DELFTS SOCIAAL PLAN BIJ GEDWONGEN VERHUIZING IVM
HERSTRUCTURERING
versie 24 oktober 2002
Inleiding
De komende jaren zullen veel
inwoners van de gemeente Delft, die een woning huren van een van de
woningcorporaties, te maken krijgen met ingrijpende renovatie van de door hen
gehuurde woning of met sloop en vervangende nieuwbouw.
Gevolg hiervan zal meestal
zijn dat bewoners gedwongen dienen te verhuizen.
Om deze gedwongen verhuizing
op een goede manier te laten verlopen, zijn een aantal regelingen ontworpen,
die zijn vastgelegd in dit sociaal plan.
De inhoud van het sociaal
plan heeft een verplichtend karakter voor de professioneel betrokken
partijen, te weten de woningcorporaties en de gemeente Delft.
Het sociaal plan is
uitsluitend van toepassing op inwoners van de gemeente Delft, die gedwongen
moeten verhuizen in verband met een herstructureringsplan.
Waar nodig wordt echter
rekening gehouden met regionale afspraken omtrent herstructurering.
1.
Algemeen
* Om
onduidelijkheid te voorkomen, dient per herstructureringsproject één vaste
datum te worden vastgesteld, vanaf wanneer het sociaal plan voor dat project
met alle bijbehorende rechten van toepassing is.
In
veel gevallen valt deze “peildatum” samen met de start van het
uitplaatsingstraject. Bij grotere herstructureringsopgaven zal dat niet altijd
mogelijk zijn. In elk geval zal aan nieuwe huurders die na de ‘peildatum’ in
een woning in het herstructureringsgebied komen wonen duidelijk gemaakt worden
dat zij géén rechten kunnen ontlenen aan de inhoud van het sociaal plan.
2. Aanbod
andere woning
Er is een regionale
voorrangsregeling voor de huurder met eventuele huisgenoten. Deze geldt ook
voor Delft. Daarnaast kent Delft lokaal
maatwerk voor herstructureringskandidaten, dat als aanvulling op de regionale
afspraken wordt gehanteerd.
De regionale regeling kent
de volgende ingrediënten (n.b.: de inmiddels definitieve aanpassingen per 1
juli aanstaande zijn hierin verwerkt):
* De
urgentie wordt toegekend voor 1 jaar. Indien na dat jaar nog geen alternatieve
woonruimte gevonden is wordt individueel beoordeeld of verlenging noodzakelijk
is.
* De
urgentie geeft voorrang op ‘gewone’ woningzoekenden in de regio Haaglanden voor
een aan de huidige woning gelijkwaardig[1]
woningtype.
* Het
zoekprofiel voor herstructureringskandidaten wordt met ingang van 1 juli
2002 verruimd op de volgende wijze:
toevoegen
van het woningtype ‘eengezinswoning’ indien:
- de
met voorrang te verlaten woning een eengezinswoning is – ‘gelijkwaardig’ dus -
;
-
het huishouden van de hoofdbewoner uit minimaal 4 personen bestaat, waarvan
tenminste 2 kinderen jonger dan 12 jaar.
toevoegen
van het woningtype ‘benedenwoning/ gelijkvloers of traploos bereikbaar’ indien:
-
een van de bewoners in het huishouden 65 jaar of ouder is.
* Men
mag zowel op doorstromers- als op starterswoningen reageren.
* Een
urgente behoudt zijn in de te verlaten woning opgebouwde woonduur gedurende de
eerste twee jaar na zijn verhuizing. Dit wordt schriftelijk bevestigd
bij het verlaten van de woning.
* Volwassen
inwoners krijgen geen zelfstandige voorrangsmogelijkheid; zij dienen mee te
verhuizen met de huurder.
* Bij
woningtoewijzing aan herstructureringskandidaten geeft de buurtbinding voorrang op andere
herstructureringskandidaten (Delft is opgedeeld in vijf wijken, zie kaart bij
prestatie-afspraken over woonruimteverdeling)
* Urgent
woningzoekenden uit hetzelfde herstructureringsgebied, die op dezelfde woning
reageren, concurreren in eerste instantie op woonduur, indien die gelijk
is gaat degene voor met de oudste urgentiedatum.
* In
Delft krijgt een herstructureringskandidaat in aanvulling op de regionale
regeling daarnaast nog een extra keuzemogelijkheid:
de
huurder kan kiezen tussen een absolute (“A”) urgentie en een relatieve (“B”)
urgentie.
De
A-urgentie is feitelijk de urgentie zoals hierboven omschreven.
De
B-urgentie is bedoeld om een wooncarrière mogelijk te maken. De huurder krijgt
–fictief – een extra woonduur van 5 jaar toegekend om de concurrentiepositie
ten opzichte van andere gewone woningzoekenden te verbeteren.
