Rampenplan
Werk, Inkomen
en Zorg
Draaiboek:
Voorzien in
Primaire Levensbehoeften
van
slachtoffers
Delft, juli
2001
Inhoudsopgave
Draaiboek: Voorzien in Primaire Levensbehoeften van slachtoffers
Onderwerp Pagina
Hoofdstuk 1
Algemeen 3
Hoofdstuk 2
Alarmering 4
Alarmeringsschema 5
Hoofdstuk 3
Opkomst en locaties 6
Hoofdstuk 4
Organisatie 7
Hoofdstuk 5
Communicatie
8
Schematisch
overzicht van de verbindingen 9
Hoofdstuk 6
Taken en processen 10
Bijlagen:
1. Telefoonnummers personeel
2. Contactpersonen leveranciers
3. Voedingsplan
4. Besluitenlijst Rampenplan
5. Situatierapportage
6. Verspreidingslijst
Hoofdstuk 1.
Algemeen.
Indien er zich
binnen de gemeente Delft een incident voordoet dat in omvang of complexiteit
uitstijgt boven de “”normale”” dagelijkse incidenten kan de burgemeester, na
overleg met of op advies van de commandant van de brandweer, de directeur van
de GGD en/of de onderdeelschef van de politie, besluiten de gemeentelijke
crisisstaf geheel of gedeeltelijk bijeen te roepen. Maakt de burgemeester
gebruik van de bevoegdheden van de Wet rampen en zware ongevallen, dan is deze
crisisstaf de gemeentelijke rampenstaf in de zin van artikel 11, eerste lid van
die wet.
Tengevolge van
de verklaring tot ramp door de burgemeester zijn de gemeentelijke clusters
verplicht een actiecentrum in te richten. Bovendien heeft een aantal
gemeentelijke clusters een aantal deelprocessen ter uitvoering toebedeeld
gekregen.
De sector WIZ
is verantwoordelijk voor “”het voorzien in de primaire levensbehoeften van
slachtoffers”. De uitvoering gebeurt in samenspraak met de overige vermelde
uitvoerende clusters.
Doel van het
draaiboek “”Het voorzien in de primaire levensbehoeften van slachtoffers”” is
het activeren van alle voor de crisis- of rampenbestrijding benodigde
WIZ-functionarissen, instanties en overige betrokkenen. Dit draaiboek vormt een
uitwerking van het in het Rampenplan Gemeente Delft beschreven proces nummer 22
en maakt deel uit van dit plan.
Het voorzien
in de primaire levensbehoeften van slachtoffers heeft de volgende doelstelling:
Het voorzien
in (tijdelijke) huisvesting, voeding, kleding e.d. voor ontredderden, daklozen,
evacués en lichtgewonden.
In eerste
instantie vindt uitvoering plaats in opvangcentra en wordt in tweede instantie
gezocht naar terugkeer naar de normale situatie, onderkomen bij familie/vrienden,
in hotels, noodonderkomens of ter beschikking gestelde woningen.
Dit proces is
een direct vervolg van het opvangen van evacués en geldt overigens niet voor
slachtoffers in de geneeskundige hulpverleningsketen.
Het
uitvoeringsproces kent de volgende stappen:
Deeltaak Cluster Verantwoordelijke
Verstrekking
kleding en recreatiemiddelen WIZ coörd. Uitkeringen
Verzorgen
financiële hulp WIZ ,,
Regelen
voeding WIZ ,,
Regelen
tijdelijke huisvesting WIZ ,,
Transport voeding Stadsbeheer op
aanwijzing GCS
Regelen
vervangende huisvesting Stadsbeheer ,,
Geestelijke
verzorging GGD ,,
Geneeskundige
verzorging GGD ,,
Ordehandhaving Politie ,,
Mogelijk in te
schakelen beroeps- en vrijwilligersorganisaties (zie bijlage 2):
- Leger des
Heils
- Rode Kruis
- EHBO
verenigingen
- Provinciaal
Militair Commando (via GCS te bereiken)
- Delfland
(via GCS te bereiken)
-
Hoogheemraadschap (via GCS te bereiken).
