Nota

 

Datum

10-04-2001

Ons Kenmerk

01/008655

Opsteller

A. van Berkel

Bijlagen

0

Onderwerp

Bestedingsvoorstel EZH-gelden:

“Investeren in de wijken”

 

 


1. Inleiding

 

1.1. Korte voorgeschiedenis

In het voorjaar 2000 is de EZH-campagne succesvol afgesloten.

De Delftse bevolking heeft in het kader van deze actie massaal gestemd op het project  “Kansen voor ruimte: Investeren in de wijken”. De gemeenteraad heeft naar aanleiding daarvan besloten om het maximale bedrag van ruim ¦ 13 miljoen beschikbaar te stellen om de leefbaarheid in de wijken te verbeteren. De verdeling van dit EZH-budget “Investeren in de wijken” is een vervolg op het raadsbesluit van 30 maart 2000 en de notitie “Slotfase EZH-projecten” van april jongstleden waarin gesproken wordt over: het verbeteren van fietsroutes en de bouw van fietsenstallingen, het opknappen van groen, verbeteren van verlichting, bestrijding van hondenpoep, onderhoud en schoonhouden van straten, maar ook extra voorzieningen zoals verbetering van het straatmeubilair, meer openbare toiletten en het realiseren van kunst in de wijken. Een vereiste bij de besteding van dit budget is de betrokkenheid en de inspraak van bewoners en jongeren per wijk. Het is dan ook de bedoeling aan te sluiten bij de uitvoering van de wijkplannen en wijkprogramma’s en bewoners nauw bij dit proces te betrekken. De uiteindelijke resultaten moeten in alle wijken evenredig meetbaar en merkbaar zijn. Ongeveer de helft van het totale bedrag van ¦ 13,65 miljoen moet besteed worden aan activiteiten voor kinderen en jongeren, de andere helft aan verbetering van de leefbaarheid in de wijken. Dit leidt tot de volgende bedragen: gevoteerd bedrag voor de opzoomeractiviteiten van de Opknapkaravaan en projectleiding ¦ 950.000,=, gereserveerd bedrag voor monitoring en communicatie ¦ 300.000,=. Het resterende bedrag ¦ 12.400.000,= wordt dus voor de helft (¦ 6.200.000,=) besteed aan voorzieningen voor kinderen en jongeren, de andere helft aan verbetering van de leefbaarheid in de zeven wijken. De bestedingsvoorstellen zijn mede gebaseerd op tien ingediende projectvoorstellen. Deze ingediende voorstellen betreffen onder andere het investeren in de kwaliteit van de openbare leefomgeving, een kwaliteitsimpuls voor de wijken door ondersteuning van de wijkplannen, het verminderen van de geluidsoverlast van het spoor en het realiseren van ontmoetings- en opvangmogelijkheden voor jongeren. Binnen de ingediende voorstellen zit een aantal subvoorstellen (aanpak van hondenpoep, meer groenvoorzieningen, kunst, openbare toiletten, drinkwaterplaatsen, verlichting, enz.), die bij de projectvoorstellen met name genoemd worden. Niet alle ingediende voorstellen zullen echter volledig gehonoreerd worden; het rooien van bomen in de Händellaan of het bestraten van de Kuyperwijk bijvoorbeeld vallen buiten de orde van dit voorstel. De indieners van deze voorstellen zijn op de hoogte gebracht van de einduitslag en zullen ook van dit voorstel in kennis gesteld worden.

 

1.2. (Wijk)aanpak

In de wijken is momenteel al veel overleg gaande met verscheidene bewonersgroepen over verschillende onderwerpen. Ook is het afgelopen jaar een aantal malen de mening van de inwoners van Delft gevraagd, of is hen gevraagd te participeren in een overleggroep. Daarbij ging het dan bijvoorbeeld over de invulling van speelplekken, de invoering van 30km gebieden, het plaatsen van fietsenstallingen, leefregels in de wijk of het plaatsen van afvalcontainers. Maar ook, algemener, over het maken van een wijkplan en de besteding van de EZH gelden. Hieruit zijn in de wijken diverse bewonersoverleggen ontstaan.

 

Ook met jongeren is uitvoerig gecommuniceerd over hun wensen en behoeftes. In het kader van het integraal jongerenbeleid bijvoorbeeld zijn gesprekken met diverse jongeren in de wijken gevoerd waaruit heel veel informatie kwam voor wat betreft hun wensen over héél Delft (wonen, winkels, sport), maar ook over hun wensen met betrekking tot de voorzieningen in de wijken zelf. Bij een gehouden jongerenmanifestatie eind ’99 konden jongeren hun wensen op allerlei manieren kenbaar maken en tijdens het maken van de wijkplannen Buitenhof en Vrijenban is gebruik gemaakt van speciale jongerenpanels waar jongeren per wijk hebben aangeven waar wat hen betreft verbeteringen mogelijk zijn en kansen liggen.

 

Om een resultaatgerichte aanpak te bewerkstelligen, is het verstandig aan te sluiten bij al deze bestaande overleggen. Zo worden in de wijken Wippolder en Voordijkshoorn momenteel, samen met bewoners, wijkplannen gemaakt. In Voorhof en Tanthof zijn overleggen gaande over de uitvoering van de gemaakte wijkplannen. In Vrijenban en Buitenhof gaan binnenkort soortgelijke overleggen van start. In Tanthof kan aangesloten worden bij de bestaande bewonersoverleggen waarin door bewoners al is aangegeven dat zij een actieve rol willen spelen bij de uitwerking van de EZH-plannen. Ook in de wijkplannen staat aangegeven waar de wensen en behoeftes in de wijken liggen. Van deze inventarisaties van wensen en problemen kan direct gebruik gemaakt worden. Indien er raakvlakken zijn met onderstaande voorstellen kunnen deze in samenwerking met groepen bewoners direct opgepakt worden.

