Nota

 

Datum

15-01-2001

Ons Kenmerk

00/027811

Opsteller

Peter Boekelman

Bijlagen

diverse

Onderwerp

nieuwe overeenkomst Bijzondere

Aandacht Woningzoekenden (BAW)

 

 


Geacht college,

 

De afgelopen maanden heeft de Stuurgroep Bijzondere Aandacht Woningzoekenden (BAW) gewerkt aan een herijking van de bestaande overeenkomst. De breed gedragen uitkomsten van de evaluatie over het jaar 1999 zijn aanleiding om het ‘zorgmanagement’ vanaf 1 januari 2001 in een actueel jasje te steken. Het eindproduct, in de vorm van een nieuwe overeenkomst en meer specifiek het in de praktijk uit te voeren laatste kans beleid (met bijlagen) worden u bijgaand ter besluitvorming voorgelegd.

 

Deze notitie is bedoeld om de hoofdlijnen van het BAW nieuwe stijl neer te zetten. Om een en ander in de juiste context te plaatsen begint de notitie eerst met een korte terugblik (paragrafen 1 en 2). Vervolgens wordt in paragraaf 3 de nieuwe overeenkomst besproken. Die overeenkomst is opgezet om het zogeheten ‘laatste kans beleid’ vanaf 1 januari 2001 in de praktijk toe te kunnen passen. Het laatste kans beleid wordt kort toegelicht. De voornamelijk bestuurlijk gevoerde discussie eind 2000 over de uitzetting van een gezin met kinderen leidt tot een voorstel voor een incidenteel, naast het BAW beleid, te hanteren nieuwe constructie van begeleid wonen.

 

Wat het werken volgens de beschreven BAW-lijnen qua inzet van partijen en kosten inhoud, leest u in paragraaf 4.

 

1.         Een korte terugblik

In oktober 1998 hebben de gemeente, Delftse woningcorporaties en Delftse zorg- en hulpverlenende instanties de handtekening gezet onder de overeenkomst “inzake aanpak voorkomen van huisuitzettingen wegens overlast en huurschuld. Een overeenkomst met een looptijd tot 1 september 2000.

Daarmee sloegen de deelnemende partijen een gezamenlijke weg in om een systeem op te zetten om tijdig en actief hulp te kunnen bieden om huisuitzettingen te voorkomen. Een systeem waarin de zorgregelaar van de GGD zich toelegt op de overlastgevallen, de gemeentelijke budgetwinkel op de gevallen van huurschuld.

 

 

 

Een systeem dat in de praktijk wordt “bewaakt” door de zogeheten werkgroep BAW. Een werkgroep waarin namens alle partijen mensen zitten die in de regel de (eerste) contacten hebben met de probleemgevallen.

Alle partijen hebben zich op enigerlei wijze verplicht tot een bijdrage aan het uitvoeren van de overeenkomst. Gemeente en corporaties leveren samen een werkbudget. Een budget dat primair gebruikt wordt om de meerkosten van het met voorrang inschakelen van bepaalde vormen van zorg- en hulpverlening te betalen.

 

2.         Evaluatie

De overeenkomst, en meer specifiek de wijze waarop over het jaar 1999 inhoud is gegeven aan het bereiken van vooraf gestelde doelen, is in het voorjaar van 2000 geëvalueerd. De complete evaluatie treft u aan als bijlage (1). De evaluatie is gebaseerd op (in cijfers en bedragen) meetbare prestaties die door partijen zijn geleverd en de wijze waarop dat organisatorisch en financieel “aan de vork is geprikt”.

In grote lijnen geeft de evaluatie aanleiding voor aanbevelingen voor de duur van de lopende overeenkomst, d.w.z. tot 1 september 2000, en voor de periode vanaf 1 september 2000. Deze aanbevelingen zijn integraal opgenomen in bijlage (2)

 

De evaluatie is besproken met alle deelnemende partijen aan de overeenkomst. Alle partijen onderschrijven de conclusies en aanbevelingen.

De corporaties hebben daarna(ast) in het ambtelijk driehoeksoverleg van oktober 2000 nog specifiek groen licht gegeven voor de voorgestelde acties die leiden tot het in deze notitie verwoorde voorstel voor het laatste kans beleid.

