Nota

 

Datum

15-08-2002

Ons Kenmerk

02/023950

Opsteller

J.H. Smits

Bijlagen

0        

Onderwerp

Marap 2001 en Sturingsrapportage januari t/m april 2002 Politie Haaglanden, Bureau Delft

 

 


1.         Inleiding

 

Bijgevoegd zijn de tweede Managementrapportage van 2001 en de Sturingsrapportage januari t/m april 2002 van het bureau Delft van politie Haaglanden. In de Marap worden de gecumuleerde resultaten van de politieinzet van het afgelopen jaar weergegeven. In de Sturingsrapportage zijn de eerste resultaten van dit jaar opgenomen. In deze oplegnotitie zullen de belangrijkste ontwikkelingen op een rij worden gezet, waarbij speciale aandacht zal worden besteed aan de gemeentelijke veiligheidsprioriteiten.

 

2.         Resultaten

 

Woninginbraak

Het aantal woninginbraken kwam in 2001 uit boven de doelstelling. Het inbraakrisico kwam uit op 1,65 per 100 woningen, terwijl 1,43 de doelstelling was. Ook in de eerste maanden van dit jaar laten de cijfers geen verbeteringen te zien. Nadat de politie dit jaar echter een aantal aanhoudingen had verricht zakte het aantal inbraken aan het eind van de rapportageperiode weer tot normale waarden. Verder wordt het Politiekeurmerk Veilig Wonen door de politie en de gemeente verder ontwikkeld en wordt aan slachtoffers van woninginbraak een preventieadvies op basis van dit keurmerk aangeboden.

 

Straatroof

Het aantal straatroven was in 2001 duidelijk hoger dan de doelstelling (1,6 tegen 0,7). Ook regionaal was een sterke stijging van deze delictvorm te zien, waarvan vooral op straat bellende mensen het slachtoffer werden. Hierop zijn begin dit jaar regionaal opgezette preventie- en repressieacties gestart, waarbij een aantal daders is aangehouden. De acties hebben duidelijk hun vruchten afgeworpen: de cijfers van de eerste maanden van dit jaar geven een aanmerkelijke daling in de straatroof te zien ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Daarbij is het oplossingspercentage – hoewel nog onder de doelstelling – bovendien gestegen.

 

Mishandeling

Het aantal aangiften van mishandeling komt net iets uit boven de doelstelling. Uit cijfers over de eerste periode van dit jaar blijkt echter, dat het aantal mishandelingen lager is dan in dezelfde periode vorig jaar. Bovendien is het oplossingspercentage dit jaar beduidend hoger dan vorig jaar.

 

Drugsoverlast

Het aantal meldingen van drugsoverlast lag in 2001 onder de gestelde norm. In de eerste maanden van dit jaar is echter een flinke stijging te zien ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door drugsoverlast rondom het station, die na een grootschalige actie van de politie in het voorjaar weer is teruggedrongen. Anderzijds geven de cijfers een vertekend beeld. In de periode januari t/m april 2001 is dit cijfer namelijk door een andere methode tot stand gekomen dan in dezelfde periode dit jaar. Vorig jaar werd het aantal mutaties weergegeven, nu het aantal meldingen van overlast bij de meldkamer. Hier kan een verschil in zitten, wanneer een op pad gestuurde auto na een melding niets aantreft en de agenten dus geen mutatie opmaken.

 

Jeugdcriminaliteit

Vorig jaar kwam het aantal minderjarige verdachten nog uit onder de doelstelling. Dit jaar is echter een stijging waarneembaar ten opzichte van vorig jaar. De politie geeft aan dat een duidelijke oorzaak hiervan niet is aan te geven. Zowel de gemeente als de politie hebben – elkaar aanvullende – plannen ontwikkeld om de jeugdcriminaliteit terug te dringen.

 

Dienstverlening

Vorig jaar werd de doelstelling met betrekking tot de afhandelingstijd van klachten niet gehaald. Dit jaar komt het aantal binnen negen weken afgehandelde klachten met 87 procent echter uit boven de doelstelling.

 

3.         Tot slot

 

In het driehoeksoverleg is met de politie afgesproken, dat bij de volgende Marap, net als bij de Sturingsrapportage, weer een oplegnotitie van de bureauchef wordt bijgevoegd, waarin hij – voor zover mogelijk – ingaat op de getroffen maatregelen.