Hoofdstuk 2.
Alarmering.
2.1.
Alarmering clustercoördinator
WIZ-actiecentrum.
De
burgemeester laat de centrale meldkamer (Regionale Alarm Centrale) van de
brandweer de ambtenaar rampenbestrijding (ARB) alarmeren. Naast een gewone
aansluiting op het openbaar telefoonnet beschikt de ARB over een draagbare
telefoon en semafoon.
De
burgemeester geeft de ARB opdracht tot het waarschuwen of alarmeren van de
gemeentesecretaris, een voorlichter en eventueel, afhankelijk van de aard van
het incident,
één of
meerdere clusterdirecteuren en/of vertegenwoordigers van nutsbedrijven.
De directeur
PUZA informeert, waarschuwt of alarmeert op zijn/haar beurt de betrokken
clustercoördinator.
2.2.
Alarmering medewerkers actiecentrum.
De
clustercoördinator informeert, waarschuwt of alarmeert de medewerkers van het
actiecentrum.
2.3.
Alarmering coördinatoren uitvoerende gemeentelijke eenheden.
De medewerkers
van het actiecentrum informeren, waarschuwen of alarmeren de coördinatoren van
het tot hun toebedeelde deelproces behorende uitvoerende gemeentelijke
eenheden.
2.4.
Alarmering medewerkers uitvoerende gemeentelijke eenheden.
De
coördinatoren informeren, waarschuwen of alarmeren de medewerkers van hun
uitvoerende gemeentelijke eenheid.
Schematisch
ziet e.e.a. er als volgt uit: z.o.z.
Voor de
concrete invulling wordt verwezen naar bijlage 1.
Alarmeringsschema
Commandant |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brandweer |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
District- Chef
politie |
|
1) |
Burgemeester |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Directeur
ggd |
|
|
2) |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Ambtenaar rampenbestrijding |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
3) |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gemeente Secretaris |
na overleg
bgm : cluster- directeuren |
na
overleg bgm : derden, deskundigen |
voorlichter |
|
hoofd verbindings-groep gemeentelijk coördinatiecentrum |
hoofd ondersteunings-groep gemeentelijk coördinatiecentrum |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
3) |
3)
|
3) |
3) |
|
3) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cluster- Directeuren & wethouders |
|
hoofden vakteams die niet in gemeentelijke crississtaf zitting hebben |
|
voor-lichters (proces 3) |
|
leden
verbindingsgroep |
|
leden
onder-steuningsgroep BHV en bodes beveiliging |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
3) |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
medewerkers
gemeentelijk actiecentra |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
3) |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
medewerkers
CRIB en overige gemeentelijke eenheden |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1)
Advies over de uitgifte voorwaarschuwing of alarmering
2)
Opdracht geven van voorwaarschuwing of alarmering
3)
Alarmering of voorwaarschuwing
Bron:
Draaiboek Alarmering van bestuur en uitvoerenden.
Hoofdstuk 3.
Opkomst en locatie.
De plaats van
opkomst van de medewerkers en de locatie van het WIZ-actiecentrum worden in
eerste instantie afgestemd tussen enerzijds de commandanten van brandweer en
politie en anderzijds door de directeur PUZA (of diens waarnemer i.c. de
dienstcoördinator).
Normaliter
wordt het actiecentrum fysiek gehuisvest in de receptie van het WIZ-gebouw aan
de Hooikade 13.
De plaats van
opkomst van de medewerkers van de uitvoerende eenheden wordt bepaald door de
geografische plaats van de ramp en geschiedt op aanwijzing van de crisisstaf.
Deze brengt de betrokken medewerker van het actiecentrum hiervan op de hoogte.
Deze
informeert vervolgens de coördinator van de uitvoerende eenheid, die de
uitvoerend medewerkers informeert.
Hoofdstuk 4.
Organisatie.
4.1. Inleiding.
De
gemeentelijke crisisstaf vormt tijdens crises, waaronder rampen, het
crisismanagementeam van de gemeentelijke organisatie. De leden van de
crisisstaf sturen de onder hun individuele bevoegdheden vallende
organisatie-onderdelen beleidsmatig aan.