 

De met name praktische aanbevelingen voor de looptijd van de overeenkomst zijn inmiddels met instemming van alle partijen gerealiseerd.

De aanbeveling voor de nieuwe periode is uitgewerkt in de tekst voor een nieuwe overeenkomst en meer specifiek het te voeren laatste kans beleid.

Wat dat in praktische zin betekent kunt u hierna lezen.

 

3.         De nieuwe overeenkomst

 

Praktisch punt

De oude overeenkomst heeft een looptijd tot 1 september 2000. Op die datum had de nieuwe overeenkomst in moeten gaan. Het uitwerken van het laatste kans beleid nam meer tijd. Alle deelnemende partijen hebben in juli 2000 om praktische redenen ermee ingestemd dat de bestaande overeenkomst na 1 september 2000 doorloopt. Hun inmiddels bekende eigen bijdrage wordt gecontinueerd.

Ook Maatzorg heeft recent laten weten dat geen sprake meer is van een cliëntenstop.

 

De nieuwe overeenkomst: vanaf 1 januari 2001 ‘laatste kans beleid’

Op basis van hetgeen in de evaluatie is vastgesteld hebben alle partijen de tekst van de nieuwe overeenkomst en het te voeren laatste kans beleid uitgewerkt. Deze stukken treft u aan als bijlage 3 en 4).

 

In het kader van deze notitie wordt volstaan met een korte toelichting op de doelstellingen van het laatste kans beleid en hoe het beleid in de praktijk moet worden uitgevoerd.

 

Laatste kans beleid

Het principe van het laatste kans beleid is ‘take it or leave it’. Corporaties maar ook hulpverlenende instanties moeten op enig moment een streep trekken. Met het laatste kans beleid wordt huurders, voor wie uitzetting dreigt vanwege huurachterstand en/of het veroorzaken van ernstige overlast, de kans geboden uitzetting te voorkomen door zich te binden aan begeleiding.

Ook mensen die al zijn uitgezet wordt onder voorwaarden de gelegenheid geboden opnieuw een zelfstandige woning van een corporatie te huren.

De laatste kans houdt in dat er slechts één maal een specifiek traject wordt ingeslagen. Houdt iemand zich niet aan de voorwaarden of laat iemand opnieuw problemen ontstaan, dan is het einde oefening.

De procedure voor het laatste kans traject is verwoord in het zogeheten Protocol (bijlage 5). De feitelijke afspraken komen in een Contract (bijlage 6).

 

Ontwikkelingen eind 2000

Het vertrekpunt voor het laatste kans beleid is helder. Met een dergelijk beleid gaan diverse lokale partners heel ver. Desondanks is de praktijk dat sommige probleemhuurders de hen aangeboden laatste kans bewust of onbewust niet benutten. Dat roept de vraag op ‘waar ligt de grens’? Een discussie die op enkele niveaus in de maanden november en december 2000 is gevoerd. Dit naar aanleiding van de uitzetting van een gezin met kinderen.

 

In het specifieke geval nam het college het standpunt in ‘dat zodra er kinderen in het spel zijn alles in het werk moet worden gesteld om dergelijke gezinnen opnieuw in Delft te huisvesten. Belangrijk argument daarbij is dat de kinderen enige vorm van sociale binding met Delft hebben (school, sport e.d.). Niet zelden is de praktijk dat dergelijke kinderen bovendien al de nodige nadelige effecten van het gedrag van hun ouder(s) ondervinden. Hun leven is daardoor vaak ontregeld. Vastigheid en structuur zijn in die gevallen onontbeerlijk.

 

De Stuurgroep BAW is uitdrukkelijk verzocht advies uit te brengen over ‘hoe aan de wens van het college tegemoet kan worden gekomen?’.

In haar advies van december 2000 memoreert de Stuurgroep dat het laatste kans beleid een weloverwogen gezamenlijke keuze is. Werken volgens de afgesproken lijnen kan in uiterste gevallen ertoe leiden dat huurders die echt niet mee willen werken de consequenties van hun handelen moeten aanvaarden.

Het feit dat een rechter zich over het gedrag van een huurder uitspreekt zegt op zich dan voldoende. Met die huurder is dan werkelijk niets te beginnen.