 

De roep om snelle uitvoering en liefst korter en minder praten wordt in alle wijken gehoord. Vooral bij jongeren. Er wordt om tempo gevraagd! De wijkcoördinatoren ontmoeten in hun wijk veel bewoners die vinden dat zij voldoende ‘gehoord’ zijn en zeer gemotiveerd zijn mee te werken aan de snelle uitvoering van een aantal projecten. In deze notitie wordt dan ook, om deze motivatie positief aan te wenden en niet te ondermijnen, voorgesteld om waar mogelijk direct met het merendeel van de projecten aan de slag te gaan en daaraan ook de nodige ruchtbaarheid te geven. Een eventueel te houden volgende ‘kiesronde’ per wijk om wensen te inventariseren of te prioriteren, zou niet begrepen worden en het proces van uitvoering stagneren. Een snelle start is dan ook de belangrijkste reden om het budget wel per wijk te verdelen, maar afhankelijk van de behoeften en het  karakter van de wijk, per wijk te bekijken waar de prioriteiten liggen. Dit betekent dat de uitvoering van de projecten per wijk kan verschillen, maar het totale budget dat uiteindelijk in de wijk besteed wordt, zal globaal gelijk zijn. Het budget per wijk staat dus vast, maar binnen dat bedrag kan met de budgetten van de projecten geschoven worden naar aanleiding van de prioritering binnen de wijk. Een andere reden voor deze vorm van verdeling is het feit dat een aantal projecten voor meerdere wijken aan de orde, dus wijkoverschrijdend, is.

 

1.3. Eerste bestedingsvoorstel

Vooruitlopend op dit bestedingsvoorstel is besloten een projectleider aan te stellen en op kortere termijn concreet in de wijken aan de slag te gaan. (raadsbesluit 25-5-2000). De projectleider is aangesteld en ook het concreet in de wijken aan de slag gaan, gebeurt inmiddels in de vorm van “De Opknapkaravaan”. Met de leus “De wijken in het zonnetje” wordt de wijken ingetrokken. De wijken Tanthof, Wippolder, Binnenstad en Hof van Delft zijn door de Opknapkaravaan aangedaan. Voor dit jaar staan nog Vrijenban, Voorhof en Buitenhof op het programma. Graffiti is verwijderd, beplanting gesnoeid, bestrating verbeterd en hondenpoep opgeruimd. Evaluatie in Tanthof leerde dat de waardering onder bewoners hoog was en dat er gevraagd werd om meer van dit soort acties (bijvoorbeeld in het voor- en najaar).

 

1.4. Strategie

Onderstaande projectvoorstellen geven een indicatie hoe het resterende budget besteed gaat worden. Het moge duidelijk zijn dat de looptijd van de meeste projecten meerdere jaren beslaat. Zoals al eerder betoogd, verdient het aanbeveling zo snel mogelijk te beginnen. Een aantal projecten leent zich hier ook uitstekend voor. Het is nadrukkelijk de bedoeling om bij de uitvoering van onderstaande voorstellen samen te werken met partijen binnen en buiten de ambtelijke organisatie om een zo breed mogelijk draagvlak tot stand te brengen. Hoe meer draagvlak hoe sneller het project in uitvoering kan gaan. Echter zodra er met verschillende partijen naar een oplossing of idee gekeken wordt, bestaat de kans dat dit op onderdelen aangepast moet worden. Dit impliceert dat gaandeweg het proces van inspraak en instemming extra alertheid geboden is op mogelijke aanpassingen van onderdelen van het voorstel. Uiteraard wordt met de uitvoering pas begonnen zodra er overeenstemming is en helder is wanneer iets daadwerkelijk gerealiseerd kan worden.

 

1.5.  Wijkoverschrijdende projecten

Wijkoverschrijdende projecten zijn projecten die verder reiken dan één wijk. Sommige van deze projecten zijn reeds in uitvoering (zoals de speelplekken) en behoeven om die reden geen wijkoverleg (meer). Er wordt bij deze projecten gekeken  naar de verdeling van reeds bestaande voorzieningen over de wijken. Ook wordt er getoetst of het ‘leefbaarheids-budget’  naar evenredigheid van het inwonersaantal per wijk wordt besteed. In een later stadium, het uitvoeringsgedeelte, wordt uiteraard ieder voorstel met de buurt besproken. Een aantal thema’s en projecten die ingediend zijn om de situatie voor de kinderen en jongeren in de Delft te verbeteren, kunnen op deze wijze opgepakt worden. Voorbeelden hiervan zijn: het TOS-project, de uitvoering van de speelplekkenplannen of de uitbreiding van de speelballocaties. Hetzelfde geldt voor sommige voorstellen ter verbetering van de leefbaarheid in de wijken. Andere voorstellen echter, zoals meer en kleurrijker beplanting, zullen samen met de buurt of de wijk vormgegeven moeten worden. Zodra dit globale plan van aanpak akkoord bevonden is, kan begonnen worden met een gedetailleerdere invulling. Deze invulling zal in samenwerking met de vakdisciplines en betrokken bewoners uit de doelgroep gemaakt worden.