Het door de
directeur PUZA ingestelde WIZ-actiecentrum bevindt zich op tactisch niveau en
is verantwoordelijk voor de uitvoering van de toebedeelde processen.
Het
actiecentrum stuurt één of meerdere uitvoerende gemeentelijke eenheden aan.
Beleidsmatig is
het actiecentrum ondergeschikt aan zijn vertegenwoordiger in de gemeentelijke
crisisstaf.
De uitvoerende
eenheden zijn op hun beurt beleidsmatig ondergeschikt aan hun vertegenwoordiger
in het actiecentrum.
4.2.
Samenstelling.
Het
actiecentrum WIZ bestaat in ieder geval uit:
- het
sectorhoofd WIZ (HAC)
- de overige
MT-leden
-
administratieve ondersteuning
- financiële
ondersteuning
- uitvoerende
eenheden
Indien
gewenst/noodzakelijk kan tijdelijk of structureel uitbreiding met
terzakekundigen plaatsvinden.
De directeur
beslist in deze.
Een
uitvoerende eenheid bestaat in ieder geval uit:
- een
coördinator, die tevens eindverantwoordelijk is voor de uitvoering
- uitvoerend
medewerkers (zowel gemeentelijk als niet-gemeentelijk).
Gesteld moet
worden dat de uitvoerende eenheden uitsluitend in opdracht van hun MT-lid
werkzaamheden verrichten.
Indien
gewenst/noodzakelijk kan tijdelijk of structureel uitbreiding met
terzakekundigen plaatsvinden.
De betrokken
medewerker van het actiecentrum beslist in deze.
Schematisch:
Hoofdstuk 5.
Communicatie.
5.1. Algemeen.
Het
WIZ-actiecentrum heeft in beginsel alleen verbindingen met het gemeentelijk
crisiscentrum en de uitvoerende gemeentelijke eenheden. In het gemeentelijk
netwerk is het account ‘acplou’
aange-maakt, waarmee tijdens oefeningen en calamiteiten
informatieuitwisseling kan
plaatsvinden.
Hiernaast kan
het noodzakelijk zijn verbindingen te hebben met bijv. leveranciers van
goederen,
overige
hulpverlenende instanties of bedrijven.
5.2. Overzicht
van de aansluitingen van het actiecentrum en de uitvoerende eenheden.
Het overzicht
van de telefoonnummers van de verantwoordelijke personen is vermeld op bijlage
1.
5.3. Soorten
verbindingsmiddelen.
5.3.1. Semafoons en
Mobilofoons.
Semafoons zijn
te gebruiken als “”oppiep-systeem”” en kennen geen spraakmogelijkheid
( via sommige
modellen kan wel schriftelijk gecommuniceerd worden).
Mobilofoons
kennen de spraakmogelijkheid, maar hebben als beperking dat zij gebruik moeten
maken van een particuliere, voor niet-hulpverlenende instanties beschikbare
frequentie.
Zowel
semafoons als mobilofoons zijn beschikbaar bij de sector WIZ en gezien de
beperkte toepasbaarheid niet aan te raden.
5.3.2.
Nationaal Noodnet (NN).
Het NN is een
landelijk telefoonnet voor crisisomstandigheden dat separaat functioneert van
het openbare telefoonnet. Storingen zijn nagenoeg uitgesloten.
Een
aansluiting op het NN (nummer 17127 gemeente. 17169 fax) is aanwezig.
Het NN is
aangesloten op de gemeentelijke centrale. Tijdens crisisomstandigheden zal de
NN-lijn direct worden gerouteerd naar het toestel van de burgemeester in de
crisisstaf.
De sector WIZ
heeft geen eigen NN-aansluiting, maar zou het NN eventueel via de GCS kunnen
gebruiken.
Gezien het
zeer beperkte aantal en de aard van de aangesloten organisaties, zal de sector
WIZ waarschijnlijk weinig tot geen gebruik maken van het NN.