 

 

 

Het weigeren van een laatste kans op zelfstandige woonruimte betekent dan evenwel niet dat mensen daarmee dus tot de straat worden veroordeeld. Nee, in dat geval is het een zorgtaak van de gemeente om mensen (nood)opvang te bieden. Als duidelijk is dat het huurders ontbreekt aan structuur, verdienen ook zij altijd een laatste kans in Delft.

 

Inzet beleid 2001: laatste kans PLUS

In principe moet een reguliere laatste kans zorgen voor de nodige structuur in het (financiële) woongedrag van een huurder. Is dat niet (voldoende) mogelijk, bijvoorbeeld omdat een probleemhuurder is aangewezen op specifieke en langdurige begeleiding, dan is een ander traject aan de orde. Inmiddels is afgesproken dat voor dergelijke gevallen een beroep wordt gedaan op de Stichting Maatschappelijke Opvang. Zij huurt een woning en sluit een specifieke overeenkomst met de probleemhuurder.

Als dit succesvol is komt het desbetreffende gezin op een later moment alsnog in aanmerking voor een regulier laatste kanstraject i.c. reguliere zelfstandige woonruimte.

 

Kosten Plusvariant

De aanpak via de Stichting Maatschappelijke Opvang valt als activiteit buiten de afgesproken kader van het BAW beleid. De kosten voor het nu te begeleiden gezin zijn begroot op ca. ƒ 10.000,00. Die kosten worden ten laste gebracht van het restantbudget Maatschappelijke Opvang 2000.

De in 2001 op te pakken BAW Plus activiteiten zijn begroot op ƒ 50.000,00.

Er is geen dekking van deze kosten. Portefeuillehouders zijn van mening  dat ook de corporaties hierin moeten bijdragen. Dit punt is nog niet besproken met de corporaties. Het wordt geagendeerd voor het eerstkomende bestuurlijk driehoeksoverleg van 5 april 2001.

 

Effect laatste kans beleid op uitzettingen?

Vanaf 1 januari 2001 wordt dus gewerkt volgens het laatste kans beleid. Hoewel de terminologie en de tekst hiervoor doen vermoeden dat zoveel als mogelijk een laatste kans wordt geboden, zullen corporaties ook in 2001 huurders blijven uitzetten. Het is nu niet aan te geven wat het effect van het laatste kans beleid op het aantal en soort uitzettingen zal zijn. De Stuurgroep bewaakt een en ander. Als daar aanleiding voor is adviseert zij u in de loop van 2001.

 

Positie zorgregelaar

De zorgregelaar moet in de nieuwe werkwijze de spil worden van het BAW-beleid. Dat betekent dat deze partij op meer professionele basis aan de slag gaat. Dat kan alleen als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Voorwaarden die grofweg betrekking hebben op de instrumenten en  middelen voor, alsmede de zekerheid over, de inzet van de zorgregelaar.

Instrumenten zijn daarbij in beginsel de samenwerkingsovereenkomst en alles wat daarmee samenhangt, in het bijzonder de laatste kans contracten. Ook gaat het om de door de zorgregelaar  zelf te ontwikkelen, en met andere partijen af te stemmen, criteria om echte probleemgevallen te kunnen onderscheiden van eigen schuldgevallen.

 

Bij middelen gaat het om voldoende budget om deze taak naar behoren uit te kunnen voeren. Dit komt in de volgende paragraaf aan de orde.

 

En ‘last but not least’ moet de inzet van de zorgregelaar worden gegarandeerd. Continuïteit is in het laatste kans beleid sleutelbegrip. De GGD staat hiervoor garant. Daarbij wel de kanttekening dat de GGD er uit capaciteitsoogpunt belang bij heeft dat over de feitelijke inzet een meerjarige afspraak kan worden gemaakt.

 

Aanvullende afspraken zorgmanagement 2001: wie, wat, wanneer en hoe?

Hiervoor is de positie van de zorgregelaar beschreven.