 

1.6. Binnenstad

De Binnenstad is, zoals bekend, qua karakter verschillend van de andere wijken en heeft bijvoorbeeld ook geen wijkprogramma waar op aangesloten kan worden. Sommige projecten uit dit voorstel, zoals een Speelbal of een trapveld, kunnen niet in de Binnenstad gerealiseerd worden. Andere zaken echter, zoals openbare toiletten, drinkwaterplaatsen of verbetering van het straatmeubilair, waaronder straatverlichting, zijn bij uitstek geschikt voor de Binnenstad. Samen met het Binnenstadsforum en vertegenwoordigers van jongeren wordt bekeken waar het budget voor de Binnenstad het best aan besteed kan worden.

 

1.7. Onderhoud

De hier genoemde voorstellen die leiden tot fysieke investeringen vragen om structureel onderhoud. Om in dit onderhoud te voorzien is een bedrag van ¦ 3.000.000,= van het totale budget gereserveerd. Dit komt overeen met een structureel onderhoudsbudget van ¦ 150.000,= per jaar. Deze ¦ 150.000,= wordt als volgt verdeeld: aan de categorie projecten voor kinderen en jongeren is één structureel budget van       ¦ 50.000,= toegevoegd. Dit is bestemd voor het onderhoud van de schoolpleinen en de skatebanen. Aan het project schone stad wordt ook een structureel budget van ¦ 50.000,= toegevoegd dat met name bestemd is voor de bestrijding van graffiti en hondenpoep. Het budget kan zowel voor personele inzet als voor onderhoud worden ingezet. Aan de categorie leefbaarheidsprojecten wordt bovendien een algemeen onderhoudsbudget van ¦ 50.000,= toegevoegd. Voor het budgetbeheer van de genoemde onderhoudsbudgetten maakt wijkzaken in overleg met stadsbeheer een voorstel.

 

2. Projectvoorstellen kinderen en jongeren

In de ene wijk in Delft wordt meer voor kinderen en jongeren georganiseerd dan in de andere wijk. Ook verschillen de speelmogelijkheden zoals (bewaakte) speeltuinen, Speelbal/Balspel, skatebanen, basketbalvelden en dergelijke nogal per wijk. Bekeken wordt in welke wijken behoefte is aan (meer) sport- en spelprojecten. Van onderstaande projecten kan een aantal (2.1; 2.2; 2.3 en 2.4) wijkoverschrijdend opgepakt worden. Andere (2.5; 2.6 en 2.7) zullen al in de beginfase in de wijk besproken worden.

 

TOS/Speelbal/Balspel/Brede-schoolpleinen

- Het TOS (Thuis Op Straat)-project staat voor het teruggeven van de straat aan de buurt. “Het goud ligt op straat” is het motto, daarmee doelend op de mogelijkheid tot meer recreëren op straat. Het biedt sport- en spelactiviteiten aan voor kinderen tot 13 jaar op straten en pleinen, in buurthuizen en sportzalen en op alle andere mogelijke locaties in de buurt en is vooral gericht op verbetering van de leefbaarheid. Een belangrijke doelstelling is het bevorderen van de betrokkenheid van bewoners bij hun eigen buurt zodat de sociale samenhang verbetert.

 

- Balspel is een vaste speelgoedcontainer in de wijk Buitenhof waarvan de medewerkers sport- en spelactiviteiten ondernemen met jongeren vanaf 11 jaar. De medewerkers zijn in dienst van de BreedWelzijnDelft/ Jongerenpreventiewerkers op straat (Hierna te noemen: BWD/JOS).

 

- Speelbal is een vaste speelgoedcontainer in Poptahof voor de jeugd uit de wijk tot 13 jaar. Deze medewerkers zijn in dienst van Delft Wonen.

 

De filosofieën van Speelbal/Balspel en TOS hebben veel overeenkomsten. Beide betrekken ouders en bewoners bij de uitvoering van de sport- en spelactiviteiten en bevorderen op deze wijze de contacten tussen bewoners. Speelbal/Balspel zijn herkenbare, vaste locaties in de wijk; TOS biedt de kans om bewoners in de buurt te benaderen, zo vullen ze elkaar naadloos aan. De BWD/JOS zal beide projecten organiseren en coördineren.

 

- De speelpleinen van de Brede-school zijn schoolpleinen die in het kader van de Brede-schoolgedachte toegankelijk gemaakt worden en dan in de wijk als openbare speelgelegenheid dienen. Het gebruik van de schoolpleinen van de Brede-scholen bieden kansen tot samenhang en samenwerking tussen bovenstaande onderdelen.

 

2.1. TOS

Het sport- en spelaanbod van TOS is voor verschillende leeftijdscategorieën tot 13 jaar, wat goed aansluit bij de activiteiten van Balspel/Speelbal die eveneens bedoeld zijn voor 4 tot 13 jarigen. TOS bestaat uit medewerkers van de BWD/JOS die kinderen en jongeren in de buurt benaderen met sport- en spelmiddelen. Er wordt daarbij intensief samengewerkt met jong en oud. Het opzoeken van de kinderen, de kans om ‘in de straat’ activiteiten te organiseren, maakt TOS een mobiel project.

Het college heeft op 4 april 2000 besloten het TOS-project een proefperiode van vier jaar te steunen. Eén jaar wordt gefinancierd door de Provincie. Na die drie jaar moet het project geëvalueerd worden en kan bekeken worden of TOS structureel gemaakt kan worden of geen vervolg krijgt. Een vervolg kan ook inhouden dat bij gebleken succes externe partijen bijdragen aan een structurele financiering van het project. Of dat een gedeelte uit de wijkbudgetten gefinancierd wordt.

 

Start TOS-werkgroep: maart 2001.

Verantwoordelijk: vakteam Welzijn

(in samenwerking met de projectleider Brede School).

Externe participanten: PJ Partners, BWD, corporaties.

