Antwoorden op vragen
vanuit de commissie over de Peuteropvang:
1. Hoe ziet het contract met Octopus er uit?
De contractafspraken met
Octopus zijn vastgelegd in de Subsidiebundel 2002. De Raad stelt de financiële
kaders vast en BenW stelt vervolgens de prestatie/leveringsafspraken vast.
Hierover krijgt Octopus een beschikking. Deze werkwijze wordt gehanteerd bij de
vijftien grootste gesubsidieerde instellingen, waaronder Breed Welzijn Delft
(BWD) en de Bibliotheek. Voor deze laatste voorziening is bijvoorbeeld een
meerjarenconvenant getroffen met jaarlijkse beschikkingen, waarin de afspraken
over te leveren diensten/producten staan. Meerjarensubsidies worden thans nog
niet verstrekt. In de nieuwe subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten
Gemeente Delft 2002 wordt het toekennen van meerjarensubsidies formeel
geregeld. Een besluit daartoe zal door de gemeenteraad moeten worden
goedgekeurd.
2. Waarom kan het besluit niet uitgesteld worden?
Er bestaat een zodanige financiële
urgentie dat uitstel niet wenselijk is. Er bestaat een groot tekort op de
peuteropvang bij Octopus, waardoor andere onderdelen van de kinderopvang in
gevaar kunnen komen, en daarmee de organisatie met meer dan 500 medewerkers en
2.000 kinderen die wekelijks opgevangen worden.
3. Wordt aan alle ouders gevraagd wat ze willen?
Octopus heeft een
schriftelijke enquête gehouden onder de ouders van de peuterspeelzalen die
worden omgevormd. Dit is op individuele basis gebeurd.
De gemeente zal halve
dagopvang kopen voor die ouders die 5-urige opvang nodig hebben en/of graag
willen. Hiervoor zijn financiële middelen beschikbaar middels het anders
inkopen van de kindplaatsen (o.a. door minder 5-urige, meer 3-urige, meer halve
dagopvang en minder hele dagopvang). Er wordt nagegaan of het aantal plaatsen
halve dagopvang dat moet worden ingekocht afdoende is. Het aantal plaatsen
wordt zonodig bijgesteld als blijkt dat meer of minder ouders de halve
dagopvang willen gebruiken.
4. Hebben ouders en leid(st)ers invloed op de
te nemen maatregelen?
Komende tijd vinden er
vierhoeksoverleggen plaats: overleg met ouders die hebben aangegeven dat zij
5-urige opvang nodig hebben, een vertegenwoordiging van de oudercommissie, van
de ondernemingsraad en de gemeente. Tijdens het 1ste overleg (dat
inmiddels heeft plaatsgevonden) worden de wensen en (nieuwe) suggesties geïnventariseerd.
In een tweede overleg worden voorstellen besproken en nader uitgewerkt. In deze
uitwerkfase kunnen de vier deelnemende partijen overleg voeren over de
leid(st)er-kind ratio, de hoogte van de ouderbijdrage, de locaties en de
overgangsmaatregelen.
Uitgangspunt voor de gemeente
blijft garantie op opvang op maat.
5. Zijn de halve dagopvang locaties dezelfde als de
peuterzalen of komen ze op andere locaties? Voor hoeveel ouders betekent dit
een verandering?
Afhankelijk van de
inventarisatie onder ouders zal blijken waar er vraag/noodzaak is naar halve
dagopvang en of deze voldoende is om een groep te vullen. De verwachting (op
basis van de huidige gegevens) is dat dat op 3 à 4 plekken in de stad zal zijn.
Een juiste spreiding over de stad en op plaatsen waar de behoefte het grootst
is, is de verantwoordelijkheid van Octopus in overleg met de ouders. De
gemeente zal in overleg treden met Octopus en ouders om tot een goede spreiding
te komen. De opvang vindt dan plaats op de huidige locaties van de 5-urige
opvang onder vergelijkbare omstandigheden.
6. Kwaliteitseisen/CAO: uitvoerbaarheid van de maatregel?
Octopus gaat over de
bedrijfsvoering en personeelszaken. Octopus heeft aangegeven dat er geen
ontslagen zullen vallen en er maatwerk geleverd wordt ten aanzien van de
contracten met de leid(st)ers.
De CAO Kinderopvang wordt van
toepassing i.p.v. de CAO Welzijn. De kwaliteitseisen voor een peuterplus (=
hetzelfde als een halve dagopvang zonder baby’s) blijven van toepassing. Dit
zal niet leiden tot aanpassingen op de locaties.
7. Wat zijn de financiële consequenties van
prijsverhoging voor gemeente en ouders? Wat gaat de gemeente bijleggen per
inkomenscategorie?
Gemeente: De financiële
consequenties worden opgevangen binnen de huidige subsidieovereenkomst
(Subsidiebundel 2002) door het meer en/of minder inkopen van verschillende
soorten opvang en incidenteel uit de Reserve Kinderopvang .
Ouders: De ouderbijdrage gaat
omhoog voor diegenen die naar de halve dagopvang gaan, de ouderbijdrage wordt
minder voor die ouders die voor 3-urige peuteropvang kiezen. Deze verhoging cq.
verlaging is inkomensafhankelijk. Ouders die binnen de criteria vallen van een
subsidieplaats en die een inburgerings- of activeringstraject volgen, betalen
het eerste jaar geen ouderbijdrage.
8. Hoeveel peuterspeelzalen zijn nu nog open? Hoeveel
kindplaatsen 5-urig?
Het betreft 8 locaties
5-urige opvang met 145 kindplaatsen.
9. Wanneer vindt de principiële discussie over
peuterspeelzalen plaats?
Deze zal eind 2002/begin 2003
plaatsvinden, nadat het onderzoek is afgerond. December 2002 kan minimaal het
richtinggevend kader worden besproken; maximaal ook voorstellen voor
implementatie, overgangsmaatregelen en financiering erbij.
10. Wanneer wordt het accountantsrapport besproken?
Streven is commissie
Leefbaarheid op 17 oktober 2002, waarbij het rapport vertrouwelijk ingezien kan
worden bij de commissiegriffier.