Procesdeelplan
Voorlichting
gemeente Delft
Inhoudsopgave
1. Doel en verantwoordelijkheid p. 3
1.1.
Hulpverleners en eigen medewerkers p.
3
1.2.
Extra ondersteuning p.
4
2. De organisatie p.
4
2.1. Organisatieschema communicatie p.
5
2.1.1. Organisatie richting Burgerzaken (CRIB) p. 5
2.2. Gemeentelijk crisisteam p. 5
2.2.1. Hoofd Communicatie p.
6
2.3. Regionaal Coördinatiecentrum (RCC) p. 6
2.4. Actiecentrum Communicatie p. 6
2.4.1. Coördinator Actiecentrum Communicatie p. 6
2.5. Functie-instructie p.
7
2.5.1. Hoofd Communicatie p.
8
2.5.2. Coördinator Actiecentrum Communicatie p. 9
5.5.3. Publieksvoorlichter p.10
5.5.4. Persvoorlichter p.11
5.5.5. Interne voorlichter p.12
5.5.6. Mediawatcher p.13
5.5.7. Webmaster/redacteur p.14
5.5.8. Voorlichter rampterrein p.15
2.5.9. Ondersteuning: secretariaat p.16
2.5.10. Ondersteuning: telefoondienst voor Actiecentrum p.17
2.5.11. Verdere bezetting p.18
2.6. Alarmering van de voorlichters p.18
2.7. Waarschuwen bevolking p.18
2.8. Vervolginformatie aan de bevolking p.18
2.8.1. Hoe informeren p.19
2.9. Persalarm p.19
2.10. Inrichten Actiecentrum Communicatie p.19
2.11. Middelen p.19
2.12. Extra telefoonvoorzieningen p.19
2.13. Bijlagen p.20
Bijlage 1: Bezetting Communicatie (vertrouwelijk) p.21
Bijlage 2: Logboekformulier p.22
Bijlage 3: Situatierapport p.23
Bijlage 4: Persvraagformulier p.24
Bijlage 5: Overzicht locaties en materiaal p.25
Bijlage 6: Belangrijke telefoonnummers en adressen
(vertrouwelijk) p.26
Bijlage 7: Perslijst(en) p.28
Bijlage 8: Uitvoeringsregeling Radio West p.38
1. Doel en verantwoordelijkheid
Dit procesdeelplan kan
worden gebruikt tijdens crisis, calamiteiten/rampen en zware ongevallen. Het is
opgesteld door het vakteam Communicatie, in overleg met het Breed Communicatie Overleg. Het hoofd Communicatie
is procesverantwoordelijk.
Het doel van het proces
Voorlichting is: het bewust geven van hulp door informatie, gericht op
doelgroepen die bedreigd worden of zich bedreigd voelen door een dreigende ramp
of een feitelijke rampsituatie. De volgende communicatieve aspecten zijn
hierbij aan de orde:
·
maatregelen die men
moet nemen om schadelijke gevolgen te beperken
·
de te volgen
gedragslijn
·
de stand van zaken met
betrekking tot voortgang van de hulpverlening
·
het begeleiden van de
terugkeer naar de normale situatie
In dit procesdeelplan
Voorlichting worden de volgende (hoofd)doelgroepen onderscheiden:
interne doelgroepen |
externe doelgroepen |
·
bestuur ·
hulpverleners ·
eigen medewerkers |
·
publiek ·
(verwanten van)
slachtoffers ·
intermediaire kaders ·
pers |
In specifieke situaties
worden specifieke doelgroepen onderscheiden waarmee bij de
communicatie-activiteiten rekening zal worden gehouden. De communicatie zal
meteen worden aangepast aan de behoefte en kennis van de doelgroepen. Zorg dat
je weet welke belangrijkste (sub)doelgroepen er zijn en zorg dat je weet met
welk medium je deze doelgroep het beste kunt bereiken. In Delft is daarvoor het
jaarlijkse lezersonderzoek ingesteld. Deze gegevens kunnen worden meegenomen
bij rampencommunicatie. De gegevens van het lezersonderzoek dienen daartoe in
het crisiscentrum aanwezig te zijn. De coördinator persvoorlichting en de
coördinator publieksvoorlichting vertalen deze informatie naar
voorlichtingsbeleid.
Communicatie ten behoeve van
de journalistieke berichtgeving vindt plaats vanuit het perscentrum. De
informatievoorziening geschiedt uitsluitend door of in opdracht van de
burgemeester en wordt afgestemd op de communicatie door de provincie en/of
rijksoverheid.
1.1. Hulpverleners en eigen medewerkers
In de praktijk blijkt dat
communicatie naar de bij de ramp betrokken personen (en hun familieleden) vaak
gebrekkig verloopt. Het mag niet zo zijn dat de hulpverleners voor informatie
alleen afhankelijk zijn van de media. Een belangrijke stelregel is daarom dat
alle informatie die extern wordt verspreid, ook intern wordt verspreid. De Wet
Rampen en Zware Ongevallen schrijft daarnaast voor dat de burgemeester de
verantwoordelijkheid heeft hulpverleners op passende wijze te informeren over
de risico´s die hun inzet bij de ramp heeft voor hun gezondheid, alsmede over
de voorzorgsmaatregelen die in verband hiermee zijn of zullen worden getroffen.
De operationeel Leider bepaalt welke hulpverleners
bevoegd zijn informatie te verschaffen. De overige hulpverleners moeten vanaf
het begin weten dat zij publiek en pers voor informatie altijd kunnen
doorverwijzen naar het Actiecentrum Communicatie.
Informatiebronnen: |
centraal
verzamelpunt: |
gebruikers: |
Gemeentelijke crisisstaf |
|
bestuur &
hulpverleners |
Coördinatie team plaats
incident (CTPI) |
|
publiek |
regionaal operationeel
centrum |
Actiecentrum Communicatie |
actiecentra |
actiecentra |
|
intermediaire kaders |
media |
|
media |
publiek |
|
(verwanten van)
slachtoffers* |
* het verstrekken van
persoonsinformatie van slachtoffers aan direct belanghebbenden is een taak van
het Centraal Registratie- en Informatiebureau (CRIB).
1.2. Extra
ondersteuning
Het kan nodig zijn,
afhankelijk van de omvang van de ramp, om extra ondersteuning van anderen in te
roepen, die bij het deelproces Voorlichting kunnen worden ingezet. Denk hierbij
aan voorlichters van andere overheidsinstanties maar ook aan vertegenwoordigers
van de media, inclusief Radio en TV West, KPN Telecom en het Tolkencentrum.
Deze instanties staan met naam en telefoonnummer opgenomen in de adressenlijst
behorende bij dit procesdeelplan (bijlage 6)
2. De organisatie
Wanneer er sprake is van een
rampsituatie binnen de gemeentelijke grenzen, geldt de volgende
rampenorganisatie.
Bij rampen die de
gemeentegrens overschrijden zal opschaling plaats vinden naar een regionale
rampenorganisatie. Daarbij zal er een coördinerend burgemeester optreden
conform de regeling Bestuurlijke Coördinatie en zal een regionaal beleidsteam
én een regionaal Actiecentrum Communicatie worden ingesteld. Daarin zullen
gemeentelijke communicatieadviseurs van andere gemeenten deelnemen in dezelfde
rol als die zij krijgen toegewezen in hun procesdeelplan.
2.1. Organisatieschema communicatie
Voor de communicatiefunctie
zelf kan ook een organisatieschema worden weergegeven. Er zijn verschillende
communicatiefuncties te onderscheiden. Deze staan in het volgende schema.
