NOTA OUD EN NIEUW OP MAAT
Plan
van Aanpak 2000 - 2005
===========================================================================
INHOUD
I. INLEIDING
II OUD EN NIEUW BIJ DE VAKTEAMS EN
PARTNERS
IV OVERLEG EN ORGANISATIE
V PLANNING, EVALUATIE EN MIDDELEN
VI VOORSTEL
===========================================================================
I.
INLEIDING
De afgelopen jaren is veel ervaring
opgebouwd met de aanpak en de samenwerking ten behoeve van de jaarlijks
terugkerende oud en nieuwviering. De basis voor het beleid is gelegd met het
Plan van aanpak Oud en Nieuw 1995-1999 “Veilig over de drempel van oud naar
nieuw” van september 1995.
Dat de aanpak van de afgelopen jaren
zijn vruchten heeft afgeworpen, blijkt uit het feit dat de overlast en de
toegebrachte schade een dalende lijn vertoont. De Delftse aanpak heeft het
afgelopen jaar zelfs voor een grote gemeente in het midden van het land tot
voorbeeld gediend. De Delftse professionals en ambtenaren zijn steeds beter op
de hoogte van wat er leeft in de Delftse wijken en buurten.
Er bestaat in de wijken noch bij de
professionals, de politie of bestuurders behoefte om het beleid ten aanzien van
oud en nieuw te wijzigen. Om twee redenen is het niettemin raadzaam een nieuw
Plan van aanpak vast te stellen. Ten eerste is de formele looptijd van het
vorige plan geëindigd. Hierbij past het goede gebruik periodiek de hoofdlijnen
van het beleid opnieuw te bevestigen en daarmee voor alle betrokken te
verhelderen. Met de herbevestiging kunnen daarbij de verbeterpunten en de
gegroeide praktijk in het beleid verwerkt worden. De tweede reden is van
organisatorische aard. De oud en nieuw aanpak dient aangepast te worden aan de
nieuwe gemeentelijke organisatie en op maat aan te sluiten bij de, inmiddels
verder ontwikkelde, wijkaanpak.
De doelen van onderliggend Plan van
aanpak zijn:
· Heldere
coördinatie en afstemming tussen de vakteams, met de politie en overige
partijen.
· Terugdringen
van schade en overlast gedurende de oud en nieuwperiode.
De jaarlijkse
resultaten zijn:
· een draaiboek
Oud en Nieuw, waarin verwerkt zijn een tijdschema voor de periode
september-december en januari-februari, een afsprakenlijst tussen gemeente,
politie en partners met de verdeling van verantwoordelijkheden en de communicatielijnen,
en een overzicht van de noodzakelijke preventieve maatregelen.
· een evaluatie
op wijkniveau en op stedelijk niveau
Gezamenlijke inzet
Belangrijke
uitgangspunten die, gebleken het succes van de aanpak,het verdienen opnieuw
bevestigd te worden zijn de wijkaanpak op maat en de gezamenlijke inzet van de
gemeentelijke organisatieonderdelen, de politie en maatschappelijke partners.
De oud en nieuwperiode is alleen dan beheersbaar wanneer alle betrokken
partners bereid zijn ook buiten de eigen grenzen en verantwoordelijkheden te
zoeken naar creatieve oplossingen.
II OUD
EN NIEUW BIJ DE VAKTEAMS EN PARTNERS
Gezamenlijke inzet
Door de
jarenlange traditie is de inzet van de vakteams en de partners bijna
vanzelfsprekend geworden. Niettemin dient het Oud en Nieuw draaiboek blijvend
gecommuniceerd te worden. Daarbij blijft het noodzakelijk snel te kunnen
blijven reageren op onverwachte gebeurtenissen.
Voor veel van
de vakteams en de betrokken partners is de oud en nieuwperiode een tijd van
overwerk. Vroegtijdige afstemming en blijvende communicatie kan onbegrip en
irritatie helpen voorkomen. Elke partner heeft hierin zijn eigen
verantwoordelijkheid. De oud en nieuwperiode blijft beheersbaar wanneer ook
buiten die verantwoordelijkheden gezocht wordt naar creatieve oplossingen.
