Reg.nr.02/000984
Ruimte
voor jongeren II
deel 2:
bijlage bij
Programmateam Integraal Jongerenbeleid, Delft januari 2002
Vrijetijdsbesteding
in de buurt
Intensivering zomerprogrammering
Starten van TOS (Thuis op Straat)
Verbeteren speelvoorzieningen in de wijken (kwaliteit,
spreiding, variatie)
Invoeren van Jongerenopbouwwerk
Wijkgerichte sport, spel en cultuur
activiteiten aanbieden
Uitbreiden van Speelbal naar meer wijken
Vrije tijdsbesteding rond de school
Verdere ontwikkeling van het aanbod van het
Brede Schoolprogramma
Vrije
tijdsbesteding op stedelijk niveau
Jongerencultuur (multi-cultureel)
DEEL
2 Preventie en preventieve hulpverlening
(Jongereninformatiepunt en ambulante
voorlichting)
Opvoedingsondersteuning voor ouders van tieners
Ontwikkelen netwerk Jeugdhulpverlening
Sluitende aanpak 16 – 23 jarigen
Tijdig signaleren overlast / klachtenmanagement
Opstellen huisvestingsbeleid
jongeren
Slaagkansen voor jongeren
vergroten
DEEL
4 Bestuur en participatie
Participatief onderzoek ontmoetingsplekken
Jongerenparticipatie bij wijkplannen
|
|||||
Resultaat |
Een samenhangend aanbod dat is afgestemd op de vraag van jeugdigen en
jongeren van 6 – 24 jaar |
||||
Werkwijze |
De vraaggerichtheid versterken van de instellingen die dit aanbod
verzorgen. Het vrijetijdsaanbod kan in verschillende domeinen worden
georganiseerd. Wij onderscheiden de volgende domeinen: gezin, buurt, school,
stad. Per domein zullen we de vraag in beeld brengen, vervolgens onze
participatiedoelstelling kwantificeren en bepalen welk aanvullend aanbod
gewenst is.
|
||||
Domein |
Vrijetijdsbesteding rond het gezin/huis |
||||
Doel |
Bestaande vrijetijdsbesteding van jeugdigen in en rond huis (spel,
lezen, radio en TV, computer) aanvullen. |
||||
|
Op dit domein zijn geen specifieke acties gericht. Er zijn geen vragen
bekend om het algemene/publieke aanbod van voorzieningen en infrastructuur
verder op jeugd toe te spitsen (denk aan TV zenders, spel/boekenuitleen). |
||||
|
|
||||
D |
Vrijetijdsbesteding in de buurt
|
||||
Doel |
Koppelen van hard- en software, waarmee wordt bedoeld dat openbare
ruimten voor spel, sport en rondhangen worden gecombineerd met de organisatie
van activiteiten en toezicht. |
||||
Uitbreiding tienerwerk
|
De afspraak is dat er binnen drie jaar in alle wijken jaarprogramma’s
voor tieners (ca. 12 - 15 jaar) zijn De programma’s hebben draagvlak onder de tieners. De programma’s zijn wijkbreed gecommuniceerd en worden geëvalueerd. Signalering problemen door tieners in diverse wijken. |
Met het jongerenwerk zijn afspraken gemaakt, die hebben geleid tot een
inventarisatie van het reeds bestaande aanbod. In alle wijk en/jongerencentra
m.u.v. Luikie vinden momenteel specifieke tieneractiviteiten plaats, die
gemiddeld door 20 tieners worden bezocht. In het werkplan 2001 van de BWD is het huidige aanbod opgenomen en
zijn de “open plaatsen” op de kaart ingevuld. De jongerenopbouwwerkers zijn
bezig met de vorming van panels waarin de jongeren/tieners hun vraag kunnen
verduidelijken. Dit resulteert in de bijstelling/uitbreiding van het huidige
aanbod. Ondersteuning tieneractiviteiten in Buitenhof (Fledderus en Rode
Dorp) en Bieslander (niet in jaarplan BWD opgenomen). Voor het tiener/jongerenwerk in Voorhof en Buitenhof wordt een nieuw
programma ontworpen. |
In alle wijken is tienerwerk gerealiseerd, met de BWD zijn hierover
productafspraken gemaakt., met name op het gebied van activering op het
gebied van informatica, muziek, dans en creatieve activiteiten. Er is echter nog geen totaal zicht op de omvang van de noodzakelijke
uitbreiding. Uit signalen vanuit diverse wijken is g Gebleken is dat het realiseren van een eigen ruimte in buurthuis
Wippolder heeft geleid tot een stucturele aanpak en daardoor uitbreiding van
het tienerwerk. Te verwachten is dat deze trend zich zal voortzetten in
voorgenomen nieuw te bouwen locaties in Tanthof, Voorhof, Kuyperwijk en
Westerkwartier. Ondersteuning van de groep rond de
Bieslander is door het sluiten van het buurthuis onmogelijk geworden. Hangout en Culture zijn voorzieningen voor
alle tieners en jongeren in het Rode Dorp en Gillis. Hiertoe is een nieuwe
opzet van de organisatie van het tienerwerk gemaakt, waardoor het
tienercentrum voor een grotere groep aantrekkelijk wordt. De programmering
van het werk is op deze plannen gebaseerd. Educatie, sport, spel, kunst en
cultuur zijn in 2002 de speerpunten. |
||
Intensivering zomerprogrammering
|
In het jaar 2000 is een sluitende programmering gerealiseerd, met
activiteiten verspreid over Voorhof en Tanthof. Ook heeft de impuls vanuit
het actieprogramma ertoe geleid dat buurt- en jongerencentra tijdens de
zomermaanden open zijn gebleven terwijl deze voorheen gesloten waren in
verband met de vakantie. Een ambulant team, heeft met een bus in de andere
wijken volgens een rooster activiteiten aangeboden. Volgens tellingen namen
aan de activiteiten in de jongeren- en buurtcentra ongeveer 4500 jongeren
deel. Aan de rond de bus georganiseerde activiteiten namen naar schatting
1250 jongeren deel. |
Intensivering Zomerschool voor nieuwkomers |
De zomeractiviteiten in 2001 zijn in 4 categorieën onder te verdelen: 1.activiteiten in de wijken op 8 vaste
locaties; 368 deelnemers 2.activiteiten in de wijken georganiseerd
door een mobiel team vanuit de bus; op 10 locaties, 249 deelnemers 3.stedelijk aanbod met culturele activiteiten; 6 verschillende
activiteiten met c.a. 150 deelnemers 4. de zomerschool, diverse activiteiten voor allochtone jongeren, 48
deelnemers Het nut van de activiteiten is aangetoond door flinke deelnemers aantallen, een hoog
tevredenheidspercentage onder de deelnemers en het geringe aantal
overlastmeldingen. Ook rond de oud-en nieuwviering zijn extra activiteiten
opgezet. De rapportage is nog niet beschikbaar In de programmering van de zomerperiode was in 2001 voor het eerst
sprake van de “Zomerschool”, gericht op nieuwkomers van 12 tot 18 jaar, De
activiteiten waren voornamelijk cultureel. Aan het project namen aanvankelijk 48 jongeren deel, 34 maakten de
cursus af. De onderdelen: kennismaken met delft, world art,tweede taal, creatieve vorming
‘computerlesZullen binnen het kader “zomerschool” ook in 2002 weer opgenomen
