Geachte mevrouw van Gent,

 

In uw voorontwerp komen twee onderwerpen aan de orde: bestrijding van het tekort aan studentenkamers en daarmee samenhangend de inkomenspositie van studenten. Bij het bestrijden van het kamertekort is het verder van belang de particuliere sector en de corporatiesector (inclusief studentenhuisvesters) te onderscheiden.

 

U constateert tegelijkertijd een toename van het aantal studenten en een afname van het aantal particuliere kamers. Daarmee neemt ook het tekort aan kamers toe.

 

Naar aanleiding van rapportages van onder meer het bureau “Laagland Advies” en de werkgroep “Pilot Utrecht” noemt u een aantal maatregelen die een bijdrage kunnen leveren.

 

Naast het realiseren van kamers door verbouwing van leegstaande kantoorgebouwen, tijdelijke bewoning van slooppanden en doorstromingsbevorderende maatregelen ziet u belangrijke mogelijkheden  in aanpassing van de huursubsidiewetgeving:

- door het wegnemen van de “strafkorting” in de huursubsidiewet voor huurders die huursubsidie ontvangen en die een kamer willen verhuren wilt u de kamerverhuur door particulieren stimuleren.

- verder wilt u kamerbewoners het recht bieden op huursubsidie, wat voor hen ook nieuw te bouwen kamers betaalbaar maakt. Dit is tevens een stimulans voor de studentenhuisvesters om deze kamers te realiseren. Het betaalbaar maken van kamers verlaagt de investeringsdrempel voor nieuwbouw en verbouw.

 

Uw analyse is in de Delftse situatie zeer toepasbaar. DUWO, de studentenhuisvester van Delft, ziet in de betaalbaarheid voor studenten van het woningaanbod een belangrijk knelpunt. Uitgaande van de doelstelling een betaalbare  huurprijs te realiseren zijn een aantal panden door de corporatie niet aangekocht. Haalbaarheidsonderzoeken wezen uit dat onrendabele toppen te hoog waren om een verantwoorde investering te doen en tevens kamers voor een betaalbare huur te kunnen realiseren.

 

Indien huursubsidie voor kamerbewoners beschikbaar was zouden meer panden zijn aangekocht en zouden meer studentenkamers zijn gerealiseerd.

 

Uw voorontwerp en de daarin opgenomen voorstellen geven ons aanleiding tot de volgende opmerkingen:

 

Het wegnemen van de “strafkorting” biedt een gelijkschakeling tussen kamerverhuurders die eigenaar zijn en verhuurders die huren. Met deze gelijkschakeling zijn wij het eens. Hoe groot het effect van deze maatregel is is onbekend omdat onvoldoende inzicht bestaat in de motieven van huishoudens om een kamer te verhuren.

 

Ook doorstromingsbevorderende maatregelen, eventueel in de vorm van campuscontracten, onderschrijven wij. Helaas is op dit moment de markt voor zelfstandige woningen zodanig dat niet zeker is of vervolghuisvesting tijdig kan worden geboden. Huisvesting van studenten moet in een breder kader worden gezien. Verruiming van bouwmogelijkheden is voor een stad als Delft noodzakelijk om op langere termijn een adequate doorstroming vanuit studentenhuisvesting te kunnen realiseren.Maatregelen als in Utrecht, die u in het voorontwerp noemt, werken wellicht in Utrecht maar leveren gezien de krapte op de Delftse woningmarkt in Delft een marginale bijdrage.

 

Voor het terugdringen van het kamertekort zal met name ook een beroep moeten worden gedaan op de niet commerciële studentenhuisvesters.

Voor het verbouwen van diverse bestaande gebouwen tot kamers zijn in vele studentensteden, ook in Delft, mogelijkheden. Het realiseren van een betaalbare huur is daarbij een belangrijk knelpunt. Huursubsidie kan daarin een belangrijke bijdrage leveren, maar is  een indirect instrument. In dit verband is het voor ons essentieel dat het verstrekken van huursubsidie daadwerkelijk leidt tot  meer studentenkamers. Financiële middelen dienen ten goede te komen aan het opheffen van het kamertekort. In dit verband onderschrijven wij het handhaven van de aanwijzingsbevoegdheid van de minister. Deze maakt het mogelijk het huursubsidie-instrument gericht in te zetten.

 

Tenslotte is het zo dat ook zelfstandige woningen een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de huisvesting van studenten. Onder studenten is grote vraag naar zelfstandige woonruimte. De verdere ontwikkeling van projecten op dit gebied verdienen alle steun.

 

Wij ondersteunen uw inzet iets te doen aan het kamertekort voor studenten met daarbij de zwakke inkomenspositie van deze groep in gedachten. We gaan ervan uit met onze reactie een bijdrage te leveren aan de besluitvorming over uw voorontwerp.

 

 

 

 

 

 

Hoogachtend,

 

Het college van Burgemeester en wethouders,

 

 

 

                                               ,burgemeester

 

 

 

                                               ,secretaris