Voorstel: TOS-project opstarten met gegarandeerde exploitatie van drie jaar

Voorgesteld budget: ¦ 650.000, = (de provincie draagt eenmalig ¦ 200.000,= bij).

Een projectvoorstel wordt t.z.t. voorgelegd aan de commissie.

 

2.2. Speelbal/Balspellocaties

In de wijken Buitenhof en Voorhof bestaan de sport- en spelprojecten Balspel (voor jongeren vanaf 11 jaar) en Speelbal (voor kinderen van 4 tot 13 jaar) al gedurende een lange periode. De positieve ervaringen opgedaan met deze twee speelprojecten zijn bepalend geweest voor de huidige keuze om te komen tot uitbreiding van deze voorzieningen. Spelen in de eigen wijk op veilige locaties ervaren kinderen als plezierig en levert een belangrijke bijdrage aan de verbetering van het woon- en leefklimaat in de wijken omdat daar geleerd wordt om samen te spelen en te sporten.

Ook voor de nieuwe locaties van het Speelbal/Balspelproject moet bekeken worden of externe partijen, zoals corporaties, kunnen bijdragen aan een structurele voortzetting van dit project. De BWD/JOS zal een belangrijke bijdrage leveren aan het initiëren en coördineren. De exploitatie van het Speelbal/Balspel project wordt eveneens voor drie jaar gefinancierd.

 

Start Speelbal/Balspel-werkgroep: mei 2001.

Verantwoordelijk vakteam: Welzijn (in nauwe samenwerking met Wijkzaken).

Externe participanten: BWD, corporaties.

Voorstel: het speelbalproject te faseren. In de eerste fase wordt bepaald welke wijk in aanmerking komt voor de plaatsing van een nieuwe sport- en spelcontainer, wordt een geschikte locatie vastgesteld en de container gerealiseerd met een gegarandeerde exploitatie van drie jaar. In deze periode vindt overleg met derden plaats, waaronder bijvoorbeeld de corporaties, over bijdragen in de structurele kosten. Voor de eerste speelbalcontainer wordt      ¦ 600.000,= beschikbaar gesteld. Eerst als is voorzien in de structurele financiering hiervan wordt gestart met de realisering van een tweede speelbalproject. Bij het onverhoopt niet vinden van de structurele financiering is ¦ 400.000,= beschikbaar voor verlenging van de looptijd van het eerste project. Een projectplan wordt t.z.t. voorgelegd aan de commissie.

Voorgesteld budget: ¦ 1.000.000,=.

 

2.3. Schoolpleinen Brede-scholen

In het kader van de ‘Brede-school-gedachte’ moeten schoolpleinen, bij scholen die gaan werken volgens deze visie, ingericht worden als openbare speelplaats. Ook deze herinrichtingsplannen dienen uiteraard te voldoen aan de huidige veiligheidseisen. In overleg met alle scholen die van hun pleinen een openbare speelvoorziening willen maken moet een plan gemaakt worden voor de herinrichting van deze schoolpleinen. In het EZH-project Brede-school is voor dit doel ¦ 210.000 uitgetrokken en uitgewerkt in een stimuleringsregeling. Het gaat daarbij om een beperkt bedrag voor een beperkt aantal schoolpleinen. Door de middelen van het EZH-project “Investeren in de wijken” hiermee te integreren kan de stimuleringsregeling verruimd worden en kan ook aandacht geschonken worden aan de beveiliging van speeltoestellen en schoolgebouwen tegen vandalisme.

Tot het Brede-school-programma behoort ook een sport- en spelprogramma. Dit is ook een onderwerp van de Sportvisie.

De Brede-school-makelaars gaan dan ook aanhaken bij twee Sportvisie-werkteams waar voorstellen worden voorbereid die buurtbewoners en scholieren stimuleren om meer aan sport te gaan en te blijven doen. Een deel van het Brede-school-programma omvat culturele en sportieve activiteiten die op de schoolpleinen kunnen worden uitgevoerd, zoals het TOS-project en de eventuele mobiele skatebanen.

 

Brede-school werkgroep: aansluiten bij bestaande werkgroep Brede-school.

Verantwoordelijke: Projectleider Brede-school (in samenwerking met de Programmaleider Integraal Jongerenbeleid).

Externe participanten: onderwijsinstellingen, BWD.

Voorstel: scholen die bereid zijn hun pleinen voor een ieder toegankelijk te maken, te ondersteunen bij de herinrichting van deze pleinen. De beperkte extra onderhoudskosten te financieren uit de ¦ 50.000,= algemeen onderhouds-budget kinderen en jongeren.

Voorgesteld budget: ¦ 450.000,=.

 

2.4. Speelplekken

Speelplekken moeten aantrekkelijk zijn en voldoen aan de Europese veiligheidseisen. Voor de wijken Voorhof, Wippolder, Tanthof, Voordijkshoorn, Vrijenban en Buitenhof zijn inmiddels samen met bewoners speelplekkenplannen gemaakt die in uitvoering gaan of reeds in uitvoering zijn. Na overleg in de wijken bleek dat de wensen die zijn ingebracht de oorspronkelijke begroting te boven gaan. Er was voldoende budget voor het veilig maken, maar extra wensen van bewoners voor ‘leuker en beter’ konden niet gehonoreerd worden. Om aan deze wensen van de bewoners tegemoet te komen moet een aanvullend bedrag beschikbaar gesteld worden zodat er gewerkt kan worden aan kwalitatief hoogwaardige speelvoorzieningen. Bij het maken van de speelplekkenplannen is al geanticipeerd op de mogelijkheid de speelplekken in Delft aantrekkelijker en spannender te maken door de inzet van extra budget. Er zijn naar aanleiding van de wensen van bewoners drie gradaties van aanpak aangebracht. De speelplekken met de hoogste prioriteit worden momenteel veilig gemaakt. De volgende fases zijn afhankelijk van de toekenning van onderstaand budget. De bewaakte speeltuinen in Delft moeten uiteraard ook voldoen aan de Europese veiligheidseisen maar zijn niet opgenomen in de bestaande speelplekkenplannen. Door bewoners is verzocht om ook deze speeltuinen veiliger en aantrekkelijker te maken.     