in de Zomerprogrammering. Deze wordt voor het laatst (mee)gefinancierd
uit de intensiveringsbijdrage jeugd
en veiligheid. Dit jaar volgt een (dekkings)voorstel om het tot regulier
beleid te kunnen maken. |
||
Starten van TOS (Thuis op Straat)
|
De TOS-kwartiermakers zijn begonnen. In het najaar van 2000 is door PJ Partners een onderzoek gedaan naar
het draagvlak voor het project TOS, dat met EZH middelen uiteindelijk
moet resulteren in een stedelijk aanbod van activiteiten voor jeugd- en
jongeren. Begin 2001 verschijnt een rapport met aanbevelingen hoe en waar
gestart kan worden. |
De start van Thuis Op Straat (TOS) in de wijken Voorhof en Buitenhof. |
De financiering van TOS voor 4 jaar is in TOS In 2002 vinden gesprekken plaats met de BWD over de verspreiding van
TOS over alle wijken. Ook zal de verbinding met het brede-schoolprogramma verder worden
uitgewerkt in afspraken over publiciteit, capaciteit, inventarisatie. TOS behoudt zo een eigen identiteit. |
||
Verbeteren speelvoorzieningen in de wijken
(kwaliteit, spreiding, variatie)
|
Doel: Evenwichtige spreiding van de verschillende voorzieningen
(trapvelden, basketbal, e.d.), in afstemming met JOS 98 (en indien in Delft
ontwikkeld TOS) in georganiseerd verband bruikbaar. Per oktober 2000 zijn 30 speelvoorzieningen gerenoveerd; nog eens 30
zijn in uitvoering. De overige 100 staan voor 2001 op de rol. Jongeren geven door panels aan, dat zij niet tevreden zijn met de
mogelijkheden van buurt of wijk. De verbetering van voorzieningen voor de oudere jeugd wordt in 2001
opgepakt in het kader van het EZH-project Investeren in de wijken. Op basketbalpleinen is het onderhoud van de borden uitbesteed aan een
bedrijf in ruil voor reclame. Actiepunt voor 2001 is de organisatie van
activiteiten op deze pleinen. |
Het aantal speelvoorzieningen zoals genoemd in de nota Speelruimte voor de
Delftse wijken is 164. De gemeente is er verantwoordelijk voor dat die speelvoorzieningen aangepast worden aan
EU eisen van veiligheid. Voor de zomer 2001 voldoen alle speelplekken aan de
veiligheidseisen. Voor eind 2001 voldoen alle speelplekken met prioriteit A
en B aan de veiligheidseisen. Daarnaast wordt een deel van de speelplekken verbeterd. De eerste fase
zou eind 2001 gereed moeten zijn, de tweede fase zomer 2002. Voor de derde
fase dienen nog middelen beschikbaar te komen. In de (EZH) campagne ‘Laat de knikkers maar rollen’ wordt een winnend
ontwerp van een speeltoestel, gemaakt door jeugdigen in de leeftijdsgroep 4 -
12 jaar, tot uitvoer gebracht. De ingebruikneming van “de walvis met
hamsterkooi” is voorzien in juli 2001. Uiteraard zullen daarbij ook de
veiligheidsaspecten in worden meegenomen. Voorbereiding: investering in voorzieningen voor skaten en in open
schoolpleinen en trapvelden. |
Per december 2001 waren 78 speelvoorzieningen gereed en 51
in uitvoering. Nog eens 58 speelplekken zullen voor de zomer 2002 worden
uitgevoerd. Dan resteren er nog 26 waarvan de financiering nog niet geregeld
is (C-prioriteit). Het
veilig maken van de speelplekken is, voor zover dat urgent was, volledig
afgerond. De veiligheidsinspecteur gedoogt dat de resterende – minder zware –
acties worden meegenomen in de lopende planning. In het najaar van 2001 en het voorjaar van 2002 is het onderstaande
gerealiseerd: Jongerenvoorziening Grote Plas Delftse Hout: Vlonderpartij plaatsen,Kabelbaan en
-pont.installeren,Modernisering van sanitair gebouw,Nieuwe speelvoorzieningen
zijn geselecteerd en worden geplaatst in de waterspeeltuin Delftse Hout. Bij asfaltering paden Delftse Hout wordt rekening
gehouden met activiteiten als trimmen, skeeleren en rolskiën De Walvis, bij de centrale opvang in de Glen Millerstraat en de
Hamsterkooi bij de Freinetschool aan de Loevesteinplaats zijn gerealiseerd. Er is eind 2001 besloten tot realisatie van
een skatepark aan de provinciale weg en tot uitbreiding van de voorziening
bij The Border. Via het project Brede School is een
subsidieregeling voor open schoolpleinen van kracht geworden. Er zijn door 5
scholen plannen ingediend, alle werden gehonoreerd. Ook in 2002 kunnen
plannen worden ingediend. Er is geïnventariseerd welke trapvelden
maatregelen vragen op het gebied van renovatie, plaatsing van hekken of het
aanbrengen van verharding, om de gebruiksmogelijkheden te vergroten. Het gaat
om c.a. 25 velden. Na berekening van de kosten worden
prioriteiten gesteld, in overleg met de wijkcoördinatoren. Prioriteit ligt bij velden waar andere
activiteiten positief worden beïnvloed. Wordt afgerond in 2002 |
||
Invoeren van Jongerenopbouwwerk
|
Doel: Via een pilot in
Wippolder invulling geven aan de opbouwwerkmethode binnen het jongerenwerk
(gericht op activering van jongeren) Onderstaande afspraken zijn gemaakt: Gestreefd wordt naar een breed samengesteld wijknetwerk voor jongeren Uren jongerenopbouwwerk wordt gerealiseerd en effectief gemaakt:
d.w.z. jongeren zijn geactiveerd. Resultaat: Medio 2000 is voor 32 uur
een jongerennopbouwwerker aangesteld. Uit de contacten met groepen
jongeren is een tijdelijke activiteitenraad gevormd.
|
Het jongerenopbouwwerk van de B.W.D. heeft - volgens de methode van
stichting Alexander - contact gemaakt met de eerste groep jongeren. Een
aandachtspunt blijft de vraag hoe alle jongeren (of een relevante doorsnee
daarvan) in dit traject betrokken kunnen worden. De eerste panelgesprekken
hebben plaats gevonden; belangrijke vragen, die te maken hebben met
accommodatie, vrije tijdsbesteding en activiteiten zijn zo in beeld gebracht.
|
Het blijkt – zonder accommodatie en in een
wijk waar nog niet geparticipeerd wordt rond een wijkplan – heel moeilijk
voor de opbouwwerker om de jongeren in de Wippolder te bereiken. Er is inmiddels
wel een groep jongeren actief betrokken bij de gesprekken (met onder andere
gemeente, BWD, architect) over het realiseren van de nieuwbouw en de daar te
realiseren activiteiten. In deze fase wordt de aandacht van de
jongerenopbouwwerker meer gericht op de groep tieners, waarvoor een eigen
ruimte in het nieuwe wijkcentrum is gerealiseerd. Opbouwwerk-processen komen
in 2002 meer tot hun recht, met wijkprogramma, wijkzorgteams, beschikbare
ruimte,
nieuwbouw. Doel
blijft het bereik van het jongerenwerk onder de doelgroep te vergroten.
