Bijlage
behorend bij afspraak 7, 8, 9 en 10
Prestatieafspraken
2002-2003 tussen gemeente en corporaties.
Datum: 23 september 2002
Afspraak 7:
Corporaties
en gemeente spreken af dat de regionale woonruimteverdeling het kader vormt
voor de lokale woonruimteverdeling en dat de regionale prestatie-afspraken
hierover in de Delftse woonruimteverdeling opgenomen worden.
De bijlage met regionale afspraken:
Afspraken
over slaagkans:
·
De SVH
draagt er zorg voor dat in oud-Haaglanden per gemeente jaarlijks minimaal 70%
van de vrijkomende voorraad (exclusief de nieuwbouw) en 90% van de nieuwbouw
onder de aftoppingsgrenzen aan de BBSH-doelgroep wordt verhuurd.
·
Partijen
spreken af dat de slaagkans in de regio op een sociale huurwoning voor minima
minstens gelijk moet zijn aan die van de BBSH-doelgroep, die weer minstens
gelijk moet zijn aan die van de niet-BBSH doelgroep. Wanneer de slaagkans van
de niet-BBSH doelgroep minder dan de helft is dan de slaagkans van de
BBSH-doelgroep, is dit aanleiding om het hiervoor genoemde percentage aan te
passen.
·
Selectiecriterium
starters: van leeftijd naar reactieduur.
·
In het
SO is inmiddels afgesproken dat bij de éénkamerHATeenheden eventueel een
leeftijdsgrens van maximaal 22/24 jaar opgenomen kan worden en bij de
tweekamerHATeenheden een grens van maximaal 29 jaar. Dit wordt nu nog niet
toegepast, want eerst wordt de evaluatie van de SVH afgewacht.
·
Wel
kan een minimumgrens gehanteerd worden van 30 jaar. In Delft is afgesproken dat
25% van de woningen voor starters van dit label voorzien wordt.
·
Indien
partijen dit op basis van nader onderzoek noodzakelijk achten zullen gedurende
de looptijd van deze overeenkomst voorstellen worden voorbereid tot
aanpassingen in het selectiecriterium voor doorstromers (artikel 14 lid 4 onder
a Huisvestingsverordening).
·
Bevorderen
doorstroming uit schaarse eengezinswoningen:
·
Om de
doorstroming op de regionale woningmarkt te stimuleren krijgen doorstromers uit
een schaarse eengezins-huurwoning voorrang boven alle andere woningzoekenden op
de huurwoningmarkt indien:
ü
de
vrijkomende woning een huurwoning van sociale verhuurders in een van de
gemeenten in de regio is en blijft, en
ü
de
rekenhuur van de betreffende woning niet hoger is dan de huurprijsgrens en
ü
geen
verhuizing plaatsvindt naar een andere eengezinswoning, tenzij dit een woning
met een huurprijs boven de huurprijsgrens betreft.
ü
Afzonderlijke
voorrang voor mogelijk inwonende meerderjarige kinderen op grond op grond van
deze doorstromingdoelstelling is niet mogelijk.
ü Als kandidaten met
gelijke woonduur worden geselecteerd, dan gaat de kandidaat uit de gemeente
waar woning is gelegen, voor.
·
Maatregelen
lokaal maatwerk ten behoeve van sociale stabiliteit
·
Ouderen
vanaf 65 jaar krijgen in hun eigen gemeente voorrang bij verhuizing naar een
geschikter woningtype in de eigen omgeving in de bestaande voorraad, dan wel in
50% van de eerste verhuringen bij een specifiek nieuwbouwcomplex voor senioren.
Partijen komen overeen dat 50% van de woningen in een
specifiek nieuwbouwcomplex, die gelabeld
worden voor ouderen met voorrang toegewezen worden aan ouderen (65+) afkomstig
uit de desbetreffende gemeente;
·
Ouderen vanaf 55 jaar, die in hun omgeving willen verhuizen en een
woning (tenminste 5 of meer kamers an subsidiabele huurprijs onder de
huurprijsgrens en in beheer/eigendom is van een van de woningcorporaties uit de
regio) achterlaten, gaan voor op andere woningzoekenden, indien de woning waar
zij naar toe verhuizen een woning in
hun omgeving *) betreft.
*) Over definitie van ‘eigen omgeving’
heeft gemeente Delft een voorstel gedaan: zie bijlage waarin 5 buurten zijn
onderscheiden.
·
Jongeren
dan wel starters tot 23 jaar krijgen in 50% van de eerste verhuur van een
specfiek nieuwbouwcomplex voor deze doelgroep voorrang in hun eigen gemeente.
·
Specifiek
lokaal maatwerk: het stadsgewest opent in de huisvestingsverordening de
mogelijkheid dat gemeenten ten behoeve van het oplossen van specifieke
knelpunten op de lokale woningmarkt in uitzonderlijke gevallen maatregelen
formuleren, waarbij voor beperkte tijdsduur wordt afgeweken van de bepalingen
van hoofdstuk 2 van de huisvestingsverordening (specifiek lokaal maatwerk). De
gemeente overlegt hierover met de lokaal werkzame woningcorporatie(s).
Afspraken over herstructurering (zie ook rapportage van werkgroep
Herstructurering):
·
herstructureringskandidaten
krijgen “absolute” voorrang en komen in aanmerking voor een gelijkwaardige
woning (vastgelegd in regionale verordening). Herstructureringskandidaten
krijgen bij gelijke vervaldatum voorrang bij verhuizing naar een woning binnen
de gemeente.
·
Herstructureringskandidaten
hebben het recht hun woonduur in de te herstructureren woning vanaf het moment
van verhuizing gedurende 2 jaar toe te voegen aan de op te bouwen woonduurjaren
in hun nieuwe woning.
Afspraak 8:
De
gemeenteraad is op 10 januari 2002. akkoord gegaan met het voorstel om
slaagkans in plaats van de kernvoorraad te gaan hanteren. De afspraken over
slaagkansen worden in principe door de gemeente voorgesteld en uit de notitie
die in de gemeenteraad besproken is, staan de volgende “slaagkansafspraken”:
·
slaagkans minima >= slaagkans BBSH-doelgroep >=
slaagkans niet BBSH-doelgroep
·
slaagkans starters en doorstromers is min of meer gelijk
·
slaagkans starters onderscheiden naar leeftijd is min of
meer gelijk
Gemeente Delft
levert elk half jaar tabellen met daarin de informatie over bovenstaande
slaagkansen.
Afspraak 9:
De verhouding
tussen “reguliere” woningzoekenden, herstructureringskandidaten en bijzondere
aandachtsgroepen, dient nog nader onderbouwd te worden. Het overzicht van de
werkgroep Herstructurering laat zien dat er de komende jaren tussen de 100 en
bijna 600 woningen per jaar minder aangeboden worden. Dit overzicht zal
periodiek geactualiseerd worden.Verder is dit onderwerp een onderdeel van de
vervolgacties bij de Woonvisie.
Afspraak 10:
De afspraak is
dat maximaal 75 woningen voor bijzonder aandachtgroepen per jaar vrij
gereserveerd worden. De gemeente heeft het volgende overzicht gemaakt (d.d. 29
mei 2002):