Indien
de huurder ook met de 5 fictieve woonjaren onder de 10 jaar woonduur blijft,
wordt geen B-urgentie verstrekt. Het kan zijn dat de woningmarkt zich op
termijn zodanig wijzigt, dat ook een woonduur < 10 jaar mogelijkheden biedt.
In dat geval kan deze regel vervallen. Dit zal jaarlijks in het “Sociaal
Overleg” tussen de Delftse woningcorporaties opnieuw bekeken worden.
* Het
is mogelijk tussentijds een aanvraag te doen voor het wijzigen van de soort
urgentie (van A naar B of van B naar A).
Per herstructureringsproject
is het mogelijk om woningbezit te reserveren voor de uit te plaatsen huurders.
Dit kan zowel een percentage van de terug te bouwen nieuwbouw of gerenoveerde woningen zijn als een
percentage van de in dezelfde buurt vrijkomende bestaande woningen. Een claim
hierop wordt door de verantwoordelijke corporatie officieel aangemeld bij de
Gemeente Delft en zo goed mogelijk gespecificeerd. De claim kan maximaal 50%
van het in het voorstel te reserveren woningbezit beslaan.
3. Bijdragen
in de verhuiskosten
* Verhuiskostenvergoeding:
één vast bedrag van € 3800,- (prijspeil
1 januari 2002), jaarlijks te indexeren met het door CBS vastgestelde
inflatiepercentage – het CPI.
In
het laatste kwartaal van elk jaar wordt de hoogte van het bedrag van het
volgende kalenderjaar vastgesteld in het “Sociaal Overleg” tussen de Delftse
corporaties.
* In
geval de betrokken huurder wordt uitgeplaatst naar een wisselwoning, om na
uitvoering van de ingreep weer terug te kunnen keren naar de oorspronkelijke
woning, wordt de verhuiskostenvergoeding verhoogd met een bedrag van € 950,00.
* De
huur van de door de verantwoordelijke corporatie ter beschikking gestelde
wisselwoning is gelijk aan de huur van de tijdelijk te verlaten woning.
* Om
het betalen van ‘dubbele huur’ tijdens de verhuisperiode te voorkomen is de
ingangsdatum van de huur van de nieuwe woning gelijk aan de einddatum van de
huur van de oude woning, met dien verstande dat de huurder daarna 1 maand de
tijd heeft om de oude woning leeg op te leveren.
* De
Gemeente Delft heft geen leges voor de huisvestingsvergunning voor de nieuwe
woning; indien de kandidaat verhuist naar een andere gemeente zal de corporatie
de daar berekende leges aan de huurder vergoeden.
* De
normale administratie- of contractkosten voor de nieuwe woning wordt
kwijtgescholden/ dan wel de door een andere verhuurder berekende kosten aan de
huurders wordt vergoed.
4. Overige financiële regelingen
* Eventuele
aanpassingen in het huurbeleid voor het te herstructureren complex worden door
de betrokken corporatie zelf vastgesteld.
* De
verantwoordelijke corporatie stelt een “sociaal fonds” beschikbaar. Uit dit
fonds worden eventuele goederen en diensten (verhuisbedrijf bijv.) geleverd
indien duidelijk is dat huurders ernstig in de problemen komen door de
gedwongen verhuizing, er geen sprake is van een eigen sociaal netwerk en
huurder over geringe financiële middelen beschikt.
De
betreffende corporatie stelt hiervoor in overleg met de betrokken
bewonersvertegenwoordiging eigen criteria vast, passend bij de lokale situatie.
* Vergoeding
voor Zelf Aangebrachte Voorzieningen (“ZAV”) bij het verlaten van de woning.
Leidraad voor de door de verantwoordelijke corporatie te maken regeling is:
-
het ZAV-beleid van de corporatie zoals dat ook bij normale mutaties gehanteerd
wordt.
- de
vertrekkende huurder krijgt een vergoedingsvoorstel van de corporatie voor de
achter te laten voorzieningen.
- er
is ingeval van verschil van mening een mogelijkheid om een externe taxateur een
eindoordeel te laten geven, die voor beide partijen bindend is.
- de
ZAV dient aantoonbaar te zijn aangebracht vóór bekendmaking van de
herstructureringsplannen voor het complex.
5. Maatregelen in verband met zorgvuldig
beheer tot aan sloopdatum
* Leegkomende
woningen worden te allen tijde gebruikt voor tijdelijke verhuur tot een moment
zo dicht mogelijk bij de daadwerkelijke start van de eventuele
sloop/ingrijpende renovatie. De tijdelijke verhuur wordt uitgevoerd op basis
van de Leegstandswet na schriftelijke
toestemming van de gemeente Delft middels het verstrekken van een vergunning.
Uitzonderingen
op de afspraak over tijdelijke verhuur zijn slechts mogelijk als de ingreep
volgens de planning binnen 6 maanden na start van de uitplaatsing zal beginnen
of als de leegkomende woning gezien (woon-)technische staat feitelijk
onbewoonbaar is.