5.3.3. Telex.
Er is géén
telexaansluiting aanwezig.
5.3.4. Telefax.
Het algemene
faxnummer van de sector WIZ is 2616555.
Meerdere
faxnummers zijn aan te maken. Indien noodzakelijk moeten de faxapparaten van de
verschillende WIZ-onderdelen worden aangevoerd.
5.3.5. Telefoon.
In bijlage 1.
is de specificatie van de telefoonnummers van de medewerkers van het
actiecentrum opgenomen.
Voor het
overzicht van de telefoonnummers van onder andere de crisisstaf wordt verwezen
naar het draaiboek “”Alarmering van bestuur en uitvoerenden””.
De generatie
GSM-telefoons biedt een breed scala aan gebruiksmogelijkheden. Zij zijn aan te
sluiten op het NN (moet aangevraagd worden), bieden de spraakmogelijkheid en
eenmaal aangesloten op een laptop kan schriftelijk gecommuniceerd en
gerapporteerd worden.
De laptop
heeft dan tevens de functie van archief, databank etc.
5.3.6. Traxys.
Dit systeem
kent een aparte frequente, de spraakmogelijkheid en de mogelijkheid tot
schriftelijke communicatie zonder draadverbinding. De verbindingsduur is
evenwel beperkt en de aanschaf en het abonnement is vrij kostbaar.
5.3.7. Computers.
Via de op het
gemeentelijk netwerk aangesloten computers is het eveneens mogelijk berichten
te verzenden via e-mail. Niet alleen binnen een dienst, maar ook tussen de
diverse diensten.
Indien
telefoonlijnen niet overbezet of overbelast zijn is het ook mogelijk via
internet te communiceren. Laptops kunnen mobiel ingezet worden.
5.3.8. Koeriers- of
ordonnansdiensten.
Indien alle
technische mogelijkheden niet beschikbaar zijn, dient schriftelijk
gecommuniceerd te worden. Deze boodschappen dienen per koerier of ordonnans
persoonlijk bezorgd te worden.
Deze dienen
voor de burger herkenbaar gemaakt te worden als rampenvoertuig.
De sector WIZ
beschikt over eigen auto’s en fietsen die hiertoe ingezet kunnen worden.
5.3.9. Radio
en Televisie.
Indien gewenst
en mogelijk kan, in overleg met de crisisstaf, gebruik gemaakt worden van radio
en televisie.
Schematisch
ziet e.e.a. er als volgt uit:
-------------- Telefoonlijnen: regulier zoals openbaar net,
autotelefoon en intern
- - - - - - -
- Noodnet inclusief GSM met lap
top-verbinding
Hoofdstuk 6.
Taken en processen.
6.1. Actiecentrum.
6.1.1. Taken.
Het
actiecentrum WIZ bevindt zich op tactisch niveau en heeft als taken:
·
het vertalen van alle beleidsopdrachten van (de
vertegenwoordiger in) de GCS in uitvoeringsopdrachten aan alle in het veld
opererende WIZ taakgroepen, eenheden en personen m.b.t. de bestrijding van de
ramp en het aansturen van de reguliere dagelijkse uitvoering
·
het, wanneer de
uitvoering van taken dat vereist, nauw samenwerken met andere
actiecentra uit omliggende gemeenten (evt. de vorming van een
gemeenschappelijk actiecentrum).
·
het verantwoord en conform de geldende ARBO-regels inzetten
van personeel en materieel
·
het (laten) verzorgen van administratieve en telefonische
werkzaamheden (registratie)
·
het (laten) verzorgen van verbindingen en
communicatiemiddelen
·
het gericht inzetten van taakgroepen
·
het (laten) verzorgen van de ondersteuning t.b.v. de
taakgroepen
·
het (laten) verzorgen van computerwerkzaamheden
·
het (laten) verzorgen van informatievoorziening
·
overige voorkomende taken.
6.1.2.
Bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Het
actiecentrum heeft de volgende bevoegdheden en verantwoordelijkheden:
·
het actiecentrum valt onder de bevoegdheden en
verantwoordelijkheden van de desbetreffende directeur/hoofd
·
het geeft alle in het veld opererende gemeentelijke eenheden
en personen de noodzakelijke opdrachten waar het gaat om de bestrijding van de
ramp of het zware ongeval en stuurt de uitvoering van dagelijkse taken aan
·
het houdt de vertegenwoordigers in de GCS voortdurend op de
hoogte van alle acties en vorderingen
·
het nauwgezet contact onderhouden met andere actiecentra,
het uitwisselen van informatie en het zorgen voor een goede samenwerking en
coördinatie van de werkzaamheden.
6.2. Uitvoerende
eenheid.
De uitvoerende
eenheid bevindt zich op uitvoerend niveau op de plaats van het incident of de
ramp en is het laagste uitvoeringsniveau in het traject van beleid (strategie)
naar uitvoering in het veld v.w.b. de gevolgbestrijding .
6.2.1. Taken.
De uitvoerende
eenheid heeft als taken:
·
het in opdracht van het actiecentrum/CTPI en onder leiding
van een veldcoördinator uitvoeren van ondersteunende
(gevolg)bestrijdingsactiviteiten
·
het onderling afstemmen van de inzet met andere uitvoerende
eenheden
6.2.2. Bevoegdheden
en verantwoordelijkheden.
·
de uitvoerende eenheid opereert onder de bevoegdheden en
verantwoordelijkheden van het actiecentrum
·
alle activiteiten van ondersteunende diensten en
organisaties op het incident-terrein geschieden onder verantwoordelijkheid van
één van de in het CTPI vertegenwoordigde hulpverleningsdiensten.
De uitvoerende
eenheid staat onder leiding van een veldcoördinator die verantwoordelijk is
voor de goede uitvoering van de werkzaamheden.
6.3. Verdeling
processen.
De betrokken
medewerker van het actiecentrum is verantwoordelijk voor (de uitvoering van)
een aantal taken, te weten:
6.3.1. Het
zorgen voor kleding en recreatiemiddelen.
Het zorgen
voor kleding en recreatiemiddelen voor daklozen in alle opvangcentra dient in
nauwe samenwerking met het MT-lid ‘’Evacués’’ gerealiseerd te worden.
Verstrekking
van kleding, speelgoed en recreatiemiddelen moet regionaal en plaatselijk
worden geregeld. Van deze verstrekking dient op decentraal niveau (WIZ) een
eenvoudige administratieve verantwoording te worden bijgehouden ten behoeve van
eventuele declaraties bij verzekeringsbedrijven of aansprakelijke partijen
(e.e.a. in samenwerking met het CRAS).
Facultatief
bestaat de mogelijkheid getroffenen zelf het direct nodige te laten aanschaffen
d.m.v. een financieel voorschot. (zie bij financiële hulp 6.3.3.)
6.3.2. Het
voorzien in eten en drinken voor daklozen en medewerkers/hulpverleners.
De in
opvangcentra opgevangen daklozen hebben in eerste instantie behoefte aan
opvang, soep, koffie, broodjes etc.
Voor de
catering van evacués en medewerkers kan een beroep worden gedaan op cateringsbedrijven
en keukens van grote bedrijven en of instellingen of het leger.
Zie hiervoor
bijlage 2.
6.3.3. Het
verstrekken van financiële hulp aan slachtoffers.
In eerste
instantie zal onderzocht moeten worden in hoeverre burgers uit eigen middelen
spullen kunnen aanschaffen. Mocht dit niet mogelijk zijn kan een toelage worden
verstrekt.
In overleg met
de GCS wordt de hoogte van het bedrag vastgesteld en of het een gift of een
lening betreft. Zonodig moet contant geld gegeven kunnen worden.
Met het
verstrekken van geld wordt beoogd het opvangcentrum zo snel mogelijk te kunnen
verlaten. Een vereiste is dat de betalingen zo goed mogelijk worden
geadministreerd.
De uitbetaling
vindt plaats in het opvangcentrum. De veldcoördinator van WIZ zorgt in overleg
met het AC voor de betaling en registratie van de verstrekkingen..