Eind 2000 is duidelijk geworden dat deze persoon niet in staat is om alle processen zelf aan te sturen c.q. in de gewenste banen te leiden. Dat heeft o.a. geleid tot miscommunicatie en het naast in plaats van met elkaar werken aan een oplossing. Voor de Stuurgroep BAW aanleiding om in voorkomende gevallen alle benodigde processen te stroomlijnen. Daarbij gaat het dan om het zonodig ondersteunen van de zorgregelaar in het snel vinden van een passende oplossing, alsmede het adviseren van het college teneinde onnodige (vragen) en onzorgvuldige berichtgeving voor te zijn.

Hoewel de Stuurgroep nooit kan voorkomen dat burgers zich tot het college wenden, zal zij er wel voor zorgen dat de communicatie langs een duidelijke en strakke lijn verloopt. Primair is de zorgregelaar voor alle zaken aanspreekpunt. Op het moment dat deze persoon vastloopt, wordt de voorzitter van de Stuurgroep ingeschakeld. Die informeert op zijn beurt de verantwoordelijke collegeleden en roept in spoedeisende gevallen de Stuurgroep bijeen. Die Stuurgroep is inmiddels versterkt met iemand van de maatschappelijke opvang. Daarmee zijn de meest essentiële disciplines nu vertegenwoordigd.

 

Teksten overeenkomst, laatste kans beleid e.d.

Vooralsnog zijn de bestaande teksten voldoende om aan de slag te gaan. Beoordeling van de praktische gebruikswaarde vindt periodiek ( in beginsel halfjaarlijks, te beginnen medio 2001) plaats door de Stuurgroep. Op dit moment ontbreekt de noodzaak om voorstellen te doen voor aanvullende items zoals bijvoorbeeld een protocol opvang kinderen bij huisuitzetting. De positie van gezinnen met kinderen krijgt in het huidige beleid voldoende aandacht.


4.         Inzet en bijdragen partijen

In de overeenkomst is voor alle partijen in hoofdlijnen opgenomen wat van hen verwacht mag worden. Om hun rol ook daadwerkelijk te kunnen vervullen geldt voor partijen dat zij een bijdrage moeten leveren. Een bijdrage in uren en/of in geld.

Met alle partijen is voor de looptijd van de nieuwe overeenkomst gesproken over hun bijdrage. Die blijft met uitzondering van de GGD nagenoeg gelijk aan het beeld van 1998-1999. Wat dat betekent is te lezen in tabel 1 op pagina 4 van de evaluatie.

 

Voor alle duidelijkheid: het gaat om een afgesproken bijdrage waarvan de kosten door die partijen zelf worden gedragen. Op het moment dat zij meer moeten worden ingeschakeld, komen die meerkosten ten laste van het BAW-budget. Het spreekt voor zich dat alle partijen gezamenlijk erop toezien dat dit tot een minimum beperkt blijft. Registratie blijft hiervoor ook straks een belangrijk hulpmiddel.

 

Kosten BAW: bijdragen corporaties en gemeente

Werken volgens de het laatste kans beleid heeft gevolgen voor de te verwachten kosten vanaf 1 januari 2001. En wel in die zin dat verwacht wordt dat de uren van de zorgregelaar fors zullen toenemen. Daar is weliswaar nog geen ervaring mee opgedaan, maar gegevens van een andere gemeente waar al op een dergelijke wijze wordt gewerkt zijn als uitgangspunt gehanteerd voor een kostenopzet en - toerekening.

Alles bij elkaar moet worden gerekend met een inzet van 1.265 uur. Daarbij is uitgegaan van 100 gevallen op jaarbasis, waarvan 85 een vrij intensieve inzet van gemiddeld 14 uur per geval vragen.

 

Inbreng GGD

Volgens de afspraak die bij het aangaan van de oude overeenkomst was gemaakt heeft de GGD in zowel 1999 als 2000 een eigen bijdrage van 60 uur ingebracht.

De gemeente heeft erop gewezen dat het BAW-werk één van de kerntaken voor de GGD is.  De GGD noemt dit zelf ‘ondersteuning hygiënische probleemgevallen’. Hiervoor rekent zij op jaarbasis minimaal 240 uur.  Dat is dan wel voor de hele gezondheidsregio. De GGD vindt het niet onredelijk dat 100 uur hiervan voor Delft wordt ingezet.

In de nu volgende kostenopzet worden deze uren aangehouden.


