Voortgangsrapportage Algemeen Maatschappelijk Werk in Delft

januari 2002 

 

 

1. Inleiding

Op twee manieren is de afgelopen 4 jaar gewerkt aan de verbetering van de positie van het Algemeen Maatschappelijk (AMW) in Delft. Het budget is verhoogd en in 2000 werd een afzonderlijk budget beschikbaar gesteld voor een onderzoek naar de mogelijkheden voor  maatschappelijk ondernemerschap voor het AMW. Van de stand van zaken en de  ontwikkelingen rond beide onderwerpen wordt in deze nota verslag gedaan. Daarnaast worden enkele ontwikkelingen in en rond het AMW geschetst.

Het AMW wordt in Delft uitgevoerd door de Stichting Maatzorg.

 

Verbetering van de positie van het AMW was nodig omdat het aantal hulpvragen voor AMW al vele jaren toeneemt: Het aantal nieuwe cliënten dat in 1991 in Delft in behandeling werd genomen was 597; in 1999 was dat aantal gestegen naar 659.

Bovendien zijn hulpvragen van cliënten gemiddeld gecompliceerder geworden; dit als gevolg van vergrijzing, instroom van vluchtelingen, de vermindering van intramurale zorg voor psychiatrische patiënten, enz. Door deze ontwikkelingen kwam de uitvoering van het maatschappelijk werk steeds meer onder druk te staan.

 

Concreet leidde de situatie voor cliënten tot een wachtlijst die in 1999 en 2000 kon oplopen tot 4 à 5 maanden. Voor verwijzers, o.a. huisartsen en politie, was de consequentie dat verwijzing en samenwerking met het AMW minder aantrekkelijk werd; een deel van de taken van het AMW moest door henzelf worden opgevangen. Voor de maatschappelijk werkers leidde de te hoge case-load tot een zware werkbelasting die resulteerde in een hoog ziekteverzuim. Maatzorg heeft daarop besloten tot een cliëntenstop.

 

De cliëntenstop is eind 2000 beëindigd, nadat het ziekteverzuim onder de medewerkers tot normale proporties was gedaald. Duidelijk is dat verwijzers nog niet op het oude niveau van voor de cliëntenstop doorverwijzen naar het AMW. Deze ontwikkeling leidt er, tezamen met de uitbreiding van financiële middelen toe dat  de wachtlijst voor het AMW op dit moment beperkt (± 1 maand) is.

2. Het AMW

Het AMW is een eerstelijns voorziening en biedt hulp bij psychosociale, relationele en  materieel-sociale problematiek. In veel gevallen is sprake van meerdere problemen tegelijk, die behandeld moeten worden in hun samenhang. Deze integrale benadering is kenmerkend voor het AMW.

 

De primaire activiteiten van het AMW zijn:

a. cliëntgerichte hulpverlening

·       het verbeteren van het persoonlijke en sociaal functioneren van de cliënt in en met zijn directe omgeving

·       het verbeteren van de relatie van de cliënt met zijn of haar omgeving

·       het toeleiden naar voorzieningen en het realiseren ervan

b. dienstverlening aan derden

c. signalering


3. Verhoging budget

Begin 1999 waren in Delft bij Maatzorg 6 fte (voltijdbanen) AMW beschikbaar. In de loop van dat jaar is de gemeentelijke subsidie met f 61.450,00 verhoogd en vanaf 2000 is een extra structureel bedrag van f 100.000,-- per jaar uit de EZH-gelden ingezet.

Met deze extra middelen van de gemeente kon maximaal worden geprofiteerd van een door de minister van VWS toegekende stimuleringsregeling, omdat een voorwaarde voor toekenning was dat de gemeente het bedrag van VWS zou verdubbelen. De stimuleringsregeling is bedoeld om tekorten in de capaciteit van het AMW weg te werken. De minister hanteert daarbij een norm van 1 fte AMW per 6.000 inwoners.

 

De uitkering is verleend voor vier jaar (2000 tot en met 2003) tot een maximum van f 1,54 per inwoner. Daarna maakt dit budget van € 67.658,00 per jaar (voor zover door de gemeente verdubbeld) deel uit van het gemeentefonds. Met de door de gemeente extra ingezette middelen en de doeluitkering kon een uitbreiding van 2,3 fte worden gerealiseerd. In totaal is daarmee 8,3 fte AMW in Delft beschikbaar; dat betekent 1 fte AMW op ruim 11.000 inwoners.

