01/006957

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ruimte voor jongeren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Actieprogramma

 

jeugd en jongeren 2001 – 2002

 

 

 

 

 

 

 

 

01/006957

Programmateam Integraal Jongerenbeleid

 

April 2001


Inhoudsopgave

1. Inleiding                                                                                                                              

2. Beleidsbepaling                                                                                                                  

2.1. Sociale integratie                                                                                                            

2.2. Het onderwerp van beleid                                                                                                 

2.3. De doelgroep van beleid                                                                                                  

3. Beleidsthema’s jeugd en jongeren                                                                                      

Wijkgericht werken                                                                                                        

Knopen in de wijken                                                                                                       

Brede-schoolprogramma                                                                                                 

Onderwijsbeleidsplan 2001-2004                                                                                      

Jeugd en Veiligheid                                                                                                        

Jongeren en Cultuur                                                                                                       

Opvang- en integratiebeleid                                                                                             

Activeringsbeleid                                                                                                           

Volksgezondheid en zorg                                                                                               

Sportvisie 2000 + 6                                                                                                        

Beleidsvisie wonen                                                                                                         

Commercieel uitgaan                                                                                                      

4. Evaluatie van acties 2000-2001                                                                                            

4.1. Afgeronde projecten                                                                                                        

4.2. Meerjarige projecten die voor 2000 zijn afgerond en verder in de lijnorganisatie kunnen worden opgepakt 

4.3. Meerjarige projecten die in 2000 zijn voorbereid                                                               

5. Beleidsintensivering                                                                                                          

5.1. Programma vrijetijdsbesteding                                                                                        

5.2. Programma preventie en preventieve hulpverlening                                                            

5.3. Programma bestuur                                                                                                      

6. Communicatieparagraaf                                                                                                    

7. Financiële paragraaf                                                                                                         

 


1.            Inleiding

Een jaar geleden is een eerste actieprogramma jongeren vastgesteld. Dit is totstand-gekomen met inbreng van de jongeren zelf en instellingen, via speciaal gehouden voorronden, enquêtes en een centrale manifestatie.

Met het actieprogramma is zichtbaar gemaakt hoe breed het terrein is dat beleidsacties gericht op jongeren bestrijken en dat het mogelijk is concrete afspraken te maken over te bereiken resultaten.

 

Het voorliggende programma heeft een iets ander karakter dan het voorgaande. Het is zo mogelijk nog breder. Het verzamelt vastgestelde en voorgenomen initiatieven op alle relevante beleidsthema’s. Voor de vulling kon gebruik gemaakt worden van de informatie die van jongeren zelf is verkregen tijdens de voorronden en manifestatie van een jaar geleden. Maar belangrijker is dat de uitvoering van dit programma met jongeren wordt gedaan. Het succes van dit actieprogramma wordt immers mede bepaald door de mate waarin jongeren gebruik maken van het aanbod. Dat kan onder andere door zelf dit aanbod mede te helpen samenstellen, bijvoorbeeld middels activiteitencommissies of op een andere manier een adviserende positie in te nemen.

 

Een ander belangrijk verschil met het vorige programma is de breedte van de doelgroep. Het vorige programma was bedoeld voor 12 - 24 jaar. Thans is de leeftijds(onder)grens van 12 jaar losgelaten; in hoofdstuk 2 wordt dit beargumenteerd.

 

 

Jaap van den Berg

Programmaleider Integraal Jongerenbeleid


2.            Beleidsbepaling

Bij een programma hoort een visie. We hebben eerder vastgesteld dat het beleidsdoel is: maatschappelijke participatie van jongeren. Dat kan heel veel zijn. Het is nodig een referentiekader te hebben voor nadere prioriteitstelling. Dit wordt hierna beschreven.

2.1.         Sociale integratie

In de periode vanaf de jaren vijftig stond jeugdbeleid in het teken van maatschappelijke aanpassing: opvoeding in de bestaande waarden en normen van de samenleving.

In de jaren zeventig was emancipatie het kernbegrip: individuele ontplooiing.

Aan het begin van de twintigste eeuw zijn we op zoek naar de beste synthese: het gaat nog steeds om wat het individu wil, maar de overheid stimuleert vooral de sociale verbanden waarvan dat individu deel uit kan maken. Zo werken we aan een pluriforme samenleving.

Let wel, het jeugd- en jongerenbeleid is gericht op alle jeugd en jongeren, met als belangrijkste aandachtsgroep de circa 85% “gewone” jeugd en jongeren. Specifiek beleid voor de 15% die speciale aandacht vraagt is ook gerechtvaardigd, maar zal niet de overhand moeten krijgen.

2.2.         Het onderwerp van beleid

Preventie krijgt steeds meer aandacht. Het rijks- en provinciaal jeugdbeleid sluit daarop aan met subsidies voor voor- en vroegschoolse maatregelen in educatie en zorg. Dit zijn voorbeelden van beleid dat er op gericht is om tweedeling in de samenleving te voorkomen.

De preventieve insteek maakt het nodig de theoretische ondergrens van 12 jaar los te laten.

2.3.         De doelgroep van beleid

In de startnotitie integraal jongerenbeleid (2000) is een voorzichtige start gemaakt met de leeftijdsgroep 12 – 24 jaar. Hiermee is een jaar lang ervaring opgedaan, met de bedoeling de leeftijdsgroep uit te breiden met de jeugd (6 - 12 jaar).

Dit heeft bijvoorbeeld opgeleverd dat er aandacht is gegeven aan specifieke probleemvelden van jongeren, zoals huisvesting, en dat er een duidelijker onderscheid is gemaakt tussen (wijk)voorzieningen voor jongeren en voor tieners. Die aandacht voor de groep jongeren willen wij vasthouden.

Maar daarnaast willen wij volgens een groeimodel toe naar een integraal jeugd- en jongerenbeleid. De gemaakte scheiding is te gekunsteld, en doet voor al geen recht aan de preventieve taak van het jeugdbeleid. In verschillende projecten van het actieprogramma jongeren 2000 - 2001 zijn wij in de praktijk aangelopen tegen de nadelen van de beleidsmatige “knip” tussen 12plus en 12min:

·       De jongerenparticipatie bij de wijkplannen;

·       De uitbreiding van het tienerwerk;

·       Het participatief onderzoek naar ontmoetingsplekken;

·       Het jongerenopbouwwerk;

·       De zomerprogrammering;

·       Cultuurparticipatie in de multiculturele Delftse samenleving.

In deze gevallen worden in de praktijk ook 12minners bereikt, is er al een structuur of netwerk voor deze groep waarop kan worden aangesloten, of is zorg en hulp juist op de 12min groep nodig. Ook het beleid om ons heen is breed gericht en heeft jeugd vanaf 6 jaar als speerpunt (regiovisie jeugdbeleid).

Wij willen niet opnieuw het wiel uitvinden, maar voortbouwen op wat er is en de samenhang versterken. Een mooi voorbeeld daarvan is de parallelliteit tussen jeugd- en jongerenbeleid en brede-schoolprogramma. In het nieuwe actieprogramma 2001-2002 wordt daarom de benedengrens van 12 jaar voor de beleidsdoelgroep losgelaten: om de effectiviteit van de beleidsprojecten te vergroten. Als nieuwe referentie hanteren wij de komende actieperiode de leeftijdsgrens vanaf 6 jaar. Als het beleid voor de voor- en vroegschoolse educatie inhoud heeft gekregen, is er een basis voor een hernieuwde grensverschuiving.


3.            Beleidsthema’s jeugd en jongeren

In dit hoofdstuk laten we zien hoeveel er al voor de jeugd en jongeren op de rol staat. Er is geen behoefte aan nieuwe dingen, maar vooral aan betere afstemming van wat er is.