Verderop in dit procesdeelplan staan de verschillende functiebeschrijvingen die
bij de diverse functies horen.
2.1.1. Organisatie
richting Burgerzaken (CRIB)
Communicatie, en dus het
Actiecentrum Communicatie, maakt het volgende onderscheid:
·
individuele vragen
·
collectieve vragen
Hoe onderscheidt je deze en
hoe maak je onderlinge afspraken wie welke vraag beantwoordt?
Om deze twee stromen uit
elkaar te houden worden er bij rampen door de gemeente Delft op een gegeven
moment twee telefoonnummers bekend gemaakt (0800-nummers). Dit zijn
0800-publiek (0800-7875435) voor de publieksvoorlichting en 0800-perslijn
(0800-73775456) voor de persvoorlichting.
De bemensing van beide
nummers wordt geheel geregeld via/vanuit Communicatie. Deze teams worden vanuit
Communicatie ondersteund door een coördinator. Bij een ramp van enige omvang
zal de beantwoording van publieksvragen worden uitbesteed aan een extern
callcentrum. Communicatie zorgt dan in de persoon van de coördinator
publieksvoorlichting voor de
inhoudelijke aansturing. In de deelplannen moet worden vastgelegd dat deze
coördinatoren nauw contact houden met de coördinator CRIB en de coördinatoren
van de VIS/NRK-telefoonteams.
2.2. Gemeentelijk crisisteam
De burgemeester bepaalt de
samenstelling van het gemeentelijk
crisisteam. De aard van de ramp of het zware ongeval zijn mede bepalend
voor de samenstelling. Het team is een verzameling van deskundigen die de
burgemeester adviseren over het door hem te voeren beleid. In de meeste
gevallen zal de minimale bezetting van een gemeentelijk crisisteam er als volgt
uit zien:
·
burgemeester
·
brandweer (commandant)
·
politie (districtschef)
·
GGD (directeur)
·
manager gemeentelijke
processen (gemeentesecretaris)
·
communicatie (hoofd Communicatie)
·
ambtenaar
rampenbestrijding (vanuit de brandweer)
De burgemeester bepaalt het beleid en neemt de besluiten in
rampsituaties. De leden van
het gemeentelijk crisisteam
adviseren hem daarbij op strategisch niveau en bij het stellen van prioriteiten
in de uit te voeren processen. - Het gemeentelijk crisisteam is
verantwoordelijk voor de coördinatie van het organisatorisch, juridisch en
beleidsmatig juist formuleren en na overleg met de Operationeel Leider namens
hem uitdragen van alle beslissingen en maatregelen op het gebied van bijstand,
vorderingen, noodverordeningen, communicatie en voorlichting.
De stafleden geven gevraagde
en ongevraagde (tussen de diensten afgestemde) beleidsadviezen aan de
burgemeester, alsmede aan collega-leden. De burgemeester neemt uiteindelijk, na
advies, de beslissing waarna de diverse stafleden deze beslissingen
doorvertalen naar de verschillende actiecentra.
2.2.1. Hoofd Communicatie
Uitgangspunt is dat het
Hoofd Communicatie van de gemeente waar de ramp zich heeft voltrokken of dreigt
te voltrekken functioneert als Hoofd Communicatie in het gemeentelijk
crisisteam. De burgemeester kan echter een andere communicatieadviseur als
Hoofd Communicatie aanwijzen. Het Hoofd Voorlichting instrueert de Coördinator
Actiecentrum Communicatie. Het Hoofd
Communicatie houdt zich verder niet bezig met uitvoeringsactiviteiten, behalve
het technisch voorzitten van perstoelichtingen. Het Hoofd communicatie en de burgemeester kunnen besluiten om ook deze
uitvoeringsactiviteit te delegeren.
2.3. Regionaal
Coördinatiecentrum (RCC)
De omvang en samenstelling
van het RCC is niet groter dan noodzakelijk is voor het adequaat coördineren
van de rampbestrijdingsactiviteiten. Wanneer er sprake is van een ramp die
boven het lokale niveau uitstijgt (bijvoorbeeld omdat de consequenties verder
strekken dan de eigen gemeentegrenzen of wanneer dat wordt voorzien) dan kan
besloten worden dat er regionale afstemming gaat plaatsvinden onder leiding van
de coördinerend burgemeester. Deze burgemeester kan ook gebruik maken van een
Regionaal Actiecentrum Communicatie, waarbij het accent ligt op het afstemmen
van de diverse communicatie activiteiten in de verschillende gemeentelijke
actiecentra. Zowel op regionaal niveau als op gemeentelijk niveau kan bij grote
rampen (en daarmee vaak een onderbezetting in communicatie-functies) een beroep
worden gedaan op een regionale voorlichterspool waarbij capaciteit van andere
gemeenten kan worden verkregen.
De samenstelling en
bevelstructuur is, afgezien van de schaal, dezelfde als van het gemeentelijke
crisisteam. Opdracht voor de communicatieadviseur die zitting neemt in het
Regionaal Beleidsteam is ook, om een integraal communicatiestelsel te
verzorgen, gericht op het verzamelen en verstrekken van relevante gegevens
(informatiemanagement) betreffende de rampsituatie en rampbestrijding ten
behoeve van het (gemeentelijk of regionaal) beleidsteam en de
uitvoeringscoördinatie.
2.4. Actiecentrum
Communicatie
In het Actiecentrum
Communicatie functioneren communicatiemensen met specifieke taken: de
persvoorlichter, de publieksvoorlichter, de interne voorlichter, de
mediawatcher en de medewerkers ter ondersteuning.
2.4.1.Coördinator Actiecentrum Communicatie
Deze persoon is eerste
aanspreekpunt voor het Hoofd Communicatie waar het de koppeling naar het
Actiecentrum betreft. Alle contacten en goedkeuring voor diverse acties lopen
via deze coördinator. Hij stuurt ook de voorlichter op het rampterrein in het
Coördinatie Team Plaats Incident (die geen deel uit maakt van het
actiecentrum), alsmede de voorlichters in het Actiecentrum Communicatie. Dit
brengt met zich mee dat deze functie sterke flexibele en gevarieerde aspecten
in zich draagt, waarin vooral een “helicopterview” noodzakelijk is.
2.5. Functie-instructie
Voor iedere
communicatie-functie die wordt onderscheiden is een aparte functie-omschrijving
opgesteld. Op die manier is duidelijk wat er van de functionaris in kwestie
verwacht mag worden tijdens een rampsituatie. Vervolgens is in de bijlage een
namenlijst opgenomen waarbij de verschillende functies worden gekoppeld aan
mensen uit de organisatie. Deze bijlage moet zodra er personele wijzigingen
zijn, worden aangepast.
2.5.1. Hoofd Communicatie
Het hoofd communicatie
draagt de eindverantwoordelijkheid van de communicatie van de ramp. Het hoofd
fungeert als intermediair tussen gemeentelijke crisisstaf en de
communicatiemedewerkers.
