Onderwerp
Stappenplan wijkplannen/ wijkprogramma’s
Stappenplan wijkplannen / wijkprogramma’s:
Nu de tweede serie
wijkplannen gereed is hebben we teruggekeken en nagedacht over de gang van
zaken.
Terugkijkend hebben we vragen
gesteld bij het functioneren van de themagroepen die voornamelijk bestaande
beleidsnota’s naar de wijken hebben toegeschreven, maar weinig concrete
maatregelen konden toevoegen n.a.v. de inbreng van bewoners.
Bovendien is er minder
samenhang tussen de verschillende beleidsgebieden ontstaan dan we in het begin
van het proces hadden beoogd.
Verder hebben we vragen
gesteld bij de werkwijze met de panels. De werkwijze met Intomart kost veel
energie. Het kost bijvoorbeeld veel inzet om de mensen het materiaal tijdig te
kunnen toesturen en bovendien betekende dit niet dat de mensen die telefonisch
hadden toegezegd op een bepaalde datum te komen er ook werkelijk waren. Dat
resulteerde in een “ondervertegenwoordiging” van allochtonen en ouderen en
twintigers.
Anders dan tot nu toe stellen
we daarom nu een andere wijze van
panellen voor. We kiezen voor een brede peiling onder bewoners. Daardoor
verwachten we dat de moeilijker bereikbare
groepen (ouderen, jongeren en allochtonen)
beter mee zullen denken.
Ook bij de uitvoering zoeken
we naar manieren om de bewoners actiever bij het geheel te betrekken. De kernwoorden uit het stappenplan zijn:
Brede raadpleging:
Via het invullen van
eenvoudige formulieren wordt de bewoners de kans gegeven hun mening over de wijk
en over speciale punten aan te geven. Zowel de sterke punten als de problemen
en de oplossingen die men zelf ziet.
Door deze formulieren uit te zetten via “contactpersonen” zoals leden
van bewonerscommissies, opbouwwerk, jongerenwerk, buurtwerk, op scholen, in
kerken, etc. en enige toelichting te verschaffen, worden mensen gemotiveerd mee
te denken. Bovendien kan men op bijeenkomsten eerst met elkaar overleggen
alvorens de formulieren in te vullen.
Tegelijkertijd wordt onder de
professionals en in de organisaties (corporaties,welzijnswerk, ouderenwerk,
jongerenwerk, gemeentelijke vakteams, politie etc.) geïnventariseerd welke
plannen bestaan.
Betrokkenheid
We willen de betrokkenheid in
de wijk vergroten.
Ten eerste door het plan op
te stellen rond onderwerpen en problemen die pregnant uit de inventarisatie
onder bewoners voortkomen en ten tweede door 4 à 5 speciale projecten per jaar
uit te voeren met medewerking van de bewoners gefinancierd uit een eigen
wijkbudget. Om een brede inbreng te
garanderen en een blijvende actieve groep bewoners te verkrijgen is voor alle
wijken minimaal 8 uur, liever iets
meer, opbouwwerk nodig, speciaal voor dit proces en de begeleiding van een
bewonersplatform.
De opzichter per wijk dient
herkenbaar naast de coördinator en de wijkagent te gaan opereren.
Coördinatie en overleg
Zo ontstaat per wijk een wijkcoördinatieteam
waarin de wijkcoördinator, de wijkagent, de opbouwwerker en de opzichter
zitten. Deze groep komt regelmatig bijeen en roept waar nodig per onderwerp
leden uit het wijkprojectteam bij het overleg.
Het wijkprojectteam
bestaat uit alle professionals die wijkgericht functioneren. (corporaties,
buurtwerk, jongerenwerk, coördinator brede school, sociaal isolement,
maatsch.dienstverlening, ontwerpen openbare ruimte, reiniging, Kamer van
koophandel, ouderenwerk,......)
Twee maal per jaar wordt er
een wijkbijeenkomst gehouden waarvoor alle bewoners uit diverse
werkgroepen, commissies en het bewonersplatform plus het wijkprojectteam worden
uitgenodigd.
Het bewonersplatform
wordt door het opbouwwerk begeleid, ook in de wijze van samenstellen. Het is
een groep bewoners die als klankbord betrokken wordt bij de voortgang van het
plan/ programma en bij de ontwikkelingen in de wijk. Zij zullen ook zelf
signalen geven. Er kunnen meerdere groepen bestaan binnen dit platform. Voor de
“natuurlijke momenten” worden ad hoc werkgroepen gevormd. (30 km, ondergronds afval etc.)
Samenstellen wijkplannen en wijkprogramma’s
Voor de peiling aan het begin
van het proces wordt van verschillende methoden gebruik gemaakt.
·
breed formulieren
uitzetten, deze formulieren ook actief uitzetten op plekken waar mensen elkaar
treffen en even toelichten wat de bedoeling is.
·
e-mail mogelijk maken om
de formulieren in te vullen.