 

Delft heeft zich geconformeerd aan de door de minister in 2000 gehanteerde prijs van f 135.000,00 per fte AMW. Door de sterke stijging van de CAO-kosten in 2000 en 2001 staat het te behalen resultaat in december 2003 (8,3 fte) inmiddels onder druk. Oorzaak is dat de jaarlijkse compensatie (van gemeente en rijksoverheid) geen gelijke tred houdt met de stijging van de CAO-kosten.

 

4. Maatschappelijk ondernemen

Voor een goed functionerend AMW is een moderne bedrijfsvoering een voorwaarde. Dit is de reden dat de gemeente de Stichting Maatzorg middels een subsidie in 2000 van f 72.000,00 in staat heeft gesteld een onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheden om de inkomsten uit Specifiek Maatschappelijk Werk te vergroten, zodat daarmee inkomsten kunnen worden gegenereerd die dan weer ingezet kunnen worden voor het AMW.

De Stichting Maatzorg heeft Boer & Croon Consultants opdracht gegeven het onderzoek uit te voeren. De uitgangspunten voor het onderzoek:

 kunnen worden geleverd.

 

Resultaten van het onderzoek

Met het onderzoek heeft Maatzorg op een transparante wijze gegevens over de

organisatie in kaart gebracht en gepresenteerd. Maatzorg stelt zich daarin kwetsbaar op, hetgeen waardering verdient. Dat geldt ook voor het interne proces dat met het onderzoek in gang is gezet. Maatzorg ziet de uitkomsten van het onderzoek als een aanzet voor een langer durend ontwikkelingsproces en vraagt de gemeente ook op die manier naar de uitkomsten te kijken. Dit betekent dat van de gemeente een standpunt over meerjarige ontwikkelingen en over éénduidigheid ten aanzien van de verschillende producten van de instelling wordt gevraagd.

 

Ten aanzien van een aantal vragen uit het onderzoek kunnen op dit moment conclusies worden getrokken. Andere onderwerpen zullen in een meerjarenperspectief en in samenhang met andere plaatselijke ontwikkelingen verder uitgewerkt worden.

De belangrijkste conclusies van het onderzoek worden hieronder weergegeven. De gemeente onderschrijft deze conclusies.

 

  1. De mogelijkheden voor het verwerven van extra inkomsten uit marktgerichte activiteiten op het gebied van Specifiek Maatschappelijk Werk (SpMW) zijn gering. Er zou een extra budget nodig zijn voor mensen en middelen om zich een plaats op de markt te veroveren. Maar zelfs als voor deze investering wordt gekozen, is de kans dat dit werkelijk rendement oplevert gering.

 

Vanuit het oogpunt van kwaliteit en aantrekkelijkheid is het (verder) ontwikkelen van SpMW wél interessant. Zo’n uitbreiding
            zorgt voor een breder draagvlak en netwerk in de stad. Ook voor medewerkers is een dergelijke ontwikkeling aantrekkelijk in

verband met loopbaanontwikkeling.

 

Maatzorg zoekt samenwerking met een andere organisatie voor AMW in de regio en probeert middels een dergelijke bundeling van krachten meer armslag te krijgen voor extra activiteiten, zoals bijvoorbeeld het ontwikkelen van SpMW. Helaas is de geplande samenwerking met de Stichting Maatschappelijk Dienstverlening Waterweg-Noord op het laatste moment niet doorgegaan; er wordt verder gezocht naar mogelijke partners.

 

  1. Op dit moment wordt de subsidie die Maatzorg van de gemeente ontvangt ingezet voor de primaire taken van het AMW, zoals die zijn omschreven in de inleiding van deze nota. Gezien de werkdruk van het AMW is gekeken naar welke cliënten elders geholpen kunnen worden en welke cliënten te weinig, danwel niet de goede hulp krijgen.

 

Uit het onderzoek blijkt dat voor een aantal cliëntengroepen de dienstverlening kan afnemen omdat doorverwijzing naar
            gespecialiseerde instellingen mogelijk is.