Kostenopzet BAW nieuwe stijl

·       inzet zorgregelaar 28 uur per week, uurtarief ƒ 131,00. Eigen bijdrage GGD 100 uur.

·       inzet overige partijen voorlopig maximaal ƒ 25.000,00. Met name ingegeven door onzekerheid inzet Maatzorg.

 

In geld levert dat de volgende berekening op:

kosten zorgregelaar:                  28 x 52 x 131,00           =          ƒ  190.736

AF: eigen bijdrage GGD 100 uur x 131,00           =          -     13.100

                                                                                  --------------         

                                                           ƒ  177.636       

BIJ: overige kosten BAW/wachtlijsten                            -     25.000,00 +

                                                                                  ------------------     

                                   TOTAAL                       =          ƒ  202.636,00      

 

Kosten zorgregelaar/BAW vanaf 2001 afgerond   ƒ 203.000,00

 

Kostenverdeling

Voor de jaren 1999 en 2000 hebben corporaties en gemeente in totaal

ƒ 100.000,00 beschikbaar gesteld. Hiervan is in 1999 ca. ƒ 11.000,00 uitgegeven. Verwachting is dat in 2000 nog een bedrag van ca. ƒ 9.000,00 voor werkzaamheden van de zorgregelaar en enkele andere partijen zal worden vergoed.

Er resteert dus ca. ƒ 80.000,00. Voor de nieuwe periode is dus nog een aanvullend budget van ca. ƒ 123.000,00 nodig. In principe ook weer door corporaties en gemeente ieder voor de helft (= ƒ 61.500,00) in te brengen.

 

Kosten na 2001

Voor de periode na 2001 is het budget van ƒ 203.000,00 uitgangspunt

Corporaties en gemeente betalen ook dan ieder de helft i.c. ƒ 101.500,00.

 

2001: een proefperiode

Voor alle duidelijkheid: de kostenopzet na 2001 is niet meer dan een snelle financiële aanname. Het kiezen van deze aanname is voor beide partijen van belang om mee te nemen in hun (meerjaren)begrotingen.

Het jaar 2001 wordt o.a. financieel een proefperiode. In de tweede helft van 2001 moet voor alle (betalende) partijen duidelijk zijn of de nieuw gekozen werkwijze en de daaraan verbonden kosten aan hun verwachtingen voldoet.

 

Dekking kosten gemeente

Zoals hiervoor genoemd moeten corporaties en gemeente voor 2001 nog aanvullende middelen beschikbaar moeten stellen. De middelen van de gemeente komen uit het budget Maatschappelijke opvang (ƒ 26.500,00). Daarnaast wordt maximaal ƒ 35.000,00 ten laste gebracht van het Volkshuisvestingsfonds. Heel nadrukkelijk geldt dit bedrag als een maximum. Met de GGD wordt nog gesproken over de kosten van inzet van de zorgregelaar.


Voor de dekking van de BAW activiteiten vanaf 2002 worden nog voorstellen geformuleerd. In beginsel komt ƒ 35.000,00 uit het budget Maatschappelijke opvang komt.

Het spreekt voor zich dat in de loop van 2001 meer duidelijk wordt over de gewenste ontwikkeling van het BAW en ook de kosten die daaraan verbonden zijn. 

 

5.         Voorstellen

Samenvattend wordt voorgesteld:

1)  de evaluatie BAW 1999 voor kennisgeving aan te nemen;

2)  in te stemmen met het BAW nieuwe stijl hetgeen betekent dat:

a.   bijgevoegde overeenkomst met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2001 wordt aangegaan en vanaf die datum gewerkt wordt volgens de lijnen van het laatste kans beleid;

b.   akkoord wordt gegaan met de kosten van het laatste kans beleid en de dekking hiervan voor de jaren 2001 en daarna;

c.   de nu bekende kosten voor de BAW Plus activiteiten van ƒ 10.000,00 ten laste brengen van het budget Maatschappelijke Opvang 2000;

d.   in het eerstkomend bestuurlijk driehoeksoverleg van 5 april 2001 met de corporaties te praten over de kosten voor uitvoering van de BAW Plus activiteiten in 2001 en volgende jaren.

 

 


Peter Boekelman

vakteam Wonen

 

 

 

 

Paraaf hoofd                             d.d.