In veel gevallen gaat het om meerjarig beleid.

Wijkgericht werken

De gemeente heeft in het kader van de EZH-campagne het project Investeren in de wijken opgezet. Van het totaalbudget is 6,2 miljoen bestemd voor kinderen en jongeren. Aansluitend bij wat bekend is van de vraag van kinderen en jongeren worden de volgende initiatieven genomen, voor de periode 2001-2004:

·       Start van het project Thuis op straat.

·       Uitbreiding van speelbal (kinderen) / balspel (jeugdigen).

·       Investeren in schoolpleinen als open speelvoorziening.

·       Activiteiten, waarvan een deel in het brede-schoolprogramma.

·       Verbeteren van de kwaliteit van speelplekken.

·       Aantrekkelijk houden van de trapvelden.

·       Uitbreiding van skatevoorzieningen.

·       Daarnaast wordt geïnvesteerd in de veiligheid in de wijken, wat ook betrekking heeft op jongeren.

Knopen in de wijken

In de nota Knopen in de wijken zijn ook de basisvoorzieningen in het Delftse jongerenwerk beschreven. In de periode 2000 - 2004 worden deze basisvoorzieningen geoptimaliseerd:

·       Realisatie van jongeren- en tienerruimten, zodanig dat er in elke wijk tenminste 1 van deze voorzieningen is. De noodzakelijke investeringsgelden zijn beschikbaar.

·       Evenwichtige ontwikkeling van tiener- en jongeren(opbouw)werk over de wijken. Als basisvoorziening is gedefinieerd een formatie van 40 uur per wijk. Daarnaast is er ambulant jongerenwerk.

Brede-schoolprogramma

In het najaar van 2000 is de voorbereiding van de brede-school in Delft vastgelegd in een plan van aanpak. De doelgroep is: 0 – 12 jaar (basisonderwijs) en 12 – 18 jaar (voortgezet onderwijs). Het brede-schoolbeleid bestaat uit:

·         Buitenschools programma (sport, cultuur, ict, natuureducatie);

·         Basispakket van onderwijs- en opvoedingsondersteuning, inclusief voor- en vroegschoolse educatie;

·         Inrichting- en huisvestingsmiddelen.

Het programma wordt in drie jaar in alle wijken in uitvoering genomen. In het schooljaar 2001 - 2002  wordt gestart in Voorhof en Buitenhof. Met het voortgezet onderwijs - wijkoverschrijdend - worden aparte afspraken voorbereid.

Als werkwijze is gekozen voor een projectgroep die afspraken maakt over het stedelijk aanbod en via programmamakelaars in de wijken samen met betrokkenen uit de wijken tot ‘inkoop’ van een wijkprogramma komt.

Er is een budget beschikbaar van ƒ 500.000 voor het programma en de makelaars.  De komende vier jaar wordt dat aangevuld met een even groot bedrag voor activiteiten, via het EZH-project investeren in de wijken. Daarnaast zijn er budgetten voor huisvesting en inrichting van schoolpleinen beschikbaar.

 

Onderwijsbeleidsplan 2001-2004

In het onderwijsbeleidsplan geeft de gemeente aan waar zij de prioriteiten in het lokale onderwijsbeleid legt in de komende vier jaar. Naast een beschrijving van de reguliere beleidsterreinen zoals bijvoorbeeld onderwijshuisvesting en ondersteuning van het Delftse onderwijs, worden de accenten voor de komende periode uiteen gezet. De prioriteiten op het gebied van onderwijs liggen op het gebied van de brede school, ICT in het onderwijs, impulsen voor personeelsbeleid en de monitoring van het onderwijsbeleid.

Daarnaast neemt het kansenbeleid een belangrijke plaats in de komende jaren. Voor 12-18/23-jarigen zijn in het kader van het kansenbeleid een aantal prioriteiten gesteld. Met de vormgeving van een zorgloket voor het voortgezet onderwijs wordt een samenhangende zorgstructuur ontwikkeld binnen en buiten de school, waarbij de verantwoordelijkheid voor de zorg bij de school ligt. Daarnaast wordt het werk van de zorgteams geïntensiveerd. Deze teams zijn verantwoordelijk voor de zorg die de school niet zelf kan bieden en leveren een bijdrage aan het voorkomen van voortijdige uitval.

Tot slot wil de gemeente met het project ‘sluitende aanpak 16-23-jarigen’ het aantal schoolverlaters dat ongekwalificeerd op de arbeidsmarkt komt verminderen. Doel is deze jongeren een startkwalificatie te laten behalen door gezamenlijke inspanning van de gemeente, maatschappelijke zorg en jongerenwerk.

Voor het gehele kansenbeleid voor zowel primair als voortgezet onderwijs is in 2001 2,9 miljoen gulden beschikbaar.

Jeugd en Veiligheid

Jeugdigen spelen soms een dubbelrol: enerzijds als bedreigers van de veiligheid van anderen, anderzijds als (potentiële) slachtoffers van onveiligheid. In Delft worden hinderlijke, overlastgevende jeugdgroepen gesignaleerd, geen criminele. Ook is in Delft merkbaar dat de integratie tussen allochtone en autochtone jongeren stagneert.

Acties die de gemeente in 2001 en 2002 mede met het oog op de veiligheid (laat) uitvoeren zijn de volgende:

·      Een activiteitenprogramma in de periode half juni tot september in de wijken, gebruik makend van twee mobiele hangplekken. Doelgroep vanaf 10 jaar.

·      Onderzoek naar en invoering van een veilig beheer van jongerencentra, met het accent op Culture.

·      Training en vorming en protocollering bij het signaleren van overlastsituaties (door jongeren zelf).

·      Implementatie van het project Veilig Uit en Thuis, door maatregelen met de horeca (toelatingsbeleid, huisregels, fysieke maatregelen, onderzoek borrelbus, voorlichtingsprogramma). Doelgroep vanaf 14 jaar.

·      Uitvoering van het project de veilige school: veilige voorzieningen, omgaan met calamiteiten, zorg voor sociale binding; en koppeling zorgteams scholen met het Openbaar Ministerie.

Hiervoor is 1,2 miljoen beschibaar. Daarnaast is er voor de komende vier jaar ruim 2 miljoen voor maatregelen in het kader van het integraal veiligheidsbeleid; dit is niet uitsluitend voor jongeren.

Via de stuurgroep integraal veiligheidsbeleid wordt aan een samenhangend programma gewerkt, waarbij de veilige school, veilig uitgaan en wijkveiligheid speerpunten zijn.

Jongeren en Cultuur

De lopende intiatieven voor jongeren met betrekking tot cultuur worden voor een deel in het Delfts Actieplan Cultuurbereik genoemd. Ook is vanuit de EZH middelen geld beschikbaar voor het programmeren van lokale bands in zowel Speakers als de Koornbeurs.

Het Delfts Actieplan Cultuurbereik betreft een vierjarig programma (2001-2004), waarvan het eerste jaar een opstartfase is, die vanaf 2002 in concrete activiteiten zichtbaar wordt. De volgende programma-onderdelen hebben betrekking op jeugd en jongeren:

·       X-Change: wereldmuziek, contact tussen autochtone en allochtone jongeren. Inhoudelijk: muziek- en dansworkshops, lespakket VMBO, bandcoaching, competities, jamsessies en jaarlijks festival; scholing van docenten.

·       Jongeren en Cultuur: Talent tussen wal en schip. Doel is verbreding van het culturele programma van podiumkunsten voor jongeren. Een programmaraad zorgt voor de vormgeving.

·       De Nieuwe Amateur: vergroting van de deelname aan amateurkunst van jongeren tussen 12 en 24 jaar, door open avonden, workshops. Er komen vier activiteiten per jaar.