Bedrijven
Brandweer
De taak van de
brandweer is het bestrijden en voorkomen van branden, alsmede het bestrijden en
voorkomen van ongevallen, de afvoer van grotere hoeveelheden brandbare en
chemische vloeistoffen alsmede de vernietiging hiervan.
Vooroverleg met
bewoners en jongeren over locatie en grootte van gedoogde vreugdevuren is een
essentieel onderdeel van de preventieve werkzaamheden. Toezicht tijdens de
opbouw van brandstapels wordt in overleg met de politie geregeld. De brandweer
kan niet op alle gedoogde vuurlocaties in de oud en nieuwnacht aanwezig zijn.
Wel worden na twaalven zo veel mogelijk alle gedoogde vreugdevuren
gecontroleerd.
Reiniging
Het vakteam
Reiniging is verantwoordelijk voor het extra legen van de vuilcontainers en het
verwijderen daarvan, het verwijderen van brandbaar materiaal en zwerfvuil van
de openbare weg, het schoonmaken van brandplaatsen en het verwijderen van
zandlagen.
Groen
Het vakteam
Groen is verantwoordelijk voor het onderhoud en schoonhouden van plantsoenen en
de daarbij geplaatste prullenbakken. In de operationele oud en nieuwperiode
vormt de Reiniging voor beide vakteams het aanspreekpunt.
Afstemming
tussen de Reiniging en de politie is noodzakelijk voor de volgende zaken:
· inzet van
personeel en materiaal op verzoek van de politie binnen en buiten kantoortijd
voor het verwijderen van brandbaar materiaal van de openbare weg en vanuit
plantsoenen
· schoonmaken van
brandplaatsen op 1 januari
· inzet van
personeel en materiaal in de nacht van oud op nieuw
Civiel - Technische Dienst
Het vakteam
Civiel is verantwoordelijk voor preventieve technische maatregelen, zoals het
afdichten van risicovolle gemeentepanden en het veiligstellen van
glascontainers. Tevens is zij verantwoordelijk voor wegomleggingen bij feest-
en/of gedoogde vuurlocaties, de kerstboomopslagcontainers en het storten van
zand. Het vakteam Wijkzaken zal in overleg met de politie vroegtijdig aangeven
waar, wanneer, welke maatregelen moeten worden getroffen.
Wijk en Stadszaken
Wijkzaken
De
wijkcoördinatoren zijn voor het Oud en Nieuw beleid van groot belang. Zij zijn
verantwoordelijk voor het bijeenroepen en stimuleren van de deelnemers aan het
wijkoverleg op maat (Wijk coördinatieteam), het vastleggen van de gemaakte
afspraken en de te nemen preventieve maatregelen. De wijkcoördinator, de
wijkagent en de buurt- of jongerenwerker vormen de kerndeelnemers van het
wijkoverleg. In het volgende hoofdstuk wordt uitgebreid op het wijkoverleg
ingegaan. Het vakteam Wijkzaken is verantwoordelijk voor een vroegtijdige
afstemming van de te nemen preventieve maatregelen.
Welzijn
Het vakteam
Welzijn is primair verantwoordelijk voor het initiatief tot en de coördinatie
van het stedelijk overleg. Zij draagt zorg voor de ontwikkeling en bijstelling
van integraal oud en nieuwbeleid. Zij legt de gemaakte afspraken over
bereikbaarheid van de partners en de communicatielijnen met de politie vast in
een draaiboek. Dit draaiboek dient als basis voor de interne draaiboeken bij de
betrokken partners en de politie. Zij neemt het initiatief tot overleg en
evaluatie.
Daarnaast is
het vakteam Welzijn de schakel tussen de gemeente en het buurtwerk en het
jongerenwerk. Zij is verantwoordelijk voor advisering en subsidiëring van
instellingen op het gebied van jongerenwerk en buurtwerk. Voor de oud en
nieuwperiode heeft zij de beschikking over subsidiegelden voor
jongerenactiviteiten in de wijken. Uitgangspunten bij de subsidieregeling zijn
dat deze op zoveel mogelijk plaatsen activiteiten voor en door jongeren
stimuleert op zo veel mogelijk avonden in de Kerstvakantie. Jongeren dienen
daarbij een substantieel aandeel in de organisatie van de activiteiten te
hebben en tenminste 10 % van de kosten te dragen.