Taken:
1.
is aanwezig bij alle
bijeenkomsten van het Beleidsteam |
|
2.
zorgt dat elke
vergadering van het crisisteam wordt afgesloten met het agendapunt
communicatie |
|
3.
zorgt er voor dat
alle opdrachten en handelingen altijd worden teruggekoppeld naar de
burgemeester en het crisisteam |
|
4.
adviseert de
burgemeester betreffende: ·
waarschuwing
bevolking ·
bijstand ·
te voeren
voorlichtingsbeleid ·
omvang voorlichtingsactiviteiten ·
woordvoerder
(inclusief afstemming) ·
snel en regelmatig
met mededelingen voor de bevolking te komen |
|
5.
adviseert derden
(bijvoorbeeld betrokken organisaties, BZK, provincie, waterschappen) en
stemt, d.m.v. briefing af: ·
over de door hen te
organiseren (voorlichtings)activiteiten ·
met activiteiten van
het Actiecentrum Communicatie ·
woordvoering |
|
6.
adviseert intern: ·
over de afstemming
van alle voorlichtingswerkzaamheden met de hoofden van andere actiecentra ·
over afstemming van
informatie door alle gemeentelijke organisaties op besluiten van het
crisisteam ·
de coördinator
Actiecentrum Communicatie welke berichten wel en welke berichten niet
behoeven te worden gesanctioneerd door het Beleidsteam |
|
7.
Geeft opdracht (via
de coördinator Actiecentrum Communicatie): ·
alle opdrachten van
de burgemeester te vertalen in voorlichtingsactiviteiten naar pers en publiek ·
een centrum voor
publieksinformatie in te richten (indien nodig) ·
een perscentrum in te
richten (indien nodig) ·
plaats, samenstelling
en werkwijze van het Actiecentrum Communicatie intern en extern bekend te
maken ·
alle verstrekte
opdrachten te laten terugkoppelen naar het crisisteam |
|
8.
is aanwezig bij de
ontvangst en begeleiden van VIP´s |
|
9.
is technisch
voorzitter bij persbriefings en -conferenties |
|
10. zorgt zo snel mogelijk na het beëindigen van de
rampbestrijdingdwerkzaamheden voor een (integraal) evaluatieverslag,
inclusief aanbevelingen |
|
2.5.2.
Coördinator Actiecentrum Communicatie
De
Coördinator Actiecentrum Communicatie coördineert de activiteiten van het
coördinatiecentrum communicatie en stuurt de voorlichter(s) op het rampterrein
aan.
De
Coördinator Actiecentrum Communicatie:
1.
werkt onder
instructie van het Hoofd Communicatie en vervangt hem/haar waar nodig en
zorgt dat alle opdrachten en handelingen
altijd worden teruggekoppeld |
|
2.
zorgt: ·
voor coördinatie van
de voorlichtingsactiviteiten ·
bij opschaling voor
een liaison in het Regionaal Actiecentrum Communicatie ·
dat prioriteiten
worden gesteld en aangegeven |
|
3.
bepaalt (in overleg
met het Hoofd Communicatie) de locatie van het: ·
Actiecentrum
Communicatie en zorgt voor de juiste faciliteiten aldaar ·
perscentrum ·
centrum voor
Publieksinformatie ·
en zorgt er voor dat
deze locaties intern en extern bekend worden gemaakt ·
en zorgt voor de
juiste bemensing en vervanging in het Actiecentrum |
Zie bijlage 5 |
4.
wijst voorlichters
aan en zorgt voor onderlinge taakverdeling en anticipeert op de noodzakelijke
personeelsvervanging (bij langdurige actie overgaan naar drie-ploegendienst) |
|
5.
zorgt voor voldoende
administratieve ondersteuning en de daarbij behorende personele bezetting |
|
6.
instrueert de
(politie)woordvoerder op het rampterrein (deze voorlichters zorgen voor eigen
vervanging) |
|
7.
bepaalt in overleg
met het hoofd voorlichting of het
voorlichtersteam dient te worden aangevuld met vertegenwoordigers van
betrokken diensten |
|
8.
Zorgt dat er gewerkt
wordt met logboekformulieren met tijdsaanduiding (zie bijlage) |
Zie bijlage 2 |
9.
Legt alle
persberichten die uitgaan vooraf voor bij het Hoofd Communicatie |
|
10. Stelt een lijst op van
deskundigen die kunnen worden geraadpleegd |
|
2.5.3. Publieksvoorlichter
De publieksvoorlichter
informeert de direct betrokkenen over alles aangaande de ramp. Daarbij heeft de
publieksvoorlichter oog voor de specifieke situatie van direct betrokkenen en
spreekt daartoe zijn of haar empatische
kwaliteiten aan.
De publieksvoorlichter:
1.
Werkt onder
instructie van de Coördinator Actiecentrum Communicatie en zorgt er voor dat alle opdrachten en handelingen altijd
worden teruggekoppeld |
|
2.
Is contactpersoon
voor omwonenden/publiek (waar mogelijk actief benaderen) |
|
3.
Informeert: ·
verwanten van
slachtoffers (bij eerste opvang); geen
persoonsinformatie van slachtoffers. Zie procesdeelplan `registreren van
slachtoffers’/CRIB(Centraal Registratie en Informatie Bureau) ·
(via de interne
voorlichter) de opvangcentra (hulpverleners en evacués) ·
intermediaire kaders
(buurtwerkers, artsen, enzovoort) en schakelt waar nodig de tolkencentrale in
om minderheidsgroeperingen te bereiken. |
Tolkencentrale,
zie bijlage 6 |
4.
Signaleert vragen uit
het publiek (registratie via het logboekformulier) waarop antwoorden gegeven
moeten worden en speelt deze informatie door aan de Coördinator Actiecentrum
Communicatie |
Zie bijlage 2 voor
logboekformulier |
5.
Onderneemt actie met
betrekking tot: ·
het openstellen en
publiceren van belangrijke telefoonnummers voor publieksvragen ·
het verkrijgen van
voldoende personeel om alle telefonische vragen te kunnen beantwoorden ·
het opstellen van
bewonersbrieven (voordat ze uit gaan, altijd afstemmen met de Coördinator
Actiecentrum) ·
de nazorgactiviteiten
in het kader van publieksinformatie |
|
6.
Geeft informatie aan
de centrale publieksbalie van het gemeentehuis aan de Phoenixstraat |
|
7.
Is verantwoordelijk
voor (het ophangen van) voorlichtingsmateriaal bij het informatiecentrum en
de gemeentelijke balies |
|
8.
Instrueert de
telefonisten met betrekking tot de publieksvragen |
|
9. Werkt met
logboekformulieren met tijdsaanduiding |
zie bijlage 2 voor
logboekformulier |
2.5.4. Persvoorlichter
De persvoorlichter behandelt
alle persvragen over de ramp.
De persvoorlichter:
1.
Werkt onder
instructie van de Coördinator Persvoorlichting en zorgt er voor dat alle opdrachten en handelingen altijd
worden teruggekoppeld |
|
2.
Treedt bij
(telefonische) interviews op als woordvoerder namens de rampenbestrijdingsorganisatie |
|
3.
Zorgt dat alle vragen
van de pers waarop nog geen antwoord kan worden gegeven, via de Coördinator
Actiecentrum Communicatie het crisisteam bereiken |
|
4. Organiseert
persbijeenkomsten en doet de voorbereiding hier van |
|
5.
Is met betrekking tot
het perscentrum verantwoordelijk voor: ·
de inrichting (incl.
eventueel illustratiemateriaal zoals kaarten e.d.) ·
de catering ·
de controle en
toegang |
|
6.
Stelt persberichten
op (worden goedgekeurd door Hoofd Communicatie en burgemeester) en zorgt voor
externe verspreiding |
|
7.
Attendeert de media
op het bestaan van het informatienummer (indien operationeel en na overleg
met de publieksvoorlichter) |
|
8.
Werkt met
persvraagformulieren incl. tijdsaanduiding |
zie bijlage 4 |
9.