·       Cultuur en school: een VMBO-programma CKV, uitbreiding van KV met erfgoedonderwerpen, culturele diversiteit via het brede-schoolprogramma.

 

Voor bovenstaande projecten is een dekking van circa 1,5 miljoen beschikbaar. Daarnaast wordt nog onderzocht hoe dekking verkregen kan worden voor de tijdelijke aanstelling van een makelaar/verkenner die de wijken intrekt om de multiculturele vraag en aanbod bij elkaar te brengen en dit in een beklijvende structuur te laten landen met daarin een plek voor kunstenaars, scholen, welzijnsinstellingen - en organisaties, de wijken, de scholen. Ook een (programmatische) relatie met de Delftse BredeSchool kan hier verder een rol in spelen (zie ook hierboven Cultuur en school).

Opvang- en integratiebeleid

Medio 2000 is het integraal opvang- en integratiebeleid voor allochtonen in Delft vastgesteld. De doelstelling is gelijke kansen op participatie en acceptatie door autochtonen. Er is een budget mee gemoeid van ƒ 1,7 miljoen voor 2001 en vanaf 2002 ƒ 1,3 miljoen.

Voor jeugd en jongeren is aandacht gevraagd bij:

·       De opvang van 16-17 jarigen in het onderwijs. Voorbeeldfuncties en sleutelfiguren, een centraal regiepunt en taal-werkstages zijn belangrijk.

·       Het beleid is gericht op intensivering van de begeleiding, scholing en toeleiding naar werk van allochtone, vroegtijdige schoolverlaters, op relatie met de Centrale opvang VO en met het casemanagement 16-23 jarigen. In de groep 16-23 jarigen zit een aandeel van alleenstaande minderjarige asielzoekers.

·   Ondersteuning van ouders van basisschoolleerlingen, via cursussen en uitbreiding van opvoedingsondersteuning

·   De mogelijkheden van integratie via verschillende activiteitenprogramma’s: Actieplan cultuurbereik, Sportbeleid, Interculturele activiteiten in brede-school­programma.

Activeringsbeleid

In november 2000 is de nota Samen aan de slag vastgesteld. In deze nota wordt de aanpak van werkloosheid, armoede en maatschappelijk isolement voor de komende jaren beschreven.

Jongeren vormen 7% van het totaal aantal geregistreerde Delftse werklozen.  Voor jongeren zijn de volgende onderdelen van deze nota van belang:

·       RMC: registratie van onderwijsuitval van jongeren tot 23 jaar. Naast activering en educatie is RMC onderdeel van een gericht beleid om jongeren tot 23 jaar een startkwalificatie te laten behalen en de sluitende aanpak te professionaliseren.

·       Onderwijs Techno Centrum (OTC), onderwijs gericht op technische beroepen om het aantal openstaande vacatures in deze sector te verkleinen.

·       Schuldhulpverlening.

·       Doorlopende leerlijnen.

·       Contactpersonen bij WIZ voor studenten.

·       Verbeteren bekendheid van bijzondere bijstand bij studenten.

Volksgezondheid en zorg

Op dit terrein is een beleidsvisie in voorbereiding. In de discussiefase is ten aanzien van jongeren gewezen op:

·       Toegang tot de jeugdzorg, integrale indicatie.

·       Zwerfjongeren, EZH project, dak- en thuislozen zonder indicatie, schuldhulpverlening. 25% van de dak- en thuislozen is jonger dan 25 jaar. Het aantal tussen 15 en 23 jaar wordt geschat op (gemiddeld) 30.

·       Toenemende gemeentelijke rol in de jeugdgezondheidszorg.

Sportvisie 2000 + 6

De visie op sportbeleid wordt in een periode van 6 jaar door vier werkteams uitgewerkt in actieplannen. Jongeren zijn vertegenwoordigd in de werkteams en bovendien speerpunt van beleid. De vier actieplannen:

·       Actieplan sport en opvoeding.

·       Actieplan sport dicht bij huis. Hierbij wordt samenwerking gezocht met betrekking tot gezamenlijk aanbod van sportverenigingen, buurt- en jongerenwerk, scholen, speelplaats- en accommodatiebeheerders. Daarnaast is afstemming met relevante beleidssectoren van belang voor (brede) effectiviteit.

·       Actieplan sportinfrastructuur.

·       Actieplan communicatie en informatie in de sport.

Verdeeld over 6 jaar is hiervoor een bedrag van ƒ 2 miljoen beschikbaar.

Beleidsvisie wonen

In 2000 is de nota Jongerenhuisvestingsbeleid vastgesteld. Doel is de positie van jongeren (18 - 30 jaar) op de woningmarkt te verbeteren. Op basis van onderzoek zijn voorstellen gedaan om de kans op een zelfstandige sociale huurwoning en op de kamermarkt te vergroten:

·       Aanpassing van de criteria binnen het woonruimteverdelingssysteem. Hiervoor loopt thans het experiment slaagkans (zie hoofdstuk 4).

·       Bescheiden uitbreiden van het aanbod zelfstandige woningen en kamers.

·       Gerichte schriftelijke informatie op locaties waar jongeren komen over huurderrechten en groepsbewoning.

Commercieel uitgaan

Jongeren maken bij het uitgaan – vooral in de binnenstad – gebruik van commerciële gelegenheden. In het oog springende gelegenheden zijn horecavoorzieningen: cafés en bars en muziek- en danscentra. De gemeente kan zowel voorwaardenscheppende als regelgevende en toezichthoudende rollen vervullen. Initiatieven die hier het vermelden waard zijn:

·       Project Veilig uit en thuis, waarbij samen met horeca-ondernemers regels worden opgesteld om het uitgaan voor iedereen leuk te houden.

·       De realisatie van een discotheek aan het cultuurplein in Zuidpoort.

·       De ontwikkeling van een poppodium in Speakers met landelijke uitstraling.

 


4.            Evaluatie van acties 2000-2001

Dit hoofdstuk geeft een beoordeling van voortgang en resultaat van het vorige actieprogramma. Het programma bestond uit een 16-tal projecten.

4.1.         Afgeronde projecten

Opstellen huisvestingsbeleid voor jongeren

De nota “Jongerenhuisvestingsbeleid” is in april 2000 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze nota behelst voorstellen voor de korte(re) en middellange termijn. Voor de korte termijn gaat het om het bescheiden uitbreiden van het kameraanbod en het vergroten van het aanbod van zelfstandige woonruimte en daarmee de slaagkans voor jongeren.

 

Specifiek voor de laatste activiteit is medio 2000 een voorstel gedaan om via een experiment gedurende 1 jaar, dat wil zeggen tot 1 juli 2001, de kans voor jongere starters te vergroten.

Meetmomenten zijn 1 januari 2001 en 1 juli 2001.

De cijfers van de tweede helft van 2000 zijn begin maart nog in bewerking en daardoor niet beschikbaar voor deze notitie.

 

Onderzoek naar opvang van zwerfjongeren

Tijdens een globale inventarisatie van dak- en thuisloze jongeren (t/m 22 jaar) in de regio Delft is een aantal bepaald van 30 dak- en thuisloze jongeren. Dit zijn geen zwerfjongeren in die zin, dat zij regelmatig ’s nachts op straat moeten doorbrengen. Het zijn eerder jongeren die weliswaar dakloos zijn, maar wel iedere avond een (ander) dak boven het hoofd hebben.

 

Hierbij moet het onderscheid worden gemaakt tussen jongeren 18+ en 18-. In het kader van structurering van de bestaande maatschappelijke opvang en de invulling van het EZH project “Zwerfjongeren en daklozen” worden de mogelijkheden bekeken om tot verbetering van de opvang en begeleiding van deze groep jongeren te komen.