·
bij bijeenkomsten van
ouderen, op scholen, bij verenigingen van allochtonen enz. uitleg geven en om
reacties vragen (wel of niet op de formulieren)
Om de mensen die dat willen
weten van materiaal te voorzien (tijdens de eerste avond met bewoners in
Wippolder werd daar naar gevraagd) zal de wijkbeschrijving worden
geactualiseerd en zal aan alle betrokken vakteams en de corporaties worden
gevraagd naar hun plannen in de wijk.
In deze periode passen de in
de nota bestuur 2 genoemde bezoeken van raadsleden ook heel goed.
Met het materiaal uit deze
inventarisaties kan een analyse worden gemaakt.
Met deze analyse in de hand
gaan werkgroepen aan de gang. Problemen die belangrijk zijn voor de
bewoners vormen het uitgangspunt voor te vormen werkgroepjes.
Bewoners die een probleem
hebben aangedragen zouden bij de werkgroepen betrokken kunnen worden. (met
maximaal 8 leden) die werkgroepen gaan in 8 weken aan de gang en krijgen een
notulist / tekstschrijver van extern toegevoegd. De werkgroepen zelf zullen
bestaan uit medewerkers van de gemeente en de organisaties. (vaak de leden van
het wijkprojectteam)
Deze werkwijze maakt dat het
plan ontstaat rond voor bewoners belangrijke items, maar overigens zullen de
zaken die in de nu bestaande plannen zijn weergegeven ook deze plannen worden
opgenomen.
Tegelijk met het plan zal
voor de wijken Wippolder en Hof van Delft / Voordijkshoorn een wijkprogramma
worden opgesteld. Aan het einde van het jaar 2001 zullen er dan voor alle
wijken (behalve binnenstad waar e.e.a. anders is geregeld) een wijkplan en een wijkprogramma zijn.
Direct aan de slag
Naast de onderwerpen die in
het plan een plaats krijgen zal uit de op de formulieren ingediende punten een
keuze worden gemaakt om te komen tot een aantal projecten die onmiddellijk in
uitvoering kunnen worden genomen.
Daartoe worden groepjes
gevormd van bewoners en uitvoerders om deze projecten die overzichtelijk zijn
en snel kunnen worden uitgevoerd. Voorgesteld wordt hiervoor ƒ 25.000
beschikbaar te stellen als zogenaamde “wijkknip” (knelpuntenpot). Dit bedrag
wordt onderdeel van het nader in te stellen wijkbudget. Nu zal dit bedrag
worden gedekt door de MRSA.
Op deze wijze wordt de betrokkenheid van de bewoners bij de voortgang van de
wijkaanpak versterkt.
Dit soort projecten kan na
2001 ieder jaar opnieuw worden geïnventariseerd en uitgevoerd in alle wijken.
Actueel in wijkprogramma’s
In het wijkplan worden de
plannen voor de eerste vier jaar
geschetst.
In het wijkprogramma wordt
het plan jaarlijks geconcretiseerd en geactualiseerd. Daarin vinden de bewoners
de maatregelen en projecten die in het komende jaar worden uitgevoerd en voor
de jaren daarna worden voorgenomen. Aan de hand van het programma kan aan het
eind van het jaar worden bekeken hoe de stand van zaken is ten aanzien van de
voortgang en verslag worden gedaan.
Freekje Wethmar, januari 2001
Stappenplan
data / week |
Stap/ wie |
omschrijving activiteit |
tijdsduur |
opmerkingen |
gereed |
1 raad |
Welke wijken en wanneer
moet het plan klaar ? Besluit nemen (nu dus Wippolder en Hof van Delft /
Voordijkshoorn) (in Wippolder is 29 nov. al
een startavond met bewoners geweest) |
is gereed |
plan van aanpak in januari |
januari/ 1 t/m 6 |
2 freekje |
Inventarisatie lopend
beleid (belrondje langs collega’s en corporaties, of er nog nieuwe plannnen
zijn juist voor de betreffende wijken) |
2 en 3 en 4en 5 tegelijk in
tijd |
het gaat om concrete zaken,
speciaal voor de wijken |
januari / februari 1 t/m 6 |
3. wijkzaken |
Instellen vast
wijkprojectteam: daarbij de belangrijke sociale partners niet vergeten
professionals op de specifieke wijk gericht, (Brede school, SOD, BWD, K.v.K ,
corporaties etc.) beschikbaar om overleg te plegen, niet altijd in complete
samenstelling. |
Permanent |
totale groep zal niet vaker
dan twee maal per jaar bijeenkomen. |
februari 8/2 en 22/2 |
4 raad |
vaststellen wijkbudget,
formele kwestie: afzonderen uit MRSA aanleveren voor B en W : 15
jan. |
maand |
nodig om dit budget zo snel
mogelijk in te kunnen zetten |
januari / februari weken 2/9 |
5 wijk- coördinator en professionals van
partners. Verwerken: wijkzaken |
Brede inventarisatie in de wijk: 1. door formulieren uit te zetten op allerlei plaatsen
met vele soorten “begeleiding”, maar wel eenduidige instructie wat er mee zal
gebeuren op welk moment 2. door bijeenkomsten te bezoeken bij diverse
doelgroepen op diverse manieren (wijkbijeenkomst , speciale bijeenkomst bij groepen ouderen, allochtonen,
jongeren etc. binnen hun eigen
programmering) 3. door middel van e.mail reacties vragen |
2 en 3 en 4 en 5 tegelijk, gedurende ongeveer 6 weken
uitzetten en verzamelen, en verwerken |
overleggen in wijken
gebruiken om de juiste plaatsen te vinden |
maart week 10-13 |
6 freekje en wijkcoörd. |
Karakterschets van de wijk
(wijkbeschrijving actueel) en analyse van de inventarisaties: a.