Onderhoudt contacten
met de pers, ook nadat de ramp of crisis achter de rug is |
|
2.5.5. Interne voorlichter
De interne voorlichter is
verantwoordelijk voor de interne verspreiding van informatie over de ramp.
De publieksvoorlichter:
1.
Werkt onder
instructie van de Coördinator Actiecentrum Communicatie en zorgt dat alle opdrachten en handelingen altijd
worden teruggekoppeld |
|
2.
Zorgt voor een goede
en volledige informatievoorziening naar de eigen medewerkers van het
Actiecentrum Communicatie (zowel interne voorlichter als procesbewaker) en
maakt waar nodig samenvattingen ten behoeve van de overdracht van taken |
|
3.
Is verantwoordelijk
voor de interne distributie van berichtgeving: ·
zorgt er voor dat
alle informatie die extern wordt verspreid ook intern wordt verspreid ·
stelt, na overleg met
betrokken diensten, verspreidingspunten vast (denk aan prikborden, vergader-,
schaft- en overlegruimten) ·
Geeft alle relevante
informatie door aan voorlichter op het rampterrein ·
Geeft relevante
informatie door aan overige actiecentra ·
Maakt beknopte
samenvattingen van alle berichtgeving door bestuurders, gemeenteraad enz. |
|
4.
Geeft relevante
informatie ook door aan receptie, portier en telefooncentrale |
|
5.
Stelt regelmatig
medewerkers van de gemeentelijke organisatie op de hoogte die niet direct
betrokken zijn bij het bestrijden van de ramp |
|
6.
Ziet er op toe dat op
een juiste manier schriftelijk verslag wordt gedaan van de ingekomen en
uitgaande informatie (logboekformulieren) |
zie bijlage 2 voor
logboekformulier |
7.
Onderzoekt of in
voorkomende gevallen het interne computernetwerk kan worden gebruikt voor
informatievoorziening (e-mail) |
|
8.
Wijst, in het kader
van nazorg, hulpverleners op de mogelijkheid van nazorg voor en door de eigen
diensten |
|
9.
Stelt tijdens de
afbouwfase een nazorgplan op voor de interne communicatie |
|
2.5.6. Mediawatcher
De mediawatcher registreert
en analyseert de media-inhoud over de ramp. Van daaruit adviseert de
mediawatcher de Coördinator Actiecentrum Communicatie.
De mediawatcher:
1.
Werkt onder
instructie van Coördinator Actiecentrum Communicatie en zorgt dat alle opdrachten en handelingen altijd
worden teruggekoppeld |
|
2.
Richt zo spoedig
mogelijk een eigen, afgesloten ruimte in. Bij voorkeur in de daarvoor
gereserveerde ruimte nabij het Actiecentrum |
|
3.
Luistert naar: ·
alle
radio-uitzendingen van de buitenlandse zenders, regionale omroepen, publieke
zenders en commerciële zenders (nadruk moet liggen bij regionale omroep) |
|
4.
Kijkt naar: ·
alle
televisie-uitzendingen van de buitenlandse zenders, regionale omroepen,
publieke zenders en commerciële zenders (incl. teletekst) |
|
5.
Leest: ·
alle kranten en
tijdschriften (accent ligt op lokale, regionale en landelijke dagbladen) |
|
6.
Maakt regelmatig
samenvattingen van berichtgeving door de media (let op aanduiding van bron,
datum en eventueel tijd!) en stelt deze ter beschikking aan de Coördinator
Actiecentrum Communicatie die ze weer kan doorspelen aan het Hoofd
Communicatie indien relevant |
|
7.
Adviseert de
Coördinator Actiecentrum Communicatie welke informatie moet worden verspreid
via Radio West om de druk op het informatienummer zoveel mogelijk te
beperken. Let ook op eventuele noodzaak van het herhalen van boodschappen |
|
8.
Signaleert: ·
eventuele
onjuistheden of kennelijke tegenstrijdigheden in de externe berichtgeving ·
vragen die worden
opgeroepen naar aanleiding van de uitzending ·
en stelt onmiddellijk
de Coördinator Actiecentrum Communicatie hiervan in kennis |
|
9. Werkt met
logboekformulieren |
zie bijlage 2 |
10. Is verantwoordelijk, na afloop van de ramp, voor
het maken van een evaluatieverslag inzake berichtgeving door de media |
|
2.5.7.
Webmaster/redacteur
De webmaster/redacteur is
verantwoordelijk voor de eigen middelen van de Gemeente Delft in een
rampsituatie. Deze middelen zijn bestemd voor zowel externe als interne
doelgroepen.
De webmaster/redacteur:
1.
Werkt onder
instructie van Coördinator Actiecentrum Communicatie en zorgt dat alle opdrachten en handelingen altijd
worden teruggekoppeld |
|
2.
Zorgt voor een
begrijpelijke en snelle vertaling van de beschikbare informatie voor het
publiek naar de in te zetten media. De beslissing over welke media wanneer
worden ingezet is aan het Hoofd Communicatie en mag pas na een akkoord worden
uitgegeven/geplaatst. |
|
3.
Begeleidt het maken
van de diverse communicatiemiddelen zoals Stadskrant, nieuwsbrieven, brieven,
internetsite, intranetsite |
concept rampensite
aanwezig |
4.
Doet de eindredactie
in overleg met de coördinator van het Actiecentrum Communicatie |
|
5.
Koppelt terug over de
voortgang en verspreiding van de diverse eigen media aan de coördinator van
het Actiecentrum Communicatie |
|
6.
Rapporteert tijdig
over eventuele wijzigingen in de berichtgeving en heeft hierover altijd
overleg met de coördinator van het Actiecentrum |
|
7.
Zorgt voor een goede
archivering van alle media die worden ingezet |
|
8.
Zorgt voor een
up-to-date internetsite |
|
2.5.8. Voorlichter rampterrein
De voorlichter rampterrein
is verantwoordelijk voor de communicatie over de ramp ter plekke. Daarbij heeft
de voorlichter rampterrein een belangrijke liaisonfunctie tussen het CTPI en de
gemeentelijke communicatie.
De voorlichter rampterrein:
1.
Werkt onder
instructie van de coördinator van het Coördinatie Team Plaats Incident (CTPI)
of van de leiding van het CTPI. Maakt formeel geen onderdeel uit van het
Actiecentrum Communicatie. |
|
2.
Woontde
beraadslagingen in het CTPI bij |
|
3.
Zorgt dat alle opdrachten en handelingen altijd
worden teruggekoppeld naar de Coördinator Actiecentrum Communicatie |
|
4.
Verzorgt de
operationele voorlichting, maar versterkt geen nieuwe (nog niet
gesanctioneerde) informatie |
|
5.
Onderhoudt contact
met de voorlichter(s) van de getroffen organisatie of het getrokken bedrijf |
|
6.
Zorgt, indien
mogelijk, voor faciliteiten voor de pers en regelt toegang van journalisten |
na overleg met leiding
CTPI |
7.
Begeleidt, na
toestemming, de pers op het rampterrein |
|
8.
Zorgt voor
begeleiding van hoogwaardigheidsbekleders op het rampterrein |
afstemming met Hoofd
Communicatie |
9.
Is verantwoordelijk
voor de interne verspreiding van informatie op het rampterrein |
Na overleg met Interne
Voorlichter |
10. Is verantwoordelijk, na afloop van de ramp of zwaar
ongeval, voor het maken van een evaluatieverslag inzake berichtgeving vanaf
het rampterrein, en houdt dit dus ook globaal bij met logboekformulieren |
logboekformulier zie
bijlage 2 |
2.5.9. Ondersteuning: secretariaat
Het secretariaat ondersteunt
het gemeentelijk communicatie team.