 

Cliënten die ook/beter elders terecht kunnen:                  verwijzen naar:

·         specifieke problemen n.a.v. adoptie, abortus             Fiom

·         opvang daklozen                                                    Maatschappelijke Opvang

·         verslavingsproblematiek                                          CAD

·         Riagg problematiek (overbrugging)                            afspraken RIAGG

·         arbeidsgerelateerde problematiek                             bedrijfsmaatschappelijk werk/ARBO

·         begeleiding langdurig werklozen bij reïntegratie         activeringsbeleid gemeente

 

  1. Met betrekking tot de individuele problematiek van jeugdigen stelt Maatzorg zich op het standpunt dat de directe hulpverlening dient te worden verleend door gespecialiseerde instanties zoals bureau jeugdzorg.

Het AMW kan zich dan profileren als gezinsbegeleider. Het AMW concentreert zich dan op hulpverlening aan ouders met
            opvoedproblemen en ouder-kind relatieproblemen en als gezinsbegeleiding bij gezinsproblematiek, waarbij de

invalshoek van de opvoeder wordt gekozen.

 

Deze wens van Maatzorg zal de komende periode onderwerp van gesprek zijn met andere betrokken partners in de stad.
            Daarbij zijn specifieke aandacht en afspraken nodig voor 18-20 jarigen. Studenten kunnen worden doorverwezen naar de
            eigen voorzieningen.

 

  1. Eén van de doelgroepen die weinig gebruik maken van het AMW zijn de ouderen, met als speciaal aandachtspunt de jongere ouderen. In Delft staan in 1999 3506 mensen tussen 60 en 64 jaar geregistreerd. Onderzocht zal worden of deze jonge ouderen een specifieke vraag hebben of dat hun vraag aansluit bij de groep 20-60 jarigen.

Een interne werkgroep binnen Maatzorg werkt de komende periode aan o.a. een grotere bekendheid van het AMW en van
            het aanbod bij ouderen en verwijzers.

 

  1. Een aantal allochtone groepen in Delft groeit sterk qua omvang. Vanuit het vakteam Activering & Inburgering van de gemeente en de SVD wordt een intensief begeleidingstraject rondom basisproblemen van deze groep aangeboden.  Het AMW kent de achtergrond en de problematiek van allochtone groepen te weinig en heeft te weinig specifieke kennis op relationele en intra-psychische problemen van allochtonen om zonodig aanvullend op het traject van Activering & Inburgering een adequaat aanbod te kunnen doen. De inzet die Maatzorg daarvoor de komende periode zal plegen:

·         Opbouw van kennis, mede voortzetting van aantrekken van allochtone werkers

·         Instellen van een aandachtsfunctionaris gericht op allochtone vrouwen, mannen en jongeren

·         Verdere opbouw van een stevig netwerk met alle (hulp)instanties

·         Het coachen van vrijwilligers

 

6.       De discussie over het vragen van een eigen bijdrage aan cliënten van het AMW wordt op dit moment niet verder gevoerd. In de eerste plaats zou deze ontwikkeling  niet passen binnen de regels die het Rijk heeft gesteld voor de toekenning van middelen uit de stimuleringsregeling. In de tweede plaats geeft het onderzoek aan dat de baten niet opwegen tegen de kosten van het innen van de eigen bijdrage.

 

 

5. Ontwikkelen van een meerjarencontract

De resultaten van het onderzoek worden door Maatzorg verder ingevuld en uitgewerkt en vormen mede de basis voor de te maken meerjarenafspraken.

 

In de komende jaren zullen plaatselijke ontwikkelingen in de organisatie van de gezondheidszorg, van invloed zijn op de werkwijze van het AMW en op het aantal cliënten.

Voorbeelden van die ontwikkelingen:

·         het opzetten van Gezondheidscentra in de Delftse wijken

·         integrale jeugdgezondheidszorg

·         GGZ 

 

In de meerjarenafspraken zullen de consequenties van die ontwikkelingen worden meegenomen.

 

Inmiddels zijn zowel bij de gemeente als bij Maatzorg accountmanagers aangewezen.

 

Rob van den Berg

Hoofd vakteam welzijn