 

Start: in uitvoering.

Verantwoordelijk vakteam: Ingenieursbureau.

Externe participanten: Inicio, Infragroen, bewoners, speeltuinorganisaties, BWD.

Voorstel: verbeteren openbare speelvoorzieningen, waaronder de bewaakte speeltuinen, en betreffende toegangspaden.

Voorgesteld budget: ¦ 1.330.000,=.

 

2.5. Speel- en trapvelden

De bestaande speel- en trapvelden in Delft worden zeer intensief gebruikt. Ook de basketbalvelden zijn erg in trek. De staat van onderhoud van deze velden laat vaak te wensen over. De jeugd zelf ervaart spelen in de buurt als uitermate plezierig, maar klaagt regelmatig over de staat waarin deze  velden verkeren. “Mooi Zo Goed Zo” maakt graag gebruik van de velden bij diverse evenementen zoals ‘Sport on the Streets’. Het spelen op zo’n veld levert echter soms overlast op voor omwonenden. Om die overlast zoveel mogelijk te beperken, kunnen bijvoorbeeld ballenvangers geplaatst worden. Bij het opknappen van de velden kan gedacht worden aan drainage, kunstgras of asfalteren. Er is ook vraag naar betere en veiliger aanlooproutes van en naar de speelvelden. 

 

Start werkgroep: mei 2001.

Verantwoordelijke: Programmaleider Integraal Jongerenbeleid.

Voorstel: speelvelden opknappen, trapvelden voorzien van doelen en ballenvangers, toegangspaden verbeteren.

Externe participanten: bewoners, BWD, MzGz.

Voorgesteld budget: ¦ 650.000,=.

 

2.6. Skatebanen

Delft heeft maar één skatebaan, in Tanthof, die bij jongeren zeer in trek is. Er is veel vraag naar uitbreiding van het aantal skatevoorzieningen. Om aan deze vraag te voldoen moet een aantal mogelijke locaties gezocht worden die redelijk verspreid over de stad liggen. Uit het jongerenproject “Laat de knikkers maar rollen” is de aanleg van een skatebaan gehonoreerd. Daarvoor is ¦ 100.000,= beschikbaar. Daarnaast kan de huidige skatebaan uitgebreid worden. De BWD/JOS stelt voor een aantal  verrijdbare skatebanen aan te schaffen die kunnen worden ingezet bij de TOS en Speelbal/Balspel projecten čn bij de Brede-schoolactiviteiten.

 

Start werkgroep: mei 2001.

Verantwoordelijk vakteam: Wijkzaken (samen met programmaleider Integraal Jongerenbeleid).

Externe participanten: bewoners, BWD.

Voorstel: locaties bepalen en skatebanen realiseren. Onderhoudskosten te financieren uit de ¦ 50.000,= algemeen onderhoudsbudget kinderen en jongeren.

Voorgesteld budget: ¦ 700.000,= uit de EZH-gelden. Voor de skatebanen is nu totaal ¦ 900.000,= beschikbaar: ¦ 700.000,= uit EZH; ¦ 100.000,= uit de “Knikkeractie” en ¦ 100.000,= uit het actieplan wijkbeheer.  Een projectvoorstel wordt t.z.t. voorgelegd aan de commissie.

 

2.7. Activiteiten

Tijdens de schoolvakanties zijn sommige buurthuizen een deel van de vakanties gesloten en is er vaak weinig te doen voor jongeren in de wijken. Tijdens de zomervakantie, maar ook rond Oud en Nieuw, is er juist behoefte aan activiteiten. Het is belangrijk om samen met jongeren zulke activiteiten te organiseren. In eerdere gespeksronden is naar voren gekomen dat er behoefte is aan soaplessen, muziek workshops, een theatergroep voor jongeren en festivals in de wijk waarbij een rijdend podium ingehuurd kan worden om een deel van deze activiteiten uit te voeren. Door de landelijke projectgroep Jeugd In Beweging (JIB) wordt aanbevolen om in samenwerking met onderwijs, sportverenigingen, jongerenwerk en buurtinstellingen met en voor jongeren laagdrempelige activiteiten te organiseren. Bovendien raadt zij aan om sport- en culturele activiteiten hand in hand te laten gaan teneinde aan te sluiten bij de belevingswereld van jongeren. Deze activiteiten zouden met name buiten schooltijd en in de vakanties aangeboden moeten worden. Deze aanbeveling wordt gedaan op grond van geconstateerde bewegings­achterstand bij jongeren en als gevolg daarvan genieten jongeren in het kader van Sportvisie 2000+6 prioriteit. De activiteiten dragen niet alleen bij aan het terugdringen van de bewegingsachterstand, maar ook aan het verhogen van de leefbaarheid in de wijken en het voorkomen van de negatieve effecten van groepsvorming onder jongeren. Op basis van de aanbevelingen van JIB en de evaluatie van de zomeractiviteiten in het jongerenwerk van vorig jaar (zie actieprogramma Integraal Jongerenbeleid) wordt voorgesteld in genoemde periode begeleide activiteiten te organiseren, wat goed aansluit bij het Brede-schoolprogramma.

 

Werkgroep: aansluiten bij Integraal Jongerenbeleid.