Het is
overigens niet te verwachten dat de eerste financiële hulp buiten kantooruren
plaatsvindt. Dit houdt redelijkerwijs in dat voldoende tijd beschikbaar is om
tijdig over kasgelden te kunnen beschikken.
Gedupeerden
kunnen veelal de schade verhalen bij de verzekeringsmaatschappij. Eventuele
financiële hulp moet dan ook beschouwd worden als een voorschot op de
(eventuele) uitkering van de verzekeringsmaatschappij. Derhalve moet een
schuldbekentenis voor het uitbetaalde bedrag worden ondertekend.
De
procesverantwoordelijke voor dit onderdeel is het CRAS.
6.3.4. Het
verzorgen van alternatieve woonruimte en nazorg.
6.3.5.
Registratie en rapportage.
De
veldcoördinator dient er derhalve voor zorg te dragen dat van alle getroffen
voorzieningen een gedetailleerde administratie wordt gevoerd. E.e.a. in overleg
met het MT-lid en het CRIB (Burgerzaken).
6.3.6.
Verstrekken informatie.
Zowel de
opgevangen burgers als de hulpverleners dienen zo actueel mogelijk te worden
geïnformeerd over bijvoorbeeld het verloop van de ramp, de hulpverlening of de
verblijfplaats van familieleden of huisdieren. Deze informatie mag alleen in
overleg en afgestemd met het AC in casu de GCS worden verstrekt.
6.4.
Samenstelling uitvoerende eenheid per locatie.
De
samenstelling van een uitvoerende eenheid ziet er als volgt uit:
1. Coördinator +
plv. : 2 fte
2. Adm. med. : 2 fte
3. Med.
geestelijke bijstand : 2 fte
4. Fin. Med. : 2 fte
5. Med.
noodhuisvesting en GLW : 20 tot 30 fte
6. Overige
hulpverleners : nader te
bepalen.
6.5. Operationele
prestaties.
Schematisch zien deze er als volgt uit:
Bijlage 2
1. ALBRON Catering.
Mw. Nicole Janssen
Essebaan 71
2900 AS Capelle aan den Ijssel
Tel. : 010-2588588
Fax : 010-4516899
2. MAKRO
Uitwerking: zie bijgaande stukken.
3. Aula
Congrescentrum TU.
Uitwerking : zie bijgaande stukken.
4. Leger des Heils
Lodewijk van Deysselhof 141
2624 LW Delft.
Tel. : 015-2610859
GSM : 06-22847497
5. Rode Kruis
p/a Achterom 78
2611 PS Delft
tel. : 015-2123550
GSM : 06-24146325
Maxar : 06-60252863
Zodra zich een ramp voltrekt begeeft zij zich direct naar bovengenoemd adres.
6. Afdeling Burgerzaken Delft/CRIB
7.
Overige Geestelijke, Materiële en Medische hulpverlening /
Vrijwilligersorganisaties:
Pastores: Kerkgenootschap: Telefoon:
Mw.
M.E. Bijlsma Doopsgezinde
Gemeente 070 – 336 17
01
Ds.
W.H. Duker Gereformeerde
Kerk 015 –
212 31 05
Chr.
Bergs Rooms-katholieke
Kerk 015 – 213 08
73
onbekend Sultan Ahmed
Moskee 015 – 261
26 38
Evangeliegemeente Morgenstond 015 –
212 53 13/4103
Vrijwilligersorganisaties:
E.H.B.O.
vereniging 015
– 261 41 85
Slachtofferhulp
Haaglanden, bureau Delft e.o. 015
– 219 84 01
Unie
van Vrijwilligers, afd. Delft - UVV 015
– 369 51 70
Huisartsen:
Mw.
C.M.J. Bonekamp en Mw. A.R. Klokke 015
– 256 87 67
J.
Breugem en Mw. J. Oosthoek 015
– 212 36 46
W.
van Donselaar 015
– 213 53 58
P.J.Th.M.
Meijs 015
– 212 08 88
Mw.