 

Jongerenparticipatie bij wijkplannen Buitenhof en Vrijenban

Bij het opstellen van de wijkplannen voor Buitenhof en Vrijenban is in 2000 gebruik gemaakt van een jongeren panel voor elke wijk, om de meningen te peilen ook over de wijze van participatie. In Buitenhof zijn twee groepen jongeren samengesteld: 1 als panel en 1 die via JOS98 een wijkinventarisatie heeft gemaakt (SPOK-methode). In Vrijenban is volstaan met 1 panel.

De resultaten zijn met de groepen doorgesproken en vormden via verslaglegging input voor het wijkplan.

Ook is er een terugkoppeling verzorgd naar de benaderde jongeren over de totale wijkplannen. Deze jongerennetwerken worden ook betrokken bij de uitvoeringsplannen.

 

4.2.         Meerjarige projecten die voor 2000 zijn afgerond en verder in de lijnorganisatie kunnen worden opgepakt

Slaagkans voor jongeren

Het experiment ‘slaagkans’ is 1 juli 2000 gestart. Halfweg, dat wil zeggen over de periode tot en met 31 december 2001,  kan uit de beschikbare cijfers worden opgemaakt dat in het algemeen de slaagkansen van jongeren tussen 18 en 30 jaar dankzij het specifiek labelen op leeftijd zijn vergroot. Starters van 18 tot en met 21 jaar en 25 en 26 jarigen scoren nog iets minder dan gewenst. Hun slaagkansen worden in de tweede helft van het experiment verder verbeterd. In vergelijking met de situatie voor 1 juli 2000 zijn de kansen voor o.a. deze groepen in ieder geval verbeterd.

 

Zomerprogrammering

In het afgelopen jaar is een sluitende activiteitenkalender voor de zomermaanden gerealiseerd, met activiteiten verspreid over Voorhof en Tanthof. Ook heeft de impuls vanuit het actieprogramma ertoe geleid dat buurt- en jongerencentra tijdens de zomermaanden open zijn gebleven terwijl deze voorheen gesloten waren in verband met de vakantie. Een ambulant team, heeft met een bus in de andere wijken volgens een rooster activiteiten aangeboden. Volgens tellingen namen aan de activiteiten in de jongeren- en buurtcentra ongeveer 4500 jongeren deel. Aan de rond de bus georganiseerde activiteiten namen naar schatting 1250 jongeren deel.

In het najaar is door PJ Partners een onderzoek gedaan naar het draagvlak voor het project TOS, dat met EZH middelen uiteindelijk moet resulteren in een stedelijk aanbod van activiteiten voor jeugd- en jongeren. Begin 2001 verschijnt een rapport met aanbevelingen hoe en waar gestart kan worden.

 

Verbeteren kwaliteit speelvoorzieningen

Het aantal speelvoorzieningen zoals genoemd in de nota Speelruimte voor de Delftse wijken is 164. De gemeente is er verantwoordelijk voor dat die speelvoorzieningen aangepast worden aan EU eisen van veiligheid. Voor de zomer 2001 voldoen alle speelplekken aan de veiligheidseisen.

Daarnaast wordt een deel van de speelplekken verbeterd. De eerste fase zou eind 2001 gereed moeten zijn, de tweede fase zomer 2002. Voor de derde fase dienen nog middelen beschikbaar te komen.

In de campagne ‘Laat de knikkers maar rollen’ wordt een winnend ontwerp van een speeltoestel, gemaakt door jeugdigen in de leeftijdsgroep 4 - 12 jaar, tot uitvoer gebracht. De ingebruikneming van “de walvis met hamsterkooi” is voorzien in juli 2001. Uiteraard zullen daarbij ook de veiligheidsaspecten in worden meegenomen.

 

Jongerenopbouwwerk Wippolder

Het jongerenopbouwwerk van de B.W.D. heeft - volgens de methode van stichting Alexander - contact gemaakt met de eerste groep jongeren. Een aandachtspunt blijft de vraag hoe alle jongeren (of een relevante doorsnee daarvan) in dit traject betrokken kunnen worden. De eerste panelgesprekken hebben plaats gevonden; belangrijke vragen, die te maken hebben met accommodatie, vrije tijdsbesteding en activiteiten zijn zo in beeld gebracht.

 

4.3.         Meerjarige projecten die in 2000 zijn voorbereid

Participatief onderzoek ontmoetingsplekken

In drie wijken wordt momenteel door jongeren zelf geïnventariseerd waar in het kader van ontmoetingsvoorzieningen behoefte aan is. Dit traject loopt tot aan de zomer en wordt door een extern bureau begeleid. Bij het jongerencentrum ‘The Culture’ wordt één dezer dagen de ontmoetings­plek geopend die op initiatief van jongeren uit de buurt is opgewaardeerd tot een volwaardige ontmoetingsplek. In de Wippolder zal in 2001 hard gewerkt worden aan het realiseren van een jongerenvoorziening. Participatie is hierbij het belangrijkste uitgangspunt. Dat laatste zal in zo veel mogelijk facetten terugkomen: van de locatie tot en met het behang.

Bovenstaande ervaringen zullen moeten leiden tot een meer interactieve werkwijze ten aanzien van realisatie van voorzieningen.

 

Uitbreiding tienerwerk

Met het jongerenwerk zijn afspraken gemaakt, die hebben geleid tot een inventarisatie van het reeds bestaande aanbod. In alle wijken/jongerencentra m.u.v. Luikie vinden momenteel specifieke tieneractiviteiten plaats, die gemiddeld door 20 jongeren worden bezocht.

In het werkplan 2001 is het huidige aanbod opgenomen en zijn de “open plaatsen” op de kaart ingevuld. De jongerenopbouwwerkers zijn bezig met de vorming van panels waarin de jongeren/tieners hun vraag kunnen verduidelijken. Dit resulteert in de bijstelling/uitbreiding van het huidige aanbod.

 

Jongeren en cultuur in multiculturele samenleving

Er is een contract opgesteld met de multiculturele cultuurmakelaar om vraag en aanbod van multiculturele projecten op elkaar af te stemmen.

De overige werkzaamheden hebben geresulteerd in het actieplan cultuurbereik, waarin diverse projecten voor jongeren zijn beschreven, zie hoofdstuk 3.

 

Zakgeldproject

In het afgelopen jaar zijn bestaande initiatieven op dit gebied in kaart gebracht en als gevolg daarvan is een vernieuwde opzet gekozen ten opzichte van het project in de nota Actieprogramma 2000 - 2001. Deze wordt verder toegelicht in hoofdstuk 5.

 

Sluitende aanpak 16-23 jarigen

Het betreft een project van 4 jaar, ingaande 2001.

De voorbereidingsfase is afgesloten. Het team van 4 casemanagers is compleet. Per 01-04-2001 zal er op een centrale plaats gewerkt worden door het team. Het team verzorgt vanaf 01-01-2001 de centrale registratie, centrale intake, doorverwijzing en start begeleiding op. Plan van aanpak en protocollen op uitvoerend niveau zijn gereed.

 

Het project wordt per jaar opgebouwd, er is gekozen voor een groeimodel waar het de registratie betreft. De 16-17 jarigen zijn reeds in beeld in 2000, de 18 jarigen worden toegevoegd in 2001, etc. Uit de doelgroep 16- 17 jaar zijn 150 jongeren in beeld. Momenteel 50 jongeren in begeleiding. Potentiële doelgroep voor 2001 (zie groeimodel), 300 jongeren.

 

De sluitende aanpak in Delft maakt onderdeel uit van het RMC Casemanagement waarin de regio Haaglanden, (Den Haag Delft, Zoetermeer e.a.), samenwerkt op het terrein van bestrijden van voortijdig schoolverlaten. De coördinatie van de regionale afstemming ligt bij de gemeente Den Haag. Regionale coördinatie en het tot stand brengen van één instrumentarium zijn hierbij doelen.