Publiekszaken
Toezicht Openbare Ruimte
Het vakteam
Toezicht Openbare Ruimte is verantwoordelijk voor de afvoer van gesignaleerde
autowrakken. Hierover bestaan met de politie en brandweer goede afspraken met
betrekking tot de communicatielijnen.Ten aanzien van caravans en aanhangwagens
zullen mogelijk nadere werkafspraken nodig zijn met de politie en de brandweer.
Bouwtoezicht en Monumenten
Het vakteam
Bouwtoezicht en monumenten is verantwoordelijk voor de afgifte van en toezicht
op bouw- en sloopvergunningen. In een vroeg stadium dienen de plaatsen waar
gesloopt of gebouwd wordt te worden gecontroleerd op brand- of
sloopmogelijkheden door derden. De eigenaren of beheerders kunnen dan
aangesproken worden op de hun verantwoordelijkheid voor de beveiliging van
leegstaande of in verbouwing zijnde panden.
Halt Haaglanden
Traditiegetrouw
wordt de Haltprocedure in de oud en nieuwperiode verkort voor Haltwaardige
vuurwerkdelicten. In overleg met uitvoerende vakteams kunnen
"Haltklanten" hun werkzaamheden verrichten voor verbetering van de
openbare ruimte.
Het Haltbureau
verzorgt tevens in overleg en dikwijls gezamenlijk met de politie
vuurwerkvoorlichting op basisscholen en middelbare scholen. Hierbij kan ook de
brandweer worden betrokken. In overleg met het buurt- en jongerenwerk kan
eveneens voorlichting in jongerencentra en buurthuizen worden gegeven.
Politie
De politie is
verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en de opsporing van
strafbare feiten. De gezamenlijke inspanningen van de vakteams en
maatschappelijke partners is er mede op gericht de kans op repressieve handhaving
zo klein mogelijk te maken. De contacten in de wijken tijdens de aanloop naar
oud en nieuw zijn hierin van cruciaal belang. Op wijkniveau participeert de
wijkagent in het wijkoverleg op maat. De kennis van de wijk en de jongeren is
in dit overleg immers onmisbaar. Deelname aan het vooroverleg, preventieve
surveillance, het maken van risico-analyses en controle op illegale
kerstboomopslag en op het afsteken van vuurwerk vragen van de politie veel
inzet.
Jongerenwerk
De laatste
jaren hebben steeds meer jongerencentra en buurthuizen in de Kerstvakantie
activiteiten georganiseerd met en voor jongeren. Jongerenactiviteiten komen
tegemoet aan de soms geuite klacht dat "er nooit iets te doen is."
Door jongeren bij de organisatie van activiteiten te betrekken is het tevens
een middel om met hen contacten te leggen. Het jongerenwerk vindt niet in alle
wijken plaats in een jongerencentrum of in een buurthuis. In de praktijk dragen
in die buurten tienerwerkers, buurtwerkers en ambulante jongerenwerkers mede bij
aan de organisatie van activiteiten en/of nemen zij deel aan het wijkoverleg.
III WIJKOVERLEG
OP MAAT
Gezamenlijke inzet op maat
Traditiegetrouw
wordt de oud en nieuwviering op wijk- en buurtniveau beleefd. Zowel de
feestelijke activiteiten als overlast en vandalisme spelen zich in de wijken en
buurten af. Oplossingen voor overlast en vandalisme dienen dan ook op dit
niveau te worden gevonden.
In elk van de
zes woonwijken fungeert een Wijkcoördinatieteam (WCT). De wijkaanpak op maat
betekent dat in sommige wijken de aandacht verdeeld wordt over verschillende
buurten. Uit ervaring weten we dat er buurten zijn aan te wijzen waar in meer
of mindere aandacht aan geschonken moet worden in de aanloop naar en tijdens de
jaarwisseling. Deze aandachtsgebieden worden jaarlijks geactualiseerd bij het
opstellen van de preventieve maatregelen.
