheid, financiële risicobeheersing en verbeterde dienstverlening.

 

Aan de projectgroep nemen de vertegenwoordigers van de volgende sectoren en vakteams mee:

1.    Sector Bouwen,toezicht en ondernemen        (Publiekszaken)

2.    Vakteam Milieuzorg                                     (Sector BTO, Publiekszaken)

3.    Vakteam Toezicht Openbare ruimte               (Sector BTO, Publiekszaken)

4.    Vakteam  Bouwtoezicht en monumenten       (Sector BTO, Publiekszaken)

5.    Brandweer                                                              (Bedrijven)

6.    Treasury - en Riskmanagement                                (Centrale staf)

 

Het project handhaving kent een driedeling: vergunningsverlening, toezicht /controle/opsporing en handhaving.

Doel van het project is dat er duidelijk bestaat op welk niveau Delft de wet – en regelgeving handhaaft, met welke middelen en op basis van welk beleid. Zonder handhaving is regelgeving minder effectief en zijn we afhankelijk geworden van de burgerlijke gehoorzaamheid.

Daarnaast wordt onder leiding van het projectteam:

1.                  geïnventariseerd welke inhaalslagen er moeten worden gemaakt

2.                  de werkprocessen van de vergunningen beschreven

3.                  Duidelijkheid gegeven over eventuele tekorten in capaciteit en budget

4.                  de financiële risico´s bij de vergunningverlening en handhaving geïnventariseerd en beoordeeld

 

Een en ander resulteert in:

A          Een voorstel tot handhavingsbeleid, waarbij wordt aangegeven tot op welk niveau de handhavingprocessen worden geïntegreerd.

B          De te maken keuzen moet leiden tot meer efficiency, effectiviteit en eenduidigheid.

C          Voorstel voor inhaalslagen inclusief benodigde capaciteit en budget

D          Een voorstel over het niveau van toezicht en de benodigde capaciteit en budget

E          Voorstel voor afdekken van de gevolgen van risicovolle gebeurtenissen

F          Een vergunningverleningproces dat op orde is.

 

 

4          Tussenresultaat:

 

De top 9 van vergunningen op gebied van veiligheid en handhaving is vastgesteld.

Er is opdracht gegeven om de 9 vergunningen te beschrijven.

Om een inhaalslag te kunnen maken voor het verlenen van en toezichthouden op de gebruiksvergunningen, is een voorstel aan de commissie voorgelegd.

Het voorstel over handhavingstrategie is separaat aan de commissie voorgelegd.

Een samenvatting van de resultaten van het Project Integrale handhaving  Rotterdamseweg is bijgevoegd in bijlage 2.

 

Nog uit te voeren

1          effiencyslag in de 9 werkprocessen van de vergunningen

2          risicoanalyse naar aanleiding van de beschreven werkprocessen van de vergunningen. Eventuele voorstellen ter verbeteringen kunnen volgen.

3          Een voorstel voor het integraal handhavingsbeleid gemeente Delft voor 2002 e.v.

 

 

5          Aandachtspunten bij verdere uitwerking


Bij de verdere uitwerking van het handhavingsbeleid, de samenwerking daarbinnen, de klantgerichtheid en de doelmatigheid zullen de volgende gedachten worden meegenomen.

a.         Veel van de gevaarzetting, die in bedrijven ontstaat is zelfs met regelmatige controle niet te voorkomen. Iedere dag kan er in een bedrijf een blokkade van een nooduitgang ontstaan en iedere dag kan er ergens onverantwoord brandbaar materiaal worden opgeslagen. Dat is met geen enkele controle te ondervangen. Het is daarom verstandig om bij bepaalde categorieën bedrijven (deze moeten nader worden getypeerd) ook de mogelijkheid van zelfcontrole zelf te ontwikkelen. Deze zelfcontrole zou gestalte kunnen krijgen via een checklist, die ondernemers zelf gemakkelijk kunnen aflopen. De checklist zou vanzelfsprekend gekoppeld moeten zijn aan gebruiks-/milieuvergunning.

b.      Bedrijven kunnen in bepaalde categorieën worden ingedeeld, die gerelateerd aan de gecompliceerdheid van de situatie in dat bedrijf of inrichting. Zo is DSM ingewikkelder dan een voetbalkantine. Het spreekt voor zich, dat grote ingewikkelde bedrijven/inrichtingen vaker en specialistischer gecontroleerd moeten worden dan relatief zeer eenvoudige bedrijven/inrichtingen. Ook tussencategorieën zijn denkbaar. Het aantal keren, dat er gecontroleerd wordt kan aan deze verschillende zwaartecategorieën worden gerelateerd. Bovendien zal onderzocht worden of in de lichtere categorieën het aantal controles bij gebleken goed gedrag niet omlaag kan en in de loop van de tijd meer plaats kan maken voor de bovengenoemde zelfcontroles. In   dat geval zouden we checklijsten ook door de desbetreffende bedrijven/inrichtingen kunnen worden ingestuurd naar de gemeente en daar worden geregistreerd. Steekproefsgewijs kan dan vervolgens nagegaan worden of dit systeem werkt en verantwoord is.

 

c.      Afhankelijk van de onder b. genoemde categorie-indeling kan bezien worden in hoeverre verschillende gemeentelijke controleurs elkanders ogen en oren kunnen zijn. Vooral bij eenvoudige van bedrijven in relatief lichte categorieën is het zeer wel denkbaar, dat de handhaver uit de ene discipline tevens de controle voor de andere discipline uitvoert. Ook is denkbaar dat deze handhaver als hij/zij zelf niet in staat is om die controle volledig uit te voeren, de toezichthouder wel met behulp van een checklist       een aantal zaken langsloopt en die vervolgens “thuis” afgeeft aan een ander vakteam. Op die manier kan de controledoelmatigheid zeer worden verhoogd.