Verantwoordelijke: Projectleider Brede-school (in samenwerking met de Programmaleider Integraal Jongerenbeleid).

Externe participanten: bewoners, BWD, MzGz, VAK.

Voorstel: laagdrempelig activiteitenaanbod op gebied van sport en cultuur uitbreiden. Tevens voorzien in begeleiding van deze activiteiten gedurende een tijdsbestek van 6 jaar.

Voorgesteld budget: ¦ 420.000,=. Hetgeen neer komt op f 10.000,- per wijk voor de komende 6 jaar.

 

3. Projectvoorstellen leefbaarheidsverbetering

Ook voor deze projecten geldt dat er een aantal  wijkoverschrijdend opgepakt worden. Andere zullen al in de beginfase in de wijk besproken worden.

 

3.1.  ‘Delftse Opknapkaravaan’

Uit de wijkoverleggen blijkt steeds weer dat ‘schoon, heel en veilig’ bovenaan de prioriteitenlijst staat; zoals de aanpak van de hondenpoep, de bestrijding van graffiti en het (’s nachts) veilig over straat kunnen. Gezien het succes van de Opknapkaravaan is het van belang deze, weliswaar in gewijzigde vorm, nog enige tijd door te zetten. Door bewoners wordt veel waarde gehecht aan het direct kunnen bespreken van het ‘klein onderhoud’ met betrokken uitvoerende ambtenaren. Ook het zien van direct resultaat spreekt bijzonder aan. Er moeten echter enige wijzigingen in de bestaande voorwaarden aangebracht worden zodat  de “Opknapkaravaan” kan uitgroeien tot een echte variant van de Rotterdamse “Opzoomeractiviteiten”. Het is de bedoeling dat het initiatief meer komt te liggen bij bewoners en externe partijen zoals corporaties en scholen. De gemeentelijke Opknapkaravaan wordt dan meer ondersteunend aan bewoners en bijvoorbeeld corporaties. De reorganisatie en het wijkgericht werken zullen  tot gevolg hebben dat in drie jaar tijd het structurele onderhoud in de wijken verbeterd wordt, zodanig dat de behoefte aan de Opknapkaravaan vermindert. De benodigde extra gelden voor acties kunnen op die termijn eventueel uit de wijkbudgetten betaald worden. 

 

Start werkgroep: oktober 2001

Verantwoordelijk vakteam: Wijkzaken

Externe participanten: bewoners, scholen, corporaties, Delfland, Casema

Voorstel: Delftse opzoomeractiviteiten ter ondersteuning van initiatieven van bewoners en corporaties. Dit ten behoeve van de zeven woonwijken voor een periode van zes jaar

Voorgesteld budget: ¦ 450.000,=

 

3.2. Verfraaien van wijken door nieuwe beplanting 

Uit de wijkplannen blijkt dat er behoefte bestaat aan meer kleur in het groen, en ook aan meer ‘zelfwerkzaamheid’ van bewoners in de groenlocaties. Dit kan door bijvoorbeeld op bepaalde groenplekken in woonwijken zichtbaar meer kleur aan te brengen door nieuwe (seizoengebonden) beplanting in de vorm van bloembollen en het aanbrengen van bloembakken. Het onderhoud kan gedeeltelijk door de omwonenden zelf gebeuren. Samen met de bewoners, de opbouwwerker en wijkcoördinatoren wordt in kaart gebracht welke locaties in de wijk geschikt zijn voor meer “kleur” (bloembollen, bloembakken en beplanting).  Dit project kan samenvallen met de opzoomeractiviteiten van de Delftse Opknapkaravaan. Voor onderhoud kan geput worden uit het onder 1.7 genoemde algemene onderhoudsbudget leefbaarheid

 

Start werkgroep: mei 2001.

Verantwoordelijk vakteam: Stadsbeheer (in nauwe samenwerking met Wijkzaken).

Externe participanten: bewoners, Stichting Kindertuinen.

Voorstel: investeren in meer ‘kleur’  in 6 wijken (exclusief binnenstad) door bloembollen, bloembakken en beplanting in een periode van 6 jaar.

Voorgesteld budget: ¦ 750.000,=.

 

3.3. Een schonere stad

Uit de genoemde overleggen en aanmeldingen voor de Opknapkaravaan blijken overlast nummer één, twee en drie nog steeds te bestaan uit hondenpoep, graffiti en zwerfvuil. Als aanvulling op het dagelijks beheer van de stad moet een actieplan geformuleerd worden dat gericht is op het tegengaan van dit soort overlast. In dit plan moeten preventieve, facilitaire en repressieve maatregelen zijn opgenomen tegen de overlast die veroorzaakt wordt door hondenpoep, graffiti en zwerfvuil. Met betrekking tot bestrijding van deze overlast moet een stringent ontmoedigingsbeleid geformuleerd en uitgevoerd worden.

 

Start werkgroep: mei 2001.

Verantwoordelijk vakteam: Stadsbeheer.

Externe participanten: Kynologenclub, bewoners.

Voorstel: actieplan maken tegen deze vormen van vervuiling.

Voorgesteld budget: ¦ 500.000,=, tevens is jaarlijks ¦ 50.000,= beschikbaar dat met name bestemd is voor bestrijding van graffiti en hondenpoep. Het budget kan zowel voor personele inzet als voor onderhoud worden ingezet.

