1.
Inleiding
De BWD is de
fusieorganisatie van de SWD en JOS’98. De fusie heeft materieel gestalte
gekregen door het in oktober 2001 ondertekenen van een activa-passiva
overeenkomst. Hiermee is de bedrijvenfusie een feit. De SWD bestaat alleen nog
formeel als rechtspersoon. Een lege huls mede omdat het BWD-bestuur ook
SWD-bestuur is.
Vooruitlopend op de
daadwerkelijke fusie is de BWD verzocht een nieuwe invulling te geven aan de
dienstverlening die geboden wordt voor het te verkrijgen gemeentelijk subsidie.
De SWD werd gesubsidieerd op grond van
een personeelsbegroting, de BWD wordt gesubsidieerd voor producten; althans dat
laatste is de bedoeling en daarnaar zijn wij hard op weg blijkens het binnen de
gestelde termijn ingeleverde productenboek 2002.
Voordat
wij ingaan op dit productenboek, wordt aandacht besteed aan de rolverdeling
tussen gemeente en BWD.
2. De
rolverdeling
Om de
samenhang in het welzijnswerk te kunnen bevorderen is met de vorming van de BWD
ook de professionele eenheid versterkt. De BWD heeft binnen de gemeente Delft
de rol van opdrachtnemer. De gemeente als financier en beleidsbepaler de rol
van opdrachtgever.
Zo
kreeg de BWD de opdracht om het wijkgericht werken ook in haar structuur te
verwerken en de professionaliteit van het welzijnswerk te versterken door een
differentiatie in functies: opbouwwerk (naar wijk en doelgroep), agogisch werk,
organisatorisch werk, beheerswerk. In bijlage 1 is de organisatiestructuur van
de BWD aangegeven.
Door de BWD en de gemeente in een opdrachtnemers -
opdrachtgeversrol te plaatsen wordt de duidelijkheid over verantwoordelijkheden
in de stad vergroot. Daarbij moet niet uit het oog worden verloren dat het gaat
om het beantwoorden van de vraag van (groepen) burgers. Daartoe dient de BWD te
participeren in de diverse netwerken van organisaties en groepen op wijk- en
stedelijk vlak en deze ook te ondersteunen. Die ondersteuning is vooral bij de
basisvoorzieningen welzijnswerk aan verandering onderhevig. Er is geen
driehoeksverhouding meer tussen gemeente – BWD – buurthuisbesturen, maar de BWD
maakt afspraken met de gemeente op basis van de geďnventariseerde
ondersteuningsvraag. Het accommodatiebeheer wordt mede op basis van die vraag
door de BWD verzorgd.
Zoals in de nota Knopen in
de wijken beschreven zijn er drie ‘partijen’ in het welzijnswerk: gemeente –
stedelijke organisatie – wijknetwerk/buurthuisbesturen. In de werkwijze die
is gekozen (zie bovenstaand schema) kan eenduidige sturing worden gegeven aan
het werk zelf (basisvoorzieningen en producten). Bovendien heeft de gemeente
met de BWD een inhoudelijk gesprekspartner op stedelijk niveau waarmee
resultaatafspraken kunnen worden gemaakt en waarmee gezamenlijk de kwaliteit
kan worden uitgewerkt.
De BWD ontvangt van de
gemeente een budgetsubsidie (buiten het subsidie voor additionele projecten).
De kenmerken daarvan zijn:
· vooraf afspraken over de in
het daarop volgende jaar door de BWD te leveren prestaties (activiteiten,
producten);
· vooraf afspraken over het
budget waarvoor de BWD de afgesproken prestaties levert (dus geen afrekening
exploitatie);
· achteraf rapportage,
evaluatie en verantwoording door de BWD;
· de gemeente bemoeit zich
niet met de uitvoering maar maakt wel afspraken over de kwaliteit van de
uitvoering.