 

Opvoedingsondersteuning voor ouders van tieners

Binnen de gemeente is inmiddels een structureel bedrag voor het Opvoedbureau beschikbaar van ƒ 65.000,00. Dankzij een (laatste) bijdrage van het Stadsgewest Haaglanden kunnen in 2001 twee van de bestaande spreekuren (Wippolder en Tanthof) gehandhaafd blijven.

Vanaf september 2001 wordt een spreekuur georganiseerd gericht op Voorhof/Buitenhof, aansluitend bij de ontwikkelingen Brede School in die wijken. In eerste instantie wordt gewerkt aan een vergroting van het bereik onder allochtone ouders.

Voor 2002 worden streefcijfers afgesproken en wordt een evaluatie-afspraak gemaakt. De mogelijkheden voor verhoging van de structurele middelen worden nagegaan.

 

Pilot jeugdhulpverleningsnetwerk

In 2000 is een beleidsteam gevormd uit de instellingen die in het project participeren. Deze instellingen leveren deskundigen die zitting hebben in het Zorgadviesteam (ZAT). Problemen ontstonden toen aangesloten moest worden bij netwerken in de wijk Wippolder. Er is binnen de wijk, mede door het ontbreken van jongerenwerk en (voortgezet) onderwijsvoorzieningen moeilijk inzicht te krijgen in bestaande structuren, waardoor goede ingangen moeizaam te vinden zijn. Hierdoor zijn de resultaten tot nu toe uitgebleven.

Tegelijkertijd is het duidelijk geworden, dat in andere delen van Delft netwerken aanwezig zijn, die aansluiting bij een zorgstructuur als het ZAT ontberen. Getracht wordt daarom om, beginnend in de wijk Buitenhof, te komen tot een met het Pilotproject vergelijkbare constructie.

Tenslotte blijkt de ontwikkeling van het pilotproject voor een deel parallel te lopen met ontwikkelingen binnen onderwijs, waar bij het voortgezet onderwijs reeds sprake is van een goede zorgstructuur en, in het kader van de brede schoolontwikkeling, ook binnen het basisonderwijs op afzienbare termijn een vergelijkbare situatie zal ontstaan.

Het bovenstaande overwegende is het doel om in 2001 te komen tot structurering en professionalisering van de in diverse wijken bestaande netwerken en een aansluiting met het zorgadviesteam en de rond onderwijs bestaande zorgstructuur te realiseren.

 

Verbeteren voorlichtingsstructuur

De voorlichtingsstructuur dient verbeterd te worden door de herprofilering van het Jongeren Informatie Punt. Er is een plan van aanpak opgesteld, dat steunt op een samenwerkings­afspraak tussen BWD en SJD. Een verdere uitwerking is te vinden in hoofdstuk 5.

 

Jeugddebat

De voorbereidingen zijn zodanig getroffen dat een Delftse variant van een lokaal jeugddebat dit najaar kan plaatsvinden. In hoofdstuk 5 wordt onder de noemer ‘programma bestuur’ meer over het lokaal jeugddebat gezegd.

 

Voorlichting preventie financiële problemen

Er zijn afspraken gemaakt met de VSSD over een uitbreiding van het poenboek dat zij jaarlijks maken ten behoeve van informatie verstrekking onder jongeren. Deze uitbreiding bestaat in eerste instantie uit een verbreding van de informatie, en anderzijds uit een bredere verspreiding onder jongeren. Door de budgetwinkel wordt momenteel in samenwerking met het NIBUD onderzocht hoe informatie verstrekking op scholen moet plaatsvinden, zodat deze leidt tot voorlichting over hoe om te gaan met geld.

 

Jongerenmonitor

In overleg met vakteam ICT/Onderzoek en statistiek is een plan voor een monitor jongeren vastgesteld. Daarbij wordt uitgegaan van een groeimodel, waarbij allereerst de resultaten van de onderdelen uit het actieprogramma gemonitord kunnen worden. Vervolgens worden andere relevante gegevens en reeds bestaande monitors gebruikt voor het totaaloverzicht. De monitor wordt digitaal gepresenteerd. In overleg met de BWD worden thans afspraken gemaakt over registraties in het veld, op basis waarvan over de te monitoren gegevens kan worden beschikt.

 

Klachtenmanagement overlast

Het beslisteam jongeren heeft ertoe bijgedragen dat de zware overlastproblemen zijn teruggedrongen. Er zijn nog circa 30 aandachtsplekken in de stad. De overlast is op deze plaatsen echter minder groot.

Het geprivatiseerde bureau HALT Haaglanden neemt bij wijze van proef deel aan het overleg in het beslisteam. De uitkomsten van een brainstormsessie om het actieplan verder uit te werken zijn besproken.

De relatie met het wijkcoördinatieteam en het wijkbewonersoverleg is beschreven: veel zaken kunnen in deze overleggen worden opgelost. In het geval dat een klacht de mogelijkheden van deze twee genoemde wijkoverleggen overstijgt komt het beslisteam in beeld met het verzoek richting te geven aan, en de uitvoering in te zetten van het aangedragen knelpunt. De benodigde informatie over overlast die via een format bij het beslisteam zou kunnen worden aangereikt zal nog gezamenlijk worden geformuleerd.

Bij het ontwerp van een procesbeschrijving klachtenafhandeling zal een relatie worden gelegd naar het project keten openbare buitenruimte.

 


5.            Beleidsintensivering

In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe wij met het nieuwe participatieprogramma willen omgaan.

De onderdelen uit de hoofdstukken 3 en 4 zullen deel uit maken van de jongerenmonitor. Dat wil zeggen dat de voortgang en (tussen)resultaten jaarlijks worden gevolgd en teruggerapporteerd, onder anderen aan de jongeren.

 

Maar er is ook een stukje vernieuwing aan te brengen, door vergroten van samenhangen op de volgende gebieden:

·       Vrijetijdsbesteding

·       Preventie en preventieve hulpverlening

·       Bestuur

Daartoe worden hierachter drie deelprogramma’s uitgewerkt.

 

5.1.         Programma vrijetijdsbesteding

Doel

Een samenhangend aanbod dat is afgestemd op de vraag van jeugdigen en jongeren (6 ­ 24 jaar).

 

Werkwijze

Er is reeds een omvangrijk aanbod. De vraaggerichtheid van de instellingen die dit aanbod verzorgen dient te worden versterkt.

Het vrijetijdsaanbod kan in verschillende domeinen worden georganiseerd. Wij onderscheiden de volgende domeinen: gezin, buurt, school, stad. Per domein zullen we de vraag in beeld brengen, vervolgens onze participatiedoelstelling kwantificeren en bepalen welk aanvullend aanbod gewenst is.

Hierna komen twee initiatieven aan bod die vooralsnog aparte aandacht behoeven:

1)       het zakgeldproject

2)       gericht aanbod voor (oudere) AMA’s.

 

Vrijetijdsbesteding rond het gezin/huis

De vraag
Veel vrijetijdsbesteding van jeugdigen vindt in en rond huis plaats. Het gaat daarbij om spel, lezen, televisie en radio, computer en eventuele hobbies.