De in ieder
geval noodzakelijke deelnemers in het wijkoverleg op maat zijn:
· wijkcoördinator
· wijkagent
· buurtwerker of
jongerenwerker
· brandweer;
· jongeren;
· bewoners
· eventueel in de
wijk gesitueerde instellingen
De taak van de wijkcoördinator bestaat
uit het bijeenroepen van de deelnemers, het stimuleren en geven van oplossingen
en het vastleggen van de afspraken en te nemen maatregelen. De wijkcoördinator
neemt eveneens het initiatief tot evaluatie.
Gespreksonderwerpen
wijkoverleg
De volgende onderwerpen zijn de basis
van het overleg:
1.
activiteiten voor en door jongeren
2.
preventieve maatregelen
3.
vreugdevuren en kerstboomopslag
4.
voorlichting aan de buurt
1.
Activiteiten voor en door jongeren
Een belangrijk middel om te komen tot
overleg en vermindering van overlast en schade is de ontplooiing van
alternatieve activiteiten voor en door jongeren. Vanuit het wijkoverleg zal
hier de nodige aandacht aan besteed worden.
De bestaande subsidiemogelijkheden
vanuit het vakteam Welzijn zullen niet fundamenteel worden gewijzigd. Wel zal
er rekening worden gehouden met de organisatorische ontwikkelingen binnen het
jongerenwerk. Hierin zal eveneens aandacht worden besteed aan de verbetering
van de externe communicatie van jongerenactiviteiten.
Activiteiten kunnen zowel binnen als
buiten de wijk worden opgezet. Ook bij afwezigheid van een jongerencentrum of
buurthuis is het derhalve mogelijk gebruik te maken van de gemeentelijke
subsidie. Activiteiten voor en door jongeren kunnen ook in de oud en nieuwnacht
worden georganiseerd. Er zal zoveel mogelijk worden getracht jongerencentra en
buurtcentra feestelijke activiteiten in de nacht zelf te laten opzetten.
2.
preventieve maatregelen
Het gevoel van onveiligheid kan soms
met preventieve technische maatregelen worden verminderd. Ook feitelijk
onveilige situaties kunnen hierdoor worden voorkomen, hetgeen bijdraagt aan een
feestelijk oud en nieuw voor iedereen.
Bij preventieve maatregelen kan gedacht
worden aan het verwijderen van verkeersborden, het storten van zand ter
voorkoming van schade aan het wegdek door gedoogde vreugdevuren of het omleiden
van het verkeer. Ook is het, in de donkere oud en nieuw periode, van belang dat
de openbare verlichting en portiekverlichting blijven functioneren. Storingen
zullen zo snel mogelijk moeten worden verholpen. Het energiebedrijf Delfland
speelt hierin een belangrijke rol.
Ook de overlast van containerbranden
voor bewoners is groot en het belemmert de brandweer en politie bij een
eventuele hulpverlening. Door het wijkoverleg met jongeren en het organiseren
van activiteiten voor en door jongeren kan slechts een gedeelte van deze
containerbranden worden voorkomen. Het is in sommige buurten inmiddels traditie
dat met de inzet van bewoners dit probleem gezamenlijk kan worden opgelost.
De extra legingsronde die de Reiniging
in de vooravond van de millenniumwisseling heeft uitgevoerd moet, gezien de
hoeveelheden afval die nog werden opgehaald, jaarlijks herhaald worden. Deze
extra lediging kan echter niet in de gehele stad worden uitgevoerd.
Daar waar vreugdevuren worden gedoogd
worden op de plek van het vuur enkele lantarens preventief afgesloten.
Vreugdevuren zijn tenslotte het mooist wanneer de omgeving donker is. De succesvolle
traditie in een aantal buurten met het aanbrengen van feestelijk gekleurde
kappen op straatlantaarns wordt door steeds meer buurten overgenomen. Bij alle
voorgenomen afspraken en maatregelen is van belang dat ze realiseerbaar zijn en
ook daadwerkelijk worden uitgevoerd en gehandhaafd.
Het is niet ondenkbaar dat in de
aanloop naar oudjaarsnacht een aantal niet voorziene maatregelen getroffen
moeten worden. Budgettaire beperkingen van de vakteams mogen bij het treffen
van relatief weinig kostbare maatregelen geen beletsel vormen.