In het proces om te komen tot
resultaatgerichte subsidiëring in Delft is duidelijk gemaakt dat het vaak
moeilijk is om een organisatie echt op prestaties af te rekenen. Daarvoor is
nodig: homogene prestaties, direct toerekenbare kosten, productprijzen, hoge
beďnvloedingsmogelijkheid door de producent, een afrekencultuur. Uit het
productenboek 2002 blijkt dat bij de BWD hiervan geen nog sprake is; wel zijn
pogingen ondernomen om hier zo dicht mogelijk bij te komen. Daarom werken wij
met de BWD nog niet met een resultaatsverplichting maar vooralsnog met een
resultaatsinspanning:
Het productenboek 2002 is
één stap die gemaakt is in de uitvoering van de nota Knopen in de Wijken uit
december 1999. De uitgangspunten uit deze nota moeten in 2004 gerealiseerd
zijn. Het proces om tot resultaatgerichte subsidiëring van de BWD te komen
loopt gelijk op. De stappen die tot nu toe gezet zijn, blijken de maximaal
haalbare. Over het voorlopige resultaat kunnen we tevreden zijn.
3. De
omvang van de producten 2002
De BWD heeft de relatie
gelegd naar de nota Knopen in de Wijken (KIW), waarin de minimale capaciteit
van professioneel buurt-/wijk- en jongerenwerk en het buurtopbouwwerk per wijk
in 2004 is aangegeven, uitgaande van het beschikbare budget. In tabel 1 is die
vergelijking zichtbaar gemaakt.
Tabel 1: capaciteitsinzet per
gebied en werksoort in 2002 ten opzichte van de streefcijfers uit Knopen in de
wijken (uren per week).
Professionele
uren per
week |
Buurtwerk/opbouwwerk |
Jongerenwerk |
||
|
BWD
2002 |
KIW
2004 |
BWD
2002 |
KIW
2004 |
Tanthof/Voorhof
|
74,1 |
88 |
80 |
80 |
Wippolder/Vrijenban |
101,8 |
64 |
88 |
104 |
Buitenhof/HofvDelft |
100,8 |
88 |
104 |
128 |
Totaal
|
276,7 |
240 |
272 |
312 |
Het beeld dat in het
productenboek 2002 naar voren wordt gebracht is:
Wij
merken hierbij op dat de BWD een plan heeft neergelegd voor het jaar 2002. Dat
plan geeft geen inzicht in de feitelijke inzet van werkers in de praktijk van
2001. In de evaluatie over het jaar 2001 zal dat inzicht wel moeten worden
gegeven.
Vooral
met de realisatie van wijkopbouwwerk zijn wij zeer ingenomen. Deze capaciteit
is essentieel om wijknetwerken te faciliteren en ondersteunen en van de gemeentelijke
wijkaanpak (uitvoering wijkprogramma’s) een permanent succes te kunnen maken.
Een
bijkomend nadeel van deze ontwikkeling naar wijkgericht werken van de
professionals is dat er wordt getornd aan het al jaren gevormde
verwachtingspatroon van met name de buurthuisbesturen en in het jongerenwerk.
Vooral waar sprake is van een achteruitgang in ondersteuning – ook al is deze
nog boven de norm – moet worden gewaakt voor een afglijden in demotivatie van
vrijwilligers cq. besturen. Deze voorzichtigheid is mede de reden van de
genoemde onevenwichtigheid in capaciteitsinzet over de stad. Niemand voelt er
voor om hetgeen opgebouwd is alleen omwille van evenwichtigheid in te leveren.
Hierbij zijn dus kleine stapjes in de gewenste richting nodig, onderbouwd met goede
cijfers en analyses Hoewel in de uitwerking op schema, is de gestelde termijn
(2004) in de nota Knopen in de wijken krap bemeten.
Deze beleidsmatig/politieke
wens tot capaciteitsverschuiving op wijkniveau is – jammer genoeg - niet
geďsoleerd te benaderen. Vanuit de complexe realiteit dringt zich een aantal
aandachtspunten op.
(a) Het vinden van
gekwalificeerde medewerkers wordt steeds lastiger. Dat terwijl er in Delft nog
steeds een kwaliteitsslag gemaakt moet worden. Vacatures blijven relatief lang
open staan; onder andere is de groep jongerenpreventiewerkers op straat niet
compleet.