Voor de groep met werkende ouders is er vraag naar georganiseerde buitenschoolse vrijetijdsactiviteiten.
Kwantificering
 
Participatiedoel
 
Aanvullend aanbod
Het gezin behoort tot het private domein. Veel instrumenten van overheidsbeleid dringen alleen in voorwaardenscheppende zin door in de huiskamers: programmering van RTV, aanbod op internet, lenen van boeken, cd’s en spellen.
Een aanvullend aanbod kan ontstaan via het project TOS (Thuis op straat).
Aanbieders
BWD
Budgetten
Provincie en EZH-project Investeren in de wijken.
EZH-project brede school

 

Vrijetijdsbesteding in de buurt

De vraag
Een goede koppeling van hardware en software, d.w.z. openbare ruimten voor spel, sport en rondhangen gecombineerd met de organisatie van activiteiten c.q. toezicht.
Inhoudelijk weten we de accenten in de vraag: spel op straat en plein, sportmogelijkheden, culturele activiteiten, vakantieactiviteiten, skate-mogelijkheden.
Participatiedoel
Op dit moment hebben we onvoldoende inzicht in de mate van participatie van jeugdigen op buurtniveau. Daarvoor zijn registraties nodig, die daarna worden verwerkt in de jeugdmonitor. In het kinder-, tiener- en jongerenwerk zijn deze registraties in voorbereiding.
Dit is een verbeteractie, die volgend jaar kan leiden tot een kwantificering van de participatiedoelstelling.
Aanvullend aanbod
Uitvoering: De start van Thuis Op Straat (TOS) in de wijken Voorhof en Buitenhof.
Uitvoering: Sportactiviteiten door de sportopbouwwerker
Uitvoering: Intensivering zomerprogramma tieners en jongeren en oud en nieuw activiteiten.
Voorbereiding: Uitbreiding van speelbal/balspel naar andere wijken.
Voorbereiding: programma jongerenwerk in Buitenhof en Voorhof.
Voorbereiding: investering in voorzieningen voor skate en in open schoolpleinen en trapvelden.
Voorbereiding: zomerschool voor allochtonen.
Voorbereiding: programma van culturele activiteiten (via buurtacademie)
Uitvoering: ondersteuning tieneractiviteiten in Buitenhof (Fledderus en Rode Dorp) en Bieslander (niet in jaarplan BWD opgenomen).
Aanbieders
Brede Welzijnsorganisatie Delft (jongerenwerk, TOS), corporaties, SWD (mooi zo goed zo), sportverenigingen, scholen, culturele instellingen, gemeente (openbare ruimte).
Budgetten
Provincie (TOS)
EZH- project Investeren in de wijken (TOS, skate, schoolpleinen, trapvelden, speelbal)
Intensiveringsbijdrage Jeugd en veiligheid (zomerprogramma)
Sportvisie (sportopbouwwerk)
Jongerenbeleid (zomerprogramma, oud en nieuw)
Projectsubsidie wijkwerk
Actieplan cultuurbereik

 

Vrijetijdsbesteding rond de school

De vraag
Er is een maatschappelijke wens naar sport en cultuur. Dit moet aansluiten op de jongerencultuur en zo mogelijk dicht bij huis.
De jongerencultuur geeft aan dat het leuk moet zijn en met elkaar moet plaastvinden: muziek (rappen, band), ICT (gamen). Ook vorming is van belang (taaltoneel). Bovendien is veiligheid een belangrijke waarde.
Kwantificering
De vraag is gebleken bij verschillende methoden: jongerenpanels, toepassing van SPOK-vragenlijst in jongerenwerk, evaluatie van de Verlengde schooldag.
De programmamakelaars brede-school, jongerenwerkers en wijkopbouwwerkers, cultuurmakelaar, sportopbouwwerker en scholen krijgen een rol in het verder kwantificeren van de vraag.
Participatiedoel
Rond school worden thans vooral de achterstandsleerlingen bereikt. Uit gegevens van de GOA-scholen en Verlengde schooldag blijkt dat .. % meedoet.
Het streven is om het programma te veralgemeniseren.
Aanvullend aanbod
Voorbereiding: Per 1 september 2001 start een brede-schoolprogramma in de wijken Voorhof en Buitenhof, met sport, cultuur, natuur/milieu en ICT. Dit wordt later uitgebreid naar andere wijken.
Voorbereiding: samen met het voortgezet onderwijs een programma maken voor 12 – 18 jarigen, dat op de scholen maar ook in de wijken tot uitvoering komt. Als eerste stap worden de mediatheken langer opengesteld voor de leerlingen en wordt geëxperimenteerd met openstelling voor andere jongeren via en met het professionele jongerenwerk.
Bezien hoe een koppeling tussen deze programmering en de Delftpas kan worden gemaakt.
Aanbieders
Onderwijs (b.o. en v.o.), BWD, culturele instellingen, sportverenigingen, Papaver, commercie (ICT)
Budgetten
EZH-project Brede school (programma)
EZH-project scholen voor de toekomst (ICT)
EZH-project Investeren in de wijken (activiteiten)
Actieplan cultuurbereik

 

Vrijetijdsbesteding op stedelijk niveau

De vraag
De vraag op stedelijk niveau ligt er vooral vanaf 12-plus. Het gaat dan om:
·       Uitgaan (muziekgelegenheden, cafés)
·       Goede winkels (kleding)
·       Vervoersmogelijkheden (’s nachts)
·       Zien en gezien worden (rondhangen, vraag om aandacht)
·       Voldoende variatie om groepen een eigen territorium te laten hebben (ruimte voor subculturen)
·       Veiligheid (dit bepaalt ook waar men heengaat)
Kwantificering
 
Participatiedoel
Van consumptie naar zelforganisatie. D.w.z. jongeren betrokkenheid bij hun eigen vrijetijdsbesteding laten tonen door hen een actieve rol in de organisatie te laten nemen.
Aanvullend aanbod
Realisatie van de discotheek aan het Cultuurplein.
Via het jongerenwerk stedelijke bezoeken organiseren (bv. Culture huurt Speakers).
Schoolprojecten (De veilige school verbreden).
Stimuleren van buurt (internet-)cafés (project buurteconomie).
Binnenstadsmanagement (winkelaanbod, vervoer, hangplekken).
Via het jongerenwerk vormende activiteiten (antidiscriminatie, drugspreventie). Er wordt een medewerker educatie en cultuur aangesteld die bijdraagt aan programmering en voorlichting.
Realisatie van een stedelijk skatepark.
Aanbieders
Commercie, BWD, scholen
Budgetten
Veiligheidsprojecten: De veilige school, Veilig uitgaan.
EZH-project Investeren in de wijken (skate)

 