Gezien de ervaringen met wijkopbouwwerk rond de wijkaanpak (ondersteuning van
bewonersplatforms), wordt gestreefd naar voldoende jongerenopbouwwerk in alle
wijken Verschuiving vanuit het gewone
jongerenwerk, zoals voorgesteld in de nota Knopen in de wijken blijkt niet
eenvoudig. |
||
Wijkgerichte sport, spel en cultuur
activiteiten aanbieden
|
Sports on the streets project bevindt zich in de
afrondende fase, project zal worden
opgevolgd en aangevuld met spel- en cultuurelementen. |
Voorbereiding van sportactiviteiten uit te voeren door een
sportopbouwwerker; financiering met EZH-middelen. |
In de (EZH-)deelnota sport, spel en cultuur in de wijken is de opzet
van de activiteiten geregeld, aanvang week 9 2002. De periode van activiteiten loopt per jaar (2002 t/m 2006) van week 9
t/m 43. (m.u.v. de zomervakantie) Binnen deze periode zal het reguliere aanbod bestaan uit 1 activiteit
per week, per wijk. Daarbij zijn er gedurende bovengenoemde periode 6
toernooien/evenementen. ( 1per wijk) Ook zal er zowel aan het begin, -als aan het einde van een periode een
extra (stedelijke)activiteit georganiseerd worden. |
||
Uitbreiden van Speelbal naar meer wijken
|
Evaluatie van speelbal en balspel in Voorhof en Buitenhof laat
uiteenlopende successen zien, de vraag uit andere wijken is groot. |
Voorbereiding van een uitbreiding van speelbal/balspel naar andere
wijken en bijstelling van bestaande faciliteiten, gefinancierd met
EZH-middelen. |
In nota “Speelbal” van december 2001 is
vastgelegd hoe de voorziening in Voorhof tot 2007 volgens het bestaande
concept kan doorwerken. Dit concept staat model voor de voorziening in
Gillis, die als zodanig wordt omgevormd en voor een nieuw te ontwikkelen
locatie in de Kuyperwijk. De nota voorziet in een plan van aanpak,
waarin personeel, begeleiding, inrichting, bewoners- en
gebruikersparticipatie, evaluatie en verdere ontwikkeling is geregeld. Eind 2002 moeten de drie genoemde
voorziening operationeel zijn. |
||
D |
Vrije tijdsbesteding rond de
school
|
||||
D |
De maatschappelijke wens naar sport en cultuur aan laten sluiten op de
jongerencultuur, zo dicht mogelijk bij huis. De jongerencultuur geeft aan dat het leuk moet zijn en met
elkaar moet plaastvinden: muziek (rappen, band), ICT (gamen). Ook vorming
is van belang (taaltoneel). Bovendien is veiligheid een belangrijke waarde. |
||||
Verdere ontwikkeling van het aanbod van
het Brede Schoolprogramma
|
|
Per 1 september 2001 start een brede-schoolprogramma in de wijken
Voorhof en Buitenhof, met sport, cultuur, natuur/milieu en ICT. Dit wordt
later uitgebreid naar andere wijken. Samen met het voortgezet onderwijs een programma maken voor 12 – 18
jarigen, dat op de scholen maar ook in de wijken tot uitvoering komt. Als
eerste stap worden de mediatheken langer opengesteld voor de leerlingen en
wordt geëxperimenteerd met openstelling voor andere jongeren via en met het
professionele jongerenwerk. Bezien hoe een koppeling tussen deze programmering en de Delftpas kan
worden gemaakt. |
Brede School programma Per januari is het programmaboekje voor de 2e helft van het
schooljaar gereed. De voorbereidingsfase voor het programma in schooljaar 2002-2003 is gestart. Het gaat dan om de wijken
Voorhof, Buitenhof, Tanthof en Vrijenban. Programmamakelaars brengen vraag en
aanbod bij elkaar en maken gebruik van bestaande netwerken en werken nauw
samen met eerder genoemde activiteiten als TOS, Speelbal etc. Met het Voortgezet Onderwijs zijn contacten gelegd om te zien of en
hoe een brede schoolprogramma voor deze jongeren gerealiseerd kan worden. Dit
deel van het brede-schoolprogramma bevindt zich in de onderzoeksfase. Het
onderzoek wordt ondersteund door de provincie. Met de Delftpas is de principe-afspraak gemaakt dat het
brede-schoolprogramma in het pakket van de Delftpas wordt opgenomen, zo
spoedig mogelijk in de loop van het schooljaar 2002-2003. Diverse
probleempunten die dat voornemen in de weg staan worden in de eerste helft
van 2002 van een oplossing voorzien. |
||
|
|
||||
|
|
||||
Domein |
Vrije tijdsbesteding op stedelijk niveau
|
||||
D |
Van consumptie naar zelforganisatie: Jongeren kansen geven hun
betrokkenheid bij eigen vrijetijdsbesteding te laten tonen door hen een
actieve rol in de organisatie te laten nemen. Jongeren (vooral 12+) hebben meerdere malen aangegeven wensen te
hebben op stedelijk niveau. Het gaat dan om: Uitgaan (muziekgelegenheden,
cafés); Goede winkels (kleding); Vervoersmogelijkheden (’s nachts); Zien en
gezien worden (rondhangen, vraag om aandacht); Voldoende variatie om groepen
een eigen territorium te laten hebben (ruimte voor subculturen); Veiligheid
(dit bepaalt ook waar men heengaat) |
||||
(Veilig)Uitgaan
|
|
Via het jongerenwerk stedelijke bezoeken organiseren (bijv. Culture huurt Speakers). Realisatie discotheek aan het Cultuurplein. Aandacht vragen voor jongeren in het binnenstadsmanagement (winkelaanbod,
vervoer, hangplekken). Stimuleren van buurt(internet)cafés (project buurteconomie). Schoolprojecten (De veilige school verbreden). |
Onder tieners blijkt onverminderd de vraag naar grootschalige disco-
en feestactiviteiten; na een aantal evenementen is het besef ontstaan Plannen worden hiertoe ontwikkeld, resultaten te verwachten in mei
2002. De realisatie van een discotheek maakt deel uit van het project
Zuidpoort. Oplevering cultuurplein verwacht in 2005. De ontwikkelaar MAB
onderhandelt met mogelijke exploitanten. In het bestemmingplan Binnenstad wordt de Veilige
Horecaroute opgenomen. Het programmateam gaat intern verdere
mogelijkheden inventariseren. Met de stimuleringsimpuls jeugd en veiligheid is
de voortgang van het project de veilige school (v.o.)voor 2 jaar
verzekerd, tot en met 2002. De volgende acties/initiatieven zijn voor 2002
gepland: 1. Uitvoeren plannen van aanpak · opstellen veiligheidsprotocollen · inventarisatie bouwkundige knelpunten · per school inventarisatie 2. Extra indiv. trajectbegeleiding 3.
Overlegbijeenkomsten · studiebijeenkomsten en terugkomdagen · trainingen veiligheid/werkbaarheid · interculturele activiteiten centrale opvang 4. Ambtelijke en externe ondersteuning · onderwijsbegeleiding · faciliteiten coördinatie · faciliteiten scholen 5.
Leerlingactiviteiten · bewustwording veiligheid |
||
Jeugds
|
|
Realisatie van een stedelijk skatepark. |
Realisatie skatebaan:
Acties:
|
||
Vormende activiteiten
|
|
Via het jongerenwerk vormende activiteiten (antidiscriminatie, drugspreventie).
Er wordt een medewerker educatie en cultuur aangesteld die bijdraagt aan
programmering en voorlichting. |
Per 1 januari en per
1 maart 2002 treden bij de BWD een tweetal medewerkers in dienst die inhoud
geven aan voorlichting en informatieverstrekking aan jongeren, veelal in
cursusvorm en op locatie. |
||
Activiteitenaanbod AMA’s
|
|
Kleinschalig aanbod op locatie, dichterbij of in de KWE’s waar de
AMA’s wonen (en niet in reguliere accommodaties waar zij niet komen).