Belangrijke voorwaarden voor het slagen
van de te nemen maatregelen is het vroegtijdig betrekken van de jongeren bij
het overleg. Er moet duidelijkheid bij de jongeren zijn over de afspraken, en
duidelijkheid bij jongeren en bewoners over de aanwezigheid en/of
bereikbaarheid van wijkagent, buurtwerker en wijkcoördinator in de betreffende
periode.
Via het wijkoverleg komen al de
noodzakelijk te nemen maatregelen bij elkaar. Het is de taak van het vakteam
Wijkzaken om al deze maatregelen te inventariseren, op elkaar af te stemmen en
te communiceren naar de uitvoerende vakteams.
3.
Vreugdevuren en kerstboomopslag
Vreugdevuren
Het ontsteken van vreugdevuren op
oudjaar lijkt een niet uit te bannen behoefte. Niet alleen de jongere, maar ook
de oudere buurtbewoner vindt dit een onmisbaar traditioneel gebruik. Ook deze
groep oudere inwoners van Delft ontsteekt spontaan op oudejaarsnacht een
vreugdevuur. Het aantal kleinere vreugdevuren en de locatie ervan is moeilijk
te voorspellen. Het materiaal dat hierin verdwijnt is evenmin te controleren.
Uit ervaring is inmiddels gebleken dat daar waar de grotere vreugdevuren in
overleg zijn gedoogd, geen aparte kleinere vuren ontstaan.
Het gedogen van een vreugdevuur is dus
een belangrijk instrument op het gebied van beheersing en controle op het
aantal en de kwaliteit van de vreugdevuren. Tevens vormt het vreugdevuur een
goede aanleiding om te komen tot overleg met jongeren. Het gedogen van
vreugdevuren kan op deze wijze bijdragen aan een rustiger verloop van de oud en
nieuw periode.
Voorwaarden voor het gedogen van
vreugdevuren zijn:
- het
vreugdevuur is gekoppeld aan andere feestelijke buurtactiviteiten;
- goede
locatie;
- aanwezigheid
van aanspreekbare toezichthouders;
- vroegtijdig
vooroverleg met bewoners en het wijkcoördinatieteam;
- vooroverleg
met brandweer;
- bepalen
van de maximaal toegestane grootte van het vuur;
- geen
ander brandbaar materiaal dan kerstbomen;
Het oud en nieuwbeleid is er op gericht
het aantal vuurplaatsen niet toe te laten nemen. Bij het bepalen van het aantal
en de locaties van gedoogde vuurplaatsen wordt rekening gehouden met in het
verleden gemaakte afspraken en de ervaringen en verwachtingen van de
professionals op wijk- en buurtniveau.
Kerstboomopslag
Sinds 1995 zijn de opslagcontainers uit
de wijk geplaatst. Een centrale plaats voor deze containers heeft de overlast
in de buurten zelf sterk verminderd. Zolang vreugdevuren worden gedoogd blijft
de opslag van kerstbomen noodzakelijk
De voorwaarden waaraan een geschikte
centrale locatie voor kerstboomcontainers moet voldoen zijn:
- neutraal
terrein;
- voldoende
afstand van woonbebouwing;
- controle
mogelijkheden.
Wanneer een goede centrale locatie
gevonden kan worden is de noodzaak van illegale kerstboom opslag door jongeren
in de verschillende wijken niet meer aanwezig. De kerstbomen die dan nog in de
wijken worden gevonden zullen consequent worden verwijderd. Wanneer de politie
of brandweer het uit oogpunt van openbare orde en/of brandveiligheid noodzakelijk
achten deze bomen zo snel mogelijk te verwijderen zal ook buiten kantooruren de
inzet worden gevraagd van de Reiniging. De politie garandeert tijdens het
verwijderen van het brandbaar materiaal de veiligheid van het
reinigingspersoneel.
De Reiniging kan geen goederen uit
privégebouwen en vanaf privégrond verwijderen zonder dat hiertoe opdracht wordt
gegeven door een betalend opdrachtgever. In deze gevallen kan alleen na overleg
tussen politie en Reiniging worden besloten tot verwijdering van brandbaar
materiaal.
4.
Voorlichting bewoners
Voorlichting over de te nemen
maatregelen, de jongerenactiviteiten, het binnenhouden van huisvuil en/of
gewijzigde ophaaltijden en de gedoogde vuurlocaties vergroot de betrokkenheid
en de gevoelens van veiligheid bij bewoners. Zowel op wijkniveau als op stedelijk
niveau wordt hier de nodige aandacht aan besteed.