Het secretariaat:
1.
Werkt onder
instructie van de Coördinator Actiecentrum Communicatie en zorgt er voor dat alle opdrachten en handelingen worden
teruggekoppeld |
|
2.
Voert opdrachten van
de overige voorlichters uit |
|
3.
Notuleert bij
besprekingen in het Actiecentrum Communicatie |
|
4.
Leest en verzendt
alle persberichten |
zie perslijst in bijlage 7 |
5.
Werkt de notulen zo
snel mogelijk uit en zorgt er voor dat ze direct ter beschikking worden
gesteld aan de Coördinator Actiecentrum Communicatie |
|
6.
Verwerkt, op verzoek
van de Coördinator Actiecentrum of het Hoofd Communicatie, interviews met de
pers (korte verslaglegging): ·
wie ·
wat ·
waar ·
wanneer ·
waarom |
|
7.
Regelt faciliteiten
zoals het voldoende aanwezig zijn van logboekformulieren, kantoorartikelen,
catering, enzovoort |
|
8.
Verzamelt en ordent
alle binnenkomende berichten (inclusief artikelen uit kranten en
tijdschriften en door de mediawatcher gemaakte verslagen van radio- of
TV-reportages) |
eventueel via
knipseldiensten |
9.
Verzamelt en ordent
alle uitgaande berichten, wat uiteindelijk het logboek communicatie zal
vormen |
|
10. Maakt, in overleg met de Coördinator Actiecentrum
Communicatie, een kort overzicht van de belangrijkste publicaties en verzendt
die volgens een vooraf aangelegde lijst. Hierop staan in ieder geval: ·
de burgemeester/voorzitter
crisisteam ·
Hoofd Voorlichting ·
woordvoerder ·
voorlichter
rampterrein |
|
11. Regelt accreditatie en registratie van pers |
Na opdracht van
persvoorlichter |
2.5.10. Ondersteuning: telefoondienst voor
Actiecentrum Communicatie
De telefoondienst Actiecentrum
Communicatie ondersteunt het Actiecentrum Communicatie bij de behandeling van
telefonische verzoeken en verwijst door naar de juiste instantie.
De telefoondienst:
1.
Registreert waar
mogelijk alle vragen die binnen komen via de telefooncentrale van de
gemeente. Deze ondersteuning maakt formeel geen deel uit van het Actiecentrum
Communicatie |
|
2.
Zorgt er voor de
beschikking te hebben over: ·
telefoonboeken ·
telefaxgids ·
gids voor nummer
Nationaal Noodnet ·
interne
telefoonlijsten ·
notitieblokken (via
secretariaat te regelen) |
Voor
Noodnetvoorzie-ningen: raadpleeg de ambtenaar rampenbestrijding |
3.
Overhandigt mensen
informatie, eventueel ook op schrift in de vorm van geaccodeerde
persberichten of brieven, maar versterkt
zelf nooit nieuwe informatie |
|
4.
Verwijst vragen door
naar de juiste telefoonlijnen (perslijn, publiekslijn, Centraal Registratie
en Informatiebureau/CRIB voor verwanten van slachtoffers) |
|
5.
Noteert, indien niet
direct kan worden doorverbonden, naam, tijdstip, telefoonnummer, vraag.
Belooft dat er zo snel mogelijk wordt terug gebeld |
|
6.
Ondersteunt waar
mogelijk het secretariaat wat betreft de telefonische bereikbaarheid |
|
2.5.11. Verdere
bezetting
Naast de hier genoemde
functies, is het natuurlijk noodzakelijk de informatielijnen op een goede manier
te kunnen bezetten. Daarvoor zijn mensen nodig die daarvoor vooraf zijn
aangewezen en deze taak ook als formeel onderdeel van hun takenpakket hebben.
Dus niet op ad hoc basis mensen organiseren voor de telefonische bezetting,
maar dit ook een onderdeel laten zijn van het rampenplan. Daarom zijn ook deze
functies opgenomen in de actuele bezettingslijst die als bijlage bij dit
deelprocesplan is opgenomen.
2.6. Alarmering
van de voorlichters
Een belangrijk onderdeel van
dit deelprocesplan is de alarmering. In het rampenplan is hierover een
hoofdstuk opgenomen, maar voor communicatie geldt vervolgens weer een eigen
alarmeringsfase. Dit betekent dat nadat het Hoofd Communicatie is gealarmeerd,
deze direct contact opneemt met de Coördinator Actiecentrum Communicatie en
deze gezamenlijk bepalen welke personen voor de betreffende ramp worden
ingeschakeld. Er wordt vervolgens gebeld volgens het schema uit de actuele
bezettingslijst, waarbij de mensen en de genoemde functies alleen in
noodgevallen worden gewisseld! Met andere woorden: alleen als de situatie
daarom vraagt (bijvoorbeeld omdat bepaalde mensen niet bereikt kunnen worden)
wordt afgeweken van deze lijst. Op die manier weet iedereen welke taak hij of
zij heeft bij een crisissituatie en kan men direct aan het werk. De Coördinator
houdt in de gaten of iedereen daadwerkelijk is gearriveerd op de afgesproken
plaats.
2.7. Waarschuwen
van de bevolking
Uitgangspunt is: de
burgemeester bepaalt wanneer er moet worden gewaarschuwd. Hij overlegt hierover
indien mogelijk nog met het Hoofd Communicatie. In gevallen van `onverwijlde
spoed´ is de Commandant Regionale Brandweer bevoegd de sirenes zonder
tussenkomst van de burgemeester te activeren
De informatie die richting
de bevolking moet worden gecommuniceerd is:
1.
ga direct naar binnen, waar u ook bent
2.
sluit deuren en ramen (denk ook aan ventilatiekanalen
en -apparatuur)
3.
zet radio en TV aan voor nadere instructies
Met Radio West, de regionale rampenzender, is een regeling getroffen om
vervolgens zo snel mogelijk voorlichting te geven via deze zender. De
burgemeester krijgt op diens verzoek onmiddellijk toegang tot de zender. Hij of
een aangewezen functionaris kan zich op dat ogenblik telefonisch of op andere
wijze direct via de zender tot de bevolking in het bedreigde gebied wenden om
deze te waarschuwen en de nodige aanwijzigingen te geven met het oog op
veiligheid.
Als de sirenes in werking
zijn gesteld moet direct daarna het eerste gedragsadvies door Radio West worden
uitgezonden. Het checken dat dit
daadwerkelijk zo gebeurt is een taak van het Hoofd Communicatie. Het
zogenaamde persalarm wordt uitgedaan door de Regionale Alarmcentrale Haaglanden
(RAC). Het Hoofd Communicatie wordt hierover zo snel mogelijk op de hoogte
gesteld door de alarmcentrale of de burgemeester. In geval van een dreigende
ramp kan een voorwaarschuwingsbericht worden uitgezonden. Hiervoor bestaat geen
standaard bericht. Voor alle andere standaard berichten die gebruikt kunnen
worden, zie bijlage 8.