Doelgroep: net aangekomen AMA’s en AMA’s van ca. 18 jaar. De BWD treedt op als hoofdaannemer, i.s.m. SVD, SJD, de Opbouw. |
Offertes worden bij
diverse instellingen opgevraagd. |
||
Jongerencultuur (multi-cultureel)
|
Jongeren in aanraking brengen met cultuur. Meer samenwerking tussen
culturele instellingen onderling en met scholen. Ontwikkelen van nieuwe
kunstvormen en -presentaties. In een periode van 4 jaar worden activiteiten gegenereerd voor
jongeren van 12 tot 24 jr. (vrije tijd): Theaterproject jonge vluchtelingen door Selam en PJ Partners. Festival in de wijk optredens podia en andere locaties multi-media laboratorium jamsessies internationale uitwisselingsprojecten Blijvende culturele infrastructuur tussen onderwijs, culturele
instellingen, jongeren en allochtonenorganisaties. Website ckv-leerlingen. Scouts voor begeleiding talent. |
Er is een contract opgesteld met de multiculturele makelaar om vraag
en aanbod van multiculturele projecten op elkaar af te stemmen. Het actieplan cultuurbereik is vastgesteld. |
Acties 2002 Uitvoering
van X-change, het muzikale meerjarenprogramma voor autochtone en
allochtone jongeren, gericht op uitwisseling van muziek en dans: De nacht van de wereldmuziek door Speakers
Kleinschalige Podiumkunsten: Er komt een programmatisch samenwerkingsverband tot stand
tussen de jongerenpodia, het gebruik van de nieuwe media en jongeren. In
een theaterproject, begeleid door PJ Partners maken jonge vluchtelingen en Nederlandse jongeren een
theatervoorstelling. Looptijd: 2002/2003/2004 De Nieuwe Amateur: Activiteit: Allochtone en autochtone jongeren tussen 12 en
24 jaar volgen workshops en vertonen hun kunsten tijdens open avonden. Het
gaat hierbij om individuele amateurkunstbeoefenaars, veelal uit de wijken,
die zichzelf op een stadspodium presenteren. Per jaar worden twee
activiteiten in een kleinschalig theater in Delft gehouden en twee
activiteiten op een nader te bepalen verrassende locatie in Delft. Hiernaast wordt er een website geëxploiteerd waarop o.a.
de eigen activiteiten vermeld staan. Looptijd:
2002/2003/2004 Maken van
een Delftsblauw Graffitikunstwerk Zuidpoort:Begin maart 2002 wordt,
onder leiding van kunstenaar Hugo Kaagman, door ongeveer 50 Delftse jongeren
een graffitikunstwerk gemaakt in Delftsblauw. Dit kunstwerk wordt aangebracht
op de houten muur die om het bouwgebied Zuidpoort geplaatst wordt. Er wordt een multiculturele makelaar aangesteld om vraag
en aanbod van multiculturele projecten op elkaar af te stemmen. Hierbij wordt
een relatie gelegd met Brede school. |
||
DEEL 2 Preventie en preventieve
hulpverlening
|
|||||||||||||||||||||
Resultaat |
Realisatie voorlichtings- en
hulpverleningsketen voor 0 tot 23-jarigen l
|
||||||||||||||||||||
Werkwijze |
Er is reeds sprake van een
gestructureerd informatief aanbod in de periode tot en met basisonderwijs
(GGD, OBD, Opvoedbureau). Wenselijk is om deze lijn door te trekken.
Intensivering dient daarom plaats te vinden, gericht op de jeugdige in het
voortgezet onderwijs. Koppelen van het aanbod van
verschillende regionale hulpverlenings-instanties |
||||||||||||||||||||
Realisatie van een Delfts JIP
(Jongereninformatiepunt en
ambulante voorlichting)
|
Beschikbaar stellen van
toegankelijke informatie aan jongeren om hun ontwikkeling naar
zelfstandigheid en zelfredzaamheid te bevorderen en ter preventie van
problemen op materieel en immaterieel gebied. Dit betekent dat er een
passend aanbod moet zijn in de sfeer van folder- cq. naslagmateriaal, maar ook
moeten intermediairen beschikbaar zijn die jongeren kunnen helpen bij het
vinden van de juiste informatie. Hiertoe: Onderzoeken hoe in Delft de voorlichting en
informatie aan jongeren in goede banen geleid kan worden; reconstructie van het JIP bij de SJD/BWD,
Het draagvlak onder mogelijke participanten wordt
onderzocht en gevonden en op basis daarvan is een plan van aanpak opgesteld. |
Er is een plan van aanpak
opgesteld, dat steunt op een samenwerkingsafspraak tussen BWD en SJD: Realiseren van JIP, centraal in binnenstad
(Mogelijkheden aan de Brabantse Turfmarkt zijn in onderzoek). Gestreefd wordt
naar opening centraal JIP in september 2001. Onderdelen van het JIP: -
Delftse
JIP web-site (laten) actualiseren. -
Informatiehoeken in
jongerencentra, buurthuizen en onderwijsinstellingen. -
Productontwikkeling
en voorlichting ter plekke. Jongerenpanels beoordelen product en leggen
vragen neer voor verdere productontwikkeling; in toekomst streven naar
Jongerenadviesraad. |
Samen met het VSB-fonds heeft een haalbaarheidsonderzoek plaatsgevonden
van gezamenlijke huisvesting van JIP en Oudereninformatiepunt in het
Congregatiegebouw. De onderhandelingen over huur vinden plaats. De
bouwaanvraag is ingediend.
Met de verbouwing en inrichting is een bedrag van EURO 170.000 gemoeid,
waarvoor bij fondsen wordt aangeklopt Een concrete datum voor opening is begin januari
nog niet bekend. Gestreefd wordt naar opening voor de zomer 2002. Tevens is een subsidie/product
afspraak gemaakt met SJD en SWD om inhoud te geven aan een Delfts JIP-Plus,
zoals beoogd. Met de beschikbaar gestelde middelen kan het JIP 3 dagdelen per
week open zijn. De voorbereidingen zijn in het vierde kwartaal 2001 gestart: Gerealiseerd is: De vorming van een JIP-begeleidingsgroep (waarin
JIP, SJD,BWD en gemeente participeren) Benoeming Delftse JIP-medewerker Geleverd worden in
2002: o
Infohoeken op plaatsen waar jongeren komen,
buurt- en clubhuizen, jongeren- en tienercentra, onderwijsvoorzieningen. o
Web-site. o
Delftse
Jip-voorlichtingsfolder en diverse specifiek op Delftse jongeren gerichte
producten o
Voorlichting/cursussen
aan jongerenwerkers. In 2002 komt een voorstel voor financiele dekking om het
aantal dagdelen waarop het JIP geopend is uit te breiden . |
||||||||||||||||||
Opvoedingsondersteuning voor ouders van tieners
|
Opvoedbureau omvormen ten
behoeve van een breder bereik. Het opvoedbureau Delft heeft een nieuwe aanpak
ontwikkeld, waardoor in 2001 aantoonbaar meer ouders van tieners en
allochtonen worden bereikt. Afspraken: Er
zijn streefcijfers voor 2001 geproduceerd. Er is een evaluatie-afspraak
gemaakt. De financiering is vastgelegd. Resultaat kon in 2000 niet worden
geboekt, omdat de bestaande financiering van de spreekuren, vanuit de regio
Haaglanden, verviel. Door beschikbaarstelling van gemeentelijk subsidie
konden 2 bestaande spreekuren worden gecontinueerd. Daarmee is de bestaande
basis behouden. |
Binnen de gemeente is
inmiddels een structureel bedrag voor het Opvoedbureau beschikbaar van
ƒ 65.000,00. Mede dankzij een (laatste) bijdrage van het Stadsgewest
Haaglanden blijven in 2001 twee van de bestaande spreekuren (Wippolder en
Tanthof) gehandhaafd. Vanaf september 2001 wordt een derde spreekuur
georganiseerd gericht op Voorhof/Buitenhof, aansluitend bij de ontwikkelingen
Brede School in die wijken. In eerste instantie wordt gewerkt aan een
vergroting van het bereik onder allochtone ouders. Voor 2002 worden streefcijfers afgesproken en wordt een
evaluatieafspraak gemaakt. De mogelijkheden voor verhoging van de structurele
middelen worden nagegaan. |
Afspraken zijn gemaakt
met Maatzorg om in 2002 in 3 wijken spreekuren te verzorgen. Budget € 30.631 voor de organisatie en uitvoering
op 3 locaties: Tanthof, Buitenhof/Voorhof en Wippolder en € 18.830 uit de
reserve AMW van Maatzorg. In 2002 zal een voorstel volgen voor voldoende structurele
subsidiering. De aandacht voor het bereik onder ouders van tieners wordt
versterkt via publiciteit en streefcijfers. Cijfers over 2000 laten het volgende
zien: Het bereik van het opvoedbureau is
ongeveer 130 kinderen, hiervan is: 20% tussen 12 en
18 jaar, 22 % is tussen 8 en 11 jaar. 16% van de clienten is allochtoon. Streven is het bereik onder allochtonen te vergroten naar
33%. Hiernaast wordt aangesloten bij de ontwikkeling van het
kernprogramma zorg uit het Brede Schoolprogramma. |
||||||||||||||||||
Ontwikkelen netwerk Jeugdhulpverlening
|
Ontwikkelen van
jeugdhulpverleningsnetwerken in de wijken ten einde het aanbod voor
individuele begeleiding aan jongeren (12 – 24 jaar) te verbeteren door samen te
werken en af te stemmen. Afspraken in de pilot (van 1 jaar): Protocollen
waarin samenwerking en afstemming met betrekking tot werkwijze tussen
jeugdzorg en lokale organisaties is vastgelegd; Convenanten waarin organisatorische samenwerking
en afstemming tussen jeugdzorg en lokale netwerkorganisaties is/ zijn
vastgelegd; Beschrijving van de processen van de ontwikkeling
en uitvoering van het pilotproject; Projectevaluaties en aanbevelingen; Een of meer overdraagbare modellen waarin de
aansluiting van de jeugdzorg op lokale netwerken tot stand wordt gebracht. Resultaat in 2000 is het ondertekenen van een convenant
voor de vorming van een beleidsteam waarin alle betrokken organisaties
zitten: SJD, GGD, Bureau Jeugdzorg, leerplicht, politie, jongerenwerk,
Maatzorg. |
Onder het beleidsteam is een
zorgadviesteam (ZAT) ingesteld met deskundige professionals. Er is binnen de wijk, mede door het ontbreken van
jongerenwerk en voortgezet onderwijsvoorzieningen moeilijk inzicht te krijgen
in bestaande structuren, waardoor goede ingangen moeizaam te vinden zijn.
