Bij de
vaststelling van het Jaarprogramma maatschappelijke activiteiten (JMA) 2001 is
besloten dat er nader advies zou volgen over alternatieven voor het huidige
JMA. Achtergrond hiervan is – zo bleek uit de discussie in de raadscommissie –
dat het college de inzet van het subsidie-instrument beter wil afstemmen op de
beleidsprogramma’s.
Deze
nota bevat het resultaat van de oriëntatie op andere mogelijkheden.
De
hoofdlijn die het college voorstaat, namelijk sterkere koppeling van subsidies
aan beleidsprogramma’s, wordt al enige jaren uitgewerkt onder de projecttitel ‘resultaatgericht
subsidiëren’. Dat heeft zichtbaar effect gehad op de vorm en inhoud van het
JMA: Van een activiteiten- en subsidie-overzicht per instelling (1988 - 1998) is
het JMA ontwikkeld tot een subsidieverdeelplan met doelformulering per
beleidssector (1999 - 2001).
Uit de
analyse van het JMA komt het volgende naar voren:
q
Het document is nog een overblijfsel uit de periode
van de jaren tachtig, toen het rijk de gemeenten een bepaalde vorm van
welzijnsplanning voorschreef; aanpassingen zijn verricht zonder de essentie
daarvan aan te tasten.
q
Het huidige JMA wordt gekenmerkt door een sterke
koppeling aan (grote) instellingen. Dit is voor de hand liggend, omdat van de
25 miljoen te verdelen subsidie ruim 22 miljoen aan slechts ongeveer 13
instellingen wordt uitgekeerd. Maar afspraken met grote instellingen worden op
vele momenten gemaakt – bijvoorbeeld in meerjarige convenanten - zodat het JMA
niet fungeert als een compleet productenoverzicht.
q
Het document is onvoldoende ingepast in de
gemeentelijke beleidscyclus van begroting en zomernota; het heeft zo zijn eigen
jaardynamiek en erg gaat nauwelijks sturende werking van uit. Het JMA is vooral
beschrijvend.
q
De relatie naar het overig subsidiebeleid van de
gemeente is onduidelijk. Er zijn meerdere beleidsterreinen waar op andere wijze
wordt gewerkt met gesubsidieerde instellingen. Daarvoor gelden ook andere
verordeningen. Na de reorganisatie van het gemeentelijk apparaat zijn ook
nieuwe samenhangen ontstaan, waardoor bestaande grenzen vervagen en nieuwe
worden getrokken. Het huidige JMA brengt subsidies op de gebieden welzijn,
cultuur en zorg bijeen, maar in de organisatie zijn er nieuwe concentraties:
welzijn - onderwijs - wonen, zorg - activering/werk, cultuur -
economie/toerisme.
De
wens bestaat om de uitvoering van het Delfts subsidiebeleid in documenten te
vatten die beter aansluiten bij de huidige bestuurlijke praktijk.
In
1999 is al met de raadscommissies een procedure afgesproken waarbij het
subsidiebeleid veel meer in relatie wordt gebracht met de gemeentelijke
beleidscyclus. De inhoudelijke lijnen uit de beleidsdocumenten en de zomernota
zouden in de subsidie-afspraken tot uiting moeten komen.
Een
alternatief voor het JMA dat hierbinnen past is een subsidiebundel.
Toelichting:
Subsidies
worden verleend op basis van vastgesteld beleid. Dit beleid is vastgelegd in
beleidsplannen die gelden voor meerdere jaren. Voorbeelden van dergelijke
beleidsplannen zijn: Knopen in de wijken (welzijn), actieprogramma jeugd- en
jongeren, actieprogramma integratie, cklein Cgroot (cultuur), sportvisie, het
Onderwijsbeleidsplan (OBP), Integraal Educatie- en Activeringsplan, Meerjaren
Marketingplan Toerisme, Prestatieafspraken Beleidsvisie wonen.
Voor
sommige van deze plannen is een vierjarige cyclus afgesproken, voor andere moet
nog zo’n systematiek worden uitgewerkt. Het is gewenst dat er voor alle
afzonderlijke beleidscycli meerjarenbeleidsplannen komen.
Het
subsidieinstrument past vervolgens in de jaarlijkse gemeentelijke beleidscyclus
van meerjarenbegroting, zomernota, jaarbegroting, jaarrekening.
De
zomernota is het belangrijkste inhoudelijke document, waarin jaarlijks een uitwerking
wordt gemaakt van verschillende onderdelen van het vastgesteld meerjarig beleid
In de
zomernota worden keuzes op hoofdlijnen gemaakt over eventuele verschuiving
tussen budgetten voor de verschillende (deel)beleidscycli waarbij subsidies
worden verleend.
De
meerjarenbeleidsplannen en uitwerkingen in de zomernota worden vertaald in
productafspraken met gesubsidieerde instellingen. Daarbij kan het gaan om jaar-
en meerjarenafspraken, vastgelegd in subsidiecontracten (beschikkingen). Voorgesteld
wordt jaarafspraken met instellingen te maken, terwijl wij het systeem van
productafspraken vervolmaken; na afronding van dat proces kan desgewenst
ingezet worden op meerjarenafspraken (en een meerjarige beschikking).
Jaarlijks
ontvangt de raad een overzicht van de subsidiecontracten, in een zogenoemde
subsidiebundel. Dit zullen de gebundelde subsidiebeschikkingen zijn, aangevuld
met toelichtingen op afspraken en kengetallen.
Vooralsnog
wordt volstaan met de afspraken met instellingen die thans vallen onder de
werkingssfeer van het JMA.
Verdeelplan
Daarnaast
ontvangt de raad jaarlijks een verdeelplan voor de kleinere subsidies, als
bijlage van de gemeentebegroting. Hierbij gaat het om subsidies die vooral
dienen als waardering voor ontplooide maatschappelijke activiteiten:
activiteiten- en exploitatiesubsidies. Dit verdeelplan zal ook informatie
bevatten over leden- en/of activiteitenaantallen.
Het is
duidelijk dat ook op deze kleine subsidies sturing mogelijk moet zijn. Uit capaciteitsoverwegingen wordt
voorgesteld de discussie over de mate van gewenste sturing uit te stellen
totdat de beleidscycli met grote instellingen naar tevredenheid lopen.
De
procedure wordt vastgelegd in een nieuwe subsidieverordening. De bestaande
verordening moet per 1 januari 2002 zijn aangepast aan de Algemene Wet
Bestuursrecht.
Daarnaast
wordt een raamverordening voor alle subsidieverordeningen voorbereid door
juridische zaken.
Voorstel
Instemmen
met het per 2002 opheffen van het JMA in de huidige vorm en dit vervangen door
een subsidiebundel van contracten/afspraken; een verdeelplan voor kleinere
subsidies (exploitatiebijdragen, activiteitensubsidies) wordt als bijlage bij
de gemeentebegroting gevoegd.