Op wijkniveau is het de taak van het
wijkoverleg om, bijvoorbeeld via een buurtkrant, voor te lichten over
huisvuilophaal en jongerenactiviteiten.
Wat betreft de woordvoering richting de
pers, worden er afspraken gemaakt tussen de woordvoerders van de politie,
brandweer en gemeente over de taakverdeling en de onderlinge communicatie.
Omtrent gedoogde vuurlocaties wordt
gekozen voor een open communicatielijn. Het werk dat wordt verricht om alles in
goede banen te leiden hoeft hierbij niet onvermeld te blijven. Tevens verdient
het aanbeveling ook aandacht te geven aan stedelijke voorlichting omtrent het
ophalen van huisvuil en de activiteiten die worden georganiseerd. Een geschikt
communicatiemiddel over deze onderwerpen is onder meer de Stadskrant.
IV OVERLEG
EN ORGANISATIE
Om tot een goede afstemming te komen is
het noodzakelijk een overlegstructuur te bieden die zowel gericht is op de
ontwikkeling van beleid als op afstemming van de uitvoering. In deze
overlegstructuur is ruimte om knelpunten in te brengen en tot een oplossing te
komen.
Ieder betrokken vakteam wijst één
coördinator Oud en Nieuw aan, die nauw betrokken is bij de voorbereidingen. In
de periode tussen Kerst en Oud en Nieuw is deze bereikbaar en fungeert als
contactpersoon voor het bestuur wanneer acute situaties zich voordoen.
Stuurgroepoverleg
Overleg met alle betrokkenen op het
niveau van vakteamhoofden, de politie en externe partners. In dit overleg wordt
een toelichting op het beleid gegeven en worden de knelpunten geïnventariseerd.
De Stuurgroep stelt een tijdschema op met de acties die voor een bepaalde datum
uitgevoerd moeten zijn (september tot circa half december en januari/februari).
Het initiatief tot dit overleg wordt genomen door het vakteam Welzijn.
Werkgroepoverleg
Hierin hebben de betrokken vakteams en
de politie zitting. Onderwerp van gesprek is het maken van een voor allen
werkbaar draaiboek. In deze afsprakenlijst worden de communicatielijnen tussen
de vakteams en de politie aangegeven. Het initiatief tot dit overleg wordt
genomen door het vakteam Welzijn.
Groot
wijkoverleg
Hierin hebben de wijkagenten en
wijkcoördinatoren zitting. Hierin wordt een toelichting gegeven op het beleid
ten aanzien van de gespreksonderwerpen in het wijkoverleg. Het initiatief
hiertoe wordt genomen in overleg met de vakteams Welzijn en Wijkzaken.
Wijkoverleg
op maat
Het initiatief hiertoe wordt genomen
door de wijkcoördinatoren. Het wijkoverleg resulteert in een lijst met
preventieve, technische maatregelen. Het vakteam Wijkzaken draagt zorg voor de
totstandkoming hiervan. Zie hierover hoofdstuk III.
In de Stuurgroep en Werkgroep
participeren de volgende vakteams:
Brandweer
Reiniging, Groen, Civiel, Technische
Dienst
Communicatie, Mobiliteit, Toezicht
openbare ruimte, Bouwtoezicht en monumenten
Wijkzaken, Welzijn
en de partners:
Politie Delft Oost/Centrum en Delft
West
Jongerenwerk en buurtwerk welzijn
Halt Haaglanden
Energie Delfland
V PLANNING, EVALUATIE EN MIDDELEN
Planning
De jaarlijks terugkerende maatregelen
en nieuwe ontwikkelingen maken het noodzakelijk vroegtijdig te beginnen met het
overleg. Het lijkt er op dat het
"oud en nieuw gevoel" steeds vroeger begint te kriebelen,
zowel bij ambtenaren, wijkagenten en wijkcoördinatoren als in de wijken en
buurten.
half september : Stuurgroepoverleg
begin oktober : Groot wijkoverleg
half oktober : opzetten wijkoverleg op maat
eind oktober : Werkgroepoverleg
begin december : Stuurgroepoverleg
Het draaiboek wordt half december
aangeboden aan B&W.