Deze hierboven genoemde elementen zullen bij de verdere opbouw van het handhavingsbeleid als mogelijke oplossingsrichtingen worden meegenomen.            

 

 

6          Afronding project Handhaving

 

Eind 2001, uiterlijk begin 2002 heeft de gemeentelijke projectgroep Handhaving haar project afgerond. In het voorjaar van 2002 kunnen de voorstellen met betrekking tot het reguliere gewenste niveau van handhaving, de handhavingprioriteiten en de daarbij behorende organisatievoorstellen door de Raad worden besproken en vastgesteld. Hierbij wordt gebruik gemaakt  van de resultaten van het project Kleurenblind. Met de afronding van het project is de handhaving in de lijn geïntegreerd. Op basis van politieke prioriteitsstelling worden de handhavingactiviteiten opgenomen in de werkplannen. Daarmee zal jaarlijks inzicht worden gegeven in het niveau van handhaving en kunnen voorstellen tot bijsturing worden gedaan. 

 

 

 

Delft, 14 november 2001

 

 

Namens de projectgroep Handhaving,

 

 

Roelie van Opijnen

Wim van den Berg


Bijlage 1

 

 

 

Top 9

 

Vergunning / Ontheffing

Regeling

Cluster

Vakteam

 

 

 

 

Gebruiksvergunning gebouwen

Bouw-verordening (Hfdst 6)

Publieks-zaken

Bedrijven

 

 

Brandweer

 

Bouwvergunning

Woningwet

Wet R.O.

Publieks-zaken

BTM

 

 

Sloopvergunning

Sloopmelding

Sloopvergunning (binnen beschermd stadsgezicht)

 

Bouwver-ordening

Monumentenwet

1988

Publieks-zaken

BTM

 

Milieuvergunning

 

Milieuwet

Publieks-zaken

 

Milieuzorg

Ontheffing route gevaarlijke stoffen

 

Wet gevaarlijke stoffen

Publieks-zaken

Milieuzorg

Voorwerpen op, aan of boven de openbare weg,

Evenementen

 

Algemeen Plaatselijke Verordening

Publieks-zaken

BTO/TOR

Gebruiksvergunning inrichtingen niet gebouwen

 

Brandweerwet

Bedrijven

Brandweer

Bak- en kookplaatsen op de

weekmarkt

Markt-verordening

Publieks-zaken

TOR

Afsteken groot vuurwerk

Wet gevaarlijke stoffen

Bedrijven

Brandweer

 

 

Bijlage 2

 

Evaluatie project Kleurenblind

Integrale handhaving Rotterdamseweg; samenwerking tussen Stadsgewest Haaglanden, Politie, Hoogheemraadschap Delfland, Provincie Zuid-Holland en Gemeente Delft.

 

 

In het kader van de uitvoering van de bestuursovereenkomst milieuwethandhaving Haaglanden is in 1999 het project Kleurenblind opgestart.

Doel van dit project is om de samenwerking bij handhaving tussen de betrokken partners (gemeente, provincie, stadsgewest, politie en hoogheemraadschap) te verbeteren en vanuit de verschillende beleidsvelden meer geïntegreerd te benaderen. In dit project was een pilot-gebied aangewezen aan de Rotterdamseweg waarbinnen een 30-tal te benaderen bedrijven zijn gelegen.

 

Nadat de eerste fase (controle 10 bedrijven) was afgerond is im het najaar van 2000 een voorlopige evaluatie van dit project gehouden.

 

De belangrijkste conclusies van deze evaluatie zijn:

1.       Integraal handhaven kost meer tijd maar levert meer kwaliteit. Afhankelijk van de aard van het onderzoeksobject dient er iets meer tijd te worden gestoken in de controle om de handhaver in staat te stellen ruimte te creëren voor afstemmings- en coördinatiemomenten. Aan de andere kant kan door signaaltoezicht (dus kijken voor elkaar) de beschikbare toezichtscapaciteit gerichter worden ingezet.

2.       Integraal handhaven is een bulkbegrip; je zal per project moeten bepalen tot welk niveau de samenwerking moet reiken (signaaltoezicht/uitwisselen handhavingsinfo/afstemmen handhavingsactiviteiten/coördinatie van handhavingsactiviteiten)

3.       Integraal handhaven op basis van 1 handhavingsstrategie

4.       Integraal handhaven inkaderen in de reguliere werkzaamheden door in samenspraak met andere disciplines de werkplanning op elkaar af te stemmen.

5.       Nieuwe medewerkers als vast onderdeel van het inwerkprogramma intensief kennis te laten maken met en bij de overige handhavingspartners. Het integraal handhaven moet immers niet persoonsafhankelijk worden.

6.       Alleen de politie houdt zich bezig met het strafrecht. Er moet meer duidelijkheid komen over de reikwijdte en dwarsverbanden tussen strafrecht en bestuursrecht.

7.       Bij projectmatig werken, dus ook projectmatig integraal handhaven, is het van cruciaal belang om een strakke organisatie neer te zetten. Meedoen in een project op basis van vrijwilligheid mag niet leiden tot vrijblijvendheid.

 

In de evaluatie was mede een interview begrepen onder de in het project begrepen ondernemers. Als belangrijkste conclusie vanuit de klant kwam in interview voren:

 

 

8.       Zij vinden een integrale benadering dus waarbij alle instanties tegelijkertijd hun inspectie verrichten, een hele verbetering. Het bespaart met name veel tijd en er wordt voorkomen dat instanties langs elkaar heen werken.