2.8. Vervolginformatie aan de bevolking
Het Besluit Informatie
inzake Rampen en Zware Ongevallen vermeldt dat de informatie die de
burgemeester (zo spoedig mogelijk en bij herhaling) aan de bevolking verschaft
in ieder geval moet omvatten:
·
oorsprong, omvang en de te verwachten gevolgen
voor de bevolking of het milieu, alsmede over het te verwachten verloop van de ramp;
·
de wijze waarop de
bevolking op de hoogte wordt gehouden;
·
een beschrijving van de
maatregelen die de bevolking moet treffen om de schadelijke gevolgen van de
ramp zoveel mogelijk te beperken en de te volgen gedragslijn;
·
de identiteit van de
persoon die de informatie verschaft onder vermelding van zijn of haar functie;
·
gegevens over de wijze
waarop, waar en bij wie aanvullende ter zake dienende informatie kan worden
verkregen.
2.8.1. Hoe informeren
Via het sirenenet. Het effect van sirenes moet niet worden overschat.
Automobilisten, een aparte doelgroep, moeten ook worden gewaarschuwd. Radio
West kan een belangrijke rol spelen bij het instrueren van deelnemers aan het
verkeer.
Via geluidswagens. De (toevallige) luisteraars bevinden zich over het
algemeen in een omgeving met storende omgevingsinvloeden. De effectiviteit van
geluidswagens is daarom niet altijd even groot, maar soms de enige manier om
mensen te waarschuwen of informeren. Belangrijk is het in ieder geval om de
boodschap zoveel mogelijk te herhalen.
2.9. Persalarm
In het geval van een ramp of
zwaar ongeval alarmeert de Regionale Alarmcentrale (RAC Haaglanden) de
regionale omroepen, regionale dagbladen en het ANP. Via de telefooncentrale wordt
dan beknopte informatie gegeven. Op de plaats van de calamiteit zal veelal een
politiewoordvoerder ter plaatse zijn om daar de aanwezige pers van dienst te
kunnen zijn. Bij een persalarm is de dienstdoende politievoorlichter voor
eventuele nadere informatie bereikbaar via zijn/haar mobiele telefoonnummer.
2.10 Inrichten
Actiecentrum Communicatie
De Coördinator Actiecentrum
begint zo snel als dat nodig is aan het inrichten van een actiecentrum. Dit in
overleg met alle leden van het voorlichtingsteam. Het Actiecentrum Communicatie
bevindt zich in het oude Gymnasium aan de Westvest. In de bezetting kan worden
voorzien via de actuele bezettingslijst die bij dit plan is gevoegd.
In het geval van een
gemeentegrens overschrijdende ramp kan de coördinerend burgemeester vanuit het
Regionaal Coördinatiecentrum opereren. Dit is gevestigd in Den Haag.
2.11. Middelen
Een aantal middelen moet
standaard aanwezig zijn in het stadhuis ten tijde van een ramp. Onder andere
via facilitaire zaken moeten een aantal zaken binnen de kortste keren geregeld
kunnen worden. Een overzicht van de benodigde voorzieningen voor het
Actiecentrum is te vinden in bijlage 5.
2.12. Extra
telefoonvoorzieningen
Wanneer men tijdens een ramp
over extra telefooncapaciteit wil beschikken, kan er een beroep worden gedaan
op KNP Telecom. Ieder telecomdistrict beschikt over noodorganisatie. De hulp
van KPNkan dag en nacht worden ingeroepen. De kosten worden tegen het dan
geldende tarief in rekening gebracht.
Aanvragen kan via het
telecomdistrict Den Haag:
1.
telefoonnummer:
0800-0272899 (storingsdienst)
2.
Nationaal Noodnet tel:
17900 (telecomdistrict Den Haag)
Bij doorgifte van storing
moet ook het telefoonnummer worden doorgegeven, waarmee de
Nationaal-Noodnetcentrale op het openbaar telefoonnet is aangesloten.
Het telefoonnummer is:
070-3040000
Een andere mogelijkheid is
gebruik te maken van Front-office KPN Telecom: het geeft 0800-nummers en
0900-nummers uit. Het telefoonnummer van Front-office is: 0800-0220606. Binnen
twee uur na de telefonische aanvraag belt de dienst terug om mee te delen welk 0800-nummer beschikbaar wordt
gesteld. Dit 0800-nummer wordt doorgeschakeld naar een bestaand telefoonnummer
naar eigen keuze. In eerste instantie zal het vakteam ICT worden gevraagd om
deze voorzieningen, eventueel via KPN, te realiseren voor het Actiecentrum.
2.13. Bijlagen
bij dit plan
Als bijlage zijn onder
andere de logboekformulieren en de persvraagformulieren bijgevoegd. Over het
gebruikt van deze formulieren wordt verwezen naar de inhoud van dit
deelprocesplan. Het is in ieder geval van belang dat iedereen op een zelfde
manier de vragen, opmerkingen en werkafspraken noteert. De bijlagen kunnen
hierbij van dienst zijn.
Bijlage 2: Logboekformulier
opgesteld door:
informatie/vraag: |
tijd: |
actie gevraagd: ja/nee |
|
actie gevraagd: ja/nee |
|
actie gevraagd: ja/nee |
|
actie gevraagd: ja/nee |
|
actie gevraagd: ja/nee |
|
actie gevraagd: ja/nee |
|
actie gevraagd: ja/nee |
|
actie gevraagd: ja/nee |
|
|
|
Bijlage
3: Situatierapport
nummer:
tijd:
opgesteld door:
informatie: |
bestemd voor: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bijlage 4: Persvraag formulier
Datum: |
Aangenomen door: |
Onderwerp: |
Nummer: |
Naam Journalist: |
Naam krant/zender: |
Vraag: |
Vraag: |
Afhandeling: |
Afhandeling: |
Bijlage
5: Overzicht
locaties en materiaal
De
diverse onderdelen uit dit draaiboek zijn op de volgende locaties gevestigd:
Locatie Actiecentrum Communicatie: Gymnasium, Westvest (vanaf 1 oktober 2001)
Locatie Persconferenties: Stadhuis aan de Markt of
Gymnasium, Westvest
Locatie Crisisstaf: Gymnasium, Westvest (vanaf 1
oktober 2001)
In
het actiecentrum Communicatie dienen de volgende voorzieningen aanwezig te
zijn:
Bijlage
7: Perslijst(en)
PLAATSELIJKE
MEDIA
Delftsche
Courant
Hans
Verhagen/ Maarten Brakema/ Willem van der Kooy/Taco vd Mark
Oude Delft
105, Postbus 18, 2600 AA DELFT
tel (015) 214 12 00
fax (015) 213 59 87
www.haagschecourant.nl
delftsche.courant@caiw.nl