Hierdoor zijn de resultaten tot nu toe uitgebleven. Tegelijkertijd is het duidelijk geworden, dat in
andere delen van Delft netwerken aanwezig zijn, die aansluiting bij een
zorgstructuur als het ZAT ontberen. Getracht wordt daarom om, beginnend in de
wijk Buitenhof, te komen tot een met het Pilotproject vergelijkbare
constructie. Tenslotte blijkt de ontwikkeling van het
pilotproject voor een deel parallel te lopen met ontwikkelingen binnen
onderwijs, waar bij het voortgezet onderwijs reeds sprake is van een goede
zorgstructuur en, in het kader van de brede schoolontwikkeling, ook binnen
het basisonderwijs op afzienbare termijn een vergelijkbare situatie zal
ontstaan. Het bovenstaande overwegende is het doel om in
2001 te komen tot structurering en professionalisering van de in diverse
wijken bestaande netwerken en een aansluiting met het zorgadviesteam en de
rond onderwijs bestaande zorgstructuur te realiseren. |
De Pilot in Wippolder is geslaagd waar het gaat
om de netwerkvorming, de intentie om samen te werken en deskundigheid
beschikbaar te stellen
en de bereidheid om afspraken vast te leggen in een convenant. In de pilot kon niet worden nagegaan
hoe het in de praktijk werkt , omdat we aan de uitvoering nauwelijks zijn
toegekomen. In een half jaar werden vanuit de vindplaats ‘wijk’ geen jongeren
aangemeld. De pilot-periode is hiertoe niet verder verlengd, omdat de (te)
kleine schaal geen jongeren opleverde voor het hulpverleningscircuit. Nieuwe ontwikkelingen zoals vermeld onder opvoedingsondersteuning en de
projectgroep Delft plus zullen in 2002 starten als beschreven onder het
project Preventieve hulpverlening. |
||||||||||||||||||
Sluitende aanpak 16 – 23 jarigen
|
Sluitende aanpak voor
jongeren 16-23, op het terrein van onderwijs, werk en inkomen, en
jongerenwerk. Het betreft een project van 4 jaar, ingaande 2001. Doelgroep: jongeren die zonder bijzondere aandacht een
aanzienlijk risico lopen de schoolloopbaan voortijdig te onderbreken, d.w.z.
geen startkwalificatie te behalen, waardoor zij zonder voldoende toerusting
aan hun maatschappelijke loopbaan kunnen beginnen, en als gevolg hiervan een
beroep doen op een uitkering, dan wel geen betaald werk hebben. Concrete afspraken zijn: -
1 loket voor jongeren van 16 – 23 jaar -
Centrake registratie en intake en begeleiding Per oktober 2000 was een plan van aanpak gereed,
protocollen voor de werkwijze en was een pilot bij JOS 98 voor de 16/17
jarigen achter de rug. De
sluitende aanpak in Delft maakt onderdeel uit van het RMC Casemanagement
waarin de regio Haaglanden, (Den Haag Delft, Zoetermeer e.a.), samenwerkt op
het terrein van bestrijden van voortijdig schoolverlaten. Dit is per
oktober 2000 gestart. |
De voorbereidingsfase is
afgesloten. Het team van 4 casemanagers is compleet. Per 01-04-2001 zal er op
een centrale plaats gewerkt worden door het team. Het team verzorgt vanaf
01-01-2001 de centrale registratie, centrale intake, doorverwijzing en start
begeleiding op. Plan van aanpak en protocollen op uitvoerend niveau zijn
gereed. Het project wordt per jaar opgebouwd, er is
gekozen voor een groeimodel waar het de registratie betreft. De 16-17 jarigen
zijn reeds in beeld in 2000, de 18 jarigen worden toegevoegd in 2001, etc.
