Datum 9-9-2002 |
Onderwerp
Nadere informatie tussenvoorstel peuteropvang
Geachte dames en heren,
Hierbij ontvangt u de aanvullende informatie naar
aanleiding van het tussenvoorstel peuteropvang, dat afgelopen
commissievergadering leefbaarheid van 5 september is besproken.
Achtereenvolgens zal er ingegaan worden op de volgende
aspecten: bevoegdheid commissie; financiėle urgentie Octopus;
inkoop/subsidierelatie Octopus; kosten tussentijds inkopen van plaatsen;
ouderbijdrage.
Het is een bevoegdheid van
het College om de productafspraken met Octopus in het kader van de
Subsidiebundel 2002 tussentijds bij te stellen.
In dit geval is geldend de
Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten. De Raad stelt daarbij de
begrotingsbedragen vast en het College beslist over de subsidie. Deze
beslissing tot wijziging van de subsidie is dus ter kennisneming voor de
raadscommissie.
Er ligt een financiėle
noodzaak ten grondslag aan het wijzigen van de productafspraken met Octopus.
Octopus heeft een substantieel structureel tekort op het peuterwerk ontdekt en
de financiėle situatie is dermate urgent, dat deze tussentijdse maatregelen
nodig zijn.
Daarnaast speelt de wens van
de Gemeente om het peuterwerk weer terug te brengen naar de oorspronkelijke
welzijnsfunctie: het leren spelen met leeftijdgenootjes in een veilige
omgeving, aangevuld met het aanbieden van een gestructureerde taalmethode om
achterstanden te voorkomen en aansluiting geeft op de Voorschool.
Het is niet mogelijk en ook
niet wenselijk om een overbruggingssubsidie aan Octopus te geven (zogenaamde
bedrijfssteun), omdat
De indicatieve financiėle
gevolgen van het tussentijds inkopen van andere producten is als volgt samen te
vatten:
Volgens de laatste gegevens
verkregen van Octopus hebben de ouders die nu gebruik maken van 5-urige opvang
bij Octopus aangegeven dat:
Als we uitgaan van de 51 die
5-urige opvang nodig hebben en dat de 49 die nog niet gereageerd hebben ook
5-urige opvang willen hebben (totaal op 100), zou de inkoop van ongeveer 50
kindplaatsen halve dagopvang het aantal moeten dekken. Eén kindplaats halve dagopvang kost 5248,-. Vijftig
plaatsen kost dan totaal ± 262.000,-
Dekking hiervoor kan
plaatsvinden binnen de huidige subsidieovereenkomst (Subsidiebundel 2002) door
het meer en/of minder inkopen van verschillende soorten opvang.
In het uiterste geval, als
blijkt dat de 105 ouders die nu aangegeven hebben over te willen stappen naar
3-urige opvang, alsnog 5-urige opvang nodig zouden hebben, dan is dat voor de
laatste maanden van 2002 ook mogelijk; dekking kan incidenteel plaatsvinden uit
de Reserve Kinderopvang. Dat betekent vervolgens dat in de productafspraken
voor 2003 hiermee rekening moet worden gehouden.
Voor de ouders die nu gebruik
maken van de 5-urige opvang en die een andere vorm van opvang gaan gebruiken,
verandert de ouderbijdrage. Ouders die binnen de criteria vallen van een
subsidieplaats en die een inburgerings- of activeringstraject volgen, betalen
het eerste jaar geen ouderbijdrage. Voor de overige ouders wordt de
ouderbijdrage voor de halve dagopvang hoger dan die van de 5-urige opvang (ouders
die nu al gebruik maken van halve dagopvang betalen deze bijdragen dus al
langer) en voor de ouders die 3-urige opvang willen, wordt de ouderbijdrage
lager.
Een overzicht van een aantal
inkomenscategorieėn geeft het volgende beeld ten aanzien van de ouderbijdrage:
Netto gezinsinkomen per maand () |
halve dag |
5-urige peuteropvang |
3-urige peuteropvang |
0,00 t/m 726,99 908,00 t/m 952,99 1135,00 t/m 1179,99 1543,00 t/m 1633,99 1997,00 t/m 2087,99 |
22,32 57,92 93,22 163,75 234,65 |
14,93 38,66 62,17 109,19 156,51 |
8,88 23,14 37,32 65,46 93,89 |
Jan Torenstra
Wethouder kinderopvang