* Woningen
die definitief leeg blijven worden ‘ontmanteld’ (verwijderen/afsluiten van
nutsvoorzieningen en van nog bruikbare onderdelen, zoals geisers); daarna wordt
de woning ofwel goed dichtgezet of een
‘bewoond aanzien’ gegeven.
* De
corporatie voert het normale klachtenonderhoud uit, echter wel aangepast aan de
restant-levensverwachting van de woning.
* Corporatie
en gemeente spannen zich in om betrokken instanties, zoals Reiniging, Brandweer
en Politie, te betrekken bij het
leveren van de noodzakelijke extra inspanningen om veiligheid en leefbaarheid
op een aanvaardbaar peil te houden.
N.B.:
Behoudens hierboven geschetste kaders is het mogelijk
dat een corporatie op het buurt-/complexniveau waarop
de afspraken gemaakt worden het sociaal plan aanvult
met voor die specifieke situatie noodzakelijke afspraken.
Dit kunnen geen aanvullingen op de individuele
financiële tegemoetkomingen betreffen.
Bijlagen:
A. Klachtenregeling
B. Begrippenlijst
Bijlage A bij “Delfts Sociaal Plan bij gedwongen
verhuizing in verband met herstructurering”
KLACHTENREGELING
Klachten van bewoners – eventueel vertegenwoordigd
door een belangenorganisatie – die verband houden met
de uitvoering van de regelingen zoals vastgelegd in
deze notitie, worden als volgt behandeld:
Stap 1: De
huurder van de te slopen of te renoveren woning waarvoor dit sociaal plan van
toepassing is verklaard legt zijn klacht schriftelijk of mondeling voor aan de
betreffende woningcorporatie. De woningcorporatie onderzoekt de klacht en
handelt deze naar bevinden – conform de eigen geschillenregeling - af. In
principe wordt hiervoor een termijn van 3 weken na indiening van de klacht
gehanteerd.
Stap 2: als de
klager niet tevreden is over de afhandeling van de klacht door de corporatie,
kan hij zich middels een schriftelijke melding wenden tot de
Geschillencommissie Huursector.
Deze
stelt een onderzoek in en doet uiterlijk na 4 weken uitspraak over de
rechtmatigheid van de klacht.
n.b.:
uitgezocht moet worden of de Geschillencommissie Huursector hiervoor kan worden
ingeschakeld en volgens welke procedure.
Indien de huurder ook dan
nog niet tevreden is over de afhandeling, kan hij/zij de zaak voorleggen aan
het kantongerecht.
Bijlage B bij “Delfts Sociaal Plan bij gedwongen
verhuizing in verband met herstructurering
BEGRIPPENLIJST
Wat wordt verstaan onder
“gelijkwaardige woning”?
Herstructureringskandidaten
met een zogenaamde “A-urgentie” hebben in de regio Haaglanden de mogelijkheid
om bij voorrang in te schrijven op een passende gelijkwaardige woning.
De gelijkwaardigheid betreft
uitsluitend het woningtype waarvoor de voorrang verleend wordt, niet
de woninggrootte of de prijs van de woning; zie hiervoor de
toelichting op het begrip “passend”.
HUIDIG WONINGTYPE VAN KANDIDAAT |
GELIJKWAARDIG WONINGTYPE |
Eengezinswoning |
Alle woningen met uitzondering van aangepaste of aan te
passen benedenwoning voor mensen met een handicap |
Benedenwoning |
Alle woningen met uitzondering van aangepaste of aan te
passen benedenwoning voor mensen met een handicap |
Bovenwoning |
- Bovenwoning - Bovenmaisonnette - flat met of zonder lift
1e etage en hoger |
HAT-eenheid |
- HAT-eenheid - Portiekwoning vanaf de 2e
etage |
Wat wordt verstaan onder “passende
woning”?
Een woning is passend
conform de daarvoor in de huisvestingsverordening van de regio Haaglanden
vastgelegde normen:
1) Huur-inkomenstabel per 1
juli 2001:
Subsidiabele huurprijs in € |
Omvang huishouden |
Bruto maandinkomen in € |
0 t/m 375 |
Alle huishoudens |
Minimum: geen Maximum: 2269 |
375 t/m 427 |
1- en 2-
persoonshuishoudens |
Minimum: 1361 Maximum: 3630 |
375 t/m 458 |
3- of
meerpersoonshuishoudens |
Minimum : 1361 Maximum: 3630 |
427 t/m 541 |
1- en
2-persoonshuishoudens |
Minimum : 1905 Maximum: 3630 |
458 t/m 541 |
3- of
meerpersoonshuishoudens |
Minimum : 1905 Maximum: 3630 |
Vanaf 541 |
Alle huishoudens |
Minimum: 2269 Maximum: geen |
2) Maximaal 2 kamers meer
dan het totaal aantal verhuizende personen.