Zakgeldproject

De vraag
Jongeren die niet op eigen kracht een zakgeldbaantje kunnen vinden/behouden kennis te laten maken met werk en alles wat daar mee te maken heeft waardoor hun uitgangspositie wordt verbeterd (scholing/werk) en voorkomen dat jongeren overlast geven.
Het gaat meestal om jongeren die er “overal uitliggen” wegens gedrags­problemen (thuis, op school, de Wissel etc.). De jongeren komen vaak uit hulpverleningscircuits en passen niet op de “reguliere” bijbanen zoals bij winkels etc. en hebben juist extra ondersteuning en begeleiding nodig.
Op dit moment zijn er 3 initiatieven:
1.    Garage van de Culture
2.    Kinderboerderij Hangout
3.    Wipe Out (mooi zo goed zo)
Daarnaast is bekend dat er bij woningcorporatie Delftwonen en bij diverse sportclubs zakgeldactiviteiten plaatsvinden.
Kwantificering
De doelgroep (13 - 17 jaar) kan gevonden worden bij: de Border, Culture, Wissel en het voortgezet speciaal onderwijs. Daarnaast kunnen ook alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA’s) tot de doelgroep behoren.
Participatiedoel
Gezien de beperkte opzet wil het project circa 30 jongeren bereiken in het eerste jaar en daarna middels uitbreiding van het budget tot een verdubbeling komen. Het gaat om werk voor maximaal 8 uur per week.
Aanvullend aanbod
Voorgesteld wordt een centraal punt (in de wijk Buitenhof) in te stellen als uitvalsbasis voor het zakgeldproject. Dit punt wordt een aantal uren per week bemand door een mentor (makelaar) die de jongeren begeleidt en o.a. zorgt voor de zakgeldbaantjes. Bij dit centrale punt kunnen de jongeren zich verzamelen en bevindt zich de databank met klussen. Het is de uitdrukkelijke wens dat initiatieven vanuit de hele stad hier terecht­kunnen, teneinde enige structuur in het project aan te brengen.
De klussen die worden verricht zijn niet per definitie alleen maar non-profit of alleen maar commercieel. Een mix hiervan kan dus ontstaan. Hoewel valt te verwachten dat in eerste instantie het leeuwendeel ervan toch in de non-profit categorie zal vallen. Bij uitbreiding van activiteiten in de wijk kan gezocht worden naar activiteiten waarvoor een vergoeding kan worden gevraagd (andere gemeentelijke afdelingen en brede school).
Een voortgangsbericht wordt jaarlijks opgesteld. Daarin wordt opgenomen wat het algemene beeld is en hoe het project zich cijfermatig ontwikkeld.
Aanbieders
BWD (incorporatie in het jongerenwerk)
Budgetten
Begroting:
Begeleiding                            25.000
Zakgeld (vergoeding)               15.000
Huisvesting                            10.000
Totaal                                    50.000
Voorgesteld wordt dit bedrag voor drie jaar te regelen. De ene helft van de dekking voor dit project komt uit het jongerenbeleid. De andere helft uit het activeringsbudget (werkfonds WIW). Om de schaalvergroting mogelijk te maken zullen fondsen worden aangeschreven die zich op het gebied van leefbaarheid begeven.

 

Gericht aanbod voor AMA’s, vooral oudere ama’s

De vraag
Jongeren die na de eerste opvang doorgeplaatst worden naar gemeenten hebben uiteraard in aanvang moeite met wennen en inburgeren. Zij hebben een verleden waarin het nodige ook aan traumatiserende voorvallen is gebeurd; ze hebben rust en toch afleiding nodig.
Na enige tijd krijgt het leven de “normale” regelmaat: school en contacten etc. Tegen de tijd dat ze 18 worden dienen zij zich voor te bereiden op volledige zelfstandigheid. Hulp is dan nodig op alle terreinen: zowel begeleiding bij het wel of niet verkrijgen van een status, afhankelijk daarvan geleiding naar opleiding, werk, woning etc. in die periode is ook een plek om “veilige” afleiding te vinden weer erg belangrijk.
Kwantificering
Er zijn tegen de honderd alleenstaande minderjarige asielzoekers in Delft, daarvan komt de ongeveer de helft voor deze aanpak in aanmerking.
Participatiedoel
20 AMA’s per jaar. Gezien de opzet zal de deelname door de tijd wisselen.
Aanvullend aanbod
Tot nog toe werd in onderlinge samenwerking tussen SVD, BWD (JOS) en SJD, naast de individuele begeleiding een aanbod gedaan van recreatieve activiteiten in Donja (Koornmarkt). Deze opzet werkt niet voldoende.
Dit project beoogt gerichter aanbod te doen, dichter bij de KWE’s waar de AMA’s wonen of zelfs in zo’n KWE en ook gerichter in tijd vooral in de periode van aankomst en kort er na en in de periode een half jaar voor 18 jaar worden en enige tijd daarna.
De meest noodzakelijke aanvulling op de persoonlijke begeleiding door SJD en SVD en de Opbouw / pleegouders zal op maat en door de tijd wisselend kleinschalig aanbod moeten worden. De BWD neemt zich voor in plaats van de activiteiten in Donja, op deze wijze te gaan werken. Dit zal plaatsvinden in nauw overleg met SVD en SJD en de Opbouw.
Aansluiting bij andere activiteiten van de BWD in Voorhof en Buitenhof is niet uitgesloten.
Aanbieders
Nadat een gezamenlijk, op elkaar afgestemd plan is ingediend, tussen de aanbieders BWD, i.s.m. SVD, SJD en de Opbouw, kan een aanvraag worden ingediend voor het beschikbaar te stellen bedrag (zie hieronder).
Budgetten
ƒ10.000,- personele inzet en materiaal / onderkomen

 

5.2.         Programma preventie en preventieve hulpverlening

Integrale voorlichting

Voorkomen is beter dan genezen. Daarom heeft voorlichting een belangrijk preventief effect, bijvoorbeeld waar het gaat om het voorkomen van opvoedproblemen (GGD, opvoedbureau, onderwijsbegeleidingsdienst) en problemen op het gebied van veiligheid (politie, halt)

Naast bovenvermelde organisaties houden zich talrijke hulpverleningsorganisaties bezig met de voorlichting aan de jeugd en hun ouders.

Er is met name sprake van een gestructureerd aanbod in de voorschoolse periode en de tijd waarin het kind het basisonderwijs bezoekt. Het voorschool- en brede schoolprogramma biedt hiertoe de ruimte. GGD, OBD en het opvoedbureau bieden de ouders gezondheids- en opvoedingsvoorlichting en waar gewenst ondersteuning.

Politie en Bureau Halt geven aan de bovenbouw van het basisonderwijs lessen die preventief moeten werken op potentiële daders en slachtoffers.

 

In het algemeen kan gesteld worden dat er sprake is van een min of meer doorgaande preventie lijn tot de jongere de leeftijd van ongeveer 13 jaar heeft bereikt. Wenselijk is om de geschetste lijn door te trekken, zodat sprake is van een gestructureerd voorlichtings­aanbod voor alle jongeren en hun ouders.

Er is momenteel sprake van een initiatief van verschillende regionale hulpverlenings-instanties om op dit gebied hun aanbod te koppelen. Uiteindelijk doel is realiseren van een voorlichtingsketen voor 0 tot 23 jarigen. Prioriteit heeft op dit moment het realiseren van een schakel hiervan van: het jongeren informatiepunt (JIP).

 

Jongeren Informatiepunt en ambulante voorlichting

De vraag
Beschikbaarheid van toegankelijke informatie voor jongeren om hun ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid te bevorderen en ter preventie van problemen op materieel en immaterieel gebied, alsmede voor intermediairen om via hen een bijdrage te leveren aan het bovenstaande.
De doelgroep wordt gevormd door (alle) jongeren van 12 tot 25 jaar en intermediairen als ouders, scholen, jongerenwerkers, jeugdhulpverleners, specifieke groepen als meiden, allochtone jongeren, jongeren in hulpverleningscircuit.
Kwantificering
 
Participatiedoel
Beoordelen van producten en productontwikkeling
Aanvullend aanbod
Centraal JIP in de Delftse binnenstad (Mogelijkheden aan de Brabantse Turfmarkt zijn in onderzoek). Gestreefd wordt naar opening centraal JIP in september 2001.
Informatiehoeken in jongerencentra, buurthuizen en onderwijs­instellingen.
Actualiseren Delftse Jip web-site.
Productontwikkeling en voorlichting ter plekke. Jongerenpanels beoordelen product en leggen vragen neer voor verdere productontwikkeling; in toekomst streven naar Jongerenadviesraad.
Beschikbaar stellen van poenboek VSSD, Financiële voorlichting in lessen middelbare scholen.
Aanbieders
BWD, SJD, Budgetwinkel, VSSD
Budgetten
JIP (als onderdeel van BWD) ƒ 55.000 beschikbaar via JMA.
Jongerenbeleid: ƒ 65.000 voor JIP en ƒ 25.000 voor voorlichtingslessen en poenboek.