(b) De vraag naar
activiteiten en inzet van medewerkers van de BWD groeit boven verwachting snel.
Oorzaken zijn nieuwe vragen vanuit gemeentelijke projecten: Brede School, TOS,
Sportvisie, integraal jongerenbeleid en diverse EZH – projecten, en nieuwe
maatschappelijke ontwikkelingen (denk aan de nieuwe eisen die aan het
welzijnswerk worden gesteld vanuit integratie- en diversiteitsdoelstellingen).
Deze vragen leggen een druk op het bestaande werk, mede gezien punt a.
(c) De formatie per wijk
die in de nota Knopen in de wijken als norm is gehanteerd is gebaseerd op de
capaciteit en het budget van 1998. Er is toen niet gekeken naar het criterium
kwaliteit en inmiddels zijn er signalen uit het veld dat de normstelling op
sommige plekken te laag wordt gevonden. Theorie en praktijk ontmoeten elkaar.
Wij vragen de BWD om per
kwartaal te rapporteren over de feitelijke situatie in de beleidsuitvoering,
met specifieke aandacht voor de tekortkomingen.
4. Het productenboek 2002
Het
productenboek 2002 wordt onderstaand ingedeeld naar
-
Basisvoorziening per wijk (A);
-
Wijkopbouwwerk en buurt- en jongerenwerk (B);
-
Stedelijk werk (C).
A. Het
garanderen van openstelling van basisvoorzieningen:
Wijk Product |
Tanthof |
Voorhof |
Wippolder |
Vrijenban |
Buitenhof |
HofvDelft |
Dienst- verlening |
260 (jongeren) |
260 (jongeren) |
785 |
1206 |
1435 |
260 |
Begeleiding Vrijwilligers/ ID-ers |
100 |
191 |
150 |
|
|
760 |
Hieruit
blijkt dat er in de wijken Vrijenban, Buitenhof en Hof van Delft minimaal 1000
directe uren van professionals worden ingezet voor het openhouden van de
buurthuizen en jongerencentra op het huidige niveau. In Wippolder ligt dat met
ruim 900 uur per jaar hier net onder. Dat wil niet zeggen dat er in de andere
wijken minder behoefte is. Echter niet in alle wijken is al een goede functiedifferentiatie
gemaakt tussen beheerder – organisatorisch medewerker – agogisch medewerker: we
zijn ongeveer op de helft. Aan de BWD wordt gevraagd In 2002 een plan uit te
werken om het aantal organisatorisch medewerkers op peil te brengen door middel
van doorstroombanen.
B.
Buurt- en jongerenwerk, inclusief wijkopbouwwerk:
In dit
deel wordt uiteengezet welke producten (diensten) de BWD in 2002 inhoudelijk
levert voor de verschillende wijken. Voor de productomschrijving is aangesloten
bij de door de VNG landelijk ontwikkelde terminologie (Gemeenschappelijk
Functioneel Ontwerp – GFO). In tabel 3 is hiervan een overzicht gegeven. In sommige
hokjes in de tabel is een nadere toelichting opgenomen wanneer het product op
een speciale groep of in een specifieke vorm wordt aangeboden. In de hokjes
zonder toelichting gaat het om algemene toegankelijkheid.
Tabel
3: Producten per wijk binnen de gezamenlijke werksoorten
opbouwwerk, jongerenwerk, buurtwerk (directe uren per jaar).