omschrijving en toekomstperspectief b.
schifting van kort en lang
beleid, onmiddellijk te doen en projecten die als succesacties op kortere
termijn m.m.v. bewoners en het eigen wijkbudget kunnen worden uitgevoerd (zie verder 7 en 14) c.
voorstel doen voor
inhoudsverdeling plan en in te stellen werkgroepjes (zie 7) en taakgroepen (zie 9) |
binnen drie weken na de
inventarisatie om snel terug te kunnen koppelen: a naar projectteam b naar bewoners c naar projectteam,
CMT, stuurgroep en daarna naar
bewoners |
over de keuze van de direct
uit te voeren projecten zullen de bewoners in het bewonersplatform of
wijkbijeenkomst geïnformeerd/ betrokken moeten worden. |
april week 14 week 15/16 pasen |
7 |
Instellen werkgroepen rond
een aantal onderwerpen die uit de analyse en de inbreng van de bewoners
centraal komen te staan. Daar kunnen afspraken over samenwerking en
haalbaarheid en verantwoordelijkheden etc. worden gemaakt. Er zullen
tekstvoorstellen worden geformuleerd (onderdelen voor het wijkplan) en
teruggekoppeld. |
binnen 2 a 3 weken na afloop van 6 |
|
april / juni week 17-24 (wk 18 vac.) |
8. freekje en onder steuning |
Overleggen in de
werkgroepjes, zorgvuldig notuleren/ tekstvoorstellen maken voor verwerking
van de plannen in de tekst van de nota, onder leiding van projectleider
wijkplannen. |
8 weken |
hiervoor externe notulisten
inhuren met schrijfkwaliteit |
april .... |
9. wijkcoörd. en college |
Instellen taakgroepen om de
uitvoering van de projecten m.b.t. het wijkbudget uit te voeren.
Samenstelling bewoners en de betrokken uitvoerders. |
In de 2 a 3 weken na afloop
van 6 |
bewoners en uitvoerders,
kunnen direct aan de slag |
juni: week 24/25 |
10. |
Afstemming van e.e.a. in
wijkprojectteam. |
Direct tijdens
en na 8 |
|
juni: week 25 |
11 |
Overleg met wethouders en
bijstelling. |
Na 10 een week |
|
juli / aug. |
12 redacteur |
Schrijven van het plan op
prettig leesbaar niveau en op maken van programma op de wijze die voor de
andere wijken nu ook loopt, met extra aandacht voor de “speciale projecten” |
na 11 8 weken |
|
september |
13 |
Terugkoppeling plan Overleg met de projectteam
en met het wijkplatform over de vorm en tijdstip van de “wijkmarkt”. |
na 10 tegelijk met 11 |
|
sept. week |
14 |
college / commissie t.k.n.
over conceptplan |
na 12 |
|
okt. week 42 |
15 |
wijkmarkt (o.i.d.) |
|
|
juni.... november |
16 |
de 4 of 5 speciale
projecten (zie 9) in uitvoering nemen; enigszins openbaar werken en steeds
bij gereed zijn feestelijk
openen / starten enz. |
na 11 starten gedurende half jaar |
|
okt. week 43 (herfstvac) |
17 |
definitief plan en
programma naar college / commissie en raad |
|
|
|
18 coörd/ freek |
Na een jaar bijstellen en
evalueren van het voortschrijdende programma en balans opmaken wat
gerealiseerd is en met platform en projectgroep overleggen of aanvullingen
nodig zijn Nieuwe ronde met
formulieren om nieuwe speciale projecten te verkrijgen en het programma aan
te vullen. |
In dezelfde periode als 2,3
en 4en 5 maar een jaar later. |
|
|
19 |
nieuw programma opstellen |
zoals 6 b |
|
|
20 |
overleg in projectteam en
wijkplatform |
zie 8 en 9 |
|
|
21 |
vaststelling college van
tweede jaarschijf programma |
zie 11 en 14 |
|
|
|
|
|
|