Evaluatie
Het is voor de bijstelling van
maatregelen en beleid van belang na de Oud en Nieuw periode op alle niveaus een
gedegen evaluatie te organiseren.
Op basis van de evaluatie in de wijken
en van de betrokken vakteams en externe partners wordt begin februari een
concept evaluatie besproken in een Stuurgroepoverleg.
Na dit overleg wordt de evaluatie
aangeboden aan B&W en raadscommissie.
Middelen
De kosten die voor de verschillende
maatregelen moeten worden gemaakt zijn verspreid over de betrokken vakteams. De
betreffende budgetten vallen onder de verantwoordelijkheid van de vakteams. Het
is wenselijk bij de evaluatie de kosten te vermelden die de oud en nieuwviering
met zich meebrengt. Dit betreffen kosten voor preventieve maatregelen, voor
herstel van schade, en voor subsidiering van jongeren activiteiten.
Het vakteam Welzijn heeft een budget
voor de subsidie van jongerenactiviteiten. Dit budget is nooit aangepast aan de
inflatie en het bedraagt al vijf jaar f 25.000,=. Elk jaar liet een toename
zien van het aantal jongerenactiviteiten. Met de millenniumactiviteiten heeft
een overschrijding plaatsgevonden van circa f. 10.000,=. Een verder groei van
de activiteiten is in de toekomst te verwachten. Het is hierdoor wenselijk dit
budget te verhogen tot f 35.000,=. Voor de jaarwisseling 2000-2001 is dit te
financieren uit het budget Veiligheidsbeleid. Voor de toekomst verdient het
aanbeveling dit budget, of een gedeelte hiervan, over te hevelen naar het
budget Jongerenbeleid.
.
VI VOORSTEL
Het College van B&W wordt verzocht
in te stemmen met de volgende uitgangspunten voor het Oud en Nieuwbeleid:
· Dit Plan van
Aanpak vervangt het Plan van Aanpak "Veilig over de Drempel van Oud naar
Nieuw" uit september 1995. Het bevat geen inhoudelijke beleidswijzigingen,
maar een beleidsmatige herbevestiging, organisatorisch aangepast aan de
gemeentelijke reorganisatie.
· De oud en
nieuwproblematiek wordt op wijk- en buurtniveau op maat aangepakt. De
wijkcoördinatoren hebben hierin een belangrijke stimulerende en coördinerende
taak. De wijkagent en de buurt- of jongerenwerker vormen samen met de
wijkcoördinator de kerndeelnemers in het wijkoverleg.
· De oud en nieuw
periode kan alleen dan beheersbaar blijven wanneer alle betrokken partners
bereid zijn ook buiten hun eigen grenzen en verantwoordelijkheden te zoeken
naar creatieve oplossingen.
Het College van B&W wordt verzocht
als volgt te besluiten:
1.
Vaststellen van het Plan van Aanpak Oud en nieuw op maat
2000 - 2005, waarin is opgenomen:
a. De
afstemming van de noodzakelijke activiteiten en maatregelen wordt in vier
overlegvormen geregeld:
Stuurgroepoverleg
Groot
wijkoverleg
Wijkoverleg
op maat
Werkgroepoverleg
b. De
betrokken vakteams wijzen een medewerker aan als vakteamcoördinator. Deze
coördinator is betrokken bij de voorbereiding en is voor het bestuur de
contactpersoon in acute situaties tijdens de Kerst en Oud en Nieuw periode.
c. Teneinde
de groei in het aantal activiteiten voor jongeren in de wijk op te kunnen
vangen is een verhoging van het oud en nieuw budget noodzakelijk tot f.
35.000,=, te financieren uit het Veiligheidsbudget. Op termijn verdient het
aanbeveling dit budget over te hevelen naar het budget Jongerenbeleid.
2. Het
Plan van aanpak 2000 - 2005 met bijlagen ter inzage te leggen voor de commissie
Leefbaarheid d.d. 11 januari 2001
Voor akkoord, 6-12-2000
R. van den Berg
Hoofd vakteam Welzijn
Bijlagen:
Evaluatieverslag 1999 - 2000 met
bijlagen
Subsidieregeling 2000 - 2005