 

Preventieve hulpverlening

De vraag
Er is een maatschappelijk vraag om preventie. Deze uit zich nu meer en meer op de terreinen van educatie, zorg en justitie.
De preventieve insteek in Delft uit zich in:
·       Zorgteams op scholen
·       RMC en casemanagement
·       Een voorpostfunctionaris ter verbetering van de toegang tot de jeugdzorg
·       De opzet van buurtsignaleringsnetwerken
Kwantificering
De jeugdzorg is principieel regionaal geregeld. Verschillende instanties bemoeien zich met de jeugdzorg. Genoemd kunnen (onder meer) worden: Onderwijsinstellingen, het jongerenwerk, de verschillende geformaliseerde (grotendeels) regionale instellingen als Bureau Jeugdzorg, SJD, RIJ, Maatzorg, GGD, Justitie en Halt.
Samenwerking tussen genoemde instanties is deels formeel, deels ad hoc en ontbreekt in andere gevallen. Zo is het erg moeilijk om een goed inzicht te krijgen in aantallen jongeren die in Delft daadwerkelijk in aanraking komen met de jeugdhulpverlening en de vraag die zij daar neerleggen. Getallen zijn door de gebrekkige samenwerking moeilijk te produceren. Ten dele komt dat door “hoppen” van de jongeren tussen de diverse instellingen, soms zijn jongeren cliënt bij meerdere instellingen. Landelijk geldt dat 15% van de jongeren op de een of andere manier hulp nodig hebben.
Participatiedoel
Bij het verfijnen van het inzicht in de vraag wordt gebruik gemaakt van professionals van genoemde instellingen en andere intermediairen (zogenaamde ‘vindplaatsen’).
De gemeente dient de regie te voeren, zodat een goede aansluiting tussen lokaal en regionaal jeugdbeleid gewaarborgd wordt en zodat door het bevorderen van samenwerking overlappingen voorkomen worden. Hierbij kan gedacht worden aan netwerkvorming waarbij de gemeente het initiatief neemt.
Aanvullend aanbod
Voorbereiding: via de (hulp)instellingen de actuele situatie onderzoeken en vraag en aanbod in kaart brengen.
Uitvoering: lopende projecten opnieuw bezien en waar mogelijk integreren en uitbreiden naar meerdere wijken van de stad, zoeken naar mogelijkheden om wijkgerichte activiteiten aan te laten sluiten bij zorgstructuur van onderwijs (brede school). Er wordt vooral geïnvesteerd in het tot stand brengen van samenhangen:
1.    afstemming tussen Sluitende aanpak (RMC) en Pilot jeugdhulpverlening/buurtsignaleringsnetwerken.
2.    Koppeling van zorgteams op scholen met Openbaar Ministerie.
3.    Inschakeling van de voorpostfunctionaris bij de invulling van de gemeentelijke regierol richting jeugdzorg.
4.    De opvang van zwerfjongeren in dagopvang bestaande voorzieningen.
Aanbieders
Onderwijsinstellingen, het jongerenwerk, de verschillende geformaliseerde (grotendeels) regionale instellingen als Bureau Jeugdzorg, SJD, RIJ, Maatzorg, GGD, Justitie en Halt.
Budgetten
Beschikbaar: RMC-budget, Intensivering jeugd en veiligheid.
EZH-project zwerfjongeren.

 

5.3.         Programma bestuur

Bevorderen participatie

Het uiteindelijke doel van het jongerenbeleid en het programmateam Jongeren is ‘Maatschappelijke participatie’. Om hier succesvol aan te kunnen werken zullen jongeren in de gelegenheid moeten worden gesteld om te kunnen participeren.

 

Er zijn uiteraard vele terreinen waarop participatie kan plaatsvinden. We willen het komende jaar duidelijker kiezen voor het terrein waarop de inbreng van jongeren het meest tot z’n recht komt, namelijk het terrein van beleidsontwikkeling. De mate waarin interactie plaats heeft tussen jongeren en de gemeente is op dat punt erg belangrijk.

Transparante overheid

Een voorwaarde voor een goede interactie tussen jongeren en de gemeente is een transparante overheid. Hieronder verstaan we een (lokale) overheid die jongeren serieus neemt, aanspreekbaar en bereikbaar is (op een manier die jongeren past), duidelijke procedures hanteert en zich eerlijk en op basis van gelijkheid opstelt jegens jongeren.

Het programmateam jongeren wil zich inzetten om te komen tot deze transparante overheid; we willen investeren in de relatie met jongeren. Dat gebeurt onder andere door manieren te zoeken om met jongeren te communiceren, maar ook door activiteiten te (laten) ontwikkelen waardoor de kloof tussen jongeren en overige burgers, jongeren onderling en jongeren en de gemeente verkleind wordt.

In het licht van deze transparante overheid werd reeds vorig jaar de wens geuit een lokaal jeugddebat te willen organiseren. In Delft willen we deze dialoog tussen jongeren en lokale politici immers graag op gang brengen. Omdat er uiteraard meerdere manieren zijn om een dergelijk debat te organiseren, volgt hieronder in een korte uiteenzetting welke elementen een rol spelen in de organisatie van het lokaal jeugddebat.

 

Lokaal Jeugddebat

De vraag
Op scholen worden reeds in beperkte vorm debat cursussen georganiseerd. “Het lagerhuis”, programma van de VARA, heeft vele scholieren bewogen om te willen leren debatteren. In deze vorm wordt een stelling geponeerd en bediscussieerd. Tevens bestaat een landelijk jeugddebat waarbij er fracties worden geformeerd die met bewindslieden in debat gaan. Dit raakt aan de manier van debatteren in de 2e kamer.
Kwantificering
 
Participatiedoel
In Delft willen we aansluiten bij het landelijk jeugddebat, met de leeftijds­groep 12-18 jaar.
We gaan uit van ongeveer hetzelfde aantal participanten als er raadszetels zijn in Delft (35-40) op te delen in 4 fracties.
Aanvullend aanbod
Naast de debatcursussen die reeds op de middelbare scholen worden gehouden is in drie wijken het traject van Stichting Alexander gestart (zie elders in deze nota). Dit traject loopt tot de zomer. Deze twee kansen kunnen nu dan ook aangegrepen worden om bij de start van een nieuw schooljaar een lokaal jeugddebat te houden.
Aanbieders
Eén van de randvoorwaarden is de betrokkenheid van de politiek.
Budgetten
ƒ 25.000 jeugdbeleid.

 

 

 

6.            Communicatieparagraaf

De communicatie voor de afzonderlijke projecten wordt binnen de betreffende projecten geregeld. De communicatie over dit programma is hier wel aan de orde.

 

Er wordt een populaire versie voor jongeren gemaakt. Vakteam Communicatie komt op korte termijn met een voorstel hiervoor.

 

 

 

7.            Financiële paragraaf

Overzicht van (aanvullende) dekkingsvoorstellen voor de initiatieven uit hoofdstuk 5 en 6:

 

                                                                                   (in guldens)

Vrijetijd        Zakgeldproject                                                  25.000                   Activering

                                                                                          25.000                   Jeugdbeleid

                   Tieners Fledderus & Bieslander                         20.000                   Wijkwerk

                   Zomerprogrammering                                        15.000                   Wijkwerk

                   Aanbod AMA’s                                                 10.000                   Jeugdbeleid

 

Preventie      Jongereninformatiepunt                                     65.000                   Jeugdbeleid

                   Voorlichtingslessen en poenboek                       25.000                   Jeugdbeleid

 

Bestuur        Jeugddebat                                                      25.000                   Jeugdbeleid

 

Comm.         o.a. populaire versie                                          25.000                   Jeugdbeleid

                                                                                       _______                  

Totaal                                                                          ƒ  235.000

 

                                              Dit is totaal in euro         €  106.500