Delftse Post
Hans Furrer/ Hetty Boersma
Oude Delft
105, Postbus 18, 2600 AA DELFT
tel (015) 212 67 00
fax (015) 215 94 87
delfts post@sijthoff.wegener.nl
Delft op
Zondag/ Donderdag
Koornmarkt
22, 2611 EG DELFT
tel (015)
214 39 12
fax (015)
212 69 86
Postiljon
Linda
Vaandering
postbus 85
2640 AB
Pijnacker
fax: ( 015 ) 3615052
e-mail: grafia@euronet.nl
Stadskrant
Nico Jouwe
Postbus
78, 2600 ME DELFT
tel (015) 260 28 23
fax (015) 214 58 55
stadskrant@delft.nl
Kabelkrant
Info Thuis
Postbus
345, 2600 AH DELFT
tel (015)
888 50 50
fax (015)
8881050
fax (015)
888 50 66
redactie@infothuis.nl
radio/ tv
- lokaal/ regionaal
Radio Stad
FM Delft
Schieweg
2, 2627 AN DELFT
tel (015) 2577115 fax (015) 257 71 16
redactie@stadfm.nl
www.stadfm.nl
Radio West
Postbus 1220, 2280 CE RIJSWIJK
tel 070 307 88 88
fax 070 307 88 44
www.radiowest.nl
redactie.i@rtvwest.nl
TV West
Mirjam
Wolfsbergen
Postbus
82231, 2508 EE Den Haag
tel 070 358 77 77
fax 070 358 72 34
www.tvwest.nl
redacte.i@rtvwest.nl
Delta
Elektrotechniek,
Kamer LH 01.030, Mekelweg 4, 2628 CD DELFT
tel (015) 278 48 48
fax (015) 278 15 68
http://www.delta.tudelft.nl/
redactie@delta.tudelft.nl
Delft
Integraal
Postbus 5,
2600 AA DELFT
tel 05 278 58 60
fax 015 2784511
philip.broos@cmg.tudelft.nl
Delft Plaza
Westvest 47-53
2611 AZ Delft
tel: (015) 2122643
fax: ( 015) 2144808
www.delft-plaza.nl
redactie@delft-plaza.nl
opiniebladen
Elsevier
Postbus 152, 1000 AD, AMSTERDAM
tel (020) 515 99 44
fax (020) 515 99 00
redactie.elsevier@ebi.nl
Groene
Amsterdammer
Postbus
353, 1000 AJ AMSTERDAM
tel (020) 524 55 24
fax (020) 622 14 21
groene@groene.nl
HP/ De
Tijd
Postbus
886, 1000 AW AMSTERDAM
tel (020)
57 215 20
fax (020)
57 21 521 (algemene)
hpdetijd@worldonline.nl
Vrij
Nederland
Postbus
1050, 1000 BB AMSTERDAM
tel (020)
55 18 44
fax (020)
624 74 76
Vakbladen
Binnenlands
Bestuur Technisch weekblad
Postbus
228, 2400 AE ALPHEN AAN DE RIJN Postbus 1918
tel 020 625 24 24 2003 BA Haarlem
fax 020 622 04 58 tel: 023 5463973
binnenlands-bestuur@samson.nl fax: 023 5465531
www.binnenlandsbestuur.nl
b.boeters@bp.vnu.com
VNG Magazine
Hans
Hemmes
Postbus
30435, 2500 GK DEN HAAG
fax 070
310 79 27
Nederlands
Juristenblad
Postbus
30104, 2500 GC DEN HAAG
tel 070 3305462
fax 070 3305466.
njb@kluwer.nl
Cobouw
Tjabel
Daling
tel (070)
30 45 864
fax (070) 304 58 04
cobow@wkths.nl
Betten
Beurs Media
fax (020)
710 1875
geschreven
pers - regionaal
Haagsche
Courant, editie Zoetermeer
Postbus 8,
2200 AK ZOETERMEER
tel: 055
5495222
Haags
Nieuwsblad
Postbus 8,
2200 AA NOORDWIJK
Rotterdams
Dagblad
Postbus
1162, 3000 BD ROTTERDAM
Tel 010 400 42 00
Fax 010 412 85 09
http://www.rotterdamsdagblad.nl/
redactie@rotterdamsdagblad.nl
dagbladen
- landelijk
Reformatorisch
Dagblad
Matty Mostert
Multatuliweg 32, 2624 CJ DELFT
tel (015) 614 52 52/ 656 53 06 (privé)
fax (070) 319 11 62
De
Telegraaf
Geert-Jan
Bergers
Korvezeestraat
543, 2628 CZ DELFT
tel (015)
256 48 25
fax (015) 256 48 25
mob 06 2237 9990
redactie@telegraaf.nl
gjj.bergers@wanadoo.nl
Algemeen
Dagblad
Postbus
8983, 3009 TE ROTTERDAM
tel (010) 40 66 77
fax (010) 40 66 969
ad@ad.nl
Nederlands
Dagblad
Postbus
111, 3770 AC BARNEVELD
tel (0342) 411 711
fax (0342) 411 611
redactie@nd.nl
Financieel
Dagblad
Postbus
216, 1000 AE Amsterdam
Tel: (020) 5928711/712
Fax (020) 5928666
red@hsd.nl
Persdienst
ANP
Handelskade
49, RIJSWIJK
Postbus 1,
2500 AA DEN HAAG
tel 070
414 11 11 (algemeen)
fax 070
414 04 59
fax 070
414 05 60 (nieuwsredactie)
fax (015) 213 69 67 (correspondent Delft)
www.anp.nl
nieuwsdienst@anp.nl
De
Volkskrant
Postbus
1002, 1000 BA Amsterdam
tel: 020
5629222
fax: 020 5626289
www.volkskrant.nl
redactie@volkskrant.nl
NRC/
Handelsblad
Postbus
8987, 3009 TH ROTTERDAM
tel 010 406 72 11
fax 010 406 69 67
www.nrc.nl
nrc@nrc.nl
Trouw
Hans
Schmidt
Postbus
101, 2501 CC DEN HAAG
tel 070
354 18 37 (privé)
tel 020
562 94 44
fax 020
668 03 89 (economie)
fax 070
465 69 11
fax 070 365 69 11 (redactie)
www.trouw.nl
redactie@trouw.nl
Parool
Postbus
433, 1000 AK AMSTERDAM
tel 020 56
22 305 (hoofdredactie)
fax 020
562 28 22
www.parool.nl
redactie@parool.nl
Staatscourant
Postbus
20025, 2500 EA DEN HAAG
tel 070
378 93 79
fax 070
385 55 05
staatcourant@sdu.nl
Spits!
Postbus
2620
1000 CP
Amsterdam
tel 020
585 30 45
fax 020 585 30 65
redactie@spitsnet.nl
http://spitsnet.nl
Metro
Postbus
90009
1006 BA
Amsterdam
tel 020
511 40 28
redactie@metronieuws.nl
radio/ tv
- landelijk
RTL 5 (5
in het land)
Stolk
Video, Postbus 10245, 3004 AE ROTTERDAM
tel 010
245 99 20
redactie@stdkvideo.nl
fax 010
437 43 63
RTL Nieuws
Postbus 15000, 1200 TV HILVERSUM
tel 035 671 87 18
fax 035 671 85 05
rtlnieuws@hmg.nl ( ňňk
faxen )
SBS 6
(Hart van Nederland)
Postbus
686, 1000 AR AMSTERDAM
tel 020
522 56 00/ 522 56 66
fax 020
522 56 99
tiplijn : 020-5225686
hart@cameo.nl
NOS
Journaal
t.a.v.
redactie binnenland
Postbus
26444, 1202 JJ HILVERSUM
Fax 035
621 88 70 (Algemeen)
Fax 035 6773804 (Economie)
dana.ploeger@rtv.nos.nl
oog@rtv.nos.nl
KRO Ontbijt TV
Postbus 23000, 1202 EA HILVERSUM
fax: 035 621 88 70
ontbijttv@kro.nl
Wereldomroep
Postbus
22, 1200 JG HILVERSUM
www.wereldomroep.com
Bijlage 8: Uitvoeringsregeling Radio West
Uitvoeringsregeling en procedure waarschuwings- en
alarmeringsplan (W&A-plan) behorende bij de rampbestrijdingsregelingen
tussen 3 brandweerregio’s en radio West (op basis van de herziene versie van
april 1997)
1. Uitvoeringsgebied
Het
uitvoeringsgebied van hetgeen in de samenwerkingsovereenkomst onder de titel
“Regeling Radio West” staat, omvat het totale gebied van de Regionale Brandweer
Midden-Holland, de regionale brandweer Rijnland en de Hulpverleningsregio
Haaglanden.