Uit de doelgroep 16- 17 jaar zijn 150 jongeren in beeld. Momenteel 50
jongeren in begeleiding. Potentiële doelgroep voor 2001 (zie groeimodel), 300
jongeren. |
Vanaf 01-07-2001 zijn 160 Delftse jongeren van 16 – 23 in
behandeling genomen. Uitstroom gegevens:
Voor 2002 wordt gestreefd naar een evenwichtiger
percentage bij de uitstroomcategorieën werk en hulpverlening. Het aantal
begeleide jongeren zou dan kunnen komen op 200. Ook wordt in 2002 de leeftijdsgroep 19-jarigen toegevoegd
aan de centrale registratie. |
||||||||||||||||||
Preventieve hulpverlening
|
|
De
gemeente dient de regie te voeren, zodat een goede aansluiting tussen lokaal
en regionaal jeugdbeleid gewaarborgd wordt en zodat door het bevorderen van
samenwerking overlappingen voorkomen worden. Hierbij kan gedacht worden aan
netwerkvorming waarbij de gemeente het initiatief neemt. Via de (hulp)instellingen de actuele situatie
onderzoeken en vraag en aanbod in kaart brengen. Lopende projecten opnieuw bezien en waar mogelijk
integreren en uitbreiden naar meerdere wijken van de stad, zoeken naar
mogelijkheden om wijkgerichte activiteiten aan te laten sluiten bij zorgstructuur
van onderwijs (brede school). Er wordt vooral geïnvesteerd in het tot stand
brengen van samenhangen: Afstemming tussen Sluitende aanpak (RMC) en Pilot
jeugdhulpverlening / buurtsignaleringsnetwerken. Koppeling van zorgteams op scholen met Openbaar
Ministerie. Inschakeling van de voorpostfunctionaris bij de
invulling van de gemeentelijke regierol richting jeugdzorg. |
De gemeente stuurt aan op een integrale
zorgaanpak om complexe problemen bij kinderen adequaat te signaleren en aan
te pakken., zoals beschreven in de nieuwe Wet op de Jeugdzorg, die in januari
2002 naar de Tweede Kamer gaat en waarin de lokale verantwoordelijkheden van
de gemeenten zijn vastgelegd. Ten eerste wordt in Delft een integrale
jeugdgezondheidszorg ontwikkeld. In 2002 vormen GGD en Maatzorg het ‘JGZ
centrum’als coördinatieteam met daaraan verbonden wijkzorgteams. Kenmerk is
de multidisciplinaire benadering van de zorg: schoolverpleegkundige, opvoedbureau,
schoolmaatschappelijk werk. Voor het opzetten van deze teams verleent de
provincie subsidie. De wijkzorgteams zijn benaderbaar door zorgteams op
scholen en door ouders en instellingen uit de wijk. Het accent ligt op de
leeftijdsgroep tot 12 jaar. Gestimuleerd wordt dat vanuit het JGZ-centrum
regelmatig beraad plaatsvindt met de politie en bureau jeugdzorg, ten behoeve
van een samenhangende aanpak van de doelgroep 12 – 16 jaar. De leeftijdsgroep
16 – 23 jaar wordt benaderd vanuit het project Regionale Meld- en
Coördinatiefunctie. De ontwikkeling van wijkzorgteams loopt parallel aan het
brede-schoolprogramma: gestart wordt in Voorhof en Buitenhof. Ten tweede is sprake van de vormgeving van een
zorgloket voortgezet onderwijs. Dit gebeurt in de jaren 2002 en 2003. Ook
hier gaat het om de bundeling van zorg aan leerlingen. Als kern wordt gedacht
aan het verenigen van de structuren VO-SVO met de Wissel.
Samenwerkingsrelaties moeten worden uitgebouwd met bureau jeugdzorg, GOA,
leerplicht … Aandacht verdient de invulling van het
‘gat’tussen Wijkzorgteams (0-12) en
RMC (16-24). Voorjaar 2002 wordt een expertbijeenkomst belegd om ook
de groep 12-16 in beeld te krijgen en in te bedden in een samenhangende
structuur. Er zijn verkennende gesprekken gevoerd tussen leerplicht
en het Openbaar Ministerie. Het voornemen is om in het schooljaar 2002-2003
een “basta”-project in Delft te starten (taakstraffen). In Haaglandenverband worden productafspraken met bureau
jeugdzorg voorbereid over de invulling van de taken door de
voorpostfunctionaris.. |
||||||||||||||||||
Tijdig signaleren overlast / klachtenmanagement
Betere monitoring en afhandeling van klachten over overlastgevende
en/of criminele groepen jongeren. |
Het beslisteam jongeren heeft ertoe bijgedragen dat de zware
overlastproblemen zijn teruggedrongen (Beestenmarkt, Pijpering). Er zijn nog
circa 30 aandachtsplekken in de stad. De overlast is op deze plaatsen echter
minder groot. Het geprivatiseerde bureau HALT Haaglanden neemt bij wijze van proef
deel aan het overleg in het beslisteam. De uitkomsten van een
brainstormsessie om het actieplan verder uit te werken zijn besproken. |
De relatie met het wijkcoördinatieteam en het wijkbewonersoverleg is
beschreven: veel zaken kunnen in deze overleggen worden opgelost. In het
geval dat een klacht de mogelijkheden van deze twee genoemde wijkoverleggen
overstijgt komt het beslisteam in beeld met het verzoek richting te geven
aan, en de uitvoering in te zetten van het aangedragen knelpunt. De benodigde
informatie over overlast die via een format bij het beslisteam zou kunnen
worden aangereikt zal nog gezamenlijk worden geformuleerd. Bij het ontwerp van een procesbeschrijving klachtenafhandeling zal een
relatie worden gelegd naar het project keten openbare buitenruimte. Een
procesbeschrijving klachtenafhandeling, waarin mogelijke maatregelen zijn
opgenomen. Een beschrijving van taken en bevoegdheden van de verschillende
vakteams. Verbetervoorstellen zijn voorgelegd aan de Stuurgroep Integraal
Jongerenbeleid / en -Veiligheidsbeleid. |
Voor de afhandeling van klachten is een door Welzijn, Wijkzaken,
Jongerenwerk en politie een protocol ontwikkeld, waardoor het mogelijk is
problemen snel, op wijkniveau aan te pakken. In deze procedure spelen de
wijkcoördinatieteams een belangrijke rol. Indien overleg binnen een w.c.t. geen oplossing oplevert, wordt door het beslisteam
(wijkzaken. Welzijn, politie, BWD) getracht om probleemoplossende maatregelen te ontwikkelen en te doen
uitvoeren. De aanpak blijkt adequaat, veel problemen zijn op wijkniveau afgehandeld;
het beslisteam heeft in 2001 een tweetal zware zaken afgehandeld. In 2002 wordt op de beschreven wijze verder gewerkt. |
CRIEM
is een nieuw project
van het ministerie van binnenlandse zaken en heeft ten doel om in de jaren
2001-2004 een gesloten keten aan voorzieningen te realiseren, waardoor
marginalisering van allochtone kinderen en jongeren, met als mogelijk gevolg
afglijden naar criminaliteit, kan worden voorkomen. |
|
|
Delft heeft financiën ontvangen om voor mei een
meerjarenplan te ontwikkelen. Voor de uitvoering van de plannen is eveneens
een bedrag beschikbaar; na 2004 moet de keten geïmplementeerd zijn. Het plan dat in mei tegemoet gezien worden zal aan een
viertal criteria voldoen:
|
DEEL 3 Wonen en inkomen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opstellen huisvestingsbeleid jongeren
|
Het opstellen van huisvestingsbeleid, specifiek
gericht op jongeren. Dit beleid is met name bedoeld om de kansen voor jongeren (18 –30 jaar) op de woningmarkt in
Delft te vergroten en te voorkomen dat jongeren gedwongen zijn woonruimte
buiten Delft te zoeken. |
De nota “Jongerenhuisvestingsbeleid” is in april
2000 vastgesteld. Deze nota bevat uit te werken voorstellen voor de korte(re) en middellange
termijn: o
de kennis over
huurrecht en groepsbewoning is toegenomen bij de doelgroep o
de criteria
binnen het woonruimteverdelingssysteem zijn aangepast o
de verschillen
tussen de aanbodmodellen binnen de regio zijn opgeheven (na 2000) o
het aanbod
kamers en zelfstandige woonruimte is bescheiden uitgebreid (na 2000) |
De in 2000 opgerichte kamerwinkel verstrekt o.a.
informatie over alle huurzaken. Het is niet bekend of daarmee de kennis bij
de doelgroep is toegenomen. Ervaring is dat de positie van met name studenten
op de particuliere kamermarkt niet best is. Met enige regelmaat worden
studenten op straat gezet, omdat desbetreffende panden worden verkocht. In
2002 wordt de bekendheid van de kamerwinkel verder vergroot. De criteria zijn aangepast en vormen sinds medio
2000 de basis voor het slaagkansexperiment. De aanbodmodellen in de regio Haaglanden zijn gelijk,
wanneer in 2003 de uitzonderingspositie van de Westlandgemeenten is
opgeheven. Als onderdeel van het experiment slaagkans is het aanbod
zelfstandige woonruimten voor starters vergroot. Daarnaast heeft de gemeente de woningen
die liggen in de spoorzone in beheer gegeven aan corporatie DUWO. Tenminste
24 kamers zijn inmiddels via tijdelijke verhuur bij jongeren terecht gekomen.
