Geachte heer/mevrouw,

 

Begin dit jaar is in de commissie Leefbaarheid de evaluatie besproken van de prestatieafspraken die wij voor de jaren 1999 en 2000 met de corporaties hebben gemaakt. Een van de conclusies was dat partijen deze wijze van werken zeer is bevallen en die partijen ook voor de komende jaren voornemens zijn prestatieafspraken met elkaar te maken.

 

Begin mei van dit jaar (2001) is er een gemengde werkgroep ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van gemeente, corporaties en Woonkoepel.  Het voornemen was om in december een nieuwe set van afspraken gereed te hebben die aan u zouden kunnen worden voorgelegd.

 

De werkgroep heeft inmiddels 30 afspraken geformuleerd. Deze afspraken zijn ondergebracht in 5 thema’s en twee afspraken onder de titel “ overig”:

  1. Wonen & zorg;
  2. Woonruimteverdeling;
  3. Verkoop van woningen;
  4. Woonmilieus en herstructurering;
  5. Leefbaarheid en duurzaamheid;
  6. Overig.

 

De afspraken zoals die tot nu toe zijn geformuleerd zijn in hoofdzaak procesafspraken. Deze afspraken voldoen (nog niet) aan het SMART principe. Dit wil zeggen dat afspraken zoveel mogelijk concreet moeten zijn door deze uit te drukken aantallen, tijd, meetbaar enz.. Om dit verder uit te werken is meer tijd nodig.

 

Nieuw in de inzet van de corporaties en de gemeente is dat partijen de afspraken niet willen beperken tot de volkshuisvestelijke items maar dat zij deze willen verbreden naar onderwerpen zoals die over bijvoorbeeld leefbaarheid. Hieronder vallen onder meer het politiekeurmerk “Veilig Wonen”, plaatsing ondergrondse vuilcontainers, spelcontainers, planningsprocedures infrastructuur e.d.. Partijen willen vervolgens de te maken afspraken koppelen aan financiële afspraken in de vorm van een onderhandelingspakket.

 

 

 

Deze inzet betekent wel dat  je van tevoren goed moet weten wat je afspreekt. Dit vergt met name voor corporaties dat zij hiervoor strategische beheer- en ontwikkelingsplannen moeten ontwikkelen voor de korte en middellange termijn. Corporaties zijn daarom mei jl. gestart met het ontwikkelen van een woonvisie voor Delft. Ambtelijk is ook de gemeente hier actief bij betrokken. Hiervoor is als externe het RIGO ingeschakeld. Deze woonvisie is januari as. gereed en wordt dan aan de gemeente aangeboden. Vervolgens zullen corporaties op basis hiervan hun strategische beheer- en ontwikkelingsplannen moeten maken en deze onderling op elkaar moeten afstemmen. Op basis hiervan zullen dan in de tijd zo concreet en meetbaar als mogelijk de afspraken verder worden ingevuld. De verwachting is dat omstreeks mei 2002 er een set van nieuwe concept afspraken ligt waarover partijen kunnen onderhandelen.

 

Dit betekent niet dat tot die tijd alles stil ligt. Ondertussen gaan we gewoon door. Zo gaat bijvoorbeeld in januari een projectgroep Wonen en Zorg van start die gaat onderzoeken wat wonen in de Delftse verhoudingen kan bijdragen aan de zorg. Dit in het verlengde van de nota “ Mensen, Wensen Wonen” van staatssecretaris Remkes, waarin hij aankondigt in het BBSH Wonen en Zorg als 6e prestatieveld voor corporaties te willen opnemen. Verder wordt er gewerkt aan een convenant tussen gemeente en corporaties waarin afspraken worden vastgelegd over woningaanpassingen WVG.

 

Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geďnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de prestatieafspraken.

 

Hoogachtend,

 

 

 

J. Torenstra,

Wethouder Wonen