2.
Fasering van de procedure
Binnen de uitvoering van het W&A-plan zijn drie
fasen te onderscheiden, te weten:
·
Uitzending van het standaardbericht A of B (tot circa 15 minuten)
·
Verstrekking van aanvullende informatie vanuit de studio (tot circa 1
uur)
·
Verstrekking van aanvullende informatie vanuit een reportagewagen nabij
het beleidscentrum (na circa 1 uur)
Los van het feitelijke waarschuwen van de bevolking kan niet worden
uitgesloten dat een vals alarm wordt gegeven. In dit geval wordt door het
uitzenden van het standaardbericht C bekend gemaakt dat het een vals alarm
betreft.
3.
Procedure in een acute situatie
In een acute situatie de procedure:
·
Via het Nationaal Noodnet (NN) neemt de Regionale Alarmcentrale (RAC)
in wier gebied de ramp of het incident zich afspeelt, contact op met het
coördinatiepunt, zijnde het RAC Haaglanden;
·
Verzocht wordt Radio West het standaard bericht A of B of C te laten
uitzenden;
·
Dit verzoek bevat minimaal de volgende elementen:
o
Naam van het betreffende RAC
o
Naam van de betreffende centralist
o
Het verzoek tot uitzending van het standaardbericht A(alfa) B(bravo) of
C(charlie);
·
Het coördinatiepunt belt ter verificatie, via het NN, de betreffende
RAC terug;
·
Het coördinatiepunt brengt het verzoek, via het NN, over aan Radio
West;
·
Dit verzoek bevat minimaal de volgende elementen:
o
Naam van betreffende centralist
o
Het verzoek tot uitzending van standaardbericht A(alfa) B(bravo) of
C(charlie)
·
Radio West belt ter verificatie, via het NN, het coördinatiepunt terug;
·
Radio West zendt onverwijld, gedurende minimaal 15 minuten, het
betreffende bericht bij herhaling uit.
4.
Procedure in een niet-acute situatie
In een niet-acute situatie is de procedure:
·
Via het Nationaal Noodnet (NN) neemt de Regionale Alarmcentrale (RAC)
in wier gebied de ramp of het incident zich afspeelt, contact op met het
coördinatiepunt, zijnde het RAC Haaglanden;
·
Verzocht wordt Radio West de studio operationeel te laten maken voor
een uitzending zoals in deze regeling bedoeld is;
·
Dit verzoek bevat minimaal de volgende elementen:
o
Naam van de betreffende RAC
o
Naam van de betreffende centralist
o
Het verzoek tot het operationeel maken van de studio van Radio West
·
Het coördinatiepunt belt ter verificatie, via het NN, de betreffende
RAC terug;
·
Het coördinatiepunt brengt het
verzoek, via het NN, over aan Radio West
·
Dit verzoek bevat minimaal de volgende elementen:
o
Naam van de betreffende centralist
o
Het verzoek tot het operationeel maken van de studio van Radio West
o
Het telefoonnummer (NN) van de RAC die met het verzoek is gekomen
·
Radio West belt ter verificatie, via het NN, het coördinatiepunt terug;
·
Radio West treedt, via het NN, in direct contact met de RAC die met het
verzoek is gekomen.
5.
Procedure bij ten onrechte in werking getreden sirenes
Bij het ten onrechte in werking treden van sirene(s) is de procedure
gelijk aan de procedure in acute situaties, maar met het verzoek tot uitzending
van het standaardbericht C (charlie). Standaaradbericht C wordt driemaal
uitgezonden met tussenpozen van vijf minuten.
6. Inhoud van het standaardbericht A (Alfa) – gaat
uit van sirenes
Standaardbericht A (alfa) heeft de volgende tekst:
“Dit is Radio West met een bericht van de overheid. Wij hebben een
melding gekregen van de alarmcentrale van de brandweer. Er is in ons gebied een
ernstig ongeluk gebeurd. De brandweer adviseert om daar waar sirenes loeien, of
net geloeid hebben, naar binnen te gaan, binnen te blijven, alle ramen en
deuren te sluiten en naar deze zender te blijven luisteren. Via deze zender
krijgt u zo snel mogelijk meer informatie”.
7. Inhoud van standaardbericht B (bravo) – gaat
uit van omroepwagens
Standaardbericht B (bravo) heeft de volgende tekst:
“Dit is Radio West met een bericht van de overheid. Wij hebben een
melding gekregen van de alarmcentrale van de brandweer. Er is in ons gebied een
ernstig ongeluk gebeurd. De brandweer adviseert om daar waar dit wordt
omgeroepen, naar binnen te gaan, binnen te blijven, alle ramen en deuren te
sluiten en naar deze zender te blijven luisteren. Via deze zender krijgt u zo
snel mogelijk meer informatie”.
8. Inhoud standaardbericht C (charlie) – gaat
uit van vals sirene-alarm
Standaardbericht C (charlie) heeft de volgende tekst:
“ Dit is Radio West met een bericht van de overheid. Wij hebben een
melding gekregen van de alarmcentrale van de brandweer. Door een technische
storing is in ons gebied sirene-alarm veroorzaakt. U hoeft verder niets te
doen”.
9. Financiële relatie
De initiële kosten van
hetgeen is overeengekomen zijn door de gezamenlijke regio’s gedragen en zijn
per hoofd van de bevolking omgeslagen. Radio West heeft zich garant gesteld
voor het onderhoud en het vervangingskrediet van de in het kader van de
overeenkomst aangeschafte middelen. De periodieke kosten voor de aansluiting
van Radio West op het Nationaal Noodnet en van de noodstroomvoorziening van de
zender zelf, zullen door de gezamenlijke regio’s worden gedragen.
10. Voorlichting
De deelnemende regio’s
nemen in goed overleg met de voorlichters en de ambtenaren rampenbestrijding de
preventieve voorlichting op zich. Daarin wordt kenbaar gemaakt dat Radio West
als rampenzender optreedt.
11. Vreemde talen
Aangezien in de betrokken
regio’s groepen van de bevolking voorkomen die de Nederlandse taal niet machtig
zijn, zullen door Radio West tolken Engels, Arabisch en Turks worden betrokken
bij het geven van aanvullende informatie vanuit de studio en reportagewagen.
12. Oefeningen
Periodiek zal hetgeen is
overeengekomen worden geoefend.
13. Onderscheid ramp en
incident
·
Ramp:
Een
ramp of een dreigende ramp is een gebeurtenis in de zin van de Rampenwet,
artikel 1b. Volgens de Rampenwet gaat het om een gebeurtenis waardoor een
ernstige verstoring van de algemene veiligheid is of zal ontstaan. Daarbij gaat
het erom dat het leven en de gezondheid van vele personen of grote materiële
belangen in gevaar zijn of komen. Een gecoördineerde bestrijding door diensten
en organisaties van verschillende discipline is hierbij vereist.
·
Incident:
Voor
het begrip incident bestaat geen juridische definitie zoals voor het begrip
ramp. In het algemeen moet worden gesteld dat een incident in z’n effecten en
gevolgen een minder verstrekkende betekenis heeft. Zoals bij een ramp het geval
is, is een gecoördineerde aanpak uiteraard nog steeds van belang. In het geval
van een incident is dit echter over het algemeen beperkt tot de drie
operationele diensten (brandweer, ambulancediensten en politie).