Daar komen nog woningen/kamers bij aan de Genestetstraat. Corporatie DUWO is
verder actief in het TU gebied. Enige zorg baart de afname van het aantal particuliere woonruimten. Bij de herinrichting van het T.U.gebied zal het aanbod van
zelfstandige woonruimte worden uitgebreid. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Slaagkansen voor jongeren vergroten
|
Te komen tot een meer dynamisch en éénduidig
woonruimteverdelingsmodel. Uit het experiment moet blijken of het begrip
kernvoorraad kan worden losgelaten en dat in de woonruimteverdeling gewerkt
kan worden met slaagkansen. |
Het experiment ‘slaagkans’ is 1 juli 2000
gestart. Halfweg, dat wil zeggen over de periode tot en met 31 december
2001, kan uit de beschikbare cijfers
worden opgemaakt dat in het algemeen de slaagkansen van jongeren tussen 18 en
30 jaar dankzij het specifiek labelen op leeftijd zijn vergroot. Starters van
18 tot en met 21 jaar en 25 en 26 jarigen scoren nog iets minder dan gewenst.
Hun slaagkansen worden in de tweede helft van het experiment verder
verbeterd. In vergelijking met de situatie voor 1 juli 2000 zijn de kansen
voor o.a. deze groepen in ieder geval verbeterd. |
Experiment is uitgevoerd en levert gegevens op om
de slaagkans voor jongeren daadwerkelijk door beleid positief te beïnvloeden. Tabel:Leeftijdsjaar
en slaagkans van starters In
procenten
Tot 1 – 7 2002 wordt ingezet op de hogere
slaagkans voor jongeren. Daarnaast is er een gelijke positie voor
doorstromers en starters t.a.v. de reactieduur, met als uitgangspunt dat de
slaagkans gelijk is aan hetgeen is vastgesteld voor het experiment. |
Opvang
van zwerfjongeren
|
In beeld krijgen van het aantal zwerfjongeren en de problematiek van
zwerfjongeren in Delft. Afspaak: Najaar 2000 zijn de resultaten bekend van het onderzoek naar
het aantal en de samenstelling van de groep zwerfjongeren in Delft. Het onderzoek heeft in 2000
plaatsgevonden, maar heeft geen houvast opgeleverd ten aanzien van omvang en
samenstelling van de groep. Vervolgacties om het zicht alsnog te krijgen,
zijn gestart, |
Tijdens een globale inventarisatie van dak- en thuisloze jongeren (t/m
22 jaar) in de regio Delft is een aantal bepaald van 30 dak- en thuisloze
jongeren. Dit zijn geen zwerfjongeren in die zin, dat zij regelmatig ’s
nachts op straat moeten doorbrengen. Het zijn eerder jongeren die weliswaar
dakloos zijn, maar wel iedere avond een (ander) dak boven het hoofd hebben. Hierbij moet het onderscheid worden gemaakt tussen jongeren 18+ en
18-. In het kader van structurering van de bestaande maatschappelijke opvang
en de invulling van het EZH project “Zwerfjongeren en daklozen” worden de
mogelijkheden bekeken om tot verbetering van de opvang en begeleiding van
deze groep jongeren te komen. Afspraak: opvang van zwerfjongeren in dagopvang bestaande
voorzieningen. |
In 2002 worden gerealiseerd: Voor jongeren onder de 18 jaar
die door een crisissituatie plotseling op staat komen te staan en geen
indicatie voor jeugdzorg hebben was tot nog toe geen opvang geregeld. Met het
nieuwe project is er vanaf 2002 per jaar f 50.000,- beschikbaar voor 3 à 4
opvangplaatsen. Deze komen er door middel van een uitbreiding van bestaande
‘opvang/begeleid wonen’-plaatsen van de Stichting Jeugdhulpverlening. Na twee
jaar wordt bekeken of het project wordt voortgezet. Voor vier jongeren van 18 jaar
en ouder stelt DUWO woonruimte beschikbaar en verzorgt de stichting Breed
Welzijn en zo mogelijk S.T.A.D. 2000 de begeleiding en de activiteiten. Het
gaat hierbij om jongeren die om verschillende redenen nog niet kunnen
doorstromen naar zelfstandige woonruimte, maar bestaande opvang cq woonruimte
wel moeten verlaten. Er is eenmalig f. 50.000,-- (rente EZH-project 2001)
beschikbaar voor deze woon- en maatschappelijke begeleiding (met zo nodig een
bijdrage uit budget maatschappelijke opvang voor evt. tekorten huur en/of
meubilering). Ook deze opzet wordt na twee jaar geëvalueerd.. |
Voorlichting over financiën
|
Doel: Goede informatieoverdracht over
budgetering, belastingen, verzekeringen en dergelijke. Beoogd resultaat: De ontwikkeling van
een jongerenadvieswijzer over geld, jaarlijks te actualiseren. Het jaar 2000 stond in het teken van
oriënterende gesprekken met uitvoerende organisaties. |
Ontwikkeling van de zakgeldkrant en
het beschikbaar stellen van het Poenboek van de VSSD voor niet-studenten, met
een gemeentelijke bijdrage. NIBUD en Budgetwinkel onderzoeken de
mogelijkheden tot informatieverstrekking op middelbare scholen. |
Poenboek VSSD is per december 2001 beschikbaar, in een
oplage van 2500 exemplaren. De zakgeldkrant verscheen gelijktijdig met het poenboek in
een oplage van c.a. 1600 exemplaren. Financiële voorlichting in lessen middelbare scholen,
door middel van een lesbrief, ondersteund met de zakgeldkrant wordt via onderwijs gegeven. De eerste les (door wethouder jongerenbeleid) is op 17
januari 2002 gegeven. |
Zakgeldproject |
Doel is het realiseren van een zakgeldproject waardoor het sociaal
pedagogisch klimaat van jongeren verbeterd wordt. Door jongeren al vroeg in
contact met werk/zakgeldbaantjes te brengen, is de jongere beter in staat om
goede opleidings- en beroepskeuzen te maken.; een nog nader te bepalen aantal
jongeren tussen 13 en 16 jaar worden naar een zakgeldbaantje bemiddeld. In 2000 is de startnotitie gemaakt. |
In het afgelopen jaar zijn bestaande initiatieven op dit gebied in
kaart gebracht en als gevolg daarvan is een vernieuwde opzet gekozen ten
opzichte van het project in de nota Actieprogramma 2000 – 2001.: |
Het zakgeldproject bevond zich in 2001 in de voorbereidingsfase. Er hebben zich een aantal woningbouwcorporaties gemeld, die
geïnteresseerd zijn in jongeren, die in ruil voor een vergoeding
werkzaamheden willen verrichten. Per 1 februari 2002 (dus een half jaar later dan gepland) is bij de
BWD een mentor voor het zakgeldproject in dienst getreden. Deze mentor zal de
jongeren begeleiden en de contacten met de vraagkant onderhouden. Doel is om in 2002 30 jongeren aan een zakgeldbaantje te helpen. |
DEEL 4 Bestuur
en participatie
|
|||
Resultaat |
Jongeren zijn in de
gelegenheid om te participeren, vooral op het gebied van beleidsontwikkeling. |
||
Werkwijze |
(Lokale) Overheid neemt jongeren serieus, is aanspreekbaar en
bereikbaar, hanteert duidelijke procedures en stelt zich eerlijk en op basis
van gelijkheid op jegens jongeren. Zoeken naar manieren om te communiceren met jongeren. Activiteiten te (laten) ontwikkelen waardoor de
kloof tussen jongeren en overige burgers, jongeren onderling en jongeren en
de gemeente verkleind wordt. |
||
Lokaal Jeugddebat
|
Doel: Jongeren leren hoe de politiek werkt door zelf politiek te
bedrijven. |
Er wordt een lokaal jeugddebat georganiseerd. In dit traject leren
jongeren debatteren, hoe de politiek werkt en ze maken kennis met de
gemeente. |
Met het organiseren van een
lokaal jeugddebat als doel, is in 2001 samengewerkt tussen gemeente, jongerenwerk
en enkele docenten uit het middelbaar onderwijs. Toen dit niet tot het
gewenste resultaat leidde, heeft het IPP (Instituut voor Publiek en Politiek)
opdracht gekregen het lokale jeugddebat te organiseren. Het vaststellen van
een datum daarvoor gebeurt in januari 2002. |
Transparante overheid
|
Gemeenteambtenaren houden de gemeente transparant voor de jongeren.