N.A.A. van Oosterom 015
– 256 21 00
Mw.
N.M. de Ruijter – van Sighem 015 - 262 01 90
W.F. Sandhövel 015
– 256 63 10/
06 – 533 742
88
J.P.
van Tussenbroek 015
– 212 16 62
H.J.P Vos 015
– 256 59 96
Overige
hulpdiensten:
ANWB
wegenwacht 0800
- 0888
RIAGG 015
– 251 61 61
Bijlage 3:
Voedingsplan.
Voor
ontbijt of lunch alsmede koffie/ thee voorziening, bij een groepsgrootte van
100-120 personen.
Rantsoenen: per persoon: totaal: kosten:
a
brood 10 sandwiches 40 broden
b
boter 50 gr. boter/marg. 20 kuipjes
c
kaas 50
gr. beleg 5
kg.
d
vleeswaren 50
gr. 5
kg.
e
koffie 6
koppen 8
kg.
f
thee 4
koppen 4
pakjes
g
koffiemelk naar
behoefte 3
liter
h
suiker naar
behoefte 3 kg.
i
melk naar
behoefte 25
liter
j
karnemelk naar
behoefte 15
liter
k
maaltijdsoep ¼
liter p.p. 25
liter
Totaal
verstrekkingrooster per etmaal:
07.00
uur gereedmaken
ontbijt
08.00
uur (vanaf) ontbijt
08.00
uur koffie/ thee/
melk
10.00
uur koffie/ thee
11.00
uur aanvang
gereedmaken lunch
12.30
uur lunch
12.30
uur koffie/ thee/
melk
14.30
uur koffie/ thee
17.00
uur aanvang inrichten
uitgiftepunt diner
(te bereiden
via de externe keuken)
19.00
uur koffie/ thee
20.00
uur koffie/ thee
22.00
uur koffie/ thee/
melk
Bijlage 4: Besluitenlijst.
Bijlage 5:
SITUATIERAPPORTAGE
Aan: Faxnummer:
Noodnet(fax)nummer:
E-mailadres
Van: Faxnummer:
E-mailadres:
Verslagperiode: (dtg.) tot (dtg.)
Aard rapportage: Tot. aantal pagina’s: Bijlagen: Datumtijdgroep:
(naam,functie,paraaf
van opsteller) (eerst
vermelden afkorting afzender, daarna volgnummer,
bijv.
Actiecentrum-001)
Afschrift
gezonden aan: Faxnummer:
Noodnet(fax)nummer:
E-mailadres:
1. Huidige situatie (aard incident, aard en aantal slachtoffers, ingezette
eenheden enz.):
2.
Verwachte
veranderingen in situatie (m.b.t. voorval
+ ingezette eenheden)
3. Knelpunt(en) (m.b.t. uitvoering opdracht/onvoorziene ontwikkelingen)
4. Oplossingsvoorstel(len) voor akkoord
geadresseerde:
5. Gewenste reactietijd geadresseerde:
6. Overige opmerkingen:
Bijlage 6: Verspreidingslijst.
Naam: Functie:
H. de Jong Directeur
PUZA a.i.
Chr. Kruizinga Sectorhoofd
WIZ
R. van Opijnen Sectorhoofd
BTO
Th. den Hertog Adj.
sectorhoofd WIZ
M. Klijn Hoofd
Beleid en Projecten
K. Claessen Managementassistente
M. Brandt Adviseur
FD
J. Bueving Coördinator
Uitkeringen
P. Eekhout Gebouwenbeheerder
T. Kool HSM
R. Burky ICT/automatiseerder
G. van Leeuwen Automatiseerder
R. Diemers Veldcoördinator
G. de
Graaf Reekers ,,
G. Grooters ,,
P. van Geenen ,,
E.
Bergenhuizen ,,
T. Wiegman ,,
G. Niens ,,
P. Tangel ,,
A. Broekhuis ,,
K. Knoester +
R.A. van Woudenberg Rampencoördinator
Gemeente Delft
R. Prevo Adviseur
WIZ-Rampenplan