Wijk Product |
Tanthof |
Voorhof |
Wippolder |
Vrijen-ban |
Buiten-hof |
HofvDelft |
Cursus |
100 |
191 |
180 Jongeren
|
34 Jongeren
|
|
|
|
670 Verminde-ren
overlast |
490 |
385 vraag-onderzoek |
588 oud&nieuw vraag-onderzoek |
298 vraag-onderzoek |
410 |
Bijeen-komst
|
607 Jongeren
|
470 nieuwbouw buurthuis; Jongeren |
182 Jongeren
|
972 Jongeren
|
1022 Jongeren
|
50 Jongeren-panels |
Signalering (vindplaatsen) |
60 Jongeren
|
26 Hang-groepen
|
|
255 Ambulant
voor jongeren |
320 Ambulant voor jongeren
|
160 Ambulant voor jongeren |
Informatie |
|
30 |
130 2/3e
tieners |
14 |
|
260 Wijk-aanpak
|
Begeleiding |
220 Jongeren via
vrijwil-ligers |
24 vrijwilligers voor
jongeren |
330 bewoners |
119 |
635 Jongeren-participa-tie |
290 Vrijwilligers
|
Sociale
activering |
|
|
250 AMA’s
|
|
60 allochtone
meiden |
360 allochtone
meiden |
Totaal |
1657 |
1231 |
1457 |
1982 |
2335 |
1530 |
De
tabel laat zien dat in elke wijk de capaciteit verdeeld is in tenminste 6
verschillende producten (diensten). Op dit punt van werktoedeling is er grote
voortgang geboekt. Achter de benoemde uren zitten concrete plannen tot op
medewerkersniveau.
De
producten ‘netwerk’ en ‘begeleiding’ omvatten ook de uren wijkopbouwwerk. In
alle wijken is formatief goed invulling gegeven aan het wijkopbouwwerk.
Specifieke afspraken over deze producten zijn tot stand gekomen in het overleg
met de wijkcoördinatoren.
Voorts
is uit de tabel te lezen dat er verschillen per wijk zijn, zowel per product
als getotaliseerd. De totaalverschillen zijn reeds beargumenteerd in
tabel
1: de evenwichtige verdeling over de wijken die per 2004 gewenst is, is nog
niet bereikt. De verschillende productomvang per wijk heeft diverse oorzaken:
de productdefiniëring is nog in ontwikkeling, de concrete vraag per wijk is
niet gelijk en er nog geen eenduidige gedragslijn ten aanzien van de ruimte die
men houdt voor actuele zaken in 2002. In de producten ‘netwerk’, ‘signalering’ en ‘begeleiding’ – is er in elk geval
voldoende ruimte om in te spelen op de actuele vraag.
C. Stedelijk
werk:
De BWD
vervult ook een belangrijke rol in het stedelijk welzijnsbeleid. In het
productenboek 2002 zijn vier terreinen genoemd die binnen het budgetsubsidie
worden opgepakt:
Afspraken
over additionele projecten en producten worden via aparte beschikkingen
geregeld. Hieraan liggen afzonderlijke beleidsbeslissingen ten grondslag.
5.
Conclusie en afspraken
De BWD
geeft in haar productenboek 2002 duidelijke informatie over haar inzet (product
en doelgroep). In het wijkgericht werken is een grote beweging gemaakt. Er zal
in 2002 nog doorontwikkeld moeten worden op verdere kwantificering van de
producten. Niet zichtbaar in het productenboek maar zeer belangrijk is dat de
BWD het afgelopen jaar een werkwijze van registreren in de praktijk heeft
ontwikkeld; toepassing daarvan geeft een goed fundament.
Wij
zijn ons ervan bewust dat de organisatie nog in opbouw is en intern de
eenduidige cultuur nog moet worden versterkt. Ook dat kost tijd, die in sommige
gevallen ten koste kan gaan van de productie. Aan de BWD wordt gevraagd In 2002
een plan uit te werken om het aantal organisatorisch medewerkers op peil te
brengen door middel van doorstroombanen.
Met de
BWD wordt voor het jaar 2002 afgesproken:
Voorgesteld
wordt het subsidiebudget dat de gemeente voor 2002 beschikbaar heeft voor de
BWD, €
1.420.576,=, toe te kennen voor het
Productenboek 2002 en de genoemde afspraken te voegen bij de
subsidiebeschikking (zie bijlage 2).
6.
Voorstel
Op
basis van voorgaande hoofdstukken stellen wij u voor:
1. Het
subsidiebudget dat de gemeente voor 2002 beschikbaar heeft voor
de BWD, € 1.420.576,=, toe te kennen voor het Productenboek 2002;
2. Bij
de subsidiebeschikking de volgende afspraken ter voorbereiding op
het Productenboek 2003 te voegen:
J.P.
van den Berg/ R. van den Berg sector
leefbaarheid/vakteam welzijn |