Jongeren worden in contact gebracht met degenen die verantwoordelijk zijn. Er wordt aan jongeren verantwoordelijkheid
gegeven bij zaken die hen aangaan. In 2000 heeft een bijeenkomst tussen ambtenaren en politiek
plaatsgevonden over jongerenparticipatie. |
Het programmateam
jongeren heeft een ambassadeursfunctie, zowel intern als extern. In de werkwijze van de ambtenaren wordt aan jongeren een plaats
gegeven. Er is op internet een portal Jong in Delft geopend. Deze wordt mede
gebruikt om de toegankelijkheid van de gemeentelijke organisatie voor
jongeren te verhogen. |
Het programmateam organiseert in 2002 twee workshops. Een krijgt het
thema uitgaan en zal vooral tussen ambtenaren en jongeren plaatsvinden;
de tweede zal gaan over de wet op de jeugdzorg en krijgt het karakter
van een expertmeeting Jongeren zijn of worden betrokken bij het realiseren van de skatebaan,
en verschillende bouwprocessen van onder meer buurthuizen, hangplekken,
jongerencentra en andere voorzieningen voor jongeren. De jongerensite wordt ondersteund door een
redactiegroep. In 2002 wordt ondersteuning vanuit de jongeren gezocht. |
Participatief onderzoek ontmoetingsplekken
|
Doel: Creëren van ontmoetingsplekken en accommodaties voor jongeren en
door jongeren. Afspraken: Door jongeren worden
eisenprogramma’s voorbereid voor de drie nieuwe jongerenaccommodaties; Inzicht in de haalbaarheid van de gewenste programmering hierin; Een inventarisatie van mogelijkheden voor ontmoetingsplekken in de
stad en een plan van aanpak daarvoor; Culture’s Meeting Point wordt desnoods in
fasen gerealiseerd. Via Jongerenopbouwwerk Wippolder is de
haalbaarheid van de jongerenaccommodatie Wippolder vastgesteld. Realisatie in 2000: -
Een contract afgesloten met Stichting Alexander, die jongerenwerkers
een methode voor jongerenparticipatie zal eigen maken. -
Uitvoering van de herinrichting terrein Culture. -
Locatie jongerenaccommodatie Wippolder is bepaald. |
In drie wijken wordt momenteel door jongeren zelf geïnventariseerd
waar in het kader van ontmoetingsvoorzieningen behoefte aan is. Dit traject
loopt tot aan de zomer en wordt door een extern bureau (Stichting Alexander)
begeleid. Bij het jongerencentrum ‘The Culture’ wordt één dezer dagen de
ontmoetingsplek geopend die op initiatief van jongeren uit de buurt is
opgewaardeerd tot een volwaardige
ontmoetingsplek. In de Wippolder zal in 2001 hard gewerkt worden aan het realiseren van
een jongerenvoorziening. Participatie is hierbij het belangrijkste
uitgangspunt. Dat laatste zal in zo veel mogelijk facetten terugkomen: van de
locatie tot en met het behang. Bovenstaande ervaringen zullen moeten leiden tot een meer interactieve
werkwijze ten aanzien van realisatie van voorzieningen. |
Het participatieproject is afgesloten, de jongerenopbouwwerkers zijn
getraind in het geven van begeleiding waar het gaat om jongerenparticipatie.
Rapportage over het project is beschikbaar. In totaal hebben 31 jongeren
actief een bijdrage geleverd. Concreet heeft hun participatie een bijdrage
geleverd aan het onderstaande: In de hof van Delft/Voordijkshoorn wordt een jongerenhangplek
ingericht. Doel is de hangplek voor de zomer van 2002 gerealiseerd te hebben. Cultures Meetingpoint is in 2001gerealiseerd; enkele kleine
veranderingen aan de inrichting ervan zijn in uitvoering en zullen in het
voorjaar van 2002 gerealiseerd zijn. Met de bouw van de jongerenaccommodatie aan de Muyskenlaan (Wippolder)
wordt in april 2002 begonnen. Oplevering van het gebouw kan vlak vóór, of net
ná de bouwvak geschieden. In 2002 en 2003 worden jeugdigen en jongeren betrokken bij de
toekomstige programmering van de nieuw te realiseren accommodaties in Voorhof
(jongeren en tieners) en Tanthof (tieners), en zodra daar zicht op is in Hof
van Delft (Kuyperwijk: jongeren en tieners). |
Jongerenparticipatie bij wijkplannen
|
Doel: Het vaststellen en omschrijven van de wijze van participatie van
jongeren bij het maken en uitvoeren van wijkplannen. Afspraak: Voor Buitenhof en Vrijenban wordt in 2000 gebruik gemaakt
van een jongerenpanel per wijk, om meningen te peilen, ook over de wijze van
participatie. |
Bij het opstellen van de wijkplannen voor Buitenhof en Vrijenban is in
2000 gebruik gemaakt van een jongeren panel voor elke wijk, om de meningen te
peilen ook over de wijze van participatie. In Buitenhof zijn twee groepen
jongeren samengesteld: 1 als panel en 1 die via JOS98 een wijkinventarisatie
heeft gemaakt (SPOK-methode). In Vrijenban is volstaan met 1 panel. De resultaten zijn met de groepen doorgesproken en vormden via
verslaglegging input voor het wijkplan. Ook is er een terugkoppeling verzorgd naar de benaderde jongeren over
de totale wijkplannen. Deze jongerennetwerken worden ook betrokken bij de
uitvoeringsplannen. |
Voor de betrokkenheid van jongeren bij de wijkaanpak zijn geen aparte
acties opgezet. Nu de structuur van wijkplannen, wijkprogramma’s en uitvoeringsplannen
over de hele stad is ingevoerd, zal het programmateam jongeren een voorstel
doen voor de stimulering van blijvende participatie van jongeren. Er zijn initiatieven onder jongeren die willen komen tot de vorming
van een jongerenraad. |
Jongerenmonitor
|
Doel: Een onderzoeksinstrument dat beleidsrelevante informatie oplevert
t.b.v. het integraal jongerenbeleid. In 2000 is onderzocht of zo’n monitor
in regionaal verband kon worden opgezet. Het initiatief van Haaglanden op dit
punt is echter niet doorgezet. |
In overleg met vakteam
ICT/Onderzoek en statistiek is een plan voor een monitor jongeren vastgesteld.
Daarbij wordt uitgegaan van een groeimodel, waarbij allereerst de resultaten
van de onderdelen uit het actieprogramma gemonitord kunnen worden. Vervolgens
worden andere relevante gegevens en reeds bestaande monitors gebruikt voor
het totaaloverzicht. De monitor wordt digitaal gepresenteerd. In overleg met
de BWD worden thans afspraken gemaakt over registraties in het veld, op basis
waarvan over de te monitoren gegevens kan worden beschikt. |
Binnen het vakteam ICT heeft
onderzoek en statistiek een enquête ontwikkeld die in het voorjaar van 2002
zal worden afgenomen. Een representatieve steekproef zal worden getrokken uit
bewoners van Delft in de leeftijd van 6 tot 24 jaar, met onder andere als
doel informatie te vergaren waarmee een herijking kan plaatsvinden binnen het
jongerenbeleid. Rapportage kan voor de zomer worden verwacht. |