Commissie Leefbaarheid 12 september 2002

Antwoorden op vragen vanuit de commissie over de Peuteropvang:

 

1.       Hoe ziet het contract met Octopus er uit?

De contractafspraken met Octopus zijn vastgelegd in de Subsidiebundel 2002. De Raad stelt de financiële kaders vast en BenW stelt vervolgens de prestatie/leveringsafspraken vast. Hierover krijgt Octopus een beschikking. Deze werkwijze wordt gehanteerd bij de vijftien grootste gesubsidieerde instellingen, waaronder Breed Welzijn Delft (BWD) en de Bibliotheek. Voor deze laatste voorziening is bijvoorbeeld een meerjarenconvenant getroffen met jaarlijkse beschikkingen, waarin de afspraken over te leveren diensten/producten staan. Meerjarensubsidies worden thans nog niet verstrekt. In de nieuwe subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten Gemeente Delft 2002 wordt het toekennen van meerjarensubsidies formeel geregeld. Een besluit daartoe zal door de gemeenteraad moeten worden goedgekeurd.

 

 

2.       Waarom kan het besluit niet uitgesteld worden?

Er bestaat een zodanige financiële urgentie dat uitstel niet wenselijk is. Er bestaat een groot tekort op de peuteropvang bij Octopus, waardoor andere onderdelen van de kinderopvang in gevaar kunnen komen, en daarmee de organisatie met meer dan 500 medewerkers en 2.000 kinderen die wekelijks opgevangen worden.

 

 

3.       Wordt aan alle ouders gevraagd wat ze willen?

Octopus heeft een schriftelijke enquête gehouden onder de ouders van de peuterspeelzalen die worden omgevormd. Dit is op individuele basis gebeurd.

De gemeente zal halve dagopvang kopen voor die ouders die 5-urige opvang nodig hebben en/of graag willen. Hiervoor zijn financiële middelen beschikbaar middels het anders inkopen van de kindplaatsen (o.a. door minder 5-urige, meer 3-urige, meer halve dagopvang en minder hele dagopvang). Er wordt nagegaan of het aantal plaatsen halve dagopvang dat moet worden ingekocht afdoende is. Het aantal plaatsen wordt zonodig bijgesteld als blijkt dat meer of minder ouders de halve dagopvang willen gebruiken.

 

 

4.   Hebben ouders en leid(st)ers invloed op de te nemen maatregelen?

Komende tijd vinden er vierhoeksoverleggen plaats: overleg met ouders die hebben aangegeven dat zij 5-urige opvang nodig hebben, een vertegenwoordiging van de oudercommissie, van de ondernemingsraad en de gemeente. Tijdens het 1ste overleg (dat inmiddels heeft plaatsgevonden) worden de wensen en (nieuwe) suggesties geïnventariseerd. In een tweede overleg worden voorstellen besproken en nader uitgewerkt. In deze uitwerkfase kunnen de vier deelnemende partijen overleg voeren over de leid(st)er-kind ratio, de hoogte van de ouderbijdrage, de locaties en de overgangsmaatregelen.

Uitgangspunt voor de gemeente blijft garantie op opvang op maat.

 

 

5.       Zijn de halve dagopvang locaties dezelfde als de peuterzalen of komen ze op andere locaties? Voor hoeveel ouders betekent dit een verandering?

Afhankelijk van de inventarisatie onder ouders zal blijken waar er vraag/noodzaak is naar halve dagopvang en of deze voldoende is om een groep te vullen. De verwachting (op basis van de huidige gegevens) is dat dat op 3 à 4 plekken in de stad zal zijn. Een juiste spreiding over de stad en op plaatsen waar de behoefte het grootst is, is de verantwoordelijkheid van Octopus in overleg met de ouders. De gemeente zal in overleg treden met Octopus en ouders om tot een goede spreiding te komen. De opvang vindt dan plaats op de huidige locaties van de 5-urige opvang onder vergelijkbare omstandigheden.

 

 

6.       Kwaliteitseisen/CAO: uitvoerbaarheid van de maatregel?

Octopus gaat over de bedrijfsvoering en personeelszaken. Octopus heeft aangegeven dat er geen ontslagen zullen vallen en er maatwerk geleverd wordt ten aanzien van de contracten met de leid(st)ers.

De CAO Kinderopvang wordt van toepassing i.p.v. de CAO Welzijn. De kwaliteitseisen voor een peuterplus (= hetzelfde als een halve dagopvang zonder baby’s) blijven van toepassing. Dit zal niet leiden tot aanpassingen op de locaties.

 

 

7.       Wat zijn de financiële consequenties van prijsverhoging voor gemeente en ouders? Wat gaat de gemeente bijleggen per inkomenscategorie?

Gemeente: De financiële consequenties worden opgevangen binnen de huidige subsidieovereenkomst (Subsidiebundel 2002) door het meer en/of minder inkopen van verschillende soorten opvang en incidenteel uit de Reserve Kinderopvang .

Ouders: De ouderbijdrage gaat omhoog voor diegenen die naar de halve dagopvang gaan, de ouderbijdrage wordt minder voor die ouders die voor 3-urige peuteropvang kiezen. Deze verhoging cq. verlaging is inkomensafhankelijk. Ouders die binnen de criteria vallen van een subsidieplaats en die een inburgerings- of activeringstraject volgen, betalen het eerste jaar geen ouderbijdrage.

 

 

8.       Hoeveel peuterspeelzalen zijn nu nog open? Hoeveel kindplaatsen 5-urig?

Het betreft 8 locaties 5-urige opvang met 145 kindplaatsen.

 

 

9.       Wanneer vindt de principiële discussie over peuterspeelzalen plaats?

Deze zal eind 2002/begin 2003 plaatsvinden, nadat het onderzoek is afgerond. December 2002 kan minimaal het richtinggevend kader worden besproken; maximaal ook voorstellen voor implementatie, overgangsmaatregelen en financiering erbij.

 

 

10.   Wanneer wordt het accountantsrapport besproken?

Streven is commissie Leefbaarheid op 17 oktober 2002, waarbij het rapport vertrouwelijk ingezien kan worden bij de commissiegriffier.