 

3.4. Verfraaien van wijken door kunst

De wijken ‘mooier’ maken kan door meer groen, of schonere straten, maar ook meer kunst kan bijdragen aan een beter woonklimaat. Verfraaiing van de omgeving kan bijvoorbeeld door een kwaliteitsimpuls van het straatmeubilair of beelden of andersoortige kunst in de wijk. Samen met bewoners kan ook zelf aan kunst gewerkt worden. Kijk naar het voorbeeld in de Wippolder waar een gemęleerd gezelschap van bewoners onder leiding van een kunstenaar Delftse thema’s op tegeltableau’s schilderde Ook kan er gedacht worden aan kunstroutes door wijk. Het betreft hier een eenmalige investering in alle wijken.

 

Start werkgroep: mei 2001.

Verantwoordelijk vakteam: Cultuur (CKE).

Externe participanten: kunstenaars/architecten, bewoners, culturele instellingen.

Voorstel: meer kunst in de wijken creëren en de onderhoudslasten te financieren uit het algemene onderhoudsbudget leefbaarheid.

Voorgesteld budget: ¦ 700.000,=.

Een projectvoorstel wordt t.z.t. voorgelegd aan de commissie.

 

3.5. Buurtacademieprogramma 

Het project Buurtacademie voorziet in een programma in de wijken met een cursusaanbod van educatieve en culturele activiteiten binnen bestaande instellingen en laagdrempelige voorzieningen in de buurt. Dit programma is  toegespitst op verschillende leeftijdscategorieën en bevolkingsgroepen. De activiteiten worden voor de hele stad onder één vlag aangeboden, zodat ze herkenbaar zijn als een activiteit van de Buurtacademie. Voor een deel kunnen in de academie bestaande activiteiten worden ondergebracht. Nieuwe activiteiten, die deels op dit moment al ontwikkeld worden, krijgen er ook hun plek. Te denken valt aan voorlichting over het systeem van het Nederlandse onderwijs, de gezondheidszorg, de wijkaanpak, Internet of kinderopvang. Daar zit, voor een deel, ook de aansluiting bij čn de overlap naar de Brede School. Daarnaast bieden stedelijke organisaties (zoals de Vrije Akademie) via de Buurtacademie decentraal een op specifieke doelgroepen gericht programma aan. Inhoudelijk uitgangspunt voor de buurtacademie is het aanbieden van activiteiten die de zelfredzaamheid en het volwaardig deelnemen aan de Delftse samenleving van bewoners vergroten. Het aanbod is wijkgericht, op basis van vraag, waarbij rekening gehouden wordt met het reeds bestaande activiteitenprogramma in de wijken. Een makelaar kan (multi)culturele activiteiten in de wijken ontwikkelen en de vraag afstemmen op het gemeentelijke cultuuraanbod. Het betreft hier een eenmalige actie voor een periode van drie jaar.

 

Start werkgroep: mei 2001.

Verantwoordelijk vakteam: vakteam Welzijn.

Externe participanten: corporaties, BWD, onderwijsinstellingen, jongerencentra, buurthuizen, Sportraad, GGD en zelforganisaties van migranten.

Voorstel: een breed aanbod van educatieve activiteiten aanbieden in bestaande voorzieningen in de wijk voor de komende 6 jaar.

Voorgesteld budget: ¦ 750.000,00.

Een projectvoorstel wordt t.z.t. voorgelegd aan de commissie.

 

3.6. Veiligheid

Veiligheid is een breed begrip. Er kan van alles onder vallen. Van een gevoel van onbehaaglijkheid bij bijvoorbeeld een enge plek tot werkelijk onveilige verkeerssituaties. Gevoelens van onveiligheid op straat worden in belangrijke mate veroorzaakt door negatieve omgevingsfactoren: slechte verlichting, plekken die door overmatige begroeiing aan het zicht zijn onttrokken, onoverzichtelijke achterpaden, enz.  Samen met bewoners en corporaties moet gekeken worden naar oplossingen op buurtniveau.

 

Sociale veiligheid kan op vele manieren verbeterd worden. Andere steden hebben daar al ervaring mee. Denk aan het project buurtbemiddeling dat inhoudt dat buurtbewoners zelf bemiddelen bij burenruzies. Bewoners worden opgeleid tot bemiddelaars. Of het project Buurtvaders. Dit zijn allochtone vaders die toezicht op straat houden om allochtone jongeren te begeleiden. Ouderen voelen zich minder geďsoleerd en daardoor veiliger als ze vanuit huis kunnen communiceren. Internet is daar uitstekend geschikt voor. Daarvoor kunnen cursussen Internet voor ouderen georganiseerd worden. Bekeken moet worden welke projecten in dit kader opgepakt worden.

 

Vaak wordt het deelnemen aan het verkeer door vooral fietsers en wandelaars als onveilig ervaren. Dit ondanks het feit dat de gemeente de uitvoering van 30 km gebieden en het fietsactieplan ter hand genomen heeft. In de wijken wordt er gesproken over onveilige oversteekplaatsen, te weinig verkeerslichten, slechte en donkere fietsroutes, te weinig fietsenstallingen. Met bewoners moeten deze locaties bekeken worden en oplossingen gezocht worden. Er moeten aanvullende verkeers-voorzieningen komen en aangehaakt worden bij de invoering van 30 km. gebieden, het fietsactieplan en het Keurmerk Veilig Wonen van de Politie. Voor zover mogelijk wordt ook aangesloten bij de voortgangsnota van 1999 ‘Een veilige stad voor iedereen’  waarin uitgangspunten zijn geformuleerd waarbinnen het veiligheidsbeleid op wijkniveau vorm kan krijgen.  

 

Werkgroepen: aansluiten bij projectgroep Integraal Veiligheidsbeleid.

Verantwoordelijk vakteam Welzijn: coördinator Openbare Orde en Veiligheid (in nauwe samenwerking met Wijkzaken).

Externe participanten: bewoners, Politie, corporaties.

Voorstel: verbetering veiligheid(sgevoelens) op fysiek, sociaal en verkeerskundig gebied.

Voorgesteld budget: ¦ 1.050.000,=.  Het budget is deels bedoeld als activiteitenbudget, deels als eenmalige investering. Structurele onderhoudslasten worden gefinancierd uit het algemene onderhoudsbudget leefbaarheid. Projectvoorstellen worden t.z.t. voorgelegd aan de commissie.

 

4. Verdeling budget

 

4.1. Principe

Als eerste wordt het algemene verdeelprincipe op hoofdlijnen uiteengezet waarna een optelling volgt van de bovengenoemde voorstellen voor projecten. Het totale budget van ¦13.650.000,= wordt dus, gezien de eis dat de helft aan kinderen en jongeren besteed moet worden, gesplitst in twee delen: de ene helft aan kinderen en jongeren tot 24 jaar, de andere helft aan verbetering van de leefbaarheid in de zeven Delftse wijken. Het budget wordt per wijk verdeeld en afhankelijk van de behoeften en het  karakter van de wijk wordt bekeken waar de prioriteiten liggen. De uitvoering van de projecten per wijk kan verschillen. Het totale budget dat uiteindelijk in de wijk besteed wordt, zal globaal gelijk zijn.

 

Totaal beschikbaar volgens raadsbesluit                         ¦  13.650.000

Reeds gevoteerd: karavaan + projectleiding                     -       950.000

                                                                                              ¦  12.700.000

Algemene kosten communicatie, monitoring                   -        300.000

                                                                                               ¦  12.400.000

 

Hieruit volgt dat een bedrag van ¦ 6.200.000 aan kinderen en jongeren en eenzelfde bedrag van ¦ 6.200.000 aan de verbetering van de leefbaarheid in de wijken besteed zal worden. Dit betekent dat er in iedere wijk globaal 8,5 ton aan leefbaarheid en 8,5 ton aan kinderen en jongeren besteed zal worden. Het is echter wel zo dat in de ene wijk meer voor jongeren of verbetering van de leefbaarheid moet of kan gebeuren dan in de andere wijk. Dit wordt gecompenseerd door een evenredig deel van het budget aan een ander project te besteden, zodanig dat het uiteindelijk bestede budget per wijk (1,7 miljoen) nagenoeg gelijk zal zijn. Dit geldt eveneens voor de Binnenstad waar waarschijnlijk qua ruimte minder voor kinderen en jongeren gerealiseerd kan worden, maar daarentegen weer meer ter verbetering van de leefbaarheid.  


4.2. Overzicht totale budget

Hierbij een overzicht van de totaal te besteden bedragen. De projectleider houdt de regie en initieert in samenwerking met de vakteams de projecten. Zoals gezegd zal iedere wijk een evenredig deel van het budget leefbaarheid (8,5 ton) te besteden krijgen. Het budget voor kinderen en jongeren zal evenwichtig over de hele stad verdeeld worden. Bij de budgetverdeling wordt in het oog gehouden dat het totale budget dat in de wijk besteed wordt globaal gelijk zal zijn aan de andere wijken. Het budget per wijk staat vast. Binnen dit budget kan flexibel omgegaan worden met de bestedingen voor de verschillende projecten, al naargelang de behoeften en prioriteiten binnen een wijk. Er wordt jaarlijks getoetst of de verdeling over de wijken globaal evenwichtig is. Een nadere uitwerking van de voorstellen met betrekking tot: het TOS-project, het Speelbalproject, de Buurtacademie, Veiligheid en Kunst in de wijken wordt t.z.t. voorgelegd aan de commissie. Voor alle voorstellen geldt dat er middels een jaarlijkse rapportage melding van de voortgang wordt gemaakt. Tevens zal in de wijkprogramma’s staan welke EZH-projecten in de komende jaren in de betreffende wijk uitgevoerd zullen worden.

 

Kinderen en jongeren

TOS-project                                                                             ¦        650.000,=

Speelbalprojecten                                                                    ¦     1.000.000,=

Schoolpleinen                                                                          ¦        450.000,=

Speelplekken                                                                           ¦     1.330.000,=

Speel- en trapvelden                                                                 ¦        650.000,=

Skatebanen                                                                            ¦        700.000,=

Activiteiten                                                                              ¦        420.000,=

                                                                                              ¦     5.200.000,=

Gekapitaliseerd budget                                                         ¦     1.000.000,= *

                                                                                              ¦     6.200.000,=

 

(* Het gekapitaliseerde budget komt overeen met een onderhouds-budget kinderen en jongeren algemeen van ¦ 50.000,= op jaarbasis)

 

Leefbaarheid

Opzoomeractiviteiten Opknapkaravaan                           ¦        450.000,=

Kleur in het groen in de wijk                                                      ¦        750.000,=

Schonere stad (hondenpoep, graffiti, zwerfvuil)                ¦        500.000,=          

Kunst in de wijken                                                                    ¦        700.000,=

Buurtacademie                                                             ¦        750.000,=

Veiligheid                                                                                ¦     1.050.000,=

¦     4.200.000,=

Gekapitaliseerd budget                                                         ¦     2.000.000,= *

                                                                                              ¦     6.200.000,=

 

(* Het gekapitaliseerde budget voorziet in twee onderhoudsbudgetten: één voor ‘schone stad’ van ¦ 50.000,= structureel per jaar en één voor de projecten ‘kleur’, ‘kunst’ en ‘veiligheid’, waarvoor eveneens               ¦ 50.000,= op jaarbasis beschikbaar is)

Totaal